IBKll (€sso) GAS DE ZWARTE ZWAAN nê 1 HOORNTJE WILHELM TELL Er zijn flessen en FLESSEN HET GAS IN DE FLES ZATERDAG 16 MEI 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 Ons korte verhaal. Hie leeli men zonder zorgen 't Was op een mooie zonnige lentedag, dat de jonge graaf op een balkon van zijn kasteel naar de boerderijen van de omgeving stond te kijken. Hij kon het zich haast niet begrijpen dat dit alles nu aan hem toebehoorde en hij herin nerde zich hoe zijn zieke vader hem, gisteren op het afscheidsfeest, tot zijn opvolger benoemde. Door een ernstige ziekte getroffen, was de oude graaf ge noodzaakt volledig rust te nemen en het bestuur op de jonge schouders vam zijn zoon te leggen en deze, Diederik, had zich voorgenomen evenals zijn va der goed voor zijn onderdanen te zul len zorgen. Nu hij de landgoederen zo één voor één bekeek, wist hij ook dadelijk aan wie die pachtboerderijen behoorden, immers als knaapje en als grotere jon gen had hij daar veel gespeeld met de pachterskinderen. En bij dp gedachte aan die prettige tijd kwam er een glim lach om zijn mond. Opeens verstrakte die glimlach, toen hij nadenkend en turend in de verte, te gen de horizon iets vreemds ontwaar de. Wat was dat? Dat had hij nooit te voren gezien, 't Leek wel een verguld kruis, dat stond te glansen in de zon. Wie zouden daar wonen??? Vreemden of vijanden? Kom hij zou aan die on zekerheid spoedig een einde maken door er heen te gaan, maar niet alleen, stel je voor dat het vijanden waren. Hij beval zijn schildknaap om zijn paard te zadelen en ook om enige rid ders te waarschuwen, die over een uur kaint en klaar op het kasteelplein moes ten staan. Telkens als er een ridder in vol or naat het binnenplein op reed, blaften de honden en sprongen dan ongedurig op. alsof ze mee op de jacht mochten. Maar vandaag moesten de honden thuis blij ven, terwijl de ridders zelf niet eens wisten, waarvoor dit alles diende. Ze hadden veel liever eens lekker uitge slapen na het grote feest van gisteren. Toen de ridders zich in een kleime stoet hadden opgesteld kwam graaf Die derik zich aan het hoofd van de stoet opstellen en hij deelde hun mede, dat het hier een verkenningstocht betrof, dus geen strijd tegen een vijand. De edellieden keken allesbehalve tevreden toen ze dit hoorden. Was hier zo'n haast bij? en ze wreven zich nog de ogen uit van de slaap, die ze tekort gekomen waren. Graaf Diederik deed alsof hij niets zag en beval hen te volgen. Zelf reed hij vooraan. De landarbeiders, die voor dag en dauw al op het land aan het werk waren, groetten de jonge graaf eerbiedig en keken de kleine stoet nieuwsgierig na. 't Zal ongeveer elf uur geweest zijn toen de jonge graaf stil hield bij een groot gebouw, waar bovenop het ver gulde kruis glansde. Hier moest hij dus zijn. Met een veerkrachtige zwaai sprong hij van zijnpaard, gooide de leidsels naar zijn schildknaap, die nu ook was afgestapt, en wandelde door een grote poort, over het binnenplein naar de hoofddeur. Maar wie schetst zijn verbazing toen hij boven de deur las: „Hier leeft men zonder zorgen". „Maar dat is ongehhoord", mohnpelde de Graaf. „Ik moet steeds bedenken hoe ik mijn land besturen zal. Ik zit ge woon vol zorgen over mijn huis, mijn paarden, mijn vee enz. Kom ik bel aan en wie ge ook zijt, ik zal u wel zorgen schenken". Met een luide klap liet de graaf de klopper op de deur vallen. Door de grote stilte die hier heerste, hoorde hij duidelijk de sloffende voetstappen van iemand, die de deur kwam openen. „O hemel, ben ik hier bij monniken", riep Diederik uit, toen er een oude pa ter aan de deur verscheen. „Kom binnen heer Graaf en wil wat rusten. Een pot bier zal u goed doen, met die warmte", nodigde de portier vriendelijk. „Dank u, ik wil alleen de overste van dit klooster spreken", zei de graaf. Hij werd in een spreekkamer gelaten en na een korte poos kwam de overste van het klooster binnen, be nieuwd wat de graaf van hem zou wil len hebben. Na een eerste begroeting begon de graaf. „Vertel me eens pater, hoe speelt u het klaar om zonder zórg te leven. U moet toch voor zoveel mensen zorgen en nu durft u toch boven de deur te schrijven: „Hier left men zonder zor gen". Dat zou ik graag eens willen we ten". „Och", sprak de Prior schouderopha lend. „Dat is heel eenvoudig Heer Graaf. Voor het dagelijks brood zal O.L. Heer wel zorgen en zie dit achten we f;enoeg. We laten alles aan Zijn godde- ijke leiding over". „Ja, dat was wel iets", vond Diederik. „Maar toch zal ik u zorgen geven: U moet me antwoord geven op drie vra gen en vandaag over acht dagen wil ik die weten". „Mag ik ook weten welke die vfagen zijn". „Ik zal ze u zeggen: Ten eerste moet u me zeggen hoe j diep de zee is. Ten tweede: hoeveel ik waard ben, en i ten derde: Wat denk ik, als ik met u zal spreken". De Graaf boog en nam afscheid. Hij voegde zich bij de ongeduldig geworden ridders en reed naar het kasteel terug zonder onderweg over zijn bezoek ge sproken te hebben. De Prior van het klooster zat in ge peins verzonken, toen er op de deur ge klopt werd en er de broeder-kok in de deur opening verscheen. Prior, wat zullen we zandaag eten?" „Broeder, praat me alstublieft niet over eten. Ik heb wel wat anders aan mijn hoofd. Daar brengt de graaf me aardig in het nauw. „Mag ik ook weten, welke uw zorgen zijn Prior??", vroeg de kok. Wordt vervolgd. Correspondentie Luza v. d. Boogaard, Langeraar. Na tuurlijk vinden we het goed dat je met ons meedoet. Schrijf ons maar dikwijls Luza. ANNEXE'S VERJAARDAG Anneke zou morgen jarig zijn. Ze ging de avond te voren maar vroeg naar bed en toen ze 's morgens op stond ging ze eerst naar de «Mis van ze ven uur. Wat duurde die H. Mis lang. Toen die uit was, rende ze naar huis. Moeder nam haar mee naar de voor kamer en wat zag ze naast haar bordje staan?? Een grote doos. Vlug maakte ze de doos open en daar lag een prachtige pop. Ze vloog moeder om de hals, zó blij was ze. Van vader kreeg ze een kleurboek en van Jan kleurpotlo den. 's Middags mochten de vriendin netjes komen. Ze mochten tot negen uur blijven. Toen ze 's avonds naar bed ging zei ze tegen moeder: „Ik heb zo'n blijde dag gehad, dat ik hem niet ver geet". Jeanne, Noordwijkerhout, stuurde ons een koddig verhaaltje, 't Is natuurlijk niet echt gebeurd, maar we kunnen er allemaal eens om lachen. DE PREDIKANT Pastoor Waaier was een beetje ziek, toen hij uit bed stapte. Hij voelde het meteen, maar hij moest toch de Mis le zen, zieken bezoeken enz. dus voor uit maar. Maar de volgende dag! Och, och, dat was toch erg. Hij was misselijk, duize lig, alles deed hem pijn, nee, dat ging niet. En dat het nu net zondag was. En dan geen kapelaan en nergens een pa ter te krijgen. Hij ging de koster maar opbellen 3.7.2, „Hallo ja koster, met de baas. Kom eens gauw. Je moet me hel pen. Ik ben ziek". En zo stond de koster even later aan het bed. „Ja Pastoor?" „Koster je moet maar even op de preekstoel wat afroepen want ik zie geen kans om de H. Mis te lezen". „Ja Pastoor", zei de koster. ,Dan zeg je maar dat ik ziek ben en Dan is het morgen feest van Petrus en Paulus, dinsdag uitvaart van Barend Willems, woensdagavond repetitie van het zangkoor, donderdag gewoon, vrij dag eerste vrijdag en zaterdag eerste zaterdag. Dan is er zondag een kollectb voor de Missie, voorgeschreven door de Paus. Nou dat is het. O ja, dan moet je ook nog zeggen dat er een tasje gevon den is. De eigenaar kan het halen in de sacristie. Kim je het allemaal onthou den?" „Ja ja zeker Pastoor, wat denkt u wel?" „Nou vlug dan maar, want ik wil nu wat rusten". En zo klom de koster parmantig de preekstoel op. De mensen keken heel vreemd op. Dat snap je. „Ahum!" zei de koster. „De pastoor is ziek, maar dat geeft niet, nou kunnen jullie nog een half uurtje slapen. Mor gen trouwen Petrus en Paulus, dins dag vaart de Willem Barends uit. Woensdag en donderdag gewoon, vrij dag le vrijdag omdat het zaterdag eer ste zaterdag is, zondag komt de Paus collecterenen z'n tasje hangt al in de sacristie. Amen". Trees Verltley, Hazerswoude vertelt EEN SURPRISE De school was uit. Het was een ge zellige middag geweest. Jan en Huub kwamen uit school en Jan had een prachtig plan. Morgen was Mieke ja rig en dan wilde hij een cadeautje ma ken met Huub samen. Samen hadden ze nog wat geld om iets te kopen. Jan ging naar boven om te kijken of er een muis in de val zat. Ja hoor, daar zat er een en hij was dood. Huub haalde hem er uit. Nu bedacht Huub nog een mooier plan dan Jan. Ze zouden die gulzige Mieke eens te pakken nemen en nu hoefden ze niets te kopen. Daar stond een lege chocoladedoos. Huub deed er eerst wat zaagsel in en daarop de muis. Nu netjes ingepakt en klaar was Kees. Ze zetten de doos zo lang op de zolder. De volgende dag gingen ze met z'n allen vroeg naar de kerk en daarna kreeg Mieke de cadeautjes. Huub ging gauw het pakje halen. Mieke bekeek het pakje. Daar stond op geschreven: Aan mejuffrouw Mieke". Ze maakte het vlug open. Wat zat daar een papier om. Ten laatste ging het laatste papier er ook af. Het wat een doos chocolade. Ze zou gelijk een snoepje nemen. Daar had ze het beet. Maar ze greep in de muis. Nou Mieke vond de jongens niks aardig. We kregen nog goede oplossingen van: Kees Reeuwijk, Lisse; Annie en Laza v. d. Boog, Langeraar; Nel Roes- sen, Zoeterwoude; Tineke Kraan, Kou dekerk; Flora v. d. Wereld, Hoogmade; Willem ValentUn, Ter Aar; Theo v. d. Meer, Oegstgcest; Corrie v. Leijden, Alphen; Annemieke v. d. Lans, Sassen- heim; Nelleke Pont, Leiden; Truus v. d. Salm, Hoogmade; M. v. Bemmelcn, Cobie v. d. Akker, Zoeterwoude, Nelle Klein, R'veen; Joke en Maria Sikking, Warmond; Franca v. d. Weüden N.w.hout; Trees Koolloos, Nieuwe We tering; Ludo Hermeien, Leiden; Duiltje ConUn, N.w.hout; Theo Peschier, Noord wijk; Kees Haagen, Zoeterwoude; Hans Ammerlaan, Hazerswoude. DE LENTE O, wat is de lente mooi De bladeren komen aan de bomen. Zal de Lentekoningin Nu dan ook gauw komen? Hoort, de vogeltjes, die fluiten. Ze komen ook de lente in Er komen nog veel meer beestjes. Zoals de muis, de vlieg en de spin. Kijk ook de groene bolletjes, De tulpen komen uit. Ze horen de muziek. En komen luisteren naar ons gefluit Tineke van Rhijn, Noordwijk. KIJK GOED UIT! '8 Ochtends voor de kindertjes naar school te gaan Zegt moeder muis: „Kijk goed uit in de Dropslaan, Straks kom je onder een fiets of zoiets. Dan heb je weer een gebroken been of zere teen" „Ik houd niet van dat onvoorzichtige gedoe „Toe luister nu maar naar je moe". „Ja mama", zeggen ze allebei. We lopen netjes in de rij. „O gelukkig. Nu ben ik tevreden. „Dus jullie worden niet overreden". „Nee mama, nee o nee nu gaan we weg. „Wees nu maar tevree". Maria van Resteren, Voorhout. Wat zullen jullie gesmuld hebben van de taart. Irma Verhagen, Voorhout. Ook jullie vonden de taart natuurlijk fijn. Was dat even boffen: taart en de gebakjes van je moeder. Joke Menken, Hazerswoude. Het was zeker wel feest toen Martientje jarig was? Heb je de bruidsjurk al aange had? Dag Joke, groetjes aan allemaal. Marian Bakker, R'veen. Fijn dat je de Krantentuin zo goed leest. Je ziet dan zeker wel èens verhaaltjes van je vriendinnetjes staan. Sjors van Rhoon, R'veen. Dat werk van jou zag er keurig en verzorgd uit. Zo zie ik het graag. Sjaak de Jong, Zoeterwoude. Doe je 7. Maar Willem Teil had wel de moed om te schieten. Zijn pijl schoot de ap pel precies doormidden. De jongen pakte enthousiast de appel -van de grond en liep naar de volwassenen toe om te laten zien, wat zijn vader gedaan had. De Zwitsers riepen heel luid „hoera", maar de vijanden fluisterden met el kaar en Gessier keek dreigend in het rond. Willem Teil stond er heel rustig bij en tilde zijn jongen van de grond om hem te kussen. „Toen hij hem weer op de grond zette, vroeg Gessier. „Waar om hebt u 2 pijlen te voorschijn ge haald. Teil keek hem eerlijk in de ogen en antwoordde: „De andere pijl was voor u bestemd, als ik met de eerste mijn kind gedood zou hebben. 8. Toen Gessier dit hoorde, was hij buiten zichzelf van woede. „Grijpt die oproerkraaier", schreeuwde hij, „en gooit hem in de boot, die beneden in het meer op me wacht. Hij mag niet gedood worden, want ik heb hem be loofd zijn leven te sparen, maar hij zal in de gevangenis gegooid worden en nooit meer het daglicht of de sterren zien". De jongen schreuwde van ontzetting, toen hij deze woorden hoorde. Maar de soldaten trokken hem bij zijn vader vandaan, grepen Teil, bonden hem vast en droegen hem naar de boot. Tell's vrienden brachten de ongeluk kige jongen naar huis en vertelden daar aan Willems vrouw alles, wat er ge beurd was. Wordt vervolgd. ons schik. Sinds Hemelvaartsdag zitten we nu buitengaats bij Katwijk, waar we evenwel uit de koers zijn geslagen door de alarmerende vergif- tigingsverhalen, welke gelijktijdig met de overleden vissen de Rijn ko men afzakken. We zijn nu iets noor delijker, naar Noordwijk toe, gaan drijven en wachten daar blijmoedig Tweede Pinksterdag af, waarmee we dan wat ons betreft een uitstekend badseizoen van ruim anderhalve week kunnen afsluiten. We zijn ook blij, dat we voorlopig niet meer over mi nisterskabinetten behoeven te schrij ven. In de tijd, dat prof. De Quay thuis in Den Bosch zat bij te komen van de wekenlange beslommeringen heeft prof. Beel de trom geroerd en rond zijn vaandel een college vroede mannen vergaard. Eventjes nog kwa men de zenuwtjes bij onze kranten de kop opsteken: weer kans op bre de basis?, socialisten houden voet bij stuk, bijna gereed, brede basis van de baan, tegenvaller bij laatste lood jes, ja, nee, ja, ja, nee, jaHet laatste ja is feitelijk niet eens gespro ken, want er was ineens een kabinet (het moest er per se een zijn met een dertiende man, die nog op zich liet wachten om het spannend te maken) en prof. De Quay nam z'n oude stiel weer op en werd formateur van iets dat er al was. Enfin, de heren hebben het maar weer fijn voor elkaar. Op Pinkster- drie, als wij de zilte droppels van de Noordzee van ons af hebben geschud en weer en wind gaan trotseren, staat ons nieuwe kabinet bij de koningin op de stoep voor de beëdiging. Dan gaan we weer praten over huurverho ging, compensatie en consumptie- melk. Hè ja, laten we dat gaan doen. Tot dan blijven wij in het water, de eerste wolkjes komen al opzetten. We hebben gezelschap gekregen van Koos, die kennis heeft gemaakt met een alleraardigste zeemeermin. „Nu kan ik tenminste een-en-twintigen, tot de schemer valt", horen wij heni roepen vanuit de branding. EEK. Esso Gas flessen bevatten gegarandeerd 13 kg veilig butaangas. Heus... met Esso bent U beter uit. Vakkundig* voorlichting en volledig* servlca door ervaren depothouder*,. (Advertentie) Voor inlichtingen en gratis advies kunt U zich wenden tot de depot houder ter plaatse of tot het Hoofddepot: IEMCO N.V. AFD. ESSO BUTAAN EN PROPAAN-TECHNIEK NIEUWE RIJN 32 TELEF. 24244* LEIDEN (Advertentie) Tengevolge van het omslaan van een boot op een rivier in Zuid- Chili zijn vrijdag vijftien mensen om het leven gekomen. In het westelijke deel van de staat New York is vrijdag sneeuw gevallen, na een periode, waarin het buitengewoon warm was voor de tijd van het jaar. Dag kinclers, de volgende week weer verder en maar niet ongeduldig worden. Daaaaag. TANTE JO EN OOM TOON EEN ARMBAND MAKEN Deze armband wordt van kleine houten pinnetjes gemaakt, die men in de muur slaat als er een schoef ingeschroeft moet worden, je hebt ze tegenwoordig ook van plastic in allerlei kleuren. Bo vendien heb je nog 2 meter hoeden- eiastiek nodig (plm. 4 cent de meter). Rijg nu het eerste stukje van het elas tiek en laat het naar het midden zak ken dan neem je het tweede stukje en trek je door de 2 kanten van het elas tiek door, die éne kant van boven en de andere kant van onder, zo doe je bij ieder volgend stukje tot de armband lang genoeg is, dat zal ongeveer na 23 k 30 stukjes het geval zijn. Dan trek je het elastiek door het eerste stukje en t uiteinde en in het eerste leg je een knoop aan het uiteinde en erstop dan de eindj* DE SAGO PALM De sagopalm, die op de Oost-Indi sche eilanden groeit kan 10 k 15 me ter hoog worden. Ze bloeit maar ééns ln haar leven en wel als ze twintig jaar oud is en kort daarna sterft de plant. Voordat de boom begint te bloeien is de stam met een zeer hoog gehalte merg gevuld, dat de bloeiende boom voedsel moet geven. Maar vlak voor de bloei wordt de boom geveld, omdat dan het merg het beste is. De stam wordt in stukken gezaagd en gespleten en het merg wordt eruit gehaald en zo tot sago verwerkt. EEN INDIANENTRUC Het is heel gewoon, dat er in de ri vieren ln Amerika boomstammen drU- ven en nu is er een Indianenstam, die vast. De riem ligt om de hals. Ze kun nen nu zelf onder de boomstam onder water blijven, want ze halen adem door een rietje of buis. Dit is 'n gemakke lijke methode om langs een vijandelijk kamp te komen o! argeloze vissersboten te besluipen, of eigenlijk te bezwem- men. WITTE KRUIS HELPT ECHT! Wéér die pijn?... dat, maar ook die andere plagende pij nen vaagt u snel. weg met WITTE KRUIS. (Advertentie). 40 CIt rniiiWimmmtitldlO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 9