Melk
Het verdwenen
Horloge
„Gelukgewenst, jonge mensenredder",
zegt Jan Pesman
3
WITTE tt-
KRUIS
HELPT
ECHT!
ZATERDAG 21 MAART 1959
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Vervolgverhaal voor de groten)
„Leg maar neer, ik zal dat ding wel
meenemen", zei Pim achteloos.
„Jó, je weet niet wat je zegt. 't Is
een kostbaar horloge. Wees er toch
vooral voorzichtig mee. Kom ik ga vlug
naar Mania V.ijken".
Pim bleet rcfe wat in bed nasoezen.
„Jó, nou heb je de kans. Breng het
horloge naar dat mannetje. Daar geelt
hij vaat het geld wel op", fluisterde een
duiveltje in zijn oren. „Je spaart heel
goed, lookt niet en dan heb je hel over
4 of 5 maanden bij elkaar".
„Maar^dat mag toch niet. Mams hor-
zei hU
mand in de kamer was.
loge",
hardop, ofschoon er nie-
Nu begon er een strijd met het kwel-
duiveltje: wel doen, niet doen". Het
duiveltje won. Pim pakte het horloge in
doosje netjes in, mikte het tussen zijn
schoolspullen en na schooltijd zou hij
met Kees samen naar dat mannetje
gaan.
„Zal je er voorzichtig mee zijn",
kwam Emmy hem nog nagelopen toen
hij zijn fiets door de tuin reed.
„Kind, maak je toch geen zorgen. Ik
ben geen baby meer".
Die morgen kon Pim zijn gedachten
nauwelijks bij de lessen houden. Steeds
zweefde het horloge hem voor de ogen
en hij was blij dat het eindelijk tijd
was en ze naar huis konden gaan.
„Joh wat heb jij de hele morgen met
een gezicht als een oorwurm zitten kij
ken", kwam Kees naar hem toegelopen.
„Bemoei jij je maar met je eigen za
ken", zei Pim knibbig.
„Nou goed dan, ik ben al weg", en
Kees draaide zich om.
Maar zó had Pim het nou ook niet
bedoeld en hij riep: „Kees ik wou" je
wat vragen".
Eerst wou Kees net doen* alsof hij
niets hoorde en maar doorlopen, maar
dan bedacht hij zicji, 't was toch im
mers zijn beste vriend, en hij wachtte.
„Zeg op, wat heb je!"
„Eerst de fiets halen en dan vertel ik
het onderweg wel. Pim was ook bang,
dat er een andere jongen bij zou ko
men lopen en dat mocht in geen geval.
Toen ze eenmaal op de weg naast el
kaar reden, deed Pim zijn verhaal en
toen kwam tenslotte het hoge woord er
uit: „Weet jij waar die geldschieter
woont?"
„Wou je nu meteen dat ding al weg
brengen?"
„Ja graag. Dat horloge brandt me in
mijn tas enmorgen denk ik er mis
schien heel anders over".
„Joh doe niet zo flauw. Je zorgt dat
je over een paar maanden het geld bij
elkaar hebt. je gaat in de vakantie des
noods ergens werken, dan verdien je
ook nog wat".
„Dat is een idee. Ik doe 't".
Eindelijk kwamen ze in het straatje.
Het was een armoedige buurt, met
kleine lage huisjes aan de ene kant en
aan de andere kant een grauwe muur
langs de achterkanten van tuinen,
„Nou, daar op die hoek is 't. Wil ik op
je wachten?"
„Nee, ga maar, ik doe 't wel alleen.
Bedankt".
Met een handige zwaai draaide Kees
zijn fiets in het smalle straatje en ging
naar huis. Nog even keek hij om naar
Pim, die nu ook afgestapt was.
't Leek helemaal geen winkel. Dichte
gordijnen voor de ramen en verder geen
teken van leven. Pim zette zijn fiets
langs de muur, sloot hem af, nam zijn
tas en liep langzaam, heel langzaam
het straatje uit.
„Zou ik 't wel doen?" bonsde het van
binnen en het rikketikte: „wel doen,
niet doen, wel doen enz.".
Weer liep hij terug, langs het win
keltje, maar liep er weer voorbij. Daar
kwam een man voorbij: „zoek je
iemand?" vroeg hij.
„Ja, of nee of eigenlijk" hakkelde
Pim.
't Leek of die man medelijden met
hem had.
„Kan ik je soms helpen?" vroeg hij
en Pim blij dat hij zijn hart kon uit
storten vertelde wat hij van plan was.
„Hoeveel geld heb je nodig?"
Pim noemde het bedrag.
„Laat mij dat horloge eens zien?"
Pim haalde het uit het doosje en liet
het de vreemdeling zien.
De ogen van de man schitterden be
gerig. Zo iels moois had hij niet dik
wijls gezien.
„Goed hier heb je het geld" en hij
telde het -geld aan Pim voor. Deze nam
het aan. blij dat hij nu niets te maken
had met dat rare winkeltje, maar toch
bedacht hij zich:
„Hoe is uw naam en hoe en wanneer
kan ik dat geld terugbrengen?"
„Mijn naam is Hendriksen en ik ben
een broer van die winkelier daar op de
hoek. Vandaag over 4 maanden breng
je met het geld terug, met wat rente
natuurlijk, kom dan om deze tijd, dan
zal ik zorgen hier ook te zijn".
Pim die allang blij was, het geld te
hebben, vroeg verder niets, groette en
reed vlug naar huis, bang dat ze thuis
zouden vragen, waarom hij zo laat was
Maar thuis vroeg niemand hem
waarom hij zo laat was. Thuis was alles
in rep en roer. Pim dacht al wel zo iets
omdat de doktersauto voor de deur stond
Moeder had een hevige benauwdheid
gehad en iedereen was bang, dat ze er
nooit meer van zou beter worden. Met
het horloge in de hand stond de dokter
naast het bed, de polsslag te beluiste
ren. Zijn gezicht stond heel ernstig.
Vader en Emmy keken met spanning
beurtelings naar de zieke en naar de
dokter.
.,Ja 't gaat nu wel weer", zei de dok
ter eindelijk en hij schreef daarna een
paar recepten.
„Hier Emmy, breng of laat het bren
gen, breng die recepten naar de apo
theek en dan moet er op gewacht wor
den. Verder mijnheer Vermeer, moet er
vannacht bij uw vrouw gewaakt wor
den, als die benauwdheid zich herhaalt,
dan sta ik nergens voor in". De dokter
gaf nog enige aanwijzingen en ging toen
heen, na eerst de tweeling wat getroost
te hebben, die onder aan de trap saam
pjes zaten te huilen.
Juist kwam Pim thuis.
„Pim pak je fiets maar weer en ren
naar de apotheek. Moeder is ernstig
ziek".
Er volgde nu droeve dagen voor het
gezin Vermeer. In de donkere kamer
voerde de zieke een strijd op leven en
dood. Maar gelukkig kwam er, na een
paar dagen, een gunstige verandering en
de zieke begon weer langzaam op te
knappen, tot grote blijdschap van vader
en de kinderen.
Wordt vervolgd
Correspondentie
Martie Menken, Lelden. Dat opstelle
tje van jou is echt ook wel een lesje
voor andere kinderen.
ONVOORZICHTIGE WILLY
ringen. Hij vond er al gauw drie en
deed ze alle drie om zijn ringvinger,
maar de ringen waren wat te klein, zo
dat ze al gauw knel zaten.
Moeder waarschuwde dat het bedtijd
was.
„Die ringen moet je niet om je vin
ger laten zitten Willy, dat is veel te
gevaarlijk", zei moeder nog.
Willy was eigenwijs en deed niet wat
moeder zei.
De volgende morgen na de Hoogmis
begon het feest. Willy wist geen raad.
Zijn vinger begon te zwellen, Vader en
Moeder probeerden de ringen van jsijn
vinger te krijgen, maar het ging niet.
Tenslotte zei vader bevelend:
„En nu ga je naar oom Theo een vijl
halen".
Daar ging hij. Jammer was oom Theo
lang proberen tot de ringen er af zijn"
en vader begon.
Willy begon gelijk te gillen en te
schreeuwen, maar vader zei: „Dat is je
eigen schuld".
Eindelijk na een kwartier waren de
ringen van de vinger af. Het had veel
pijn gedaan. Daarna moest Willy belo
ven nooit meer een ring om zijn vinge:
te doen.
Toosjc Vlasveld, Zoeterwoude, Alle
kinderen vinden het fijn als hun ver
haaltje in de krant staat. Daarom heb
je natuurlijk weer een opstelletje ge
maakt.
EEN ONGELUK
Jan en Paul waren aan het voetballen.
Opeens schiet de bal in de ruit van de
buren. De jongens schrikken erg. Ang
stig kijken ze naar het huis, maar er
komt niemand aan de deur, want er is
niemand thuis. Jan en Paul vinden dat
fijn. anders hadden ze misschien een
pak voor de broek gehad.
Toen Jan en Paul thuis kwamen zag
moeder al dadelijk dat er iets gebeurd
was, want Paul zag erg bleek.
„Wat is er gebeurd?" vroeg moeder.
„We hebben een bal bij Verhaar in
de ruit geschopt".
„Ik zal wel even een briefje schrijven
en dan doen jullie hem in de brieven
bus".
Zo gezegd, zo gedaan.
Een poosje later zat er bij Paul thuis
in de brievenbus een brief waarin die
mevrouw schreef, dat het niet zo erg
was.
Wat waren Paul en Jan blij.
Er waren nog goede oplossingen van:
Toos en Joke van Dam, Voorhout; A.
Pont, Leiden; Kees v. d. Berg, Voor
hout; Theo Zonneveld, Marja v. d. Burg,
Voorschoten; Adrie v. Wieringen, Dlny
Floor, Voorhout; Joke de Does, Volen-
dam; Dirk Clemens, Lisse; Margo
Mooyekind, Lisse; Agnes Vreeburg,
Atie Lansdaal, Leiden; Riet Borst, Cor-
en Kees Straathof, Zoeterwoude;
Annie en Liza v. d. Boogaard. Els
Schriel-, Langeraar; Gerry en Dora
Duynhoven, Sjaak v. d. Geest, War
mond; GUs van Diemen, Nieuw Vennep;
Riklc en Freddy van Hameren, Lange
raar; Elly v. Nlekerk, Bodegraven; An-
en Nellie Koeleinan, Joke Vroonhof
Voorhout; Marry Valentyn, Langeraar.
MARIJKES VERJAARDAG
Marijke was 's morgens vroeg wak
ker. Ze was jarig en ze wou toch zo
graag een hondje hebben, zo'n kleintje
met zwarte krulletjes en kleine oortjes.
Vader had altijd gezegd, we zullen nog
wel' eens zien.
Marijke was een enig kind en
dikwijls alleen.
Marijke was al klaar toen moeder
riep: „Marijke kom!"
,Ja moeder, ik kom".
.,Kom ga eerst maar eens mee naar
binnen.
Daar stond een doos op een stoel met
een cadeautje. Ze pakte een schaar,
knipte de touwtjes los, haalde het pa
pier er af en toen de deksel er af was,
zag ze een mooie matrozenjurk er in,
waar ze zo dol op was. Ze mocht de
jurk dadelijk aan.
„En nu staat er in de schuur nog een
verrassing" zei vader. Marijke holde
weg en zag daarja heel eerlijk, een
heel snoezig hondje met krulletjes. Ze
nam het diertje in haar armen en kreeg
er niet genoeg van, het te knuffelen.
„Moeder mag ik hem even aan Els
laten zien?"
Moeder vond het goed.
„Hallo Els, ik ben jarig en ik heb een
hondje gehad".
„Gefeliciteerd met je verjaardag en
hier is wat voor Je verjaardag".
Ze opende het pakje en er zat een
halsbandje in voor het hondje dat ze
Theo Peschier Noordwijk B. Leuk
Theo. dat je voortaan met ons mee doet.
Trees Peterse, Leiden. Je tekening is
heel aardig, vooral die kleine Frans in
zijn badje vind ik reuze. Dag Trees tot
de volgende keer.
Ineke van Deursen, Voorhout vertelt
ons iets over haar nieuwe Amerikaanse
vriendje en vriendinnetje, luister maar.
DE NIEUWE BEWONERS
Ik wandelde op een middag met mijn
vriendinnetje in het bos toen ze opeens
zei: „Weet je het al, er zijn nieuwe
mensen komen wonen in die witte vil
la? Ga je mee kijken?"
En zo gingen we samen naar de villa.
Daar stond een mijnheer in de open
deur. We wilden hard weg lopen maar
die mijnheer riep iets tegen ons, in het
Engels. Dat konden we niet verstaan,
maar we begrepen er wel uit, dat we
binnen moesten komen.
Gelijk kwamen een meisje en een
jongetje achter hem aan lopen. Ze heet
ten Leslie en Kleng. Al gauw waren we
met hen aan het spelen, dat ging best
ook al konden we ze niet verstaan. Wij
leerden hun de Hollandse woorden en
zij ons de Engelse. Dat ging heel leuk.
Dat duurde een week of vijf en toen
was Leslie jarig. We mochten na school
tijd op het feest komen met nog een
paar meisjes uit de buurt. Dat was pas
een feest. De tafel was mooi gedekt, op
ieder bordje lag een feestmuts en onder
die muts een telefoontje, dat was een
puntenslijper. Toen we klaar waren met
eten, zei mevrouw dat ze nog een ver
rassing had. En zo gingen we met z'n
allen naar de dierentuin. Daar hebben
we gelachen en gezongen dat het een
Kom óók bij de M-Brlgade
en misschien In dexe krant I
Vraag bij je melkhandelaar het gratis Logboek
voor toekomstige M-BrigadiersDaar staat
alles in over mouw-embleem, wimpel, Ge
heime Code, M-Brevet, cadeaus en... je kans
om óók zo op de foto in de krant te komen.
Maar allereerst: FLINK MELK-DRINKEN
Scbaati-Mmpioen Jan Ptsman
11-jarige M-Brigadier Geu S. in Assen heeft kort
na elkaar twee mensen uit het water gered! Eerst
z'n jongste zusje en twee weken later een vriend!
Daarom krijgt hij van de M-Brigade een paar
pracht-schaatsen cadeau. En wie kan hem die beter
overhandigen dan Ere-Brigadier schaats-kampioen
Jan Pesman! Kijk, hier staan ze samen op de foto:
allebei flinke kerels, allebei flinke melkdrinkers!
Deze prachtige cadeaus werden geko
zen door de 50 flinkste M-Brigadiers
in de 5e ronde: 26 radio's, 14 camera's,
3 boekonbonnen, 2 autopeds, 1 trainings- Qj
pak met bajketbalschoenen, 1 trekkar, Kj
1 microscoop, 1 ruimtecostuum met „wal-
kie-talkie" en 1 paar ijihockey-schaatsen.
En tikt mek zijn tr wetr vijftig nituwt es
gtlukkigtn dit ttn M-cadtaukrijgen!
met een glas e-x-t-r-a nög meer mans
ideaal totaal: 3/^ kan per dag - eventueel verdeeld over melk, yoghurt, chocolademelk, pap of pudding et
30 jaar onder de wilden
39. Maand na maand trokken Yamba
en ik naar het zuiden en als d£ bodem
gesteldheid erg slecht was dan veran
derden we gewoon van koers. We kwa
men door dorre woestijnen, die plotse
ling in bossen of gebergten overgingen.
Dikwijls ontdekten we goudlagen in de
rotsen en soms ook in de rivieren, waar
we langs kwamen en aan de oevers lag
in het water glihsterend goud.
We vonden ook prachtige robijnen,
maar omdat noch goud noch robijnen
in het oerwoud waarde hebben, lieten
we deze kostbaarheden liggen. Ik had
graag al het goud voor een beetje zout
gegeven, want dat had ik erg hard no
dig. Overigens vonden de inboorlingen
mijn belangstelling voor goud volkomen
onbegrijpelijk. Zij gebruikten het goud
soms om de punten van hun speren te
verzwaren, maar verder was het volko
men onbelangrijk. Ik had voor Yamba
met een steen enige armbanden en ket
tinkjes van zuiver goud geslagen, maar
ze schonk ze weg aan een paar kinde
ren, die we onderweg tegenkwamen.
40. Op zekere dag. toen we met een
paar jonge inboorlingen verder trokken,
zagen we In de verte een groep blanke
mannen op paarden rijden. Ik begon
hard te roepen, maar de inboorlingen
begrepen dit verkeerd en hieven een
ruiters werden nerveus en schoten een
paar keer in onze richting, zodat de ko
gels ons om de oren floten' en toen keer
den ze om en galoppeerden weg. Zo
werd ik dus weer door de blanke men
sen teleurgesteld. Eens dacht ik in de
verte een grote kudde schapen te zien.
Schapen, schapen, we zijn er! riep ik en
begon te lopen. Maar toen ik dichterbij
kwam zag ik dat het emoe's waren, die
hun lange halzen in het gTas verstopt
hadden en toen ik plotseling verscheen
zetten ze het op een lopen.
Wordt vervolgd.
Kast, last, mast, wast, gast, vast.
Ijspegel, neger, regen.
Deze keer heeft Aad Wesselman,
Zuideinde 32, Roelofarendsveen het boek
gewonnen. Deze week wordt het toege
stuurd.
NIEUWE OPGAVE
Maak deze zinnen eens af:
Hij is in de vacantia niet bij ons ge
komen, want
De luie Jongen had zijn werk niet af,
zodat
Het is mooi weer, maar ik weet niet
of
Piet was echt In zijn schik, want
Wij hopen allen dat
Oplossingen insturen aan tante Jo en
oom Toon, Krantentuin, Leidse Cou
rant, Papengracht, Leiden.
Er ligt weer een prachtig boek klaar.
Zetten jullie je leeftijd er bij? Dag alle
maal.
TANTE JO EN OOM TOON
VOUWEN
Als jullie eens op een kleiner broertje
of zusje moet passen en ze zijn een
beetje lastig dan kun je ze weer rustig
krijgen door een konijntje te vouwen.
Je neemt een vierkant stuk stevig pa
pier 20 bij 20 cm. en daar vouw je 1
kant schuin van om (nr. 1) dat vouw
je nog een keer dubbel (2) en dan teken
je een snuitje, snorhaar en oog in de
hoek en dan geef je er een knip in vol
gens het stippellijntje in nr. 3. Buig nu
de benen naar onderen (zie tek. 4). Als
je het konijntje nu met de éne hand on
der de kop vasthoudt en met de andere
aam de benen trekt dan bewegen de
grote oren heen en weer.
In de maand maart zijn er dikwijls
erge stormen en daarom werd deze
maand naar de oorlogsgod Mars ge
noemd. Heel lang geleden was maart
zelfs op de Romeinse kalender de eer
ste maand van het jaar, maar toen Ju
lius Caesar regeerde kwam er een nieu
we kalender en maart kreeg toen de
derde plaats in het rijtje van de maan
den.
EEN FABEL OVER EEN KRAAI
Nee nu komt eens niet de bekende
fabel van de kaas, de raaf en de vos,
maar een andere n.l. over een kraai die
dorstig was en op zoek was naar water.
O-V"
C
Voor een hut ontdekte hij eindelijk een
hoge smalle kruik, die half met water
was gevuld. De kraal ging op de rand
zitten, maar het lukte hem niet zijn kop
zo diep te buigen, dat hij bij het water
Wéér die pijn?... dat, maar
ook die andere plagende pij
nen vaagt u snel weg met
WITTE KRUIS.
(Advertentie)
kon komen. Eerst probeerde hij de rand
met zijn snavel kapot te pikken, maar
dat lukte ook niet. Maar nadat hij een
tijdje nagedacht had. kreeg hij een idee.
Hij vloog op de grond en pikte met zijn
snavel allemaal kleine steentjes op en
liet die één voor één in de kruik val
len. Langzaam steeg het water en ten
slotte was de oppervlakte van het water
zo hoog, dat de vindingrijke kraai zijn
dorst kon lessen.
IIET IIARD8TE GELUID OP DE
WERELD
Een groep radio-ingenieurs in Ame
rika heeft een apparaat gemaakt, dat
het sterkste geluid op de wereld voort
kan brengen. Een hele aparte luidspre
ker kan de menselijke stem tot op een
afstand van 20 km doen horen, wat
sterker is dan 450 gewone luidsprekers,
die tegelijkertijd in werking gebracht
worden. Dit lawaal-apparaat is niet zo
maar gemaakt. Het wordt n.l. gebruikt
om de apparaten in een straalvliegtuig
op hun gevoeligheid te testen. Er is na
melijk gebleken, dat verschillende ap
paraten van de snelle straaljagers door
net harde geluid beschadigd worden en
dus niet meer nauwkeurig zijn om op
te vliegen.