Met'nrïgoreus ritueel is de Pauskeuze omgeven
De vrouw/, waarop
Frankrïjks redder steunt
VANAVOND OM 6 UUR
LUIDT HET EXTRAOMNES
Het eigenlijke u/erkvan't
Conclaaf begint zondag
»Madame la Générale« doet haar inkopen zelf
ALLE BEGIN BLIJFT MOEILIJK
ZATERDAG 25 OKTOBER 1958
DE T.EIDSE COURANT
PAGINA 7
PLECHTIGHEDEN TER OPENING VAN HET CONCLAAF, begin
nen vandaag, volgens traditie te 16.00 uur (Ned. tijd), als de kardinalen
bijeengekomen zijn in de „Zaal der Klederen". Romeinse patriciërs, diplo
maten en andere gasten zijn verzameld in de Koninklijke Zaal en de Pala-
tijnse Garde heeft de wacht betrokken in de z.g. Hertogelijke Zaal.
Voorafgegaan door de Zwitserse Garde en stafdragers begeven de kar
dinalen zich in processie door de Koninklijke Zaal naar de Pauluskapel om
daar korte tijd te bidden. Daar bevindt zich de secretaris van het Conclaaf
om van alle „conclavisti", priesters of leken, die de kardinalen in het Con
claaf vergezellen, de eed van geheimhouding en eerbiediging van de Con-
claafregels af te nemen. Daarna gaan allen, de „conclavisti" in het zwart,
het Vaticaanse koor in zwart en wit, de kardinalen in purper en de aarts
bisschoppen en bisschoppen van de pauselijke kapel, voorafgegaan door
een drager met het Pauskruis en het „Veni Creator" zingend, via de Her
togelijke en de Koninklijke Zaal en de Zaal der Klederen naar de Sixtijnse
kapel.
Hier, staande voor het altaar, houdt de kardinaal-deken een korte toe
spraak in het Latijn en leest de regels van het Conclaaf voor, zoals vervat
in de Apostolische Constitutie „Vacantis Apostolicae Sedis" van 8 december
1945. Dan leggen de kardinalen één voor één de eed van geheimhouding af,
alsook de secretaris van het Conclaaf, de ceremoniemeester en de gouver
neur en de maarschalk van het Conclaaf, ieder onder escorte van de Zwit
serse Garde.
De kardinaalszetels, met donker-paarse troonhemels, staan in het priester
koor van de kapel, langs de zijwanden en ook rechts en links van de
ingang. Voor elke zetel staat een tafeltje met schrijfmateriaal. Meer naar
voren staan grote groenbeklede tafels voor de stemopnemers.
De namen der kardinalen worden in rangorde afgelezen en elk van hen
verlaat, nadat zijn naam is afgeroepen, zijn zetel en gaat naar de Konink
lijke Zaal waar een lid van de edelgarde, zijn gelid verlatend, naast hem
komt lopen om de kardinaal via de Hertogelijke Zaal, waar de Palatijnse
Garde het saluut brengt naar diens appartement te begeleiden.
In hun appartementen mogen de kardinalen nog bezoek ontvangen tot
dat te achttien uur de bel wordt geluid en de roep weerklinkt: „Extra om-
nes" (allen naar buiten).
DE VERZEGELING.
DE HOOFDEN van de drie kardi
naals-orden komen met de Ca-
merlengo, de secretaris van het Con
claaf, de prefect der ceremonie, twee
ceremoniemeesters en de architect
van het Conclaaf in de Zaal der Kle
deren bijeen. Vandaar lopen zij langs
de binnengrens van het Conclaaf
complex, ve? gezeld van kaarsdragers,
om er zich van te vergewissen, dat
alleingangen gesloten en verzegeld
zijn. Teruggekeerd in de zaak. teke
nen zij een document, waarin dit ge-
constatee^cj wófdt. -
Tezelf3ertijd maken de gouverneuj:
Van "Jièt Conclaaf en de prins-maar-"1
schalk-bewaarder een ommegahg
aan de buitenkant, vergezeld van hun
gevolg, Zwitserse Garde eri vier pau-
selijke-troondragers met toortsen.
Ook zij tekenen een document als
hiervoor genoemd en doen dit door
een van de zogenaamde zes „ruote"
(kleine openingen die, behalve de
one vrijgelaten deur, nog contact
met het overigens afgesloten Con
claafcomplex mogelijk maken) aan
een vertegenwoordiger van de kar
dinaal-deken binnen toekomen.
De honderden sleutels, waarvan
vele antiek en zwaar, die gebruikt
zijn om het Conclaaf aan de binnen
kant af te sluiten worden dan de se
cretaris van net Conclaaf in bewa
ring gegeven. De sleutels van de bui
tenkant worden gegeven aan de
maarschalk (een erfelijke positie in
de familie Chigi) die als vertegen
woordiger van het Romeinse volk
wordt beschouwd.
De functie van gou erneur wordt
waargenomen door de pauselijke op
perkamerheer als vertegenwoordiger
van de geestelijkheid van Rome.
Bij elke „ruota" worden leden van
de Zwitserse en de Palatijnse Garde
op post gezet en er wordt ook gere
geld geïnspecteerd door Vaticaanse
prelaten en andere functionarissen.
„IN CAPELLAM, DOMINI."
IJ ET EIGENLIJKE WERK van het
Conclaaf begint zondagochtend
wanneer te negen uur de ceremonie
meesters langs gangen en trappen
gaan, de bel luidend en roepend „In
capellam, domini" (naar de kapel,
mijne heren).
Met purperen schoudermantels
over witte superplies en met purpe
ren bonnet op, komen de kardinalen,
die reeds zelf de H. Mis gelezen heb
ben bij de tijdelijke altaren, die bin
nen het Conclaaf zijn opgesteld, naar
de Sixtijnse kapel om de door de
kardinaal-deken gelezen H. Mis by te
wonen.
De sacrista zet het „Veni creator"
in, de documenten met de verklaring
omtrent de afsluiting van het con
claaf worden voorgelezen en daarna
worden de stembriefjes uitgedeeld.
Eén der kardinaal-diakens neemt
uit een purperen beurs drie houten
balletjes op elk waarvan de naam
van een kardinaal staat. De „betrok
kenen" fungeren als stemmentellers.
Drie anderen worden op dezelfde
manier aangewezen om de stem
briefjes van eventuele zieken uit hun
appartement op te halen in een ver
zegelde stemdoos. Nog drie anderen
worden aangesteld als revisor.
De secretaris van het Conclaaf en
de ceremoniemeester verlaten de ka
pel, die achter hen wordt gesloten.
De stembriefjes hebben het model
van een visitekaartje Daarop staat
gedrukt: eligo in summum pontifi-
cem rev. mumd. meum d. card.
baronium. Met verdraaid handschrift
schrijft de kiezer de naam van de
"kandidaat zijner keuze op de stippel
lijn en vouwt het stembriefje langs
een aangegeven lijn. Eén voor één
komen de kardinalen, met het briefje
tussen duim en wijsvinger van de
rechterhand boven het hoofd, naar
het altaar. Na een ogenblik geknield
te hebben doen zij het briefje in een
grote kelk op het altaar, daarbij
luidop een Latijnse formule zeggend,
pen, dat zij naar eer en geweten hun
stem hebben uitgebracht. Het stem
briefje van een kardinaal, die zijn
troon moeilijk kan verlaten, wordt
door de jongste stemmenteller afge
haald.
De stemdoos, waarmee de briefjes
van eventuele zieke kardinalen wor
den gehaald, wordt eerst open ge
toond om te laten zien dat hij leeg is.
Na het sluiten wordt de sleutel op
het altaar gelegd. Bij terugkomst
van de deputatie van drie verifiëren
de stemmentellers het aantal brief
jes in de doos en deponeren ze dan
één voor één in de kelk.
HET TELLEN DER STEMMEN.
VOORDAT DE STEMMENTEL
LING begint, neemt de jongste
teller de briefjes één voor één uit de
grote kelk en doet ze, luidop tellend,
in een andere kelk. Wanneer het
aantal briefjes niet klopt, worden ze
terstond verbrand en komt er een
nieuwe stemming.
Bij de eigenlijke stemmenteling
gaan de drie tellers aan een tafel
voor het altaar zitten. De eerste
neemt een stembriefje, vouwt het
open, kijkt naar de erop geschreven
naam en geeft het door aan de twee
de, die het op zijn beurt aan de derde
doorgeeft. De laatste leest de naam
luidop en alle aanwezige kardinalen
strepen die aan op een lijst, welke
ieder voor zich heeft liggen en waar
op alle namen der kardinalen ge
drukt staan. De tellers tellen de op
elke kandidaat uitgebrachte stem
men en tekenen de aantallen aan by
de namen op een gedrukt formulier.
De jongste teller rijgt alle stembrief
jes aah een draad, de naald door het
woord „eligo" stekend, en doet de
bundél- in een kelk op de tafel. De
drie revisors verifiëren dan alle stem
briefjes en de tellingen. Wanneer
geen kandidaat onbetwist de vereiste
meerderheid van twee-derde plus één
heeft behaald, wordt terstond op
nieuw tot stemming overgegaan.
Na die tweede stemming worden
de secretaris van het Conclaaf en de
ceremoniemeester weer binnengeroe
pen voor het verbranden van de
stembriefjes en alle andere op de
stemming betrekking hebbende pa
pieren in de aluminium-geschilderde
kachel, die in een hoek van de kapel
is geplaatst Wanneer het nog niet tot
een keuze is gekomen, voegt men er
wat vochtigrstroo (en thans ook een
bepaalde chemische stof) aan toe, m-
dat door de lange pijp, die door dè
zoldering naar buiten steekt, zwarte
rook de lucht in gaat.
Er worden zonodig twee stemmin
gen des ochtends e.i twee des namid
dags gehouden.
Zodra er wel een Paus gekozen is,
worden de secretaris van het college
van kardinalen, de prefect van de
apostolische ceremoniën en de twee
waarin zij Christus tot getuige roe- ceremoniemeesters in de kapel ont
boden. Ditmaal worden de stempa
pieren verbrand zonder toevoeging
van stroo, eventueel met wat wie
rook, zodat een witte rookpluim bo
ven het dak van de Sixtii nse kapel
df mensen buiten met de verkiezing
van een nieuwe Paus bekend kan
maken.
ALS DE PAUS GEKOZEN IS.
f"\E KARDINAAL-DEKEN vraagt
U de gekozene of hij de verkiezing
aanvaardt. Wanneer de betrokkene
niet direct antwoordt, beslist het
conclaaf met eenvoudige meerder
heid van stemmen, hoeveel tijd hem
gelaten zal worden om te antwoor
den.
Wanneer de gekozene toestemt, be
zit hij tegelijk alle pauselijke be
voegdheden Op een vraag van de
kardinaal-deken noemt de gekozene
de naam onder welke hij zijn ponti
ficaat wil voeren. Een document tot
getuigenis van verkiezing en naam—
keuze wordt opgesteld door de pre
fect van de apostolische ceremoniën,
met de'secretaris van het conclaaf en
de twee ceremoniemeesters als getui
gen.
De troonhemels boven alle kardi
naalszetels in de Sixtijnse kapel gaan
omlaag, behalve die boven de zetel
van de nieuwe paus, wie alle andere
kardinalen, in een halve cirkel 'voor
hem geschaard, hun eerste hulde ko
men brengen. Daarna wordt de lof
zang „Te Deum" gezongen.
De oudste kardinaal-diaken, verge
zeld van de ceremoniemeester, be
geeft zich naar de loggia in de voor
gevel van de Sint Pieter en zegt tot
het volk: „Nuntio vobis gaudium
magnum. Habemus Papam eminen-
tissimum ac reverendissimum domi-
num cardinalemqui sibi nomen
imposuit
(Ik kondig u een grote vreugde.
"Wij hebben een Paus, zijne eminentie
kardinaal die zich noemt
Onderwijl vergezellen twee ande
re kardinaal-diakens de nieuwe Paus
naar de sacristie, links van het altaar
in de Sixtijnse kapel, om hem te hel
pen kleden.
DRIE STEL PAUSELIJKE
GEWADEN.
IN DE SACRISTI hangen drie stel
pauselijke klederen van verschil
lende grootte gereed. Het ornaat be
staat uit een witte toog met sleep,
een witte schoudermantel, een rood
fluwelen cape met hermelijn afge
zet, een rode rijkelijk met goud ge
borduurde stola (teken van de pries
terlijke macht), een rode vilten hoed,
verder een wit zijden kruinkapje,
wit zijden sokken en rood fluwelen,
goudgeborduurde schoenen.
Toch was er niet altijd een passend
stel voor de nieuwe Paus aanwezig.
Voor Pius de XI bleek de grootste
aanwezige maat nog te klein, terwijl
voor diens voorganger, Benedictus
XV, het kleinste stel nog moest wor
den opgespeld.
In pauselijk ornaat komt de nieu
we gekozene terug in de kapel en
neemt plaats in de officiële pauszetel
voor het altaar. De kardinalen komen
op de rij voor hem op de onderste al-
taartrede knielen om zijn voet te
kussen en de vredeskus met hem te
wisselen. Dan knielen zij allen op
hun plaats, terwijl de nieuwe paus de
kapel verlaat om via de Koninklijke
Zaal, waar de conclavisti reeds bijeen
zijn om nem hulde te brengen, naar
de loggia van de Sint Pieter te gaan.
HET WAS NOVEMBER 1920. Een
felle zuid-wester zwiepte de
regen in het gelaat van de haastige
voorbijgangers op de ruime Place de
la Concorde. Onder hen bevond zich
Charles de Gaulle. Hij spoedde zich
met twee andere officieren naar de
Orangerie, waar een tentoonstelling
van schilderijen werd geopend. Toen
tertijd ging zijn kunstzin echter meer
uit naar vrouwelijk «choon dan naar
de doeken. Met kop en schouders
boven de genodigden uitstekende
ontdekte hij onmiddelijk de beeld
schone Yvonne Vendroux, die hij
enige dagen tevoren voor de eerste
maal had gezien.
Langs alle zijden langs zich heen
glurende deed hij een eerste ronde
HET COLLEGE VAN KARDINALEN(Huidi9«
oost europa j
Hongarije 1
Polen 1
ae/e 4
Syrië 1
Armenië 1
Chtno 1
India 1
australië 1
langs de schilderijen en toen de ere-
wijn werd rondgediend stond hij on
opvallend naast het meisje, dat ver
gezeld werd van haar vader, een
Canadees, die in het begin van deze
eeuw naar Frankrijk was getrokken
om ér met sukses een koekjesfabriek
te beginnen. Charles de Gaulle had
nog geen woord met het meisje ge
sproken, maar via een toegeschoten
vriend kwam de kennismaking tot
stand. Het gesprek vlotte best: in
geuren en kleuren vertelde hij over
Verdun, waar hij drie maal gewond
was geraakt maar in het vuur van
het gesprek maakte hij een onhan
dig gebaar met zijn te lange armen.
Zijn glas, de wet van het evenwicht
volgende, verloor zijn geestrijke in
houd en hoewel er overal plaats was
kwam de champagne juist terecht
op de boezem van Yvonne. De Gaulle
had hiermee een veldslag verloren
maar geen oorlog. Ondanks het wei
nig belovende begin trad hij een goed
jaar-later met Yvonne in 't huwelijk.
Nauwelijks getrouwd werd hij be
noemd tot professor aan de officiers-
school van Saint-Cyr en het jonge
vrouwtje 6chreef toen aan haar
vriendin:
„Ik ben dolgelukkig. De lange
Charles is een engel. We hebben nu
een tuin met rozen, die ik zelf zal
bijhouden. Ik wil je nog iets ver
klappen: binnenkort krijgen we een
baby. Ik hoop, iat het een jongen is.
Hij zal dan Philippe heten en ook
officier worden, net zoals zijn vader".
Het was een jongen. Hij werd Phi
lippe gedoopt en hij werd officier.
Hij is nu 36 jaar en bij de Franse
marine. Daarna schonk madame De
Gaulle het leven aan een dochter
Elisabeth, die gehuwd is met kolonel
Alain de Boissieux, thans toegevoegd
aan de staf in Algerië. Een derde
kind. een meisje, Anne genaamd,
bleek al op jeugdige leeftijd lijdende
te zy'n aan een ongeneeslijke bloed
ziekte. Met haar trad de tragiek in
het leven van het gezin De Gaulle.
In 1948, enkele dagen na haar twin
tigste verjaardag, overleed ze. Nim
mer is Yvonne dj Gaulle geheel over
deze vreselijke slag heen gekomen.
Nog altijd treurt ze over dit verlo
ren kind, dat zolang al haar liefde
opvorderde en het weemoedige waas,
dat nog altijd het knappe gelaat van
mevrouw De Gaulle overtrekt is een
erfenis van de blonde Anne.
PRESIDENTE IN COLOMBEY
tot eerste officier, tot redder van
Frankrijk, tot nationaal idool, tot
eerste minister en als zodanig volgde
ze hem naar Parijs om er haar intrek
te nemen in het paleis Matignon.
Veel liever was ze bij haar bloemen
in Colombey gebleven maar De
Gaulle beloofde haar plechtig iedere
vrije dag op het bescheiden landgoed
dat hij in 1933 aankocht, te zullen
doorbrengen. Hij en zijn vrouw ken
nen er alle inwoners. Ei eens zei
madame De Gaulle tegen haar man:
„Er wonen hier vier meisjes, die
Anne heten
Pas later ontdekte hij, dat deze
vier Annekes mooie kerstgeschenken
kregen.
De nieuwe toekomst overschaduwt
nu reeds haar bestaan: ze vreest over
enige maanden „Madame la presi
dente" te zullen zijn en dan in het
te grote Elysee te moeten tronen als
de ongekroonde koningin van de
vijfde republiek. Ook in dit geval zal
ze geen afstand doen van Colombey,
want in het landhuis „La Boisserie"
bracht ze het beste deel van haar
leven door.
„Iedere vierkante meter is me er
even lief" zei ze dezer dagen. „Over
al bloeien de herinneringen naast
mijn rozen. Beiden hadden ze gedacht
hier een rustige oude dag te mogen
slijten, want de met liefde overgoten
levensavond is weergaloos achoon en
heilig. Het belang van het vaderland
eist misschien, dat we voor zes jaar
naar de hoofdstad trekken. Als we
dan terug komen is Charles 73 jaar
en ikOch, laten we er maar
niet over spreken. Maar ik ben erg
blij, dat hij m~ beloofd heeft ook tij
dens een eventueel presidentschap
veel vrije tijd in Colombey te zullen
doorbrengen. Het paleis in Parijs,
waar ik me nooit thuis zal voelen,
zal vaak leeg staa:/'.
EEN EENVOUDIGE VROUW
MET YVONNE DE GAULLE krij
gen de Fransen straks een een
voudige maar sympathieke landsmoe-
der, die in vele opzichten doet den
ken aan de te vroeg ontslapen Ma
dame Coty. Ook zij is een „vrouw
zonder verleden, zonder make-up"
met een groot hart en een gevoelige
mond. Ze verkiest de eenzaamheid
en het eenvoudige gezinsleven verre
boven de officiële ontvangsten vol
pracht en praal. „Ik voel me er niet
thuis" zei ze kort geleden tegen haar
zoon. „Tijdens al die plechtigheden
ben ik natuurlijk erg trots op je va
der maar het is toch ook alsof ik
omgeven ben door een te nauw keurs
lijf, dat me het ademhalen bemoei
lijkt. Het zou me veel liever zijn ge
weest als vader en ik in Colombey
hadden mogen blijven...."
Madame De Gaulle blijft evenals
destijds Madame Coty graag in de
schaduw. Ze haat de pijnlijke schijn
werpers van het openbare leven en
ze heeft ook nu nog een heilige
schrik van het felle licht der foto-
verslaggevers.
In Colombey, waar ze nog altijd
„Madame la générale" wordt ge
noemd. doet ze ook nu nog steeds
zelf haar inkopen en met groot ge
noegen maakt ze dan een huis-tuin-
en-keuken-praatje met de winkeliers
of hun klanten. Achter het landhuis
„La Boisserie" heeft ze een verscho
len hoek, waarop nieuwsgierigen of
toevallige bezoekers geen onverwach
te blikken kunnen slaan. Onmiddel
lijk na haar aankomst in Colombey
vertrekt ze naar die vergeten hoek
in de tuin, voorzien van oude hand
schoenen en gekleed in trui en spij
kerbroek. Zelf gaat ze dan haar bloe
men verzorgen. Ze heeft nog een an
dere liefhebberij: haar huishouden
tje. Haar man is een gevaarlijke lek
kerbek. Volgens hem kan er niemand
koken zoals Yvonne, die hij volgens
zijn eigen verklaringen aan zy'n
schoonzoon, nog altijd lief heeft zo
als in 1920.
Nauwkeurig houdt Madame De
Galle ook zelf haar h jsÏ oudboekje
bij, waarin ze zelfs de kleinste uit
gaven optekent. Ze had daarom recht
van sprek-n toen ze dezer dagen te
gen Antoine Pinay, de minister van
Financiën zei: „Die statistieken uit
Parijs over de kosten van levens
onderhoud zegger. me niet veel. Ze
kloppen op geen stukken na met
myn eigen cijfers. A, zes jaar lang
is het leven duurder als uit jullie ge
leerde statistieken bliikt.
Van politiek zegt ze „niets te be
grijpen". Daarentegen i-eeft ze haar
man al verteld in Parijs graag een
sociale taak te vervullen maar ook
weer in de schaduw, in de stilte en
zonder een horde journalisten op
haar hielen, die iedere beweging en
ieder woord onmiddellijk vast leggen.