OP EEN EMIGRANTENSCHIP De Nederlandse handschoen de Engelse meren land van ongerepte schoonheid VAN EEN WOONSCHIP OOK NAAR T BUITENLAND DE I.EIDSE COURANT Het MEREN-DISTRICT heeft een betove- rende naam. Men vindt er bergen, meren en bossen van een woeste, grootse schoonheid. De bevolking bestaat uit stoere, nijvere mensen. Dit alles maakt dat deze streek een aantrekkelijk centrum is voor toeristen. Het district, dat in het noordwesten van Engeland is gelegen, vlak bij de Schotse grens, en dat de graafschappen Westmorland, Cumberland en een klein deel van Lancashire omvat, heeft de hoogste bergen en grootste meren van Engeland (niet te ver warren met Groot-Brittannië). In vergelijking met die van andere landen zijn de bergen niet hoog en de meren niet groot, maar dat neemt niet weg dat zij op zichzelf beschouwd juwelen van natuurschoon zijn. In de kleine dorpjes aan de oevers van de meren, komt men vrijwel geen toeristen tegen. Het uitgestrekte heuvelachtige terrein neemt hen als het ware geheel op; en men is daar, waar de natuur nog de meester van de mens is, alleen met de aarde en de hemel. Breng eens een bezoek aan deze streek, in dien' mogelijk in mei of juni, wanneer het jonge groen van de bossen nog door een tere waas is overdekt, of in de.herfst, wanneer de prachtige gloed der bomen en varens het landschap een schitterend aanzicht geeft. Het Meren District is echter ook in de zomer een bezoek waard. Gedurende de wintermaanden is het leven hier voor de boer zeer zwaar. In dit jaargetijde kan men er schaatsen op de hoger gelegen meer tjes, en wanneer er voldoende sneeuw is ge vallen, kan men er goed skiën, of er met de bobslee op uittrekken. Het Meren District is een paradijs voor de wandelaar, en indien U er een week tussen uit kunt neem dan een paar stevige met spijkers beslagen schoenen mee, warme kleren, een goede wandelstok, een wandelkaart en niet te vergeten een kompas (want zelfs in de zomer kan men plotseling door mistbanken worden overvallen). Op deze manier alleen kan men de bevolking en het land goed leren kennen. In dien U een serieus bergbeklimmer bent, be denk dan dat, ofschoon de bergen niet erg hoog zijn, vele van 's werelds beste bergbeklimmers nog steeds eerbied voor hen hebben. Beklim de rotsen niet zonder advies van degenen, die de streek werkelijk goed kennen. M AAR MISSCHIEN hebt U geen tijd of zin om deze streek te voet te doorkruisen. Mocht dit zo zijn, dan kunt U ook per auto of in een van de luxe bussen een goede indruk krijgen van de streek, en al de charme aanschouwen van de meren en dorpjes. Indien U uw eigen autoroute uitstippelt, vergeet dan niet dat de accommodatie in deze streek beperkt is en dat men voor de zomermaanden altijd van tevoren dient te bespreken. Tevens dient U zich te be denken dat enkele routes in het Meren District zeer steil zijn. De uitgestrektheid en ongerepte schoonheid heeft reeds vele eeuwen dichters en schrijvers geïnspireerd. Wordsworth, Coleridge en Southey hebben er allen gewoond. John Ruskin heeft vele jaren in Coniston doorgebracht en is daar gestorven. Hugh Walpole maakte de streek om Derwentwater onsterfelijk in zijn „Herries Chronicles"". Het district tussen Windermere en Esthwaite was een geliefkoosd oord van Beatrix Potter, wier kinderboeken over Peter Rabbit reeds vele generaties in verrukking hebben gebracht. Men heeft in het voorafgaande kunnen lezen hoe men op twee verschillende manieren het land kan leren kennen, door het zelf te gaan zien of door het te zien door de ogen van een schrijver, maar er zijn nog veel meer manieren. NDIEN U de streek per auto gaat doorkrui sen zult U zeer waarschijnlijk wel in Kendal, een oude stad in het zuiden van het graaf schap Westmorland, beginnen. Van Kendal reist men vervolgens naar Windermere, het grootste en meest geëxploiteerde meer, onge veer 5 kilometer lang, maar slechts twee kilo meter breed, gemeten op het breedste stuk. Stoomboten varen hier bedrijvig heen en weer en men vindt er een uitstekende gelegenheid tot het beoefenen van de zeiisport. Aan de oos telijke oever ligt Bowness en aan de noorde lijkste punt Ambleside; beide plaatsen hebben vele goede hotels. Meer naar het westen in het graafschap Lancashire vindt men de meren Esthwaite Water, ondiep en met veel riet begroeid, en Coniston Water, met op de achtergrond de 800 meter hoge berg Coniston Old Man, die zonder gevaar beklommen kan worden tenminste in dien men de paden volgt. Wij verlaten Windermere nu via Troutbeck, dat iets van de oostelijke oever van het meer af ligt, en wij volgen de prachtige weg in noor delijke richting over de Kirkstone Pas, welke ons naar het op één na grootste meer leidt, Ullswater. Dit meer wordt door velen be schouwd als het mooiste meer. Op de achter grond ziet men de berggroep de „Hevellyn" en zijn omringende „fells" (bergen), die hoog bo ven alles uitsteken. In het voorjaar zult U de oevers bezaaid zien met goudgele narcissen, wel ke heen en weer wiegen in de wind, zoals ze dat lang geleden voor Wordsworth ook deden. Even naar het zuidoosten ligt Haweswater, en in het zuiden, tussen Windermere en Ulls water, vindt men de kleine meren Rydal Water en Grasmere. Grasmere is een prachtig meer in een schit terende omgeving. Het dorp is beroemd om zijn jaarlijkse sportdag, welke in de regel op een donderdag in augustus wordt gehouden. Enkele van de onderdelen van deze sportdemonstratie zijn het traditionele worstelen en het jagen achter de meute. In Grasmere verbleef William Wordsworth sinds 1802, in welk jaar hij er met zijn bruid kwam wonen; hij stierf er in 1850. Dover Cottage, zijn eerste huis in Grasmere is nu toegankelijk voor het publiek, het is inge richt als een museum ter nagedachtenis aan deze beroemde dichter. Ten westen van Ullswater ligt Thirlmere en vervolgens Derwentwater met Keswick aan haar oever, welke laatste plaats het beste uitgangs punt is voor tochten langs de noordelijke me ren. Derwentwater wedijvert met Ullswater om de naam, het mooiste meer. E EN VAN DE mooiste dalen in het Meren District het beroemde Borrowdale begint bij Ullswater. In het noorden ligt de 1000 me ter hoge berg de Skiddaw, en hierachter ligt het dorpje Caldbeck, waar John Peel heeft gewoond. Bij Keswick ligt het plaatsje Greta Hail, waar Coleridge en Southey vele jaren hebben gewoond. Aan het andere eind van het meer komt U via een prachtige weg, die door het Borrowdale loopt, in Seatoller, en verder komt U over de Honiston Hause, een bergpas, aan de „Head of Buttermere"; ten zuiden hiervan ligt de hoogste berg van Engeland, de Scafell Pike, 1100 meter hoog. Buttermere is een Van de drie meren, die de rivier de Cocker voeden, de andere zijn Crummock Water en Loweswater. Hier ligt het kleine dorp Cockermouth, waar Wordsworth is geboren. Zijn geboortehuis is nu eigendom van de National Trust en toegankelijk voor het publiek. Van Cockermouth kan men een goede weg in zuidelijke richting inslaan. Als U ver volgens de eerste zijweg inslaat naar Wast- water komt U via de steile Hardknott Pas weer in Ambleside. U heeft nu de mooiste plekjes van het Meren District gezien. Enthousiaste bewonderaars beweren dat men slechts in een mensenleven de streek ten volle kan leren kennen, maar door er uw vacantie door te brengen kunt U in iede: geval een indruk krijgen van al het schoons dat deze streek te bieden heeft. (Van onze correspondent in Australië) „Waar ik in Holland nog niet over durfde dromen, wordt hier nu wer kelijkheid," zegt Mevr. Balfoort met het oog op haar toekomstige woning. Het echtpaar Balfoort had nog omeer te danken aan de familie schip, dat aan de Jan Steenlaan in Overduin, want behalve dat voor tij- Warmond lag; toen stapte het overdelijke huisvesting was gezorgd, kon RIE JAAR had het echtpaar BalfoortTroostberg gewoond in een op een ander schip en voer naar Australië. „Hier hebben we tenminste een huis," juicht Mevr. Balfoort nu. Hetgeen overigens niet de enige reden was om de zeeën te gaan be varen. „Ik zag in Holland geen toekomst in. mijn vak; het leek me in Austra lië beter en ik ben daarin niet be drogen uitgekomen," zo constateert de heer Balfoort. Zijn vak was kleuretser, hetgeen te maken heeft met drukkerijbe drijven. „Niet dat het kwaad was, daar niet van, maar ik zag geen kans om ooit zelfstandig te worden en die moge lijkheid is er in Australië wel," ver klaart hij. Dat wonen op een schip verliest op den duur ook z'n aantrekkelijk heid. „Maar we zagen geen kans om aan een huis te komen," vertelt Mevr. Balfoort. En daarom had ook zij er volle vrede mee om nog zes weken toe te voegen aan het verblijf op een schip om naar Australië te varen. Geen kamp. Ze hadden daar reeds kennissen, de familie Overduin uit Oegstgeest, die het echtpaar een tijdelijk onder dak bezorgde, zodat hun het kamp leven bespaard bleef. Vervolgens werden kamers betrokken in het plaatsje Redfern; één van de vele voorsteden van Sydney. En nu wordt binnenkort de vol gende stap gemaakt naar het eigen huis. waarvoor de grond is aange kocht en de bouwplannen gereed gemaakt. Dank zij de gelden, door Amerika beschikbaar gesteld aan Nederland voor hulp aan onze immigranten in Australië, kunnen ook de plannen voor het echtpaar Balfoort uitge voerd worden. ook de eerste „tip" voor een baan worden gegeven. Hij kwam daardoor al dadelijk in zijn vak terecht en is er sindsdien in kunnen blijven; maakte zelfs pro motie. In de methode van het etswerk vond de heer Balfoort niet veel ver schil met de wijze waarop in Hol land wordt gewerkt; slechts het tem po is in Australië rustiger. „Het is hier ideaal om te werken en ik hoop al spoedig aan m'n eigen bedrijf toe te komen," ontvouwt hij z'n plannen. te lange tijd weer terug te gaan naar school. Zij was nl. onderwijzeres aan de R.K. lagere school in de Timor- straat in Leiden. „Ik voel me nu nog niet zo hele maal thuis hier; eerst moet ik weer voor de klas staan," merkt ze op. Dat gaat echter zo gemakkelijk nog niet; eerstens moet de taal geen moeilijkheden meer geven, anders heeft de Australische schooljeugd het in de klas teveel voor het zeg gen! Voorts moet een aanvullend examen worden gedaan, waarvoor Mevr. Balfoort zich thans heeft aan gemeld. Overigens zal men het haar niet te lastig maken voor een benoeming, omdat men dringend om leerkrach ten bij het Australische onderwijs verlegen zit. „Het zal wel iets heel nieuws zijn om hier voor de klas te staan, want het onderwijs verschilt belangrijk van de methode in Holland," zo vond Mevr. Balfoort uit. Bij dit alles komen de financiële voordelen van het werk, zodat de heer Balfoort constateert: „We zien hier nieuwe mogelijkheden en je kunt iets anders van je leven Terug naar school. maken." Het echtpaar heeft er geen spijt Mevr. Balfoort hoopt binnen niet van het schip te hebben verlaten. Voor de tiende maal heeft de stich ting Lederwarenmode zich met een show tot de Nederlandse pers ge wend, en gezegd kan worden, dat de jongste presentatie zeker niet de minste is tot nu toe. Dat komt mede hierdoor, omdat naast de tassen- en koffermode nu ook de Nederlandse handschoen is geïntroduceerd. Die handschoen gaat zelfs het buitenland veroveren, tot in de Verenigde Sta ten. Voor de kwalitatieve eigenschap pen is kenmerkend, dat de Neder landse handschoen zich in de landen van de vroegere importeurs weet te handhaven tegenover een door zijn groter afzetgebied meer gespeciali seerde concurrentie. Intussen heeft een Nederlands in koper in een Frans Pyreneëndorp een looierij ontdekt, waar gekleurd lamsleder zodanig wordt gelooid, dat het zelfs voor handschoenen voldoen de soepel en wasbaar is. Nog pas de zer dagen zijn de eerste op deze ma nier bewerkte huidjes ingevoerd. Door een en ander is het mogelijk geworden, dat thans ook zogenaamde sets van avondtas, avondschoenen en ceintuur samen met de handschoen in de handel worden gebracht. Voor het ingetreden seizoen is de tassenmode gekleed en toch ruim, licht geplooid of strak naar verkie zing. Die lagere tas past zich aan bij de vermoede eisen van de korte rok, zoals ons werd verzekerd: het trape zium bij de wijdvallende modellen, de plooien bij de empire-uitingen waarin de hoge taille eveneens met het effect van plooien wordt aange geven. Het handvat van de moderne tas wordt vaak wat meer naar binnen bevestigd; de schoudertas handhaaft zich en de beugeltassen overheersen de overslagmodellen. De beugels zijn afwisselend recht of hebben een be heerste fantasievorm. Ook bij het kiezen van de kleuren der ledersoor ten is grote harmonie met de kle- dingmode nagestreefd. Als leersoort kiest men thans veel lichtgenerfd rundleder. Maar ook nappa en suède worden nog druk verwerkt; voor luxe damestassen blijft de echte an tilope nog een veelgevraagde kwali teit. Reis- en zogenaamde stadtassen worden meer en meer een mode-arti kel en men vindt ze in allerlei uit voeringen en kwaliteiten, tot alumi nium toe. Ook hier laat de Neder landse industrie zich niet onbetuigd, hetgeen de aanwezige collectie duide lijk heeft bewezen. Tenslotte wijzen we op de kleine geschenken, die zo tegen Sinterklaas wel veelvuldig zullen worden ge vraagd. De keuze is belangrijk en de geschenken zien er duurzaam uit. Er is werkelijk te veel keuze om hier een opsomming te geven. Van een bepaalde fabrikant van lederwaren zagen we een constructie waarmee het mogelijk is, fietstassen met een enkele handbeweging muurvast op de bagagedrager te bevestigen. Het schijnt mogelijk te zijn, dat overeenkomstig een bepaald, geheim gehouden procédé gekleurd leer ach teraf kan worden gemetaliseerd. We zagen althans soepel en goed was baar gemetaliseerd goud- en zilver- leer, waarvan handschoenen zijn ver vaardigd die tegen „bereikbare" prijs beschikbaar zijn. Boekbespreking „Bouwondernemers bouwen", door Ad Bevers (tekst) en Mar- tien Coppens (foto's). Nitg. Nederlandse bond van bouwon dernemers. Onder deze wat zinledige titel (wat zouden bouwondernemers an ders doen?) heeft genoemde bond, luister bijzettend aan zijn zilveren jubileum, een overigens prachtig boek uitgegeven. Sobere tekst hier en daar, van Ad Bevers en een keur van prachtige foto's over de arbeid, het bouwen en over het gereedgeko men product. Op deze wijze hebben de bouwondernemers een prachtige documentatie gegeven van de bouw activiteit in Nederland. „Olivia op de planken", door Pamela Brown. Prisma-Ju niores. Uitg. Het spectrum, Utrecht. Voor oudere meisjes. Het moet wel heel erg zijn voor een 15-jarig meisje, als je onver wachts van school af moet, omdat je ouders geen geld meer hebben. En nóg erger als er al een baan voor je gezocht is bij een oude oom die een reizend theater heeft. Toch heeft het hoofdpersoontje in dit boek er zich dapper doorgeslagen op een wijze waarom men het soms uit kan scha teren. Een kostelijk boek!!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 20