Herinnering aan het inhuldigingsfeest in de Sleutelstad Hem de Willemien! Took in leiden WMhelminaCindenu een êwm waatiti de nagels nestelen i OVERPEINZING DE KLEINE ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA 3 KONINGIN WELHELMINA Helena Pauline Maria werd op 31 augustus 1898 18 jaar; zij aanvaardde op die dag de regering over Nederland en zijn koloniën in Oost en West. Een week later op zes september, werd zij in een verenigde zitting van de Staten-Generaal, olgent voorschrift daartoe samengekomen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, plechtig beëdigd en in gehuldigd. Het jaar 1898 was een bijzonder jaar voor ons land. Het was een jaar van feesten, een jaar ook waarin de verbondenheid van ons volk met het konings huis zich duidelijk uitte. In 1895 zijn in Nederland al de eerste plannen ont wikkeld om deze inhuldiging van de 18-jarige sprookjeskoningin luister bij te zetten. Verschillende kranten stelden hun kolommen open voor sugges ties van het publiek en sommige inzenders hebben het genoegen gesmaakt, dat hun ideeën door zwartgerokte commissies verwezenlijkt werden: op tochten, spelen en tentoonstellingen. Volksspelen een gewaardeerde vermakelijkheid Tekenend is het voor die tijd, dat naast de geestdriftige ontboezemin gen der lezers, die vaak in statig rijm waren gevat, ook zwartkijkers in marxistische geest reageerden. Iemand schreef bijvoorbeeld, dat „de veeltalligheid der voorgeslagen ma nieren om meerderjarigheid van de koningin te vieren slechts de onbe langrijkheid van die gebeurtenis be wijst". Dit neemt niet weg, dat vele heren, blakend van ijver aan het or ganiseren sloegen om na de grote plechtigheid in Amsterdam ook lan delijk en plaatselijk feestelijkheden te organiseren. En Leiden bleef daar bij niet achter. Men zou het niet ver wachten van een stad. die in die ja ren al enige ervaring had opgedaan met het organiseren van 3 October - feesten en die door haar ligging een uiterst provinciaals karakter droeg. Ook de bewoners van het platteland immers waren, wat de viering van deze feesten betreft, gedeeltelijk op Leiden aangewezen en op zulke dagen reden lange stoeten brikken en lan dauers de toegangswegen tot de Sleutelstad binnen. Honderden kar ren vonden op de Beestenmarkt en bij het Schuttersveld een plaats. De paarden kregen in de vorm van een zak met haver, die over de paarden- nek werd gehangen eveneens hun deel van de feestelijkheden. Plannen voor het feest te Leiden kregen in 1897 al vorm. Een actieve commissie, waarvan genoemd moeten worden de heren H. C. Juta, C. H. de Goeje, J. A. van Hemel en mr M. C. de Vries van Heyst hadden in overleg met feestvieringsdeskundi gen een reeks van plannen opgesteld, die aan subcomité's ter uitvoering in handen werden gelegd. Het spreekt vanzelf, dat de toenmalige burge meester mr F. Was, zijn wethouder, De Korenbeursbrug werd uitgerust met een toren van ongeveer 25 meter boog, voorzien van een uurwerk, welks wijzerplaten het geboorteuur van de koningin aangaven. Tekening uit het programma van 1898. H§t driebeenlopen, een wat om slachtige maar zeer vermakelijke manier van voortbewegen. Uit het programma van 1 figuren te betalen". Bijna elke straat elke buurt gaf iets bijzonders te aan schouwen. Zeer goed oldeed bijvoor beeld de verlichting met ballons over dc Stille Ryn en Apothekersdijk, die van vaartuigen in dc Oude Vest, die van gelegenheidsstukken in het Noordeinde, de verlichting van de Doezastraat en tientallen straten meer. Er heeft voor de gelegenheid der illuminatie ook nog een dichtader gevloeid van iemand, wiens porte- monnaie er op het moment waar schijnlijk minder goed tegen kon grote uitgaven te doen en daarom dit er op gevonden had: Oranje in het hart geplant is beter dan veel licht gebrand. Daarom bestaat mijn illuminasie Uit één glasie. 't Was op de Beestenmarkt: men zegt op een studentenkamer. T^ussen lange artikelen over de her- ziening van de zaak-Dreyfus, die in die dagen zeer hoog liep, vonden wij in oude kranten nog andere we tenswaardigheden over het Wilhel- minafeest te Leiden. Een ernstig in gezonden artikel bijvoorbeeld, waar in de stadgenoten worden gemaand zich niet te buiten te gaan aan alco holmisbruik. „Dit is een feest ter ere van uw Koningin", zo schrijft men, „hoe dunkt ge uw koningin, die gij zo toont lief te hebben, wel het meest te vereren: door ordelijke en gepas te vrolijkheid". H. C. Juta, als erevoorzitter van het comité met raad en daad bijstond. En zo werd al spoedig een besluit genomen over de juiste data der feestelijkheden, die op donderdag 22 en vrijdag 23 september werden ge steld. Niet vroeg, wellicht het laatst in heel Nederland, maarbeter laat dan nooit. jTVe smakelijke middenmoot van de viering zou bestaan uit een prachtige allegorische optocht. Voor op zou de cavallerie rijden, daarna reclamewagens en tenslotte zouden verschillende groepen van de bur gerij hun schoonste fantasieën in beeld brengen. En zo gebeurde het. In de tuin van de kweekschool voor Zevaart aan het Noordeinde verenig den de deelnemers zich. Het was een kleurige mengeling van lieden in buitengewone kledij. De wagenstoet Om twaalf uur verenigden zich die vrijdag een aantal genodigde da mes en heren in liet Plantsoen aan de kant van de Plantage om hier de Wilhelmina-linde te planten. Dit is inmiddels een volwassen boom ge worden, waarin de vogelen nestelen. De voorzitter van de plaatselijke af deling van de Nederlandse Maatschap pij voor Tuinbouw en Plantkunde hield hier een rede, wat*iu hy de linde het toonbeeld noemde van vrou welijke zachtzinnigheid. Fanfares van het muziekcorps der Schutterij volg den, en ieder riep hoezee en nog maals hoezee, de heren wuifden met de hoeden, terwijl de boom in een kuil werd neergelaten met een blik ken koker tussen de wortels, waarin een perkamenten oorkonde was ge legd. De burgemeester kreeg hiervan een afschrift om in het archief te bewa ren. Veel meer nog viel er in Leiden te van lichtbeelden op de P^pengracht. Men kon van deze beelden genieten, vooral als men het geluk had groot te zijn of jong, zo jong, dat men in de hoogte gestoken kon worden. Tij dens deze vertoning (hoofdzakelijk van portretten van leden van het Huis van Oranje), was aan toepas selijke en ook niet-toepasselijke lie deren geen gebrek. Veel maar nog viel er in Leiden te genieten: 400 kinderen vierden feest op het Schuttersveld, waar 's mid dags ook vermakelijke volksspelen werden gehouden zoals mastklimmen, zaklopen, blaastrappen, driebeenlo pen, knuppelen en potslaan. Het feest werd besloten met een grote militaire taptoe in het Van der Werffpark. Om vier uur 's nachts was het ogenblik van gehoorzaamheid voor de café's aangebroken: zij moes ten sluiten, ook al deed Hermandad wel eens een oogje toe. Leiden heeft voor „de Willemien" wel het laatst, maar niet het minst feestgevierd. SPECIALITEIT IN Een advertentie uit het programma, dat ter gelegenheid van de Leidse inhuldigingsfeesten op 22 en 23 september 1898 werd uitgegeven. (VOOR DE ZONDAG Bij de volksspelen was het knipspel favoriet bij de huiselijk aangelegde jongedames. Kwaden Dries steken Uit het programma. werd geopend door een praalwagen van de wollendeken-industrie van Zaalberg; daarachter trokken drie stevige brouwerspaarden een praal wagen, verzorgd door de Leidse Stoombierbrouwerij „De Posthoorn". Men zag ook een prachtige bloemen wagen van de (ook nu nog bloeien de) tuiniersvereniging „Door Een dracht Verbonden" en de gemeente Leiden oogstte een luid applaus met haar praalwagen, ontworpen door de heren H. J. Warnaar te Voorscho ten en Gebr. Reinke te Leiden, die de Leidse Stedemaagd als een Ro meinse godin aan het bewonderende publiek voorreden. We lezen in de Leidse kranten van die dagen, dat de optocht schitterend was en dat de stad op dit gebied haar reputatie alle eer had aangedaan. Dat men over de houding der politie tevreden was, zo lezen wij, bleek tij dens deze optocht aan de ovaties, die aan de commissaris van politie in zijn rijtuig werden gebracht. Niet vergeten mogen wij ook de wagen van de Kweekschool, die een gepa- voiseerde oorlogssloep liet dansen op de schouders van wakkere leer lingen van deze school. De Leidse illuminatie leverde de journalisten van die dagen moei lijkheden op in de beschrijving. „Hoe zou dat ooi. naar waarde kunnen ge schieden door een pen, in zwarte inkt gedompeld?" Hoog schitterde de tempel op de Korenbeurs. Stadszaal, Stadhuis en Waag waren lichtpalei- zen, die de duizenden en duizenden, die hen op een afstand gadesloegen, het gehos deden staken om „den tol hunner bewondering aan deze rijzige Van kiwi's en opossums ministerie van Binnen landse Zaken daar de laat ste tijd een folder onder Op vakantie ontdekt men dikwijls plek jes, die zo mooi zijn of waar men zovele bijzon dere planten en dieren samenvindt, dat men wenst 'at zij in die be voorrechte staat bewaard blijven, zonder te worden aangetast door de belan gen van de economie. Zo zuinig moeten wij in Ne derland zijn met onze flo ra en fauna dat, wat de vogels betreft, de wet al le vogels tot beschermde dieren verklaart, met uit zondering van enkele soorten onder bepaalde omstandigheden. In Nieuw-Zeeland zijn de meeste vogels vogel vrij en worden slechts voor enkele soorten speci ale maatregelen nodig ge acht. Zo verspreidt de „Wildlife Branch" (Afde ling Wildstand) van hel jagers en boeren, teneinde deze te wijzen op de ge varen, die de uiterst zeld zaam geworden kiwi be dreigen. De k'wi is 'n ongevleu gelde vogel, 'n loopvogel waarvan men aanneemt, dat hij nog uit prehisto rische tijden stamt. Het dier is een typische naoht- vogel, die de dag «1-pend doorbrengt in de beschut ting van een ondergronds hol. Ontginning en in cul tuur brengen van de ge bieden, waarin de kiwi zijn toevlucht heeft ge zocht, alsmede de verdel gingsmaatregelen tegen dc opossum, die n* ens in voer vanuit Australië to* een plaag is geworden, zijn de twee voornaamste dreigingen voor dit dier In de folder wordt ge wezen op de gevaren, die jachthonden er. bosbran den voor de kiwi's bete kenen en zelfs worden er aanwijzingen in gegeven hoe men het best een ge wonde kiwi kan oehan- delen. Ook worden nauwgezet te instructies gegeven, over de wijze waarop de opossums (vliegende hon den) het best kunnen wor den bestreden. En dat is geen kleinigheid als men weet, dat de Australische opossum, bijgenaamd „de grote glijder" waarschijn lijk verder kan zweven dan enig ander zoogdier. Wij lazen, dat ergens eer opossum gezien werd di< de top van een bijna der tig meter hoge boom ver liet. HU zweefde naar de voet van een andere boom, die er zeventig meter van daan stond, klom naar de top en zweefde dan weer naar een volgende. In zes opeenvolgende glU" luch ten Lgde de opossum een afstand af van bUna twee honderd meter. Men heeft uitgerekend, dat het roof dier zwevend een snelheid bereikt van veertig tot vUftig kilometer per uur Om de schok van de lan ding te breken, stUgt de grote glUder altijd een weinig aan het eind van zUn vlucht. HET GEWONE IS HET MEEST ONGEWONE De zomerse volksverhuizing heeft haar beslag weer gekregen en iedereen is naar zijn huis en haard teruggekeerd. De buitenlanders hebben hun geld hier uitgegeven en wij in het buitenland. De buitenlanders hebben de waan meegenomen, dat het bij ons beter en prettiger is dan by hen en wij dat het bij hen beter en prettiger is dan bU ons. Deze komische waan-verwisseling wordt veroorzaakt door een gebrek aan levenskunst, zowel bij hen als bij de onzen. Men ziet en bewondert in het buitenland of dat hier of dat het daar is het ongewone, terwijl het juist de kunst is het ge wone, het alledaagse als ongewoon en verbazingwekkend en be gerenswaardig te waarderen. Voor Chesterton b.v. was het verbazingwekkend, dat water altijd omléag loopt, want er is geen enkele wetenschappelijke verklaring te geven, waarom water nooit eens naar bóven zou lopen. In ernstiger aangelegenheden dan vacanties speelt die gewoonte van gewoon vinden eenzelfde alles vervlakkende rol. Het is iets buitengewoons (en wij worden er door drommen „bui tenlanders" om benijd) morgen de geheimvolle viering bU te wonen van Jezus' kruisoffer van 2000 jaar geleden. Nog buitengewoner is de Heer in verheerlijkte lichamelijke aan wezigheid te eten en met Hem zich te onderhouden alsof men in Emmaus aan tafel zat. Dit is zoiets buitengewoons en bijna meer hemels dan aards (in feite is het beide), dat onze verwachting daarvan, onze vreugde daarover en onze dankbaarheid daarvoor ons de gehele week moest vervullen. Maar het is niet zo, omdat wij de levenskunst missen het gewone ongewoon te zien. Want als er nu iets ongewoon is, ongewoon heerlijk en ongewoon sterkend, dan is het dèt. „Ik geloof, dat het tijd wordt, dat u naar een andere afdeling wordt over geplaatst dan uitgerekend voor „Doe- het-zelf "-gereedschappen". „Zo, dus hier zijn mijn mooie vlieg tuig en mijn voetbalschoenen en de race-auto". Het compliment. „Maakt jouw man je wel eens een complimentje?" Oh ja, gisteravond zei hij nog: „Nou, jij bent me een móóie!" Schots. Iemand had een Schot een fles zeer goede whiskey cadeau gegeven en de gelukkige Schot wan delde tevreden naar huis; de fles in de zijzak van zijn overias. Plotseling werd hij aangereden door een auto en tegen de grond geslingerd. De Schot stond op, hinkte weg enont dekte plotseling dat er iets vochtig langs zijn been liep. „Allemens", riep hij uit, „laten we hopen dat het bloed is!" Een beetje te ijverig. Geen twee dingen tegelijk. De vijfjarige Hetty logeert bij haar neef je Jan, die even oud is. Jan heeft één gebrek: hij zuigt nog steeds op z'n duim! Zijn moeder, die geen gelegenheid voorbij laat gaan om hem op deze fout te wijzen, zegt nu ook weer: „Je moet eens op Hetty letten. Die kluift helemaal niet op haar duim." Waarop kleine Jan slagvaardig ant woordt: „Jawel, maar zij peutert altijd in haar neus. Ze kan toch geen twee dingen tegelijk doen?" Genoeg. „Beklaagde", besloot de rechter, „u wordt veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Heeft u daar nog iets aan toe te voegen?" „Nee edelachtbare, ik vind het zo genoeg!" „Keesje, laat die dingen van oom dokter nu eens een ogenblik met rust".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 5