Melk ...met een glas e-x-t-r-a* nóg meer mans!
Het verdwenen
Horloge
„Die telefoon-installatie", zegt Cor du Buy
„heb je eerlijk verdiend, Jant"
't HOORNTJE
ZATERDAG 7 MAART 1959
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
(vervolgverhaal voor de groten)
„Moesje maak je maar geen zorgen,
het zal best gaan morgenavond".
„Was het vanavond niet zo best?"
„Och een paar kinderen stonden wat
te hakkelen en we wisten niet waar we
moesten staan. Nu heeft mijnheer een
paar tekens op de vloer gezet, dat is ge
makkelijk voor morgenavond".
„Maar jij, heb jij het er zonder hape
ren algebracht?"
„Zonder haperen wel, maar als de
anderen niet op tijd invallen, raak je
zelf ook wel eens de draad kwijt".
Dus je bent er niet tevreden over",
drong moeder aan.
„Maak u zich nu heus geen zorgen, 't
loopt als op wieletjes, en hoe slech
ter de generale repetitie, hoe beter de
uitvoering. Ga nu maar gauw slapen,
zorgje".
En Emmy stopte de dekens nog eens
goed in en ging toen zelf vlug naar bed,
want eigenlijk was ze doodmoe.
De volgende dag heerste er zo moge
lijk nog meer spanning dan de avond te
voren. Tineke kwam ook nog even aan
lopen, zo maar, zonder een boodschap,
enkel en alleen omdat ze het thuis niet
uit kon houden. Emmy stond juist haar
jurk nog eens uit te strijken en ook een
blousje van haar moeder,, dat ze van
avond bij haar mantelpakje zou dragen.
„Je vindt het zeker wel enig, dat je
moeder ook mee gaat".
„Dat vindt ik nog het fijnste van al
les", lachte Emmy.
„Wie gaan er nog meer van jullie
mee?"
„Pim en zijn vriend hebben ook kaar
ten gekocht. Ze lopen me maar steeds
te plagen, maar mij krijgen ze niet op de
kast".
„Dan ga jij ook zeker naar hun school
fuif".
„Hebben zij ook een schoolfuif?'
„Ja, dat hoorde ik van onze Wim. Ze
voeren een groot toneelstuk op, van rid
ders en zo".
„Nog niets van gehoord", deed Emmy
afwezig, omdat ze met haar gedachte bij
de stroken van de jurk was. Hu, het
ijzer was zo heet dat er al een klein
plekje schroeide.
Tineke, die zag, dat Emmy toch maar
half naar haar luisterde draaide zich op
eens om met een: „Daaag, tot vanavond".
„Nu gauw die strijkboel weg en dan
voor het eten zorgen", dacht Emmy. Ze
zouden vanavond wat vroeger eten, dan
hadden ze ruim de tijd om zich te kle
den. Sientje was vanmiddag teruggeko
men voor de afwas en om op de tweeling
te passen.
„Kind, wat heb jij een prachtige ja
pon aan!" stond Sientje met open mond
te kijken, toen ze Emmy naar beneden
zag komen. „Je bent vast het mooiste".
„Dat moet je hiet zeggen, er zijn edel-
vrouwen bij in prachtige kostuums".
Daar kwam moeder al aan in haar on
berispelijk zwarte mantelpakje. Wat zag
ze er vanavond goed uit met dat blosje
op de wangen. Ze trok Emmy even op
zij en fluisterde haar wat in het oor.
„Gos, dat had ik haast vergeten".
Kom mee, het ligt al klaar". En op
moeders kamer gekomen kniDte moeder
het kostbare horloge om Emmy'spols
kontroleerde nog even of het werkelijk
goed zat en keek toen in de stralende
ogen van haar dochtertje.
„Zijn de dames klaar? kwam vader
eens om 't hoekje kijken. „De wagen
staat klaar".
Wat zag de zaal er gezellig uit. Een
klas meisjes had voor een beeldige bloe
menversiering gezorgd. Er heerste een
gezellige drukte. Iedereen ontmoette daar
wel kennissen en er werden veel handen
gedrukt. Toen de familie Vermeer bin
nenkwam Was de zaal al bijna vol.
„Zou 't niet te druk zijn vrouwtje",
vroeg meneer bezorgd.
„We zitten hier in een stil hoekje, 't
zal wel gaan".
„Eerlijk zeggen hoor, als 't niet gaat.
dan breng ik je zo thuis".
De ouders van Tineke kwamen bij hen
in de loge zitten.
„Kijk, ik heb mijn lijfarts bij me. Nu
zal het zeker wel goed gaan", zei me
vrouw lachend en ze knikte haar man
geruststellend toe.
Het geroezemoes hield plotseling op.
toen de bel het begin van het toneelstuk
aankondigde en de lichten uitgingen.
Een fleurig tafereeltje speelde zich
voor hun ogen af. De bedrijvige Tineke*
kweet zich van haar taak als de beste.
Pas in het tweede bedrijf zou Emmy, als
de prinses, op het toneel komen.
„Wat speelt Tineke toch goed", fluis
terde mevrouw Vermeer tegen Tinekes
moeder, die van trots straalde.
Het stuk verliep dan ook vlot. Toen
in het tweede bedrijf Emmy omstuwd I
door haar hofhouding, langzaam het to
neel op kwam, hield mevrouw toch wel
even haar adem in, van spanning. Van
uit de zaal klonken zachte uitroepen als:
„wat schattig, wat fijntjes enz."
Emmy speelde die avond fantastisch.
Haar vader en moeder konden gewoor
niet geloven, dat dit hun kleine assepoes-
tertje was, die altijd thuis voor alles en
iedereen klaar stond.
Opeens: „Weet jij daar van, daar dat
horloge?" deed meneer verbaasd.
„Natuurlijk, ik eb het zelf omgedaan
Hoorde gewoon bij die japon".
„Zie je die steentjes aan haar arm
glinsteren?" fluisterde vader.
„Stil we mogen niets van het stuk
missen".
Na het tweede bedrijf was het 'pauze
en omdat het in de koffiekamer zo druk
was, liet vader de koffie in de loge bren
gen.
„Hoe voelt u zich mevrouw", vroeg
de dokter bezorgd omdat hij meende dat
de patiënt wat beefde bij het aanvatten
van het kopje.
,,'t Gaat best dokter. En als 't niet gaat,
dan gaan we wat eerder weg, hè man!",
„Uitstekend, dan brengen wij Emmy
wel thuis".
„Dank u dokter".
Het stuk speelde na de pauze ook weer
vlot verder. Mevrouw Vermeer had ech
ter haar krachten overschat. De figuur
tjes op het toneel begonnen hoe langer
hoe meer voor haar ogen te dansen en
omdat ze bang was, dat er erger dingen
zonden gebeuren, gaf ze haar man stil
letjes een wenk om op te staan en maar
liever naar huis te gaan.
Wordt vervolgd.
Correspondentie
Er lagen nog goede oplossingen van:
John Steenbergen: Rla Cambler, Lei
den; Olga v. d. Meer; Cok Wltteman,
Sassenlieim; Daisy van Ruiten; Gerda
Schenk, Lisse; Flora v. d. Wereld; Hein
v. d. Meer, Hoogmade; Hetty de Groot,
Hazerswoude; Piet Opdam, Nw.hout;
Dick v. Coozen, Hoogmade; Tineke van
Emmerik, RUpwetering; Gljs v. Diemen,
N. Vennep; Rla Loos, Oude Wetering;
Tineke Haverkort; Nelly v. Winsen, War
mond; Theo Hartveld, R.z.woude; Piet
van Gent; Nel Rossen; Greet je Berg,
Zoeterwoude; Anneke Rennes; Benny
Hoogenboom; John den Haan, De Kwa-
kel; Peter en Sjaak van Wieringen, Was
senaar; Sjors van Rhoon; Anneke Kerk
vliet; Rosa Rietbroek; Theo v. d. Meer;
Ineke Hoogenboom; Corrie de Prie; Le-
neke de Koning; Lea de Koning, R.a.-
veen; Leo van Klink, R.a.veen; Riet van
Zoen, R(jpwetering; Fritp v. d. Geer.
Voorhout; Cobi v. d. Berg, Nleuwveen;
Johnny de Jong, Leiderdorp; Ria Straat
hof, Benthuizen; Tineke Kraan, Kou
dekerk; Lucky Baars; Ria Boers, Abbe-
nes; Kees Pennin^s, Oud Ade, Cok v. d
Tang; Jeannetje Zoet; Maria v. d. Meer
Oude Wetering; Joke Vioen, Voorscho
ten; Benny van Eeden N.w.hout; Ineke
Fransen; Nellie en Gerda Egberts, Lan-
geraar; Piet Hölsoher, Ter Aar; Gerard
Hartveld, R(jnsaterwoude; Martie Driesen
Lelden; Mar ja v. d. Burg, Voorschoten;
Willem en Lies Valentijn, Ter Aar; Loek
Geerlings, N.w.hout; Nelly de Zwart; J.
Mathot; Leo Hoogeveen; Dlcky v. d.
Berg; Ineke Caspcrs, Noord wijk; Lies
van Zaal, Ter Aar; Mieke v. d. Veer,
R. veen; Martie Duivenvoorde, Leiden.
Toos v. d.. Star, Bodegraven maakte
voor ons:
EIGEN SCHULD
't Was morgen, Jan keek uit het raam.
Het had flink gesneeuwd en evroren.
Jan rende naar Kees zijn bed.
„Kees wordt eens wakker!" riep hij.
Met een sprong stond Kees op de
grond.
„Wat is er?" vroeg hij half slaperig.
,,'t Heeft gevroren en gesneeuwd".
Gelijk was Kees goed wakker. Hij was
te zich, at zijn boterhammen en rende
naar buiten. Jan kwam vijf minuten la
ter ook buiten.
„Zullen we op 't ijs gaan?" vroeg Jan.
„Eerst even aan moeder vragen". En
weg was hij. Even later kwam hij terug
met: ,,'t Mag niet van moeder. Jammer
hè".
Even later kwam Henk voorbij.
„Gaan jullie mee?" vroeg hij.
„Goed" zeiden ze en weg holden ze.
Ze kwamen aan de vijver.
„Gaan jullie mee op 't ijs?" vroeg
Henk.
„We mogen niet van moeder".
„Jó, ga mee. Ik zal wel eerst gaan".
„Nou vooruit dan maar", zeiden ze.
En daar gingen ze. Voetje voor voetje
liepen ze over 't ijs, tot ze midden in wa
ren.
„Zullen we eens kijken, wie 't eerst
terug is", zei Kees.
„Goed!" En daar gingen ze. Maar Kees
was nog maar op de helft of daar ging
het van: krak, krak, krak, en daar zakte
hij er door. De anderen waren vlug naar
de kant gelopen en gingen bij de eerste
de beste boerderij aan. Ze vroegen aan
de boer: „Zou u ons even kunnen hel
pen?".
„Ja hoor", zei de boer.
„Er ligt een jongen in de vijver".
„Goed, ik kom al".
Toen ze aankwamen haalde de boer
Kees er gauw uit en bracht hem naar
huis. Zijn moeder zorgde dadelijk voor
drogp kleren en legde hem in bed met
een warme kruik.
Jan moest voor straf de hele dag bin
nen blijven. Kees had een flinke kou
gevat en moest minstens een week in
bed blijven. Dat was zijn eigen schuld.
Hoofdpijn... maar ook andere
plagende pijnen verjaagt u
prompt met WITTE KRUIS.
(Advertentie)
Annelies Ammerlaan, Leiden stuurde:
DONSJE
Donsje was een klein wit poesje met
een rode strik. Elke morgen werd ze door
moeder Dons geroepen.
„Miauw!' zei moeder Dons dan, „nu
moet je je eerst gaan wassen. Daar is je
tongetje speciaal voor gemaakt Donsje.
Het is net zo ruw als een haarborstel en
als je jezelf daarme likt, worden de
haartjes van je vacht prachtig glanzend".
Donsje vond dat helemaal niet leuk.
Haar roze tongetje was maar heel klein
en bovendien had ze aan het woord was
sen een hekel. Dat deed haar denken aan
water en ohwat had ze een hekel
aan water. Ze had haar drinkbakje eens
omgegooid en toen waren haar pootjes
nat geworden Brr!
Op een morgen besloot die stoute Dons
je zich niet te wassen. Ze verstopte zich
achter de bezem en bleef daar net zolang
zitten tot moeder Dons haar niet meer
zocht. Toen wachtte ze tot de keuken
deur open ging en rnde toen naar bui
ten, zo hard ze kon.
Donsje had zo'n vaart dat ze op de
stoep uitgleed en midden in een mod
derplas terechtkwam. Ze kroop snel naar
de kant want ooo wat had ze een
hekel aan water. Maar toen ze uit de
plas kwam, werd ze nog veel natter om
dat het zo hard regende. Arme Donsje!
Ze zag er zo vies en modderig uit.
„Miauw!" riep moeder Dons vanaf het
balkon. Donsje sloop vies en nat naar
haar toe. Anneke, het vrouwtje, liet haar
binnen.
„Moet je ons Donsje eens zien!" lachte
Anneke. „Ik zal haar direkt in het bad
moeten stoppen".
Anneke zette haar voorzichtig in een
wasteiltje en borstelde haar helemaal
schoon. Toen wreef ze haar met een
handdoek helemaal droog en zette haar
op een matje bij de kachel om te dro
gen.
De volgende morgen stond Donsje heel
vroeg op en waste zich dan vóór moeder
haar kwam roepen. Sinds dien is moe
der Dons in haar schik.
NIEUWE RAADSELS
30 jaar onder de wilden
Kom óók bij de M-Brlgade
en misschien in deze krant I
Vraag bij je melkhandelaar het gratis Logboek
voor toekomstige M-BrlgadiersDaar staat
alles in over mouw-embleem, wimpel, Ge
heime Code, M-Brevet, cadeaus en... je kans
om óók zo op de foto Hn de krant te komen.
Maar allereerst: FLINK MELK-DRINKEN
Tafeltennta-crack Cor du Buy
12-jarige Jan V. in Prinsenbeek (N-B.) wijdt haast al
z'n vrije tijd aan een invalide vriend. Brengt hem naar
school en weer naar huis, helpt hem, verzorgt hem,
dag-in dag-uit. Dat is vriendschap, dat is Jan V.:
M-Brigadier en kefel-uit-één-atuk. Daarom kreeg hij
een heuse telefoon-set (werkt op batterijen). Daarom
mag hij op de foto met Ere-Brigadier tafeltennis
crack Cor du Buy. Allebei kerels van formaat, allebei
raelkdrinkers van formaat!
Deze prachtige cadeaus werden geko
zen door de 50 flinkste M-Brigadlers
in de 4e tonde: 21 radio's, 12 camera's,
4 boekenbonnen, 3 paar rolschaatsen, 2
trainingspakken met basketbalschoenen, 2
autopeds, 2 tenten, 2 microscopen, 1 auto
bus en 1 telefoon-installatie. En elke week
zijn er weer vijftig nieuwe gelukkigen dit
ten M-cadeaukrijgen J
ideaal totaal: 3/4 kan per dag - eventueel verdeeld over melk, yoghurt, chocolademelk, pap of pudding
(Advertentie)
35. In de loop der tijd lukte het ons
onze hut een beetje gezellig in te richten.
Ik maakte een paar primitieve meubel
stukken en wat kookgerei van hout en
ze waren van veel nut. De jonge meisjes,
die een goede opvoeding hadden geno
ten, kenden hele stukken van Shake
speare en andere dichters uit hun hoofd
en omdat ik verschrikkelijk slecht En
gels sprak, doodden ze de tijd met me
hun moedertaal te leren spreken en ze
lieten me niet los, voordat ik vloeiend
Engels kon spreken. Een heel enkele keer
zagen we in de verte een schip voor
bijvaren, maar hei lukte ons nooit 'le
aandacht van het schip te trekken, om
dat de afstand te groot was en ook door
de. hoge golven en de ongunstige wind.
Als weer zo'n hoop de kop in gedrukt
was konden de jonge meisjes huilend op
het strand neervallen of ze verstopten
zich dagenlang wanhopig in hun hut.
36. Toen de jonge meisjes een paar
jaar lang met ons samen geleefd hadden,
zagen we op een dag, op een paar mijl
afstand een schoener, Snel brachten we
onze kano's in gereedheid en peddelden
als idioten naar het sch;ip toe, gevolgd
door een schare inboorlingen in kano's
en op vlotten.
Vanaf het schip had men ons blanken
tussen al die inboorlingen niet bemerkt
en men hield ons opgetwijfeld voor vij
andige kanibalen, en plotseling kraakte
er een kanonschot. Het laatste, wat ik
me herinnerde was, dat ik over boord
viel. Toen ik weer bij kwam, zwom
Yamba naast me en hield me stevig aan
mijn lange haren boven water. Onze ka
no dreef niet ver van ons vandaan en
met weinig moeite bereikten we die. De
inboorlingen waren door het schot ver
jaagd en de schoener had meer zeil bij
gezet en verwijderde zich snel.
De belde Jonge meisjes waren echter
spoorloos verdwenen. Yamba vertelde,
dat ze door de luchtdruk meegesleurd
waren en meteen in de diepte verdwe
nen. Dat was een vreselijke slag voor me.
Dagenlang liep lk rusteloos langs het
strand en deed mezelf de bitterste ver
wijten, dat ik de inboorlingen mee had
laten gaan. Dan zouden de jonge meis
jes tenminste niet zo ongelukkig om het
leven gekomen zijn.
g eet het en met een v gaat het biet los!
II. 't Hangt aan de goot en h«!t huilt
als de zon schijnt.
III. Wit wast me niet het schoonste
bad. Draai je me om, dan wordt je nat.
De oplossingen insturen in de loop van
de week, aan: Tante Jo en oom Toon
Krantentuln Leidse Courant, Papen
gracht, Leiden.
Er ligt weer een mooi boek te wachten
Schrijven jullie de leeftijd er bij. Dag
allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON
EEN ZELFGEKNUTSELD BOEKENREK
Als jullie thuis nog een klein boeken
rekje aan de muur nodig hebt, kun je er
een van hardboard of triplex en waslijn
maken. De planken kunnen ongeveer een
halve meter lang zijn en voor de lijn
moet je 4 gaten boren door de 4 hoeken,
maar op precies dezelfde plaats, anders
wordt hij niet recht.
Als je de planken geverfd hebt en ze
zijn weer droog dan trek je de waslijn
door de 4 gaten en wel als volgt. Je legt
in ieder uiteinde een stevige knoop, deze
knoop moet onder de onderste plank
zitten (zie de tekening). Dan leg je weer
een knoop 20 cm boven de onderste
plank, dat doe je met alle vier de lijn
tjes, daar komt de tweede plank op te
rusten en dan weer 20 cm voor de derde
plank. Denk erom dat de 20 cm iedere
keer nauwkeurig- moet zijn, anders hangt
de boel scheef. Knoop nu de twee eind
jes bij elkaar (zie tekening) en hang het
rek aan 2 haken op. Laat je ouders eerst
voelen of de haken stevig zitten, want er
komt een behoorlijk gewicht aan te han
gen.
De onderste tekening is een boeken
kast gemaakt van een sinaasoppelkist. De
kist is overtrokken met plastic-kaftpa-
pier. Je kunt dat het beste met clipsjes
vastmaken of nietjes, want het gr ouwe
hout gebruikt te veel lijm.
In de tijd van de zeilschepen was de
clipper het snelste vaartuig. Het werd ge
wordt vervolgd, bruikt voor lange tochten. De romp was
langJen lag diep in het water en aan de
mastten hingen heel wat vierkante me
ters zeil.
Het eerste vaartuig van dit type was
„Helena", die in 1841 in New York zee
koos. Ze was tamelijk klein vergeleken
met de clippers, die de volgende 20 ja
gebouwd werden en de koninginnen van
dï zee waren. Steeds weer werden er
nieuwe snelheidsrekords behaald. De
„bliksem" stak in 14 dagen tijds de oce
aan over en de „Dreadnought" maakte
diezelfde tocht in 10 dagen.
BIJ DE ESKIMO'
Nu begint men al te merken, dat de
dagen langer worden en degenen, die zich
het meest daarover verheugen zijn de
Eskimo's, want de lange winternacht is
nu eindelijk afgelopen. Op de eerste dag.
dat ze dc zon weezien, gaan ze vo'gens
'n goede oude Eskimogewoonte naar
buiten, slaan de kleppen van hun mut
sen naar achter, trekken de handschoe
nen uit en strekken clan hun handen ten
hemel, opdat de zon hun handen en hun
gezicht zal zien. De Eskimo's gel ven
dat het gezondheid en geluk brengt om
de zon to begroeten. Dit vertellen Petei
Freuchen en de Fin Salomonren in hun
boek over de Eskimo's.
KAASBONBONS
In veel streken kan men Inplaats van
een ijslolly een kaaslolly kopen. En in
Wisconsin in de Ver. Staten is er zelfs
een fabriek, die bonbons van „Zwitserse
Kaas" maakt, ondanks de naam wordt de
kaas echter toch in de V.S. gemaakt. Het
gaat hier om bonbons, waarbij 40% sui
ker door kaas wordt vervangen, zonder
dat je ook maar iets van die kaas proeft.
Nu kan het dus zelfs gezond zijn om bon
bons te snoepen en dat kan je jammer
genoeg niet van alle bonbons zeggen.
\7IJF MINUTEN LANG hebben we
v gisteravond zitten luisteren, in
tens zitten luisteren, naar het door
de radio weergegeven druisend
handgeklap gemeenlijk applaus
genoemd van enkele honder
den menselijke wezens, die een
elektronisch muziekprogi-amma te
verteren hadden gekregen. Nu gaat
het ons op het ogenblik niet om het
elektronische hapje (dat overigens
aan waterig Brussels lof deed denken,
vandaar die bittere nasmaak), we
waren alleen gegrepen door het
applaus, dat ons gehoor bereikte als
een tegen ons raam kletterende tro
pische slagregen.
Het verschijnsel kwam ons op dat
moment als weinig menselijk voor.
Het deed ons zelfs primitief aan, dit
hard in elkaar slaan van handen
waarmee men volgens afspraak
volle instemming
pleegt te getuigen,
of althans voor
geeft dit te doen.
Wij houden
mens altijd voor
verstandig totdat
hij zijn eigen han
den willens en .ve
tens gaat kwellen tot schroeiens toe,
zich pijnigend in de veronderstelling,
dat het voorwerp zijner bewondering
of dit nu een pianist of een pas
gediplomeerde schoorsteenveger is
behalve het bloot-aandoende geluid,
óók nog het offer van zijn pijn in
dank zal aanvaarden.
En neemt u maar van ons aan: er
is slechts een enkele pianist en mis
schien een eenzame, bekroonde
schoorsteenveger, die er door geroerd
wordt wanneer uw handen tinte
lend rood aanlopen. De overigen tel
len hooguit het aantal minuten dat
het geluid van zichzelf kastijdende
handen aanhoudt en vertellen dit
later al dan niet enthousiast
aan hun vrouw. Applaus is iets voor
Marsmannetjes zonder stem; wij
aardse stervelingen hebben een mond
om desnoods een kwartier lang
„bravo" te roepen. Maar hc< loont
zelden de moeite.
In de politiek wordt het applaus
ook beoefend wanneer men attrac
tieve en belastingverminderende
program-punten wil bewieroken.. En
in dit geval willen we zeggen: voor
wat, hoort wat. Als u denkt, dat het
wat uithaalt om het komende kabinet
met warmgeklapte handen te begroe
ten, gaat uw gang dan maar. Belas
tingverlaging komt mi eenmaal niet
vanzelf. Het kost steeds pijn....
EEK.