BETEKENIS VAN HET KRUIS HOGERE SALARISSEN VOOR AMBTENAREN KENTEKEN VAN DE CHRISTEN Staten Generaal gesloien OVERPEINZING IVOROL: Tanden rein - Adem Iris Beeld van Marius Van Beek in de St. Bavokerk van Oud Ade DE KLEINE Geringeloorde vleermuizen ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1958 DE LE1DSE COURANT PAGINA 3 Ff DE LAATSTE SERIE zondagen na Pinksteren gaat de Kerk de aan dacht van de christenen vragen voor de eindtijd. Er staat geschreven' dat het teken van de Mensenzoon het kruis bij de wederkomst van Chris tus aan de hemel zal verschijnen. Daarom past het feest van kruisver heffing volkomen in het najaar van de kerkelijke jaarcyclus. Het kruis dat als teken van de verlossing wordt verheerlijkt, is de bron van alle ge waden er tevens het kenteken van de christen. 17ANAF DE VROEGSTE christentij- den' is het kruis altijd een kente ken van de christenmens geweest. Dit blijft ook zo, overal en te allen tyde In de eerste eeuwen na Christus werd het kruis gekrast in de oud-christe- nings geschreven en met zijn zegel ring verzegeld is, Jcan niet meer her roepen worden." Naast deze zegelringen bestonden nog andere kentekenen die een onuit wisbaar teken nalieten. Eigenaren lie ten een eigen merkteken aanbrengen zowel op schapen als op rug of borst van hun slaven. Heidenen stelden zich onder de bescherming van een of andere godheid en lieten als uiter lijk teken een insnijding op voor hoofd, hand of ander lichaamsdeel aanbrengen. Aan de Joden was de besnijdenis vporgeschreven. Bij de profeet Ezechiël vinden we de voorspelling van het strafgericht van Jahweh wanneer de verderf engelen de bewoners van Jerusalem vermoordden. God had de man, ge kleed in een linnen gewaad en met liei A1U13 eCMOSl 111 UC UUU-UIIWV». lijke begraafplaatsen, de catacomben. schryfgereedschap aan zijn gor- In de Middeleeuwen straalde het op del, tot zich geroepen en sprak: de torens, terwijl we het kruis langs i door Jerusalem en zet een te- vele wegen en in de woningen aan- j1™ °Jf11™ treffen. Sinds de apostolische tijden teken de men zich met het kruis, niet alleen om zich als christenmens te doen ken nen maar ook om er bescherming en kracht te vinden bij de strijd van het dagelijkse leven. De schriftelijke getuigenissen der kerkvaders en an dere schrijvers uit de eerste eeuwen zijn typerend voor de geloofstrouw der christenen die zich tekenden met het kruis, niet slechts bij de meest gewone handelingen, maar ook op het ogenblik dat zij naar de marteldood werden geleid. Die meest gewone handelingen omschreef Tertullianus in het jaar 210: Men tekende ?ich op het voor hoofd bij het naar binnen- en naar buitengaan, bij het kleden, het schoeisel onderbinden, het wassen, het aan tafelgaan, bij het aanbre ken van de dag en bij hst gaan zit ten. Men denke dan niet aan het zoge naamde grote kruisteken, maar eer der aan het kleine kruisje dat nog voortleeft in de doopliturgie, bij het evangelie onder de mis, alsook tij dens het kerkelijke avondgebed. Ook kent men het nog in het christelijk gezin wanneer vader of moeder een kruisje tekent op het voorhoofd van hun kind voordat het gaat slapen, naar school gaat of gaat spelen. Het grote kruisteken waarbij men in het Westen de rechterhand van het voorhoofd naar de borst en van de linker- naar de rechterschouder brengt, ontstond pas omstreeks het jaar 800. Ook de oosterlingen ken nen dit grote kruisteken maar zij maken het van het voorhoofd naar de borst en dan van de rechter- naar de linkerschouder. Zij doen dit niet met de „volle hand" maar met de tegen elkaar gehouden toppen van duim, wijs- en middenvinger omdat zij hierdoor willen belijden dat er drie goddelijke Personen zyn. 7oals DE CHRISTEN het kruis als kenteken heeft, bo heeft ook het Oude Verbond zyn tekens. Hier toe behoorde de zegelring. De pharao van Egypte trok de zegelring van zijn vinger en stak die aan de hand van Joseph. Toen Daniël in de leeuwen kuil was, verzegelde de koning de steen op de opening van de kuil met I teken langzaam, aandachtig en waar- jammeren en klggen over de gruwe len welke binnen haar muren be dreven worden. Aan de anderen be val God om achter de in het wit ge klede man aan te gaan en er mee dogenloos op in te slaan; „maar raakt niemand aan op wiens voor hoofd het teken staat". Onder dit teken moet men de thau verstaan. Dit woord betekent: het te ken. Ook is de thau de laatste let ter van het hebreeuwse alphabet. Te genwoordig hebben we in het he- breews 'een ander letterteken dan vroeger, want oorspronkelijk en ook nog ten tijde van Ezechiël had deze thau de vorm van een kruis: T. Daarom behoeft het ons helemaal niet te verwonderen dat reeds Origenes (een schrijver die in 255 stierf) in dit teken een verafgoding van het verlossingskruis zag. Dit verlossingskruisteken zal tot aan het einde der tijden voortleven om dan als teken van de Mensenzoon aan de hemel te ver schijnen. Vanaf de eerste eeuwen van onze jaartelling verstond men onder dit teken het kruis. Vandaar ook dat de liturgie op het feest van kruisvinding zingt, dat het teken des kruises aan de hemel zal stralen wan neer de Heer ten oordeel zal weder keren. De apostel Joannes, die in zijn visioen op het eiland Patmos een en gel zag die het zegel van de levende God droeg, hoorde het getal van de gezegelden uit alle stammen van ls- raëls zonen. Zoals Jahweh indertijd de deuren, waarvan bovendorpel en beide zijposten met bloed bestreken waren, genadig voorbyging, zo zul len ook de getekenden op de jongste oordeelsdag aan de rechterzijde van Gods troon worden geschaard. meest heilige tekenen midden in ons leven staaft. We treffen het over al aan en het speelt een hoofdrol in alle liturgieën. Om slechts één voor beeld te noemen: in een zogenaamde gewone stille mis met Gloria en Cre do komt het al niet minder dan 49 malen voor. Wanneer de christen het kruisteken maakt, dan dient hy er op te letten dat het niet een haastig en veelal verminkt gebaar is waarvan men nauwelijks kan weten wat het moet betekenen. Wanneer het kruis- zijn eigen zegel en met het zegel van zijn hovelingen. Dat de waarde van de zegelring groot was, blijkt uit het verhaal over de verheffing van Mor- dokai. De koning nam de zegelring en overhandigde hem. „Schrijft gij nu aldus de koning wat u goed- dig gemaakt wordt, dan zal God de mens zegenen en heiligen, het omvat de mens: van voorhoofd tot borst en van links tot rechts. Daarom maakt men het kruisteken vóór het gebed om het hart, de gedachten en de wil op God te richten. Ook na afloop van schonk in ons zal blyven en vrucht zal geven. Zo ook bij het opstaan en vlak voor het naar bed gaan. Vrome christenen maken het kruis over het brood dat zij aansnijden; over een lap Soed welke men voor jurk of rok uit- nipt, kortom over verschillende voorwerpen welke men gaat gebrui ken of bewerken. Het kruisteken geeft kracht en sterkte in ie moeilijk heden van het leven en tijdens beko ringen, terwijl het ons in gevaren beschermt. j"YE WOORDEN die het kruisteken U begeleiden, waren vroeger lang niet altijd gebruikelijk. De Kerk ge bruikt dan ook vaak andere teksten. Oudtijds zei men ook wel „In Jezus' naam" of „In de naam van onze Heer Jezus Christus". „In de naam" wil zeggen: „ter ere van" of „onder aanroeping van God de Vader" enz. Wanneer men de zegen geeft, heeft het de betekenis van „Ik zegen u in de kracht (of: in de plaats) van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest". Onze christelijke voorouders hebben deze zinnen omgezet in „God zegene u" of „God beware u", terwijl de liturgie teksten kent als „De ze gen van de almachtige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest dale over u neer en blijve te allen tijde bij u". Het kruisteken begeleidt deze woorde om aan te duiden, dat die zegen van God over ons neerkomt door de verdiensten van Christus' kruisdood. Wanneer men het kruis over zichzelf maakt, of de ouders het Hedenmiddag te twee uur heeft de minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, mr. A. A. M. gtruyoken, daartoe gemachtigd door H. M. de Koningin de zitting der Staten-Generaal gesloten. Te kwart voor twee waren de beide kamers van de staten-generaal in de vergaderzaal van de eerste ka mer bijeengekomen onder voorzitter schap van de- president van de Eer ste Kamer, mr. J. A. Jonkman. Na een passend toespraakje ver klaarde minister Struycken in naam der koningin de zitting der Staten- Generaal gesloten. Op het Edinburgh-festival van het volgende jaar zal men de premiè- DP re kunnen verwachten van een aan hun kinderengeven,"dan Ver-'Zweedse opera over een maanraket, klaart men zich tot volgeling van Christus en stelt men zichzelf of het kind onder de machtige bescherming van Hem „die het heil van het men selijke geslacht in het kruishout heeft geplaatst". Drs KOEN PIKET. welke in de ruimte verdwaalt. Com ponist is Karl Birger Blomdahl; de opera heet „Anyara". (VOOR OE ZONDAG) ZO-EVEN IS OP SCHIPHOL GELAND Een welluidende dames-stem dopr de microfoon: „Passengers for New York are requested....", „Madame Pérard est priée....", „Zoëven is geland de C.M. 351, komende van Vancouver". Het ge wone gedoe op de luchthaven Schiphol. Opwindend geronk van mo toren. Voorrijdende zilveren buiken met vleugels en vinnen, welke buiken als de walvis van Jonas of het paard van Troje, langs het aangeschoven trapje, menselüke poppetjes één voor één uitlaten. „Passagiers voor Moskou worden verzocht", zegt met vlakke, vrien delijke stem de microfoon welke mededeling wordt gevolgd door een vertaling in het Russisch. Ook de „Toepolev" staat als een glan zende vis-op-het-droge gereed naar de Sovjet terug te keren. Na een kwartier voegt het gierende getier van zijn straal-motoren zich in de hysterische „Muziek der Sferen", terwijl een vlakke, vriende lijke stem onverstoorbaar voortgaat uit te nodigen, „requested...." „gebeten....", „prié...." Er wapperde een wit vodje over het vliegveld, rond de wachtende rompen, rond de razende motoren. Onverwacht belandde het op ons tafeltje, waar het vlindertje want dat was het geruisloos zijn satijnen vleugels op- en neerbewoog. Even later wandelde het weer de lucht in, zo maar op zyn eigen houtje de lucht in. Zorgeloos en bedrijfszeker. Wij zitten graag op Schiphol. Het is er opwindend. Het is een ko lossaal vertoon van menselijk kunnen en menselijk vernuft. Dan komt er een koolwitje, dat in zfjn geruisloze onnozelheid die daverende drukte tot iets stumperigs en krampachtigs maakt. Geen vriendelijke vrouwe-stem kwam vertellen: „Zoëven is een levend vliegtuigje van onbekende herkomst op Schiphol geland", en dat was ook helemaal niets bijzonders. Om een aantal maatregelen op het gebied van de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel te bekosti- (Advertentie) Uet intieme drie-kwart eeuw oude kerkje van Oud-Ade biedt aan de buitenkant weinig schoons. Het is het prototype van de dorpskerken die in het midden der vorige eeuw zijn gebouwd. Intussen zijn zij een ver trouwd punt in het dorpsbeeld en een zekere intimiteit kan er nimmer aan worden ontzegd. Door de jaren heen is het ook de parochianen lief gewor den en zouden we het hun op de man af vragen, dan zouden zij zeer ver wonderd staan als zij van een vreem deling moesten horen, dat er toch eigenlijk weinig schoons aan hun ge liefde bedehuis is te zien. Betreden we echter zo'n dorps kerk meestal met gemengde ge voelens tien tegen een dat we ge troffen worden door de huiselijke sfeer, om het min of meer profaan te zeggen En die huiselijkheid ken merkt zich ook door de tegenstellin gen in de ornamentiek. Naast een voudig schoon, dat toch een zekere ontroering weet te geven vinden we er dikwijls veel protserigs; beelden of schilderingen die we maar het liefst niet zien, meer nog, die we soms een beeldenstorm zoudey toewen sen. zinnig man als pastoor J. N. Ver- kley van de St. Bavo-parochie te Oud Ade wel eens een doorn in het oog zijn als hy die gewraakte specimina van „kunst" ontwaart, want ook in dit bedehuis regeert nog veel gips bij de gratie van de toenmalige schenkers. Behalve dat is er echter ook veel dat het oog bekoort en wij denken dan aan de fraai gepolychromeerde beeldjes op de preekstoel, de beeld versieringen aan communiebank, zij- gitaar en biechtstoelen. Dan denken we ook aan de paneeltjes van koper drijfwerk en het fraaie beeld uit de ateliers van Brom. Jammer is dat de te grote kruis wegstaties de intimiteit van het klei ne kerkje storen, magr dat zijn alle maal dingen, erfstukken uit een ver leden, die er nu eenmaal zijn en niet zo gemakkelijk kunnen worden ver vangen. Bovendien, we zeiden het reeds, alles by elkaar is het de pa rochianen van geslacht op geslacht lief geworden en geweest. Velen van hen en dat zijn dan voornamelijk de ouderen zouden het diep in hun hart niet gaarne anders zien. T^och heeft pastoor Verkleij het aan- gedurfd om in deze kerk tegen een speciaal daarvoor „geruimd" muurvlak een zeer modern beeldwerk te plaatsen. Een beeld van de patroon van de kerk, Sint Bavo, geprofileerd door de beeldhouwer Marius van Beek in klei en gebakken in de pa- teelbakkery „St. Joris" te Beesel in Limburg. En typerend is, dat deze sculptuur helemaal niet detoneert tus sen alle verscheidenheid in het ge bouw, integendeel, juist door de ge lukkige oplossing van het witte muurvlak, waartegen het roomkleu rige beeld niet te nadrukkelijk maar zeer fraai afsteekt, heeft het een wel iswaar afzonderlijk aspect, maar dat dunkt en vergeit het met 's konings het gebed maakt men het kruisteken zegelring, want wat in naam des ko- opdat al wat God ons aan genaden toch in het geheel wonderwel past. De opvatting van Marius van Beek is zeer simpel. Hy heeft de heilige als monnik geplaatst in zyn cel van de St. Amandus-abdij te Gent, waar hij geknield ligt voor het kruis. De figuur is in zyn elementaire vormen, ondanks de niet grote afmeting, van een bepaalde monumentaliteit. De golvende lyn van de knielende figuur geeft een schoon ritme en het in be geestering naar het kruis opgeheven hoofd vindt compositorisch een goed evenwicht in het „blok aan het been", dat de heilige volgens zyn le vensbeschrijvers als boetedoening om de voet liet klinken. Van Beek laat in zyn „St. Bavo" het materiaal spreken. Ruw gekneed, heeft de sculptuur een zekere ruig heid gekregen die nog geaccentueerd wordt door de cementvoegen die de verschillende delen als een mozaiek met elkaar verbinden. Ondanks het vrij kleine bestek waarin Van Beek zijn figuur heeft geplaatst, heeft hij de vorm geen ge weld aangedaan. De soepelheid wordt bovendien nog bevorderd door het feit, dat het geheel niet zuiver vier kant is gehouden, de bovenkant loopt n.l. schuin waardoor een sterke sug gestie van een cel werd verkregen. Het geheel is in de muur ingemetseld hetgeen te meer de eenheid van bouwwerk en ornament bevorderde. Dastoor Verkley mag trots zijn op zyn aanwinst en hij is het ook. De parochianen, althans velen van hen, zullen er wellicht nog aan moe ten wennen doch „het licht breekt door", aldus de pastoor, de jongeren bekijken het al met een heel ander oog. Intussen heeft de herder van Oud Ade nog wel meer hartewensen, zo vertelde hij ons, maar dat zal moeten gaan langs lijnen van geleidelijkheid. De stap in de goede richting is gezet, de volgende zal ook wel komen. Dit is alvast een schoon winstpunt voor de parochie van Oud Ade, het is ook nog een winstpunt in veel ruimer zin, nl. dat wij zover zijn, dat onze moderne kerkelijke kunst, modern dan in de gunstige zin, ook hier en daar toe gang krijgt tot onze oude kerken op het platteland. gen, heeft minister struycken de Tweede Kamer een wijziging van de begroting 1958 van Binnenlandse Za ken voorgesteld. De maatregelen, die de minister wil laten ingaan met terugwerkende kracht tot 1 april j.l. zijn: 1. Toekenning van een overgangs toeslag van drie procent aan de ryks- werklieden, aan wie geen prestatiebe loning, onder welke benaming ook, wordt verleend, zulks in afwachting van de geleidelijk, in de periode 1 januari 1958 tot januari 1961, in te voeren werkclassificatie en prestatie beloning. 2. Verlenging van de salarisschalen voor de lagere en middelbare rijks ambtenaren. 3. Inpassing in de verlengde schalen zodanig, dat a. de ambtenaren tot en met de rang van adjunct-commies en daarmee gelykgestelden een op 1 april 1958 ingaande periodieke verho ging ontvangen, b. De ambtenaren vanaf de rang van adjunct-commies a tot en met de rang van hoofdcom mies a en daarmede gelijkgestelden een periodieke verhog'ng ontvangen, indien zij ten ,>.inste een jaar het hui dige maximum van de schaal genie ten. 4. Soortgelijke maatregelen als be doeld onder 2 en 3 zullen worden ge troffen voor het onderwijzend perso neel en het politiepersoneel. De maatregelen zijn het gevolg van het nadere overleg in de centrale commissie voor georganiseerd over leg in ambtenarenzaken. De overeenstemming in de cenbrale commissie voor georganiseerd over leg in ambtenarenzaken is mede hier op gebaseerd, dat ie regering maat regelen van gelijke strekking aanbe veelt ten behoeve van het personeel der lagere publiekrechtelijke organen. Dit gebeurt met dien verstande, dat de onder 1 genoemde ^vergangstoe- slag slechts zal mogen worden toege kend aan de werklieden, in dienst van organen, waarvan de besturen be paalde maatregelen zullen hebben ge troffen ter voorbereiding van de in voering van werkclassificatie en pres tatiebeloning. DODELIJKE VAL VAN VERHUIZER Gisterochtend omstreeks elf uur is de 62-jarige verhuizer J. M. uit het zolderraam op de derde verdieping van een woning aan de Postjeskade te Amsterdam gevallen. Hij kwam op straat terecht en was op slag dood. De man liet een takelblok uit zijn handen vallen. Vermoed wordt dat hü, toen hy het blok wilde grijpen, zyn evenwicht heeft verloren. Hadden we het de vo rige week over de opos sum, een zwevend zoog dier, deze week willen we de aandacht vragen voor het enige zoogdier, dat werkelijk vliegt: de vleer muis. Het is niet de eerste keer, dat we over vleer muizen schrijven en we zouden zeker het dier niet ten tweedemale Len tonele voeren, als we niet op nieuw een publikatie on der ogen hadden gekregen in Nederland. Het onderzoek dat het zoölogisch laboratorium der rijksuniversiteit te Utrecht instelt naar het gedrag en de verspreiding van boomwonende vleer muissoorten in ons land geschiedde tot nu toe door het aanbrengen van een ring aan een der vleugels van de vleermuis. (He« geldt hier voornamelijk de z.g. „Rosse vleermuis" die door de sanering var de bomen geleidelijk aan maar naar een ander on derdak moeten aan uitkij ken). Gebleken is echter, dat de ringen soms door be knagen onleesbr.-r wor den of worden dichtgebe- ten, waardoor een bescha diging aan de vle ;gel ont staat, die de dood van het dier kan veroorzaken. Een Poolse onderzoeker dr. Krzanowski. heeft het laboratorium in Utrecht te verwijderen, doch he' nummer te noteren en dit door te geven aan „Zoölo gisch Laboratorium, Jans kerkhof 3 te Utrecht", en het dier terstond weer in vrijheid te stellen. Ver zocht wordt voorts, dode vleermuizen zo spoedig mogelijk aan bovenge noemd adres op eenden Het behoeft geen ver wondering te wekken dat de gemerkte vleermuizen op hun merkring gineen bijten. Voor alles zijn de ste eewichtaverschil kan natuurlijk zijn reacties heïnvloeden en de harde werken kunnen de dunne huid doen scheuren. De vraag is nu. of vleermui zen geen hinder z-jllen ondervinden van de rin gen als die worden aange bracht in het oor, dat im mers de ontvanger is van het ..radar-svsteem" waar- draeen mee het dier in de lucht zijn buit opspoort en hin- beschikking gesteld Daar in het oosten weten ze wel iets af van ringeloren Bij wijze van nroef ls merken voorzien en los gelaten. Zij kunnen vooral in de omgeving van Utrecht door iedere b« langstellende waarnemer worden verwacht. De oormerken het opschift: „Akad. nauk Warsiawa" gevolgd door dernissen ontwijkt. een nummer van de serie Het instituut te Utrecht versoekt het publiek, bij eventuele vangst van zo'n vleeruls het oormerk niet Een ding is zeker, aan ringen die in het oor wor den aangebracht, zal de vleermuis niet meer kau wen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 5