Expeditieleden voelen verwastsctep met Mozes Nieuw Guinea, Land van verrassingen Ok Sibil, het beloofde land, bereikt Expeditie Sterrengebergte If nare dagen Zo hebben we dan op zaterdag 11 april opnieuw geprobeerd het basis kamp Ok-Sibil te bereiken. De vo rige keer was de weg versperd door een aardverschuiving, maar deze maal hadden we allen goede moed dat het wel zou lukken. Het was 's ochtends het gewone re cept: om vijf uur opstaan en zo snel mogelijk naar het vliegveld. Het weer was, zo te zien, uitstekend en ook het weerbericht uit de Ok-Sibil was prima. Vlug moesten er nog een paar formaliteiten vervuld worden, we werden gewogen en daarna konden we met z'n zevenen instappen. Ons gezelsehap had op het vliegveld een kleine uitbreiding ondergaan in de vorm van de heer Terlaag, die het Iïieuwguineesch filmjournaal verzorgt en die het vertrek en straks de aan komst wilde filmen. We vlogen met een Twin-pioneer. Dit is een vrij klein toestej. met een ruimte voor zes a zeven personen plus bagage. Het is een, voor dit land, ideaal toestel, daar het na maximaal vierhonderd meter rijden al los van de grond is. De motoren sloegen aan, even proefdraaien en daar vlogen we richting Ok-Sibil. Zodra men van het vliegveld Hol- landia opstijgt, bevindt men zich bo ven het Sentani-meer, waaraan het vliegveld practisch grenst. Dit Sentani-meer is een uiterst merkwaardig meer; er komen o.a. zaagvi-ssen in voor. Men neemt fian, dat dit meer vroeger in directe ver binding heeft gestaan met de zee. Deze verbinding is later verloren ge gaan, zodat het meer afgesloten raakte van de zee. Er waren tijdens deze afsluiting nog zaagvissen aan wezig, die zich daar, ondanks het feit dat het meer geheel zoet gewor den is, hebben kunnen handhaven. Van het Sentani-meer vlogen we, steeds meer' klimmend, richting Centrale Bergland, waarvan we heel weinig konden zien, daar de be wolking steeds toenam. In het begin nam niemand deze bewolking ern stig; we waren immers al zo'n eind De „Landrover" van het plaatselijk bestuur „neemt" een kali. Het strand van <ta Hum bold-baai bij Hoiiandia. op streek, dat we nu wel zouden doorvliegen naar de Ok-Sibil. Héél even, tussen twee wolkendekken door, zagen we de met eeuwige sneeuw bedekte Julianatop, en toen was het afgelopen. We waren volkomen in de wolken (letterlijk). Plotseling voelden wij het vlieg tuig een scherpe bocht nemen, nog een, en we lagen, zoals de vlieger ons met zijn hoofd door de deuropening hangend, vertelde, weer op de oude koers terug naar Hollandia! Go down, Mozes! Het bleek, dat het kamp niet te bereiken was, en dat er voortgemaakt moest worden, daar anders ook Hol landia met laaghangende wolken zou zitten. Later kwamen we tot de ont dekking, dat we nog maar tien mi nuten vliegen van het kamp verwij- werd waren geweest! Op dat mo ment voelde ik een zekere verwant schap met Mozes, die ook heel dicht langs het beloofde land mocht trek ken, maar er niet kon binnentreden. Om kwart over negen landden we op het vliegveld van Hollandia, en een half uur later waren we weer te rug in het hotel. De eerstvolgende keer, dat we weer een poging zouden ondernemen om in het basiskamp te komen, zou de dinsdag d.a.v. zijn. Zondags wordt er n.l. niet gevlogen en op maandag moet de Twin naar de Baliem-vallei om voedsel te brengen. Voorlopig dus twee dagen uitstel. Zondagmorgen ben ik, wegge bracht met de auto van de heer Hanssen, de motelhouder, naar de kerk geweest in Hollandia-Binnen. Deze kerk is toegewijd aan de H. Fa milie en wordt beheerd door de pa ters Franciscanen. Het gebouw zelf is een zeer een voudig soort barak vervaardigd van de hier in Nieuw-Guinea onont beerlijke golfijzeren platen. Er zijn ongeveer honderdvijftig plaatsen. Heel eigenaardig is het, dat er een preek in het Nederlands wordt ge houden, terwijl het aantal kerkgan gers voor 98 pet. uit Papoea's be staat! Geen verloren tijd. De rest van de dag en ook de maandag hebben we gebruikt om in e onkgering insecten en pkwrten te verwmelen, zodat de tyd niet als verloren beschouwd behoeft te wor den. Dinsdagmorgen 14 april: de histo rie herhaalt zich; wéér om vijf uur op en om half zeven op het vlieg veld. Allen hadden min of meer het gevoel van: „het móet lukken deze keer!" En zelf klampte ik me vast aan de bekende uitspraak: „driemaal is scheepsrecht". De weersomstan digheden waren volgens ons, weer eens bijzonder slecht; het regende pijpestelen, maar vreemd genoeg was het geen bezwaar om op te stij gen: het waren slechts laaghangende wolken en daar had je in de bergen geen last van. Weer waren we met z'n zevenen. De heer Terlaag van de T.V. had verstek laten gaan en in zijn plaats ging nu dr. Romijn, één van de twee artsen van de expeditie mee Eerste week. Op 10 april is de Sterrenge bergte-expeditie, op Nederlands Nieuw-Guinea gestart. De deel nemers zijn in het basiskamp aangekomen. De eerste week werd benut met acclimatiseren en met het „inlopen" van de ex peditieleden. Thans zijn enkele exploratiegroepen uit het basis bivak vertrokken en hebben hun tenten opgeslagen. Het basisbivak. Het basisbivaK bestaat een een groot aantal gebouwen, die in de voorafgaande maanden opge trokken werden. Het ruime hoofdgebouw, geheel met alu minium golfplaten gebouwd, be staat uit vertrekken voor de al gemeen en wetenschappelijk lei der, de technische leider, een magazijn voor de expeditie-uit rusting, een ziekenboeg en een radiostation voor de in het veld werkende exploratie-groe pen. Verder staan er drie lange gebouwen voor de onderzoekers, voor de vliegers van de helicop ters en voor de mariniers, die voor de dekking van de explora tie-groepen zullen zorgen. Achter het onderzoekbivak staat een kleine veldoven, waarin dage lijks brood gebakken wordt en een magazijn voor levensmidde len. Naast het onderzoekersbivak staat het bestuursgebouw, waarin de administratieve ambtenaren waarin tevens de radiozendinstal- Sneep en Herberts huizen en waarin tevens de radio-zendinstal laties voor de vliegtuigen en voor de verbinding met Hollan dia en Merauke staan opgesteld. Achter het bestuursbivak staat het politiebivak, waarin, onder leiding van de detachements commandant Kroon, een 20-tal papoea-agenten verblijven. De eerste week. De dag van aankomst van de deelnemers werd besteed met het uitreiken en passen van de ex- peditiekleding. Daar het in het tropische hooggebergte geducht koud kan zijn, hoorde bij deze uitrusting ook een dikke, wol len trui. Verder kregen de deel nemers ook bespijkerde hoge schoenen (kistjes) die bij het be klimmen van berghellingen hun diensten zullen moeten bewij zen. De volgende dagen werden be steed aan het acclimatiseren (de Sibil-vallei ligt op een hoogte van 1260 m. boven zee) en het losmaken van stijve ledematen. In verband met het laatste wer den een groot aantal tochten in de omgéving van het basisbivak gemaakt. Op 22 april vertrokken ir. Reyn- ders, dr. Verstappen en dr. Ver voort over het Oriongebergte naw de vallei van de Ok Tjob of Boven Dfgoel. (Zie kaartje). (Advertentie) Om kwart over zeven werd er, tus sen twee plensbuien door, gestart. En zie, wat niemand verwacht had, ge beurde: hoe hoger we kwamen, des te beter werd het weer, en toen we opnieuw boven het Centrale Bergland vlogen, was het bijna onbewolkt. Vanuit de Twin hadden we een prachtig uitzicht over het land schap. Dit landschap, dat beneden ons wegschoof, was van een beangsti gende schoonheid. Hoge bergen met diepe, steile da len; kloven en woest stromende, zich sterk kronkelende rivieren, en eerlijk gezegd, de moed zonk mij wel wat in de schoenen, toen ik vanuit mijn gerieflijke stoel in de Twin naar bui ten keek. Dit zou dus het land zijn, waarin ik de komende zes maanden zou wonen, werken en, niet te ver geten, lopen. Ja, vooral lopen, want de helicop ters die er'zijn moeten in da eerste plaats gebruikt worden om het ma teriaal van de onderzoekers in het terrein op te voeren. Ook moeten we niet vergeten, dat de Helicopters een open plek nodig hebben van dertig vierkante meter om te kunnen lan den; een z.g. clearing. Het weer bleef helder. Nog stegen we. We waren langzamerhand in de omgeving van het kamp gekomen en gespannen tuurden we naar buiten; fototoestellen in de aanslag, om, zo dra het kamp in zicht kwam, de eer ste foto's te kunnen maken. TIP van BOOTZ, gij Koning der dranken. Wat heeft men aan U veel te danken; Want gij haalt muziek, Uit het saaiste publiek. En ontlokt het de vrolijkste klanken! Inz. Hr. G. H., Gronin- gery ontv. 1 f. TIP -f 1 Lft. Bootz' Oude Ge- Nwe. Limericks inz. aan H. Bootz A'dam. 'n TIP VAN BOOTZ (Advertentie) Moeder en dochters in het veld op zoek naar wat eetbare wortels, lar ven of insecten voor het middag maal. In het net zoals de vrouw dat aan haar hoofd heeft hangen dragen de Papoea's de zwaarste vrachten. Het beloofde land. Een snelle zwenking van het vlieg tuig, en daar lag, gekoesterd door het hier schaars schijnende zonnetje, het kamp Ok-Sibil met het vliegveld. Mijn eerste indruk was: dat vlieg veld is veel te klein, daar kunnen we nooit op landen! Het vliegveld ligt namelijk aan alle kanten ingesloten door vrij hoge bergen. Het ligt als het ware in het dal van de Sibil-ri- vier, die hevig slingerend, bijna even wijdig loopt met het vliegveld. Het „fasten your.seatbelts" flitste aan en de Twin begon cirkels te maken om hoogte te verliezen en daarna te kunnen landen. Een zwaar ge bonk, even een terugveren en we stonden aan de grond. Ik keek en zag de lachende gezichten van mijn medereizigers. De riemen los en naar buiten. Dr. Brongersma, de algemeen lei der, was de eerste, die ons welkom heette. De overste Venema was niet aanwezig, daar hij de aanvoer van de bagage moest regelen in Tnah-Merah. Alle bewoners van het basiskamp die reeds eerder waren aangekomen, stonden op het kleine vliegveld ver zameld. De eerste minuten gingen voorbij met voorstellen, handjes drukken en een geroezemoes van stemmen. In de toekomst hoop ik de andere deelnemers eens een keer aan u voor te stellen, u op de hoogte te brengen met hun werkzaamheden en u te ver tellen met welk doel zij aan deze expeditie deelnemen. Ook de eigenlijke Sibil-bewoners waren bij dit welkom aanwezig: klei- John J. Staats, de schrijver van dit artikel, met een van de bewoners van de Sibil-vallei. vervelendheid Niet van alles proberen. Direct "Akkertjes" nemen. Het fijne micropoeder in een "Akkertje" I maakt nare dagen tot gewone dagen, zonder pijn of loomheid. (Advertentie). ne, donkere mensen, ongeveer ander halve meter lang, goedlachs en di rect behulpzaam bij het wegbrengen van onze bagage. Deze mensen ma ken een zelfverzekerde indruk. Som migen hadden varkenstanden door hun neus; anderen droegen een rol letje door hun oor. Allen waren gekleed in de dracht van het bergland: de peniskoker. Onze beide bestuursambtenaren, de heren Sneep en Herberts, gaan reuze prettig met deze mensen om en spreken hun taal. De meeste be woners uit de omgeving van het vliegveld komen dan ook de hele dag in het kamp werken. Dit werken be staat vooral uit het ha'.en van kiezel stenen uit de Sibil-rivier en het daarmee aanleggen van paden in het basiskamp. Vrouwen zijn duur. De beloning voor de mannen be staat uit twee doosjes lucifers, en voor de jongens uit één doosje. En wanneer ze zevenentwintig da gen gewerkt hebberf, krijgen ze nog een bijl toe. Nu moet u' over deze beloning niet licht denken: de luciferj worden door het hele land verhandeld en een bijl is al een belangrijk gedeelte van de som, die men nodig heeft om. een vrouw te kunnen kopen. Vrou wen heb ik bij deze ontmoeting niet gezien. Zij worden in het algemeen wat achteraf gehouden en blijven meesttal in de kampong (dorp). Onze bagage was inmiddels «door vele paren bereidwillige handen naar ons bivak gebracht. Dit bivak is sa mengesteld uit boomstammen, zeil doek en een dak van aluminium pla ten. Alles bij elkaar een zeer comfor tabel onderkomen. Het aanleggen van het vliegveld is een enorm stuk werk geweest. Van een moerasachtig, hobbelig, met riet begroeid land een vliegveld met een grasmat van zeshonderd meter lengte maken, is een niet te onder schatten prestatie. Dit vliegveld is aangelegd door de heren Hermans en Drog, de toenmalige bestuursambte naren. Het basiskamp zelf bestaat uit verschillende gebouwen, zoals hot hoofdgebouw,dat geheel uit alumi nium platen is- opgetrokken, de be stuurspost en de diverse verblijf plaatsen van de deelnemers. De aankomstdag ging voorbij met bagage uitpakken, uitrusting in ont vangst nemen en nadere Kennisma king met de andere deelnemers. De volgende dag, woensdag, was er een eerste trip geplan naar een nabijgelegen kampong. Dit zou dan mijn eerste directe kennismaking met de jungle zijn. Ik koop hieroren, en over *og heel veel andere dingen, ieri te vertellen in een volgend artikel. In ieder geval zijn de Nederland se deelnemers, zij het met enige vc traging, heelhuids in de Ok-Sibil het Centrale Bergland van Nederlan Nieuw-Guinea aangekomen. Ok-S)W*-v*Hri, n april 1P59. JOHN J. STAATS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 5