LEVENSLOOP VAN DE ONTSLAPEN WERELD-HERDER PIUS XII Zwak van gezondheid, sterk van geest Vredes-pontificaat oorlogsgeweld in een tijdperk van en vervolgingen DE LEIDSE COURANT Meer teleurstelling dan vreugde OP 2 MAART 1876 WERD TE ROME in het Palazzo Pediconi, vlak bij de Engelenbrug, tegenwoor dig Monte Giordano nr. 34, geboren Eugenio Pacelli, als derde kind en tweede zoon van het echtpaar Filip- po Pacelli en Donna Virginia Gra- ziosi, en spoedig daarna gedoopt in Santi Celso e Giuliano, een thans wat vervallen bedehuis waarvan zelfs de pastorie verdwenen is. Vader Pacelli was advokaat en lid van de Pause lijke commissie voor de codificering van het canoniek recht. De Pacelli's waren niet rijk doch wel van patricische familie, beho rende tot de kleine Romeinse, de z.g.n. zwarte adel. De grootvader van Eugenio, Marcantonio Pacelli, was plaatsvervangend minister van Bin nenlandse Zaken van de Kerkelijke Staat geweest en door Pius IX in 1853 in de adelstand verheven met de titel Heer van Aquapendente, waar in 1858 nog de titel van Heer van Santó Angelo aan werd toege voegd. (Een broer van Eugenio, Fran cesco, die namens Pius XI Achille Ratti deelnam aan de onderhandelingen die in 1929 leidden tot het befaamde Verdrag van Lateranen. werd om zijn verdiensten de erfelijke titel van Markies verleend. Twaalf jaar later werd dit eerbewijs gevolgd door de verheffing van al diens nakomelingen in de erfelijke prinsenstand door Victor Ema nuel III). Eugenio was negen jaar toen hij naar school ging en aangenomen werd als leerling van het Enrico Qui- lino Visconti-lyceum, een katholieke onderwijsinrichting. Als theologisch student bezocht hij daarna het Ca- pranica College en ontving na vol brachte studies (summa cum laude) op 2 april 1899 uit de handen van kardinaal Cassitta de H. Priesterwij ding. Hierop volgde een snelle loopbaan. Zijn grote gaven van hart en geest deden hem al spoedig opvallen en reeds in 1901 werd Pacelli verbonden aan de Congregatie voor buitenge wone kerkelijke aangelegenheden. In 1903 werd hij professor in het Kerkelijk Recht aan het Romeinse Seminarium en vijf jaar lang bezette hij een leerstoel in de kerkelijke di plomatie aan de Pontificia Academia dei Nobili Ecclesiastici, de z.g.n. Ho geschool der Edelen. Na in 1905 be noemd te zijn tot Pauselijk Huispre laat werd Eugenio Pacelli in 1911 onder-secretaris en in 1912 secretaris van de Commissie voor buitenge woon kerkelijke aangelegenheden en van de Commissie voor de codifice ring van het canoniek recht, van welke instelling ook zijn vader deel uitmaakte, en in het 18e jaar van zijn priesterschap, op 41-jarige leef tijd, werd hij door Benedictus XV benoemd tot tit. aartsbisschop van Sardes 13 mei 1917. DIPLOMATIEKE LOOPBAAN Deze voor die tijd zeer vroege wij ding vond haar oorzaak in het voor nemen van Benedictus XV om Pa celli als nuntius naar Beieren te zen den. Dat deze bisschopswijding in Vaticaanse kringen ook als zeer bij zonder werd aangevoeld bewees de aanwezigheid van vele prominente figuren uit kerkelijke en diploma tieke kringen. Niet minder dan vijf kardinalen woonden de plechtigheid bij: Merry del Val, Vannutelli, Gas- parri, Scapinelli en Frühworth. Ook Achille Ratti, de latere paus Pius XI, toen nog prefect van de Vati caanse bibliotheek, bevond zich on der de aanwezigen. Van het Corps Diplomatique toonden o.m. de Neder landse gezant en de (keizerlijk) Rus sische zaakgelastigde hun belangstel ling. In mei 1917 werd Mgr Pacelli met de nuntiatuur in München belast, waarbij in 1920 die bij het Rijk, te Berlijn, kwam. Hij bleef nuntius tot 1929, in welk jaar, op 12 december, Pius XI hem tot kardinaal creëerde. In 1930 werd hij benoemd tot kardi naal-staatssecretaris en als zodanig was hij na de dood van Pius XI als Kardinaal-camerlengo leider van het conclaaf, een conclaaf dat Eugenio Pacelli zou verlaten als de 261e op volger van Petrus onder de naam Pius XII. 12 Maart 1939 werd hij op de buitenloggia van de Sint Pieter plechtig gekroond. De benoeming van mgr Pacelli tot nuntius te München bij het toenma lige Beierse hof sproot voort uit een tweetal verlangens: het bewerken van de vrede tussen de strijdensmoe- de mogendheden van Centraal-Euro- pa en de Entente, èn het sluiten van een concordaat met het Duitse Rijk. „Benedictus XV, de toen rege rende paus, was niet ten onrech te van mening dat (in 1917) ein delijk het ogenblik gekomen was voor de verwerkelijking van dat gene waarop hij steeds gewacht had: een vrede door onderhan delingen. In het voorjaar van 1917 meende hij een dergelijke poging met kans van slagen te mogen ondernemen. Hij zocht daarom naar een geschikt per soon om die missie te volbren gen. Het moest iemand zijn die vertrouwen inboezemde, erva ring had en over veel beleid en een grote dosis tact beschikte. De paus kende iemand die in zijn ogen voor een dergelijke taak voorbestemd scheen: Euge nio Pacelli". (Prins Constantijn van Beieren: „Pius XII"). De bemoeiingen van het Vaticaan en zijn dienaar Pacelli zijn tevergeefs geweest. Hij voerde besprekingen met von Bethmann-Hollweg. met Keizer Wilhelm II in diens hoofdr kwartier te Bad Kreuznach, en later met Michaëlis. Hij werd met alle (diplomatieke) eerbetoon ontvangen en als gezant van de paus met alle égards behandeld. Maar onbewust of moedwillig wanbegrip aan alle zij den maakten dat zijn pogingen zon der resultaat bleven. „Wij hebben vrede gezaaid maar oorlog geoogst" zijn woorden die Pacelli later als Paus XII zou spreken. De andere bijzondere opdracht: het sluiten van een concordaat met het Duitse Rijk had aanvankelijk even min succes. In 1920 behalve nuntius te München óók te Berlijn bij de re publiek van Weimar, onder de pre sidentschappen van Ebert en v. Hin denburg en later Hitier onz. g. kwa men concordaten tot stand met de afzonderlijke staten Beieren (1925) en Pruissen (1929). Baden volgde in 1932 toen Pacelli reeds kardinaal staatssecretaris was, doch het zou het „Derde Rijk" van Hitier zijn dat in 1933 een concordaat, al te dikwijls gruwzaam geschonden, met de H. Stoel sloot na onderhandelingen tus sen Pacelli en von Papen. Oostenrijk volgde in hetzelfde jaar en Joego slavië in 1937. KARDINAAL Intussen had Pacelli in dec. 1929 van Pius XI, die in 1922 Benedictus XV was opgevolgd, de rode hoed ont vangen en werd hij in 1930 kardinaal staatssecretaris als opvolger van wij len Pietro kardinaal Gasparri. Hier mede bezette Pacelli, diplomaat uit de school van Rampolla en Merry del Val, de hoogste geestelijk-staat kundige top die de wereld kent en hij zou ook de eerste pauselijke groot functionaris zijn die een cfficieel be zoek brengt aan de grootste wereld lijke macht: De Verenigde Staten van Noord-Amerika. Dat was in 1936. Als Legaat a Latere vertegenwoor digde kardinaal Pacelli de H. Vader op de Eucharistische congressen te Buenos Aires (1934) en Buda-Pest (1938). Het bezoek aan de Verenigde Sta ten zou van grote betekenis zijn voor de betrekkingen tussen dit wereld rijk en de H. Stoel. PAUS-KEUZE HET WAS SLECHTS zelden voor gekomen, dat een staatssecretaris paus werd. Toch rekende men, toen Pius de Elfde in februari 1939 stierf, bij voorbaat op de verkiezing van kardinaal Pacelli tot paus. Ook het snelle verloop van de verkiezingspro cedure op 2 maart 1939 kardinaal Pacelli's 63ste verjaardag vormde een record voor de moderne tijd. Tien dagen later besteeg de nieuwe paus de troon onder de naam van Pius de Twaalfde. Van het begin van zijn regering af streefde Paus Pius XII er naar, de oorlogswolken, die zich wederom bo ven Europa samenpakten, te verdrij ven. Zijn befaamde boodschap van 24 augustus: „Bij de vrede is niets verloren, bij de oorlog alles", getuigt van zijn afschuw van de oorlog. En zoals hij kon pleiten voor de vrede, zo kon hij ook, in zijn encycliek „Sumi Pontificatus" van oktober 1939, de „verdragsschenders" onge nadig geselen. In de tweede wereldoorlog werk te Paus Pius XII voortdurend voor de verlichting van het lijden der mensen, zonder onderscheid van ge loof en nationaliteit. Onder zijn lei ding werden verscheidene bureaux gesticht voor de bevordering van het welzijn der krijgsgevangenen, ont heemden, vluchtelingen, gedeporteer den en wezen. Voedsel, kleding en geneesmiddelen werden uitgedeeld en de Paus zelf schreef dagelijks boodschappen van raad en troost. Herhaaldelijk deed de Paus oproe pen tot vrede, zoals b.v. in een radio rede tot de gehele wereld in septem ber 1943, waarin hij er ook op aan drong de burgerbevolking te sparen, en daarna op 12 maart 1944 de vijfde verjaardag van zijn pauskroning. In zijn kerstboodschap van 1944 gaf hij Paus Pius XII opent de door Neder land geschonken Vaticaanse radio zender. De Paus bij zijn kroning op de bui ten-loggia van St. Pieter. een uiteenzetting van de opvattingen der Kerk over reorganisatie van de wereld, waarbij de noodzakelijkheid betoogd werd van instelling van een internationaal lichaam, dat voor im mer de oorlogsdreiging uit zou kun nen bannen. TIJDENS DE OORLOG Zelf weigerde Pius XII beslist het Vaticaan te verlaten, ondanks bom bardementen op Rome en beperking van zijn vrijheid door de Duitsers. Het was voor een groot deel aan zijn tussenkomst te danken, dat Rome tot open stad werd verklaard. De bommen troffen de wijk San Lorenzo en Pius Xn was op de plek van het onheil, lang voordat er een vertegenwoordiger van de regering of van de staat te bekennen viel, troostend en helpend, ook in mate rieel opzicht. De verschrikte Romeinen stroom den samen op het plein voor de ver woeste basiliek van San Lorenzo en vergaten hun angst omdat de witte, tengere figuur in hun midden stond. Bekend is ook de rol die het Va ticaan gespeeld heeft in het verzet tegen de nazi's door het verbergen van „gezochten", onverschillig van welk geloof, stand of ras. Geallieer de piloten en ter dood veroordeelde Italianen, Joden en.... Duitsers, de latere minister-president De Gasperi ende huidige (anti-katholieke) socialistenleider Nenni hébben hun leven aan de bescherming der Ge kruiste Sleutels te danken. Na de bevrijding van 1944 verwel komde de Paus spontaan de geallieer den. Het volk van Rome spoedde zich naar het Sint Pietersplein om de Paus dank te betuigen voor zijn voortdu rend betoonde zorgzaamheid. NIEUWE ZORGEN Bijzonder zware zorgen bracht voor Pius xii het jaar 1949, zorgen, die hem zichtbaar zowel geestelijk als lichamelijk afmatten. Het begon met de arrestatie van kar dinaal Mindszenty in Hongarije, wiens berechting en veroordeling tot levenslange gevangenisstraf door de Paus werden gebrandmerkt als een „belediging van de godsdienst en de menselijke waardigheid". Daarna kwamen nieuwe moeilijkheden voor de Kerk in Tsjecho-Slowakije en Po len, welke tenslotte leidden tot de verklaring van het Vaticaan inzake excommunicatie van communisten. Medio augustus 1949 ging Pius XII voor het eerst in tien jaren volledige vacantierust genieten op het pause lijk buitenverblijf Castel Gandolfo. Deze vacantie werd extra lang ge maakt op de Paus de nodige krach ten te laten opdoen voor het komen de Heilige Jaar. Bijzonder opzien werd in 1949 ver wekt door berichten, dat onder de Sint Pieter een stenen kist was ge vonden met, naar men vermoedde, gebeente van de Apostel Petrus. Een officiële mededeling hieromtrent deed de Paus op 23 december 1950. Nadere bijzonderheden zijn later in de vorm van een door het Vaticaan uitgegeven boekwerk bekend ge maakt. In de loop van het jaar 1949 werk te de Paus ook onvermoeid aan een oplossing an de kwestie der bevei liging van de heilige plaatsen in Pa lestina en het toegankelijk maken daarvan voor alle pelgrims. Sedert 1947 had de Paus in verscheidene openbare verklaringen aangedrongen op internationalisatie van Jeruzalem en de voorstellen van het Vaticaan uiteengezet voor de regeling van de vrede in het Heilige Land. z.o.z.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 13