WrsTttt In de Krantentuin Het verdwenen Horloge j DAM ZATERDAG 24 JANUARI 1959 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 Vervolgverhaal voor de groten) „Mam, lig je zo goed?", vroeg de veertienjarige Emmy aan haar zieke moeder, terwijl ze het opnieuw opge schudde hoofdkussen voorzichtig onder haar moeders hoofd legde. „Ja, kindje, 't is weer h-*>«^k", sprak de zieke met zachte stom en ze sloot tevreden haar ogen. Emmy was de oudste dochter in het gezin Vermeer. Er waren vier kinde ren: Pim de oudste zoon van 16 jaar en de tweeling Freddie en Leonie die nu acht jaar waren. De heer Vermeer was eigenaar van een grote fabriek en hij woonde met I zijn gezin in het grote huis op zij van de fabrieksterreinen. Een prachtige grote tuin omgaf het huis. Er was voor de kinderen ruimte genoeg om te spe len. Altijd klonk de blijde lach van de kinderen op van tussen de bomen en struiken en drong door tot de kantoor lokalen die naast de fabriek gebouwd waren. Vader had hier zijn privé kan toor waar hij de hele dag volop werk had, maar zo tussen de bedrijven door kon hij mee genieten van het spel van de kinderen- 't Was juist daarom dat hij zijn huis zo in de nabijheid van de fa briek had laten zetten. In de week had hij weinig tijd om zich te bemoeien met de kinderen, maar zo, vanuit zijn venster, kon hij stil meegenieten van hun spel. 't Was een vrolijk gezin, iedereen keek even blij, maar sinds enige maan den was de toestand anders geworden, 't Was sinds moeder ziek was gewor den. Daarbij kwam ook dat de fabriek het laatste jaar sterk achteruit ging. 't Werd zelfs zó erg, dat vader enige werklieden had moeten ontslaan en als het niet beter werd, dan zouden er meerdere ontslagen volgen. Mijnheer Vermeer deed dat niet graag, maar noodgedwongen, omdat de bestellingen uitbleven, was hij er toe i overgegaan. Vader was stiller gewor- den. Urenlang kon hij op zijn kantoor zitten rekenen en schrijven. Dan stond hij zuchtend op en keek zonder iets te I zien, door het raam. Daar stond dat grote huis, waarvoor een dienstbode en een werkster nodig j waren, daar lag de mooie tuin, waar- voor hij een tuinman in dienst had. Wat zou dat allemaal anders moeten worden. Er zou geen geld meer zijn voor personeel. En hij dacht aan het ontslag van de tuinman. Gelukkig had hij hem kunnen plaatsen bij een be vriende familie. Een ontevreden trek en diepe rimpels kwamen weer op zijn voorhoofd toen hij dacht aan het gesprek van. gister avond met Pim. „Jongen, we moeten de zaak eerlijk bekijken. Door de tijdsomstandigheden gaat de fabriek achteruit. We moeten op alles gaan bezuinigen en nu moeten jullie mee helpen. Freddie en Leonie laten we er buiten, zij zijn nog te klein, maar Emmy en jij zijn groot genoeg om met ons mee te leven, 't Treft nu slecht, dat moeder ziek is, maar we zullen hopen, dat zij spoedig zal genezen. Emmy bood direkt aan om moeder te verplegen, nu we de dienstbode weg gedaan hebben en ze doet het dapper. Ze is toch nog maar veertien jaar. Nu wou ik aan jou vragen, om na je schooltijd de tuin in orde te houden, dat is toch niet te veel gevraagd. Boven dien hebben we ook geen geld meer voor fuifjes en pretjes, tenminste voorlopig niet, Laten we hopen dat de tijd spoe dig anders wordt". ,,U bedoelt toch zeker niet, dat ik alle clubjes, waarvan ik lid ben af moet zeggi „Ja zeker Pim, dat bedoel ik wel. Daar hebben we geen geld meer voor". „Wat zullen mijn vrienden daar wel van zeggen. Neen, dat gaat gewoon.niet, in sommige clubs heb ik de leiding. In onze toneelclub speel lk de hoofdrol en ik moet ook mee naar de tenniswed strijden. Nee, dat gaat niet", besloot hij boos en trok wild de deur achterzich dicht. Mijnheer Vermeer was geschrokken van dit antwoord. Eerst kreeg hij tra nen in zijn ogen, .maar dan opeens voel de hij zijn handen jeuken om hem een flink pak rammel te geven, zo groot als hij was. Maar hij troostte zich met de gedachte, dat hij nog wel veranderen zou. Jammer, dat moeder nu zo ziek was, die kon altijd alles van hem ge daan krijgen. Keren we terug naar de slaapkamer waar mevrouw Vermeer ziek te bed lag en Emmy, op haar tenen, ijverig bezig was, de kamer op orde te brengen. „Er zou van haar huiswerk vandaag wel weer niets komen. Ze zou vader maar weer een briefje vragen, eerst moest moeder beter worden", zo dacht ze on der het stoffen. Af en toe keek ze naar moeder, die met een vermoeid, bleek gezicht de ogen gesloten hield. Arme moeder! Ze trok zich de achteruitgang van de fabriek veel te veel aan. Toen de koorts maar steeds aan hield besloot vader de dokter te laten komen. Emmy moest thuis blijven van school. Er moest immers iemand thuis zijn, om de dokter te ontvangen. Toen dan ook de dokter tegen elf uur aanbelde, stond daar een frisse Emmy aan de deur, die het hele huis al had opgeruimd en nu met een schone witte schort aan, de dokter stond op te wachten. „Zo Emmy, ik hoorde dat mama ziek was. Waar ligt ze?" „Boven op de slaapkamer dokter". „Goed .blijf jij maar beneden. Ik vind het wel". Emmy ging naax de keuken om alvast voor het eten te zorgen. Zo jong als ze was, ze was handig in die dingen. Dik wijls had ze moeder ook mogen helpen en met Sientje, hun vorig meisje, had ze ook wel eens wat mogen klaar ma ken. Aardappels schillen, ja dat ging nog maar langzaam, maar och ze had de tijd. Na een poosje hoorde ze de dokter naar beneden komen. Gauw waste ze haar handen en stond juist op tijd weer aan de deur om de dokter uit te laten. Wordt vervolgd, Correspondentie DE ARME JONGEN Er liep eens een arme jongen door de straten en hij speelde op een fluit. Van de mensen kreeg hij zodoende wel eens wat geld. De fluit had hij van zijn opa op zijn verjaardag gekregen. Hij had goed geoefend en op een dag had hij 124 centen verdiend. Blij liep hij met het geld naar huis. Zijn moeder kon dat geld goed gebruiken. Ze was bijna altijd ziek en zijn vader was drie jaar geleden gestorven. Zijn vader was smid geweest. Nu liep de arme jongen met een versleten jas, das en schoenen op straat en daarom was het fijn dat hij met zijn fluit wat bij verdiende. Zeg Leo dat versje over: „Hondjes plagen" heb je zeker niet zelf gemaakt en je weet het, dan komt het niet in de krant. Anja en Ellie Loomans, Hazerswoude hebben ook iets gemaakt. Anja vertelt over: HET WIEGJE Ik weet een wiegje, het is maar teer en klein, maar o zo fijn en keurig, 't Hangt tussen blaadjes en bloempjes in. Twee vogeltjes hadden het er zo naar hun zin en ze legden in het wiegje teer, heel voorzichtig twee eitjes neer. Na een poosje hoorde men een zacht ge luid en toen ik keek, staken er twee kleine kopjes boven het randje uit. Ellie kent uit haar hoofd een versje: DE DOMME JONGEN Rombom, bombommelebom. O, wat is die jongen dom. Hij heeft zijn broekje achterste voren En heeft zijn zakdoek weer verloren. Zijn linker schoen aan rechter voet, Wat of dat toch wel worden moet. Tim, torn, bommelebom, O, wat is die jongen dom! Rietje v. d. Geest, Oud-Ade. SNEEUWPRET Op een morgen, het was zo wat zeven uur, sprong Rietje al uit haar bed. Ze keek door de ruiten om op de toren klok te kijken, hoe laat het was. Op eens riep ze: „Hoera! hoera!, het heeft gesneeuwd. „Lies, Lies, het heeft gesneeuwd!" riep ze haar zusje. Lies zat meteen rechtop in bed, zich vlug wassen en aankleden en toen naar buiten. „Zullen we een sneeuwpop maken?" vroeg Riet. „Dat is goed", zei Lies. En ze begonnen meteen een pop te maken. Toen de sneeuwpop klaar was gingen ze sneeuwballen gooien tot moe der ze binnen riep om te eten. Wat was dat een fijne morgen geweest. Ineke van Deursen, Voorhout Hebben jullie ook zo fijn in de sneeuw gespeeld? Sta je nu op de foto in de sneeuw? Dat zou wel leuk zijn. Schrijf eens iets over die Amerikaanse mensen. Misschien wordt dat wel een aardig verhaaltje. Bob Juffermans, Sassenheim. Nou zeg, dat postpapier van jou vind ik mooi. Echt iets voor jongens, zo zon der plaatjes. Dag Bob, je oplossing was prima. Ellie v. d. Zwet, R'veen. Leuk Ellie, dat je ook voortaan met ons meedoet. Je nieuwjaarskaart heb ik ontvangen. Dank je wel Ellie en nu komt hier je verhaaltje. DAT KWAM ER VAN Bep was aan het spelen met de pop. Ze ging naar moeder om een snoepje te halen en toen ze terug kwam lag Minet de poes, in de poppenwagen, bovenop haar mooie pop. „Lelijke, stoute poes, d'r uit", riep ze boos en ze wou de poes er uit gooien, maar de poes gaf haar een krabbel op de hand. Huilend liep Beppie naar moeder. „Die valse poes", huilde ze. „Ja, dan moet je maar niet zo on voorzichtig zijn", zei moe. Bep zei niets, maar in haar hartje, was ze het .toch met moeder eens. Adriaan, Jan en Ans Wassenburg, Ter Aar. Als we nou allemaal een beetje opschuiven, dan kunnen deze drie nieuwe kinderen er best nog bij in de kring en dan roepen we allemaal heel hard: „Hoera!" Want drie tegelijk is wel de moeite waard. De oplossing hadden jullie goed. Ella Hoogeveen, Noordwijk. Natuur lijk moet je mee blijven doen, ook al win je geen prijs. Ééntje kan maar de gelukkige zijn. Ella hier is je verhaal tje: SNEEUWPRET Wat hadden Fried en John een pret toen ze 's morgens zagen dat er sneeuw lag. Ze waren zó uit bed en hadden heel vlug gegeten. Ze gingen gauw sneeuwballen gooien. Wat hadden ze een plezier. Na een poosje gingen ze de slee van de zolder halen en toen elkaar voorttrekken. Af en toe viel er Wel eens een, maar daar gaven ze niets om. Ze voelden ook geen kou. Wat vonden ze het jammer, toen het tijd was om naar school te gaan. Het was een fijne ochtend geworden. ROBBIE EN RUDIE OP AVONTUUR Robbie en Rudie waren twee konijn tjes. Hun baasje was Tommie, een jon getje van 7 jaar. Op een morgen was Tommie de konijntjes aan het voeren, toen zijn moeder hem voor het eten riep. In de haast had hij vergeten het deurtje van het hokje dicht te doen. „Zo, nu kunnen we de wijde wereld in", zei Rudie. Robbie had eigenlijk geen zin om mee te gaan, maar hij liet Rudie toch niet alleen gaan en daarom ging hij ook maar mee. „O, wat is het hier leuk, zo wit, dan kunnen we ons goed verstoppen, want we zijn zelf ook wit", lachte Rudie. „Ik heb het zo koud, ik ga weer terug hoor", kleumde Robbie. „Nou dan ga ik ook maar terug". Toen Tommie klaar was met eten, ging hij naar zijn konijntjes toe en on derweg bedacht hij, dat hij vergeten had het deurtje te sluiten. „O, wat zijn jullie toch lief geweest om zo maar in het hokje te blijven. Wacht jullie krijgen wat lekkers van mij", riep Tommie blij. En hij haalde een lekkere dikke wortel. OPLOSSING VAN HET VORIGE RAADSEL Trein, brandweerauto, bonwdoos, pop penkast, figuurzaag. We hebben geloot en deze keer waren Froddy en Rikle van Hameren, Langeraarseweg 125, Langeraar, de gelukkigen. Ze moeten nu maar ieder op de beurt het boek lezen, dat ze deze week krijgen. NIEUW RAADSEL Verschillende dieren uit de dieren tuin zijn weggevlogen en weggelopen. Ga je ze mee vangen? Zodra ze terecht zijn vormen ze een plaats in Nederland. Kijk maar eens wat er van over is: arden, enburg, heze. zang, drecht, lopen. De oplossing deze week insturen aan Tante Jo en Oom Toon, Krantentuin, Leidse Courant, Papengracht, Leiden. Er wordt weer een mooi boek verloot. Dag allemaal, tot de volgende week. TANTE JO EN OOM TOON RUIMTEVAART f^=r- f-j A- Als we eens door het wereldruim kunnen reizen, moeten we er voor op passen, dat we niet te dicht bij de zon komen, want dan zal de brandende hitte ons, het ruimtevaartuig en alles aan boord in een oogwenk in damp ver anderen., Op de zon zijn er geen vaste of vloeibare stoffen. Het is een grote, gloeiende bol, samengesteld uit ver schillende gassen. Eén millloen maal zo groot als onze kleine aarde en ze heeft binnen in een kiem met een tempera tuur van wel milloenen graden. Als we bijzondere ruimtevaartpakken aan hebben en we hebben zuurstofappa raten bij ons dan kunnen we misschien op de maan gaan wandelen en daar een tijdje blijven in een dode wereld, zon der dampkring, water of enig levenste ken. Omdat de maan zo klein is, de door snee is ongeveer één vierde van de doorsnee van de aarde is de zwaarte kracht gering. We kunnen op de maan zes maal hoger springen dan op de aarde, die ergens aan de hemel hangt als een grote, groene ballon. DE VERMOEIDE HENGELAAR Dit is een raadseltje voor de hele slimmen. Je mag maar vijf seconden nadenken. Laatst ging Peter hengelen. Het duurde nogal lang, voordat de vis sen wilden bijten en toen werd hij moe en ging een dutje doen. Maar voor die tijd maakte hij zijn hengel aan de boot vast. Het hengelsnoer was precies 4 meter lang en de helft was onder wa ter. Maar terwijl Peter sliep steeg het water. Hij sliep 3 uur en het water steeg 7 cm. per uur. Vraag. Hoeveel cm. van het snoer was onder water toen Peter wakker werd. Antwoord. 2 m. natuurlijk, want de hengel zat toch aan de boot vast en die ging ook mee de hoogte in. VAN EEN H EEN AUTO MAKEN n. hoe je van Vraag maar hij het ook Op het plaatje kun je zie een H een auto maakt, eens aan je vriendje, of kan. DE pRAIRIEHOND ALS INGENIEUR De prairiehond is een klein knaag diertje, dat in gangen onder de grond leeft, o.a, in de prairies in Noord-Ame- rika. Als hij zijn gangen bouwt, dan houdt hij instinctief rekening met de geweldige regenbuien, die de prairie af en toe voor een paar uur in een meer veranderen. De prairiehond graaft ho rizontale en vertikale gangen in de grond, de vertikale gang is de hoofdgang en van daaruit graaft hij zijgangen, die weer schuin naar boven lopen en onge veer 15 cm onder de aardoppervlakte eindigen. Als er nu weer zo'n nood weer komt, dan loopt natuurlijk de hoofdgang vol water. Maar de prairie honden vluchten dan in de naar boven lopende zijgangen, daar zitten ze goed en droog en ze krijgen genoeg lucht, want het water, dat In de andere gan gen stroomt heeft het water in de zij gangen omhooggedrukt en daar blijft het als een grote luchtbel hangen en zo kan het water ook niet hoger komen, door de druk van de lucht. 2 of 3 uur na de overstroming ziet men plotseling allemaal kleine molshoopjes te voor schijn komen, en uit ieder klein heu veltje komt een prairiehond, die dank zij zijn ingenieursinstinkt niet verdron ken is. Snuif en wrijf (Advertentie) 30 jaar onder de wilden 23. Ons doel was het schiereiland, Kaap Vork, te bereiken, dat onder En gelse heerschappij stond. We trokken over een mei bos bedekte hoogvlakte, waar genoeg water en voedsel was er toen kwamen we in eei eigenaardige woestijn met weinig, droog en hooiach- tig gras en rode stof, die overal (in je ogen, neus er keel) binnen drong, zodat je nauwelijks adem kon halen. Ik kón niet meer van honger en dorst. Yamba had een moerasrat eevpnseu en ik pro beerde. het bloed te drinken, maar ik kon de verschikkelijke drank nie. dooi mijn keel krijgen. Nadat ik alle hoop al opgegeven had, bracht Yamba me leemachtig water in grote bladeren. Ik dronk gulzig en kon me daarna weer naar het kleine bronnetje slepen, dat Yamba gevonden had. We sloegen de vogels dood, die naar beneden vlogen om hier te drinken. Wortelen waren er ook genoeg en zo gelukte het ons door de weinige dagen, die we hier doorbrach ten, weer op krachten te komen. Toen we deze plaats verlieten, was er geen droppeltje water meer. 24. We trokken door droge streken in Amhemland en kwamen bij de oever van een rivier, die, zoals ik later hoorde de Roperrivier geweest moet zijn, die uitmondt in de Carpentariabaal. We woonden een tijdje aan de oever van deze rivier, omdat er in de omliggende bos sen veel honing en fruit was en ook veel wortelen. Et" was niet veel water in de rivier, maar de regentijd stond voor 'e deur. Op een dag hoorden we in de verte een donderend geluid, de rivier kwam in beweging en spoedig rolden en kook ten er enorme hoeveelheden water door de rivierbedding, Nu wisten wij dat de regentijd in het binnenland begonnen was. Ik had een kleine vlot gebouwd, dat ons naar de kust moest brengen. Toen er genoeg water in de rivier was brach ten we wat proviand aan boord en lie ten ons met de stroming meedrijven terwijl we probeerden met twee kleine roeispanen het vlot in de goede richting te houden. Soms werd he' vlot door ge weldige draaikolken gegrepen, zodat we moesten gaan liggen en ons goed moesten vasthouden om niet van het vlot te vol len en in de kokende, schuimende rivier geslingerd te worden. Wordt vervolgd. Aetherklanken ZONDAG. TELEVISIEPROGRAMMA'S. NTS: 16.00-17.00 Relais v. d. Duitse t.v.: Int. zwemwedstrijden in Bremen. 20.00-22.00 Relais v. d. Duitse t.v.: Te- le-Toto te Frankfurt. HILVERSUM I. 402 m. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA. 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00-24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws. 8.18 V. h. platte land. 8.30 Weer of geen weer 9.45 Geestelijk leven, caus, 10.00 Gram. 10.35 Boekbespr. 10.45 Cabaret. 11.15 Radio Philh. ork. AVRO: 12.00 Gram. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Gram. 13.00 Nws. en SOS-ber. 13.07 De toestand in de wereld, caus. 13.17 Meded. of gram. 13.20 V. d. strijdkrachten. 14.00 Boekbespr, 14.20 Kamerork. en sol. 15.20 De vitaliteit van de Westerse be schaving, caus, 15.40 Dansmuz. (Inter mezzo: Gram.), 16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 Amus. muz. 17.30 V. d. jeugd. 17.50 Nws., sportuitsl. en sport- journ. VPRO: 18.30 Prot. kerkdienst. IKOR: 19.00 V. d. jeugd. 19.30 De Open Deur, caus. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Amus. muz. 20.50 Mag ik u even voorstellen? Mijn naam is Cox!, hoor spel. 21.30 Gram. 21.45 Comme ci, comme 5a, caus. 22.00 Franse volks liedjes. 22.30 Gram. 23.00 Nws. 23.15 sportuitsl. 23.20-24.00 Gram. HILVERSUM II. 208 m. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 10.00 CON VENT VAN KERKEN. 11.30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45-24.00 KRO. KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws en water standen. 9.45 Geestelijke liederen. CONVENT VAN KERKEN: 10.00 Le ger des Heils-samenkomst. NCRV: 11.30 Gram. 11.50 Koorzang. KRO: 12.15 Apologie. 12.35 Instr. octet. 13.00 Nws. 13,05 De hand aan de ploeg, caus. 13.10 De wadders, hoorsp. 13.30 Lichte muz. 13.45 Boekbespr. 14.00 V. d. kind. 14.30 Zang en piano. 15.00 Twee violen en clavecimbel. 15.30 Muzikale caus. 16.00 Sport. 16.30 Ves pers. IKOR: 17.00 Ned. Herv. kerkd. 18.00 Het geladen schip, causerieën. 18.30 De kerk aan het werk. 18.40 Bijbelvertelling. NCRV: 19.00 Nws. uit de kerken, 19.05 Koorzang. 19.30 De mens en ik: Christus. De Wijsheid, caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00 Groot slem, hoorsp. 20.15 Cabaret. 20.45 Gram. 21.20 U bent toch ook van de partij?, caus. 21.30 Waar is Mr. Mil- burry, hoorsp. 22.10 Lichte muz. 22.30 Gram. 22.45 Avondgebed en lit. kal. 23.00 Nws. 23.15 Moderne muz. 23.40- 24.00 Gram. RADIO VATICANA. (31ml0; 41m21; 48m47; 196m.) 22.15 „Co-existentie van gelovigen en ongelovigen", volgens de opvat tingen van Mgr. Fulton Sheen. MAANDAG. TELEVISIEPROGRAMMA'S. NTS: 20.00 Journaal en weerber. NCRV: 20.20 Act. 21.05 TV-documen- taire. 21.30 Nieuwe gram. 22.00 Dag sluiting. HILVERSUM I. 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20-24.00 VARA. VARA: 7.00 Nws. 7,10 Gym. 7.23 Gram. 8.00 Nws. 8.18 De Matrijspoort. (Om 9.35 Waterst.). VPRO. 10.00 Voor de oude dag, caus. 10.05 Morgenwij ding. VARA: 10.20 Gram. 11.00 Oude en nieuwe dansen. 11.35 Alt en piano. 12.00 Amus. muz. 12.30 Land- en tuin- bouwmeded. 12.33 V. h. platteland. 12.38 Pianoduo. 13.00 Nws. 13.15 V. d. Middenstand. 13.20 Pianotrio. 13.45 De weg naar volwassenheid, caus. 14.00 Instr. trio. 14.25 Zoals u en ik, hoorsp. 15.15 Gram. 15.45 Zestig min. voor boven de zestig. 16.45 Dansen en discussie. 17.00 Hammondorgelspel en zang. 17.20 Mariniérskapel. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Lichte muz. 18.40 Pianorecital 19.00 Pari. overz. 19.15 Het puik van zoete kelen, muz. caus. 19.45 Regeringsuitz.: De B.B. van binnen en van buiten: Mr. L. Tielenius Krythoff, directeur v. d. stichting bevordering bescher ming bevolking, vraagt de aandacht van de Nederlandse Noodwacht. 20.00 Nws. 20,05 Refrein-Festijn. 20.30 Ca baret. 21.00 Etherforum. 21.40 Marim ba. 22.10 Trombone-ens. 22.35 Blaas- kwint. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.30- 24.00 Amus muz. I-IILVERSUM II. 293 m. 7.00-24.00 NCRV. 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 Gewijde muz. 7.50 Een woord voor de dag. 8.00 Nws. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 V. d. zieken. 9,30 V. d. vrouw. 10.15 Rondom het woord: theologische etherleergang. 11.00 Gram. 11.25 Luis- terwedst. 12.00 Lichte muz. 12.25 V. boer en tuinder. 12.30 Land- en tuin- bouwmeded. 12.33 Instr. septet. 12.53 Gram. of act. 13.00 Nws. 13.15 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.30 Gevar. progr. 15.30 Qmr. ork. 16.00 Bijbeloverd. 16.30 Cello en piano. 17.00 V. d. keuters. 17.15 V. d. jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber, 17,45 Regeringsuitz.: Rijksdelen Over zee: Een huisvrouw uit Hollandia vertelt, door Ingrid den Toom. 18.00 Orgelspel. 18.30 Friese uitz. 18.45 Gr. 18.50 Openbaar kunstbezit, caus. 19.00 Nws. en weerber. 19.10 Volksliederen. 19.30 Radiokrant. 19.55 Op de man af, caus. 20.00 Gram. 20.30 Dagoe, hoorsp. 21.30 Lichte muz; 22.00 Parlementair comm. 22.15 Muzikale caus. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15- 24.00 Gram. GRAMMOFOONPLATEN- PROGRAMMA DRAADOMROEP. (over de 4e lijn). I. Peter Tsjaikowsky: 1, Fantasie Ouverture „Romeo en Julia"; 2. Con cert voor piano en orkést. nr. 1 in b kl. t. op. 23. II. Nicoiai Rimsky Korsakov: „She- herazade" op. 35. III. Sergei Prokofiev: Symphonie nr. 1 in d gr. t. op. 25 (Klassieke Sym phonie). RADIO VATICANA. (SlmlO; 41m21; 48m47; 196m.) 22.15 Huwelijks-voorzorg in Zuid- Amerika; momentopname in Thai- landse gevangenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1959 | | pagina 9