Drijvend dorp in iussen Leiden en de Trekvliet Voorschoien Dikkerboom en Sybrandy spuiten Zuidwest bouwrijp Zoeierwoudse ruiterij pareerde op sportieve wijze uitdaging van ,,Fotis' ZATERDAG 22 NOVEMBER 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Baggeren is een zeer merkwaardig beroep, waaraan zeer merkwaardige mensen hun hart hebben verpand. Overal waar iets te zuigen of te spui ten is komen de Friese polderjongens van Dikkerboom en Sybrandy de ri vier afzakken als destijds de Batavie ren en zij vestigen zich met hun woonarken in de omgeving van het werk, dat verricht moet worden. Dat is in Leiden het opspuiten en bouw rijp maken van de gebieden Zuid west 5, 6 en 9, waarvan men al ge reed is met het terrein, achter de sportterreinen aan de Boshuizerkade Vijftig, zestig man personeel van dit karwi" hebben een eigen gemeen schap gevormd in de buurt van Alle- mansgeest. Hun kinderen hebben zij in Voorschoten op school gedaan. De post komt er, de melkboer en de sla ger staan elke morgen voor de deur en voorts wordt met man en macht gewerkt aan de taak waarvoor men staat. Het aanvoeren van zand met bakken, die getrokken worden door sleepboten uit het Zwij land in De Kaag, via de Zijl en het Rijn en Schiekanaal, naar Allemansgeest, waar de grootste zuiger, waarover D. en S. kan beschikken van de vroege morgen tot de late avond grommend het zand van de Kaag opzuigt en via een kilometer lange persleiding,' naar de overzijde van de Voorschoterweg Recreatiegebied gesloten Apeldoorn stelt verkwisting aan de kaak In de Apeldoornse gemeenteraad, die gisteren en vandaag de begroting behandelt, hebben verscheidene le den er bezwaar tegen gemaakt, dat ongeveer 600 hectaren recreatiege bied in de omgeving van Apeldoorn op last van het ministerie van land bouw voor toerisme zijn gesloten, omdat dit terrein als wildreservaat is aangewezen. Een van de raadsleden betreurde het, dat in deze tijd van bestedingsbeperking een raster van 7 kilometer lengte met verschillen de wildroosters geplaatst wordt, waarvan de kosten circa 125.000. bedragen, terwijl bovendien nog drie jachtopzienerswoningen worden ge bouwd voor een bedrag van naar schatting 60.000.totaal. Maar het ergste is wel, aldus verscheidene le-1 den in de Apeldoornse raad, dat op deze wijze opnieuw aan het toch al zo schaarse recreatiegebied wordt geknabbeld. Burgemeester mr A. L. Des Tombe was het hier volkomen mee eens. Het is allemaal geruisloos geschied, zonder dat de mening van de ge meente werd gevraagd, zei hij. Het is moeilijk te zeggen wat hier tegen gedaan kan worden. Ambtelijk zal weinig bereikt kunnen worden, maar wel zal het mogelijk zijn de Neder landse publieke opinie aangaande deze kwestie te beïnvloeden, zodat de Kamer min of meer onder druk ge zet zal kunnen worden. Enige tijd ge leden hebben Kamerleden namelijk een bezoek aan de genoemde terrei nen gebracht en daarbij kwam men nogal onder de indruk van het her tenreservaat. Het is onder andere de bedoeling het edelhert te bescher men, maar de burgemeester kon niet de garantie geven dat er door het zetten van hekken en palen helemaal geen ontmoetingen meer zullen zijn tussen een edelhinde en een dam hert. spuit. De zuiger heeft een capaciteit van 22600 kub. meter zand per week. Tot maart zeker nog is men hier be zig. Dan gaat de zuiger over naar Leiden noord, waar de terreinen langs de spoorbaan (achter Schutters veld) Groenoord, waar de veemarkt moet komen en ook de Kikkerpolder onder handen genomen zullen wor- meenschap van Friese Polderjongens gevormd, die een ligplaats in de Stinksloot gevonden hebben. D. en S. hebben dit werk van de gemeente Leiden onderhands aange nomen voor een bedrag van ruim vier miljoen gulden. Zij houden nu al rekening met de aanleg van singels en wegen in dit deel van het uitbrei dingsplan; met riolering ook en het diepriool, dat van dit zuidelijkst stadsdeel leidt naar de aan het Voor schoterweg te bouwen rioolwater zuiveringsgebouw. Dit is het gebied ten westen van het Bevrijdingsplein, dat niet zo lang ge leden door de N.V. Dikkerboom en Sybrandy is opgespoten. De luchtfoto werd in het voorjaar gemaakt. Links het bevrijdingsplein, daarachter het Korfbalveld, rechts de Fortuinsloot die in het plan Zuid-West de rol van Singel krijgt toegewezen en daar achter de Stille Vliet en de huizen aan de Leidseweg. Rechts onder ziet men de aanbouw van de eerste huizen in de „compo- nistenbuurt". Duidelijk ziet u op de ze luchtopnamen de loop van de Churchillaan, die de Haagweg met de Voorschoterweg, verbindt. Op de foto ziet men de bakkenzuiger „Anne" in de Vliet bij Allemans geest. Links het café-restaurant, daar achter het botenhuis. In het midden de weg langs de Vliet en op de ach tergrond de Voorschoterweg, waar heen de persbuizen leiden. Het ge bied achter de Voorschoterweg wordt thans bouwrijp gemaakt. Wie langs de Voorschoterweg gaat kan zich in gedachten al een kleine voorstelling maken hoe het moet worden. Links ligt het grote verkeersplein bij de Lammebrug, waaraan de eerste van de drie grote zeven verdiepin gen flats ligt. Daarnaast de entree van de in de nabije toekomst te bou wen fabriek van Royal Mc Bee. En dan tot de Leidseweg toe een dichte bebouwing van twee-, drie- en vier verdiepingen flats. Dit gebied is thans „omkaaid", zoals de polderjon gens het noemen, er zijn dammen ge legd om te voorkomen dat het water, dat het zand naar dit terrein voert over andere gebieden zal uitvloeien. Zand is er genoeg in de Kaag horen wij van de man, die met dit werk be last is. Dagelijks worden ruim 3000 kub. meter met de acht bakken door de vijf sleepboten aangevoerd, waar voor de vier bruggen die tussen het Z wij land en Allemansgeest liggen ze ven en dertig maal geopend moeten worden. De bakken steken ook niet dieper dan anderhalve meter, men moet speciaal van dit type gebruik maken, omdat er onder de Lamme brug een houten dorpel ligt. In de knusse kajuit van deze zand zuiger hebben we iets gehoord van de geschiedenis van de N.V. Dikker boom en Sybrandy, die in waterstaats- kringen de „Fransozen" genoemd worden. Dat vindt zijn oorsprong in het feit, dat de Dikkerbooms in 1923 veel werk in Frankrijk hebben uitge voerd. Zij zijn er overigens niet rijker van geworden, want na de devaluatie van de franc bleek dat zij maar vijf francs over hielden. Aane Ynze Dikkerboom is in de jaren vóór en tijdens de eerste we reldoorlog begonnen met een simpele praam en een handbeugel, waarmee hij van zeer vroeg tot heel laat de Friese slootjes uitdiepte. Hij heeft dit lang volgehouden, maar op de duur bleek er toch diepte in dit werk te zitten; hij schafte zich een kleine baggermolen aan en met zijn zoons slaagde hij er in een klein bedrijfje op te bouwen. De zoons zetten het voort en de geschiedenis, die toen volgde wordt gemarkeerd door de baggermolens in verschillende ma ten, die er in de loop van de jaren bijkwamen. Nu heeft men gelijktijdig de aanleg van het toeleidingskanaal bij de nieuwe stuw te Amerongen, het graven van kanalen in Oostelijk Flevoland en het opspuiten van dit terrein te Leiden onderhanden, naast vele onderhoudswerken. In geheel Nederland werken ongeveer 200 man personeel, aan het project te Leiden al ongeveer 60 man. Men beschikt over vijf zandzuigers van verschil lende grootte en de grootsten zijn drijvende industrieën zes bagger molens en vele tientallen bakken. Onlangs is bij het veertigjarig be staan van D. B. de oudste firmant de heer Ynze A. Dikkerboom onder scheiden met de benoeming tot rid der in de orde van Oranje Nassau. Men ziet dat ook het werken met praam en beugel ergens toe kan lei den. Tot Leiden bijvoorbeeld, waar een kleine maar hechte gemeenschap i aan een 9tevig fundament voor een De pijpleiding, die gevoed wordt door goede toekomst van de Sleutelstad zware pompen, werken. I Steek-toernooi langs de Trekvliet Van wilde paarden en bokkesprongen Het studentenleven is vol van steekspelen. Uitdagingen van allerlei aard het begint al bij de ontgroe ning worden steeds op afdoende wijze gepareerd. De student wordt daarin door niemand overtroffen. Toch hebben gisteren studenten van de jaarclub „Fotis" van het Leidse Studenten Corps hun meester moeten erkennen in de landelijke ruiterij- vereniging „St. Jeanne d'Arc" van Zoeterwoude. „Met sherry op de merrie" Bij gelegenheid van de aanvang van het vijfde jaar, hadden de leden van „Fotis" een uitdaging gericht aan de Zoeterwoudse ruiterij, tot het hou den van een ringsteek-toernooi te paard. De meeste Fotis-ruiters hadden paarden nog nooit van dichtbij ge zien en het is hen angstig te moede geweest toen ze op het gestelde uur, •vier paarden het strijdperk aan de Trekvliet nabij de Lammebrug zagen binnen galloperen. De „bezichtiging van de stallen" heeft deze gevoelens nog bij hen versterkt, toen een van de dieren zijn voeten veegde op een stuidentenbroek. „Hij is wat slaanderig", veront schuldigde de amazone haar vier voetige vriend. De tegenpartij be weerde galant, dat dat geen naam mocht hebben, maar bleek toch van oordeel, dat een opwekkend drankje nodig was op de goede afloop. De richting kwijt. En dat baatte: gelaten wachtten de Fotis-leden het ogenblik af, waarop hun namen werden afgeroepen en ze in het zadel geholpen werden. Eerst op dat ogenblik bleek, dat de intelli gentie van paarden niet overeen stemt heeft met menselijke „common horse-sense" (alledaags paardenver- stand). Wat de nieuwbakken ruiters ook probeerden, het bleek onmoge lijk om hun dieren in de richting van doel te krijgen. De paarden maakten bokkesprongen. Ze steiger den, draafden weg, stopten onver wacht of sprongen opzij op het ogen blik, dat de ruiter juist van plan was de ring af te steken. Anderen kwa men nooit bij de ring aan. Het was een dwaas vermaak, dat inspireerde tot tal van dwaze opmer kingen en veel gelach. Een van de studenten, die werd opgeroepen voor de tweede ronde, liep eerst nog even langs de mobiele bar omdat het hem „met sherry op de merrie" be ter afging. Een ander, die hangend aan de flank van een redeloos sprin gend paard, de finish naderde gaf tot grote vrolijkheid van de toeschou wers te kennen dat hij „er eigenlijk wel even af wilde". Een derde wenste uitsluitend te rij den op een zwart paard, „een van het rustige type". Maar er was ook iemand, die de moed in de schoenen gezonken was, toen hij het veld op kwam. Men bood hem een paard aan maar hij trachtte te bedanken met een: „Ik liever niet! ik ben bang en ik beken dat ruiterlijk". Toch moest hij rijden en het viel allemaal nogal mee. Er beek geen EHBO nodig te zijn en ook df valhelm, die een van de Fotis-dapperen op het moede hoofd had geplant, bleek een over bodig attribuut. Tussen de bedrijven door werd het eigenlijke ringsteken met 26 tegen 11 gewonnen door „Jeanne d'Arc". Eerlijke verliezers. Fotis toonde zich de eerlijke ver liezer. In een korte speech dankte haar pro-praeses, de heer Ernst Nau- ta, voor het sportieve antwoord op de uitdaging, die door de Zoeterwoudse ruiters op overtuigende wijze gepa reerd was. Spr. overhandigde de voorzitter van de winnende ruiterij, de heer Q. Onderwater, een afbeel ding van Fotis, „de ideale vrouw", ten behoeve van de tropheënkast. De praeses, de heer J. N. de Boer, dank te de heer Onderwater voor de voor treffelijke wijze, waarop hij dit fes tijn in zo korte tijd had georgani seerd. Na het zingen van het club lied „Fotis in ons ideaal", trokken de studenten soos-waarts. Des avonds was er een bijeenkomst in „Ik leer nog". NOG NIET GOEDGEKEURDE GEMEENTEBEGROTINGEN. Ongeveer zeventig gemeenten heb ben nog geen rijksgoedkeuring ge kregen op de begroting 1957 en meer dan vijfhonderd nog niet op de be groting 1958. Zelfs zijn er enkele ge meenten, die op de begroting 1956 nog geen goedkeuring ontvingen. Die wonderlijke situatie is gisteren gesignaleerd door de Apeldoornse wethouder van onderwijs, de heer J. Quast. Hij oefende tijdens de behan deling van de gemeentebegroting scherpe kritiek op de houding van het rijk bij de vaststelling van de fi nanciële verhouding tussen rijk en gemeente. Hij vond dat het rijk te veel aan dacht besteedde aan details, waar door het werk zich ophoopt en er grote achterstanden ontstaan. Daar door is een situatie ontstaan, waarin het besturen van een gemeente eigenlijk onmogelijk is, aldus de heer Quast,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 7