TE LIEF VOOR EEN PAK SLAAO in i engeland echte, zelfstandige uitvinder ÜTWj7TpT witte raaf in een vogelvrij gebied een woont nog een huis vol geheimzinnigheden DE LEIDSE COURANT Zoals iedere vader had hij een werkelijk probleem. Zijn vrouw vond, dat op hun lief klein meisje niets was aan te merken. In elk geval was ze Vertaald uit het Engels haar R. H. MORRISON /~\M TE BEGINNEN was het ont* bijt niet in orde. Maar wat dit betreft toonde hij veel begrip. „Maar lieveling, ik neem altijd eieren bij mijn ontbijt. Dat weet je trouwens wel. Voor mij is een ontbijt zonder eieren alfl een kop koude koffie''. Jl/IARCELLA DUWDE HEM WEG als ware hij de meest weerzin* wekkende en ergerlijke persoon ter wereld. „Laat me nou maar", huilde ze, „ik wil geen ontbijt, Ik moet nu mijn huiswerk makertl" Hij keek haar moeder onderzoe kend aan. „Is dat waar? Waarom heeft ze haar huiswerk gisteravond niet gemaakt?" Weer was er die glimlach die zün gerechtvaardigde toorn verhinderde. Zijn vrouw was lief en zacht en i »De T.V. was gisteravond zo gewel dig boeiend, schat, en voor een kind met zoveel verbeeldingskracth zoals Marcëlla hééft 20U het werkelijk een misdaad zijn geweést het ervan weg te houdéh Zijn vrouw draaide zich nu naar het kind. „2öU je niet liever toch wat eten?" „Nee". „Moeder Zal je wel een briefje voor je onderwijzer meegeven over het huiswerk en zo, als je wilt". Hij kon het niet langer aanhoren, Als Marcella dan haar Ontbijt niet wenste, hij raakte hét in elk geval ook niet meer aan, En dat zei hij öok zijn vrouw toen die protesteerde, Hij ijlde naar buiten, sprong in zijfl auto en reed de straat op alsof hij met zijn zegekar op weg was naar 't slag veld. Nog steeds snuivend van ver ontwaardiging waS hij tusSeïi het be lachelijk laflgZaam rijdende Vërkéef terecht gékomen dat zijn weg over de smalle brug riaar de stad ver sperde. Twee dubbele lijnen auto's als füpsen en iedereen kwaad op ieder een, Hij zat in de langzaamste rij van allemaal, die naast het trottoir gleed De truck vóór hem reed in zulk onverdraaglijk laag tempo, dat hij zich afvroeg of het vehikel Op het punt stond te stoppen. Plotse ling ontstond in de rij naast hem een opening êfl zonder zich tijd te gun nen om Verantwoordelijk te den ken draaide hij zijn wagen in het gat. Hij wist, dat hij een afschuwelijk ding had begaan, zelfs vóórdat de lui achter hem wild begonnen te claxon heren en de fimirtén gierend In wer king kwftmen, maar het Was al te laat, De ene Wagen na de ander ach ter hem ging overstag, zwaaide en ook erg aardig, zoals ze dat altijd was. Het was een van haar bedenke lijke gewoonten. Je zou kunnen zeg gen, dat ze geWoön hardnekkig aar dig was. „Schat, gisteravond hadden we twee eieren. En ik heb ze in de ijskast gelegd, speciaal VQor jou. Maar Mörcella scheen net een van haar plotselinge en vreemde ideeën ten uitvóer te moeten brengen, ze wilde tenminste een ei blazen. Je weet toch hoe ze dat doen, schat; een gaatje prikken met eeft spéld in ieder einde en dan de inhoud in een glas of zo blazen? Och, wat kon ik er van Zeggen? Het leek me echt leuk". „Dat ié prima, maar waarom heb je dan niet zö'n glas met uitgebla zen spul voor me bewaard? Ik had het best kunnen kloppen, uitstekend ©chtendvoedsel". Zijn vrouw was even knap als ze lief was. Zelfs 's ochtends om zeven uur. Zij legde zachtjes haar handen op zijtl magere schouders en kuste het vroege grijs öp zijn slapen. „Maar schat, ze hééft er helemaal niet aan fedacht om het in een glas uit te lazeti". „Waar dan in?" 2ljn VTOuW kón zo heerlijk lachen. Als ze op een avondje ergens wa ren, dan was dat geluid zijn muziek voóf de héle avond; hij Wag ér wér kelijk trots op. Het klonk zo helder als dobbelstenen in een glas van kristal. Maar nu deed het hem bijna schreeuwen. „Je kunt het nooit ra den", klaterde het, „in het toilet". Hij greep zijn kop koffie en ham een veel te grote slok. De hete slok brandde zijn weg naar benedén, maar hij kon zich inhouden. Aan ta fel bij de Pinders werden geen scè nes gemaakt. Dat was hij trouwens ook wel een beetje verplicht aan de hardnekkige zachtheid van zijn vrouw. „Goed, als zij dan per se dat ei moest blazen, waarom kon ik dan niet tenminste dat andere ei krij gen?" Zijn vrouw smeerde wat boter op zijn geroosterde boterham. Precies de juiste hoeveelheid boter. Niet voldoende om het goed te proeven, maar volgens haar genoeg. „De eer ste poging die ze ondernam liep op een mislukking uit, schat. Ze brak het ei. Het boeltje vloog over de hele vloer en ik moest het oprui men. Daarom, denk ik, heeft ze het volgende ei maar op het toilet uit geblazen'*. Ze klopte hem op z'n hoofd zoals ze waarschijnlijk bij een hond had gedaan met een twijfelachtige stam boom „Laten we er nou maar geen drukte over maken, hè? Het heeft niets te betekenen". Hij smeerde een klein beetje jam op zijn beschuit besloot toen nog een lepeltje vol eraan te wagen, maar zag dat zijn vrouw naar hem keek en trok zijn hand maar weer terug. Bij dit laatste gebaar glimlachte zij alsof zij weer een spelletje had ge wonnen. Maar ze zei niets. „Waarom is Marcella eigenlijk nog niet op?", vroeg hij, „het is él ver draaid laat". „Ze probeert boven te besluiten wat ze vandaag zal aantrekken. Ze zal zo wel beneden zijn". „Zij besluit? Een kind van acht jaar besluit wat ze naar school zal aandoen. Wéér die glimlach en geen ant woord. „Ze is een beetje laat van morgen, schat. Ik zag, dat ze de laat ste tijd niet zo b ~t slaapt Ik vraag me af of het geen goed idee zou zijn, dat ze een tijdje bij mij zou slapen. Dan kan ik tenminste een oogje op haar houden". Hij voelde zijn kaken hard wor den als cement. „En ik dan?" „Ik zou de logeerkamer in orde kunnen brengen. Het is echt best om te doen en het zou trouwens maar een klein poosje duren schat". „Nee, eens en voor altijd, nee!" De kracht van zijn woede ver stoorde even de kalmte op haar ge zicht, heel even slechts. Dan was die glimlach er weer. „Het was maar een voorstel, schat". Toen kwam Marcella naar bene- ilen, haar overigens leuke gezichtje in een norse trek, van de slaap. Hjj probeerde weer wat kalmer te zijn want alles welbeschouwd hield hij toch veel van haar Natuurlijk be sefte hij wel, dat zijn manier van liefde tonen niet de beste was. Zijn vrouw vond het veel te instinctief en te onvoldoende ingehouden. Hij sloeg zijn armen om het kind heen en kuste het op het zand blon de haar. probeerde de slaap uit haar oogjes te wrijven en trok haar lang- Zcp -nPe naar de ontbijttafel. In zijn achteruit-spiegeltje zag hij dit alles aan. ,Als er wagens tot gruis worden gereden", kreunde hij, „zal ik wel terug moeten. Het is mijn schuld. Waarom in 's hemelsnaam deed ik zo gek". Maar er waren geen klanken van metaal op metaal en toen hij hal verwege op di brug was zag hij de vastgelopen en kokende lijn beetje voor beetje weer in beweging ko men. Het zweet begon in zijn boordje te lopen. „Als zé me te pakken kon den krijgen zouden ze me ophangen", zei hij tegen zichzélf, „of als er een smeris wfis...," Hij trilde nog op zijn benen toen hij op kantoor kwötn. „Het was dat kind"; dacht hij, „dat vervelende verwende kind van me en vandaag óf morgen..., kwam was dé tafel al gedekt en keurig in orde zóalfi altijd. Maar er was één uitzondering. Öp zijn bord lagén een paar schroefjes en andere delen van een klok; een moertje lag in Zijn theekopje. „Wat is dit?", vroeg hij aan zijn vróuw. Ze glimlachte. „Marcella was weer nieuwsgierig. Ze wildé precies Wétén hoe het komt dat het tikt". „Wat tikt?" „De klok. Het is maar een slaap- kflmefwekkertje, Schat". „Die ik je met je verjaardag heb gegeVen een jaar of wat geleden!" „Ja schat. Het is echt niets". Hij was het er niét mee eens. Hij ging naar het tèlevisiétaleltje waar Marcella, die het wekkertje nu hele maal was vergeten, aandachtig zat te kijken naar een paar rtllmteman- nen öp het beeldscherm. „Kom hier en rUim die rommel op, Marcella", beval hij. Hij Comman deerde drie keer, maar Marcella bleek niet geïnteresseerd. „Ik ben bezig", antwoordde zij. Hij pakte haar vast met zo'n vast beradenheid dat het hemzelf even- véél verbaasde als het MatCéllö deed, En de moeder niet te vergeten... „Kom hier en ruim die rommel op, Marcella!", beval hij. Marcella bleek niet geïnteresseerd. klappen en herhaalde toen zijn be vel. Marcella krijste het uit en riep allerlei protesten terwijl zij naar haar moeder keek om medelijden. „Laat jij 'r maar met rust", dreig de hjj. Marcella verzamelde de ingewan den vafi de wekker en ze deed het vlug. „En laten we nu gaan eten", zei hij. Er werd die avond bijna tien mi nuten later gegeten dan gewoonlijk, êen hoogst ongewone gebeurtenis in het huis van dé Pinders én de vrou welijke glimlach ontbrak nu. Maar het was een rustige, ordelijke maal Hij legde het kind over zijn knie en tijd; de meest voldoeninggevende die groef met z'n banden in het asfalt, gaf haar vijf klinkende, gezonde! hij zich kon herinneren. „Uitvinder zün" ltykt veel mensen het leukste beroep, dat er bestaat, daarom zijn er ook zoveel amateur-uitvinders, die van alles bedenken, van een veiligheidsknoop tot vliegende schotels voor feesten en partijen toe. Maar echte uitvinders, zoals Edison, Bell of Goodyear, vindt men tegen-, woordig bijna niet meer. Dat Is een uitgestorven vreemd ras van mensen, die bezeten waren door een idee en de zolderkamertjes met nijpende ar moede op de koop toe nemen. Tegenwoordig zijn deze zonderlinge mensen vervangen door research bureaus waar zeer efficient gewerkt wordt, waar schei- en natuurkundigen in een feilloos continu-systeem bezig zijn met uitvinden: plastics, motoren, anti-biotische stoffen in de soort van peniciline en vele andere voor de mensheid nuttige zaken. Er is nog één witte raaf. In Engeland woont nog zo'n uitvinder van het oude slag, een krasse zeventig-jarige, die ongeveer tweehonderd uitvin dingen op zijn naam heeft staan en nog iedere dag aan het peinzen is hoe hij ditjes en datjes kan verbeteren. Het is professor Archibald Low en het doet ons genoegen dat wij hem aan de hand van het aardige verhaal, dat de journalist Egon Larsen over hem geschreven heeft in „Men who shaped the future" bij u kunnen intro duceren. tovenaar van de techniek Onder een boog van overhangende takken moet u dóórkruipen voor u de portiek van het onregelmatig ge bouwde, ouderwetse huis van de pro fessor in Chiswick bereid heeft. Het is zo'n huis, waarvan men zou ver wachten, dat er een tovenaar woont, maar prof. Low dient zich aan als een vriendelijk, gebrilde man met zilver wit haar. Maar er heerst wel een ongewone sfeer in het huis. U treft er anti macassars aan, radiatoren van cen trale verwarming, een ouderwetse gebied van geluidsversterking. De schoorsteenmantels dragen vele vreemde voorwerpen, waarover pro fessor Low u gaarne inlichtingen wil verschaffen, want het zijn uitvindin gen van het verleden, zaken waarop hij misschien jaren geleden al een pa tent heeft gekregen, waar misscftien nooit iets van terecht is gekomen of schitterende ideeën, die nog jaren van experimenteel onderzoek vragen. Sommige uitvindingen hebben prof. Low veel geld opgeleverd, andere hem meer gekost. Maar hij is in diè kwes tie de echte uitvjnder. „Geld is niet het motief", zegt hij, „wel het ple zier" dat het denkbeeld je geeft als pathéfoon en de laatste snufjes op het het eenmaal verwezenlijkt is." De professor bedacht eens een zichzelf opwindende klok. Hij schreef er een artikel over in een technisch tijdschrift en ontving naar aanleiding daarvan een bod op zijn patent 120,— ineens voor het recht om er in de T erenigde Staten gebruik van te mogen ma ken. Gezien dit bedrag wilde hy zelfs 't octrooi niet laten verlengen. Tien jaar later bood een zakenman hem een hoog bedrag voor een technisch artikel over deze zichzelf opwindende klok. De man doet er nu uitstekende zaken mee. Maar prof. Low is niet jaloers, de lust in het uitvinden is voor hem het belangrijkst en daarom vindt men in zyn huis tok vele merkwaardige maar hoogst oorspronkelijke appara ten, zoals slaapkamerrolluiken, die op een zonnige morgen automatisch worden opgetrokken, en een instal latie om dekens weg te trekken van iemand die op bed ligt.... vijf mi nuten nadat de wekker is afgelo pen. Volgepropt. „Wilt u mijn laboratorium eens zien?" Hiertoe moet de bezoeker weer onder een oerwoud van laaghangende takken doortrekken. En dan vindt hij de meest wonderlijke zaken. Een machine om haar te krullen, of een handvat met een omhulsel voor een melkfles, die een simpele fles veran dert in een aantrekkelijke tafelkruik met een bekleding van plastic. De hele ruimte staat volgepropt met een onnoemelijk aantal onderde len van apparaten, die lange, werkta fels la igs de muren er midden in de zaal bedekken en die de pro fessor nog juist voldoende cuimte ge ven om van de ene uitvinding naar de andere een weg te zoeken want uitvindingen zijn het allemaal. Wat denkt u van een kleurenorgel. waarop men een symphonie in kleu ren, geprojecteerd op een scherm, kan spelen, het model van een nieu- het verspreiden van Inist, een D.D.T.- bom VOor het bestuiven van vrucht bomen? Prof. Low doet er erg een voudig mee, hij legt van ölles pre cies uit hoe het wefken moet, zelfs al heeft hij nog geen patent aange vraagd, want zakelyk is hij zeker niet. Klein begonnen. Als jongen van tien jaar maakte hij al een stoomboot van klei, die werd voortbewogen door een balein uit het corset van zijn moeder. Hij studeerde aan het Imperial College of Science en had daar nog géér. cfin- didaatsexömen afgelegd, toen hij voor de eerste maal octrooi verkreeg op een uitvinding: een voortreffelijke methode om de acetyleenlamp van een auto aan te steken, zonder de plaats achter het stuur te verlaten. In datzelfde jaar zag zijn moede» op ee~ morgen een aantal grondwet kers on der leiding van een politie-agent be zig een gang te graven recht tegen over 't huis van de fam. LofV te Ham mersmit. Zij informeerde wat er aan de hand was en vernam, dat de elec- trisehe kabel waarschijnlijk was „Wij hebben gisteravond een vonk op de weg gezien mevrouw. Mevrouw drcht even na en barstte 'oen 'n lachen uit. „Neem me niet kwalijk agent, maar ik geloof, dat mijn zoon op het ogenblik met lichtgevende stoffen experimenteert en hij heeft daarvan waarschijnlijk wat wegge worpen. Zegt u maai tegen uw man nen, dat zij ophouden met graven". Men behoeft er zich niet over te verwonderen, dat Low spoedig als een rare suiter bekend stond Hij ver wekte grote kolommen in de kranten door een officieel experiment, dat de Journalisten „Zien met draadloze te legrafie" noemden". In wezen was dit in 1914 al het eer ste experiment met televisie. Maar het principe was nog te onvolkomen om tot goede resultaten te komen, maar de tegenwoordige televisiecame ra's werken in zekere zin overeen komstig r ow's beginsel van een raat- vormig netwerk van fotocellen. Een andere voorbarige uitvinding was die van het electrische scheermes, de tijd was er nog niet rijp voor en hij werkte aan een draadloos gelelde ra ket nog vóór de eerste wereld-oorlog, maar men had voor zijn vreemde :x- perimenten geen belangstelling. In de eerste wereldoorlog nam hij dienst bij de Engelse Koninklijke luchtmacht en na enige tijd werd hij aangesteld als hoofd van de experi mentele afdeling. Zijn schoonste ogenblikken van zijn jonge *aren be leefde hy. toer. hij aan hoge legerof ficieren een radiografisch bestuurd vliegtuig mocht demonstreren. Het vliegtuig startte volgens plan, voerde zelfs een looping uit, maar toen ging het mis.De motor ging sputteren en de machine begon te duiken, pre cies in de richting van een groep of ficieren, ondanks de woedende com mando's die een generaal hem gaf en die hij op het vliegtuig trachtte over te brengen. De generaal rende voor zijn leven. Maar het pakte toch zo uit, dat °en aantal van deze vlieg tuigen in de oorlog vervaardigd wer den, maar toen zij als een verrassing voor de vijand gebruikt konden wor den was er geen vijand meer het was inmiddels 1919 geworden. Duivenvriend. De jaren tussen de twee oorlogen kreeg Low vele onderscheidingen, eredoctoiaten en medailles uit ver schillende landen. Tijdens de tweede oorlog werkte hij n dienst van het leger aan nieuwe explosieve stoffen. Hij vond echter ook een duivenmand- je uit, dat vele postduiven, die als behoed heeft. De mandjes met dui« ven werden nl. aan prachutes in hei land van de geheime agenten neer* gelaten. Zij werdén opgeraapt en d« duiven werden, voorzien van be« ricl.ten, vrij gelaten. Als deze kistjeZ niet gevonden werden, moesten dé duiven vén honger sterven ért déar* om vond Low een kistje uit met eert valluik, dat tegengehouden wéfd rtiet eeri broxje suiker. Voordat de kistje! door geallieerde vliegtuigen werdert uitgeworoer was er een druppel wa ter op de suiker aangebracht. Deze doorweekte de suiker langzaam en liet zo de vogels na een bepaalde tijd automatisch vrij. Iiistfüctie. Low plaatste zijn licht niet onder de korenmaat. Bij zijn medewerkers in het leger was hij oij zonder po pulair om de originele, hoogstko- mieke lessen, die hij gaf. In de in- strutcielokalen, waarin hij doceerde werd dikwijls donderend gelach ge hoord. Op een nacht wandelde hij over het terrein van een geheime post in het leger, nadat hij een le zing over de sterk-explosieve stoffen had ge-rUden Hij zag een schild wacht in de koude noordervvind staan en stapte op de man toe met de vraag: „Weet Uj waarom een haai drijft op soep?". De man dacht dat hij met een beschonkene te doen had: mid den in de nacht en zulke «oêpachtige problemen! Hij vond het maar beter een antwoord te bedenken en zij iets van „vet on de soep". „Wat, vet in legersoep? Onmogelijk. Heb je dan nooit van oppervlakte spanning gehoord?" en een half uur lang kreeg de verkleumde, maar ook eenzame wacht eer Interessant betoog te horen over oppervlakte-spannin- f|en en cohaesle van vloeistoffen. Dat s Low ten voeten uit. Als Low een lijst sou opstellen van alle uitvindingen, die op zijn naam staan zou hij bij ces of zeven, die hem geld hebben opgeleverd een kruis kunnen zetten. De lijst zou bevatten: een onbreekbare bril, een houder voor dameskousen, die ze op hun plaats houdt en ladderen voorkomt, een flui tende elerkoker, een apparatuur met lnfra-rode stralen voor de fotografie ten behoeve van de industrie. Tot de uitvindingen, waarop hij geen patent durfde aanvragen, maar die hij later in de winkels terugvond behoort een windmolentje, dat draait op de warme luchtstroom afkomstig van een gloeilamp. Op een keer ont ving hij uit Wales een pakket, dat een mijnlamp bevatte, zoals de mijnwer kers deze gebruiken en een brief met een dankbetuiging geschreven door een mijnwerker. Prof Low herinner de zich toen vaag, dat hij eens een mijngasdeteetor had uitgevoi.den, die de plaats van muizen en kanaries kon innemen, dia vroegei in de mijnen werden gebruikt om de aan ezigheid van gevaarlijk gas te ontdekken. Professor Archibald Low is de laatste aileenwerkende uitvinder. En hij zegt, dat er nog duizenden dingen wachten om uitgevonden te worden. „Denk eens aan het sprookjesachtige succes van een zo simpele uitvin ding Is de ball-pointpen. Hij bi- weert: „Ik ben van mening, dat wij mensen nog bijna wilden zijn. Het inwendige van de aarde heeft nog niet eens tijd gehad om af te koe len. Er is dus nog een kans voor u en mij. Misschien ''inden wy mor gen wel dat ene ding uit, waar de wereld al duizenden jaren op zit te wachten. Prof. Low zal ons dit suc- koeriers door ondergrondse strijd-ces zeker niet misgunnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 11