ZOMERTEHTOONSTELLING PIETER SCHEENS {Romantiek Mae zit dat DE LE1PSE COURANT de kunst van poëzie in verf Dijgelovig van aard, hadden we in de 13e zo- mertentoonstelling van Pieter Scheen in Den Haag niet zoveel fiducie meer. Het moge dan al zijn, dat de schilders van de Romantiek en van de Haagse School zeer „vruchtbaar" zijn geweest, het kwam ons onmogelijk voor, dat deze 13e zomertentoonstelling de vorige zou kunnen evenaren in ruime keuze en hoedanig heid. Toch heeft Pieter Scheen het klaarge speeld. De tentoonstelling is niet alleen voor treffelijk, maar (met een niet bestaand woord) overtreffelijk, en misschien niet te overtreffen. Makkelijk is het bijeenbrengen van zo'n ten toonstelling reeds lang niet meer. De schilder kunst van de Romantiek in mindere mate die van de Haagse School is, na tientallen jaren een Assepoes-rol gespeeld te hebben, weer als een Prinses o.p het kunstbal versche nen en de Prins, die haar voor Nederland her-ontdekte is P. A. Scheen. Goede schilder stukken van de goede schilders der Romantiek er is ook veel middelmatig werk in de eer ste helft der vorige eeuw gemaakt worden zeldzaam en, krachtens een economische wet, ook prinselijk kostbaar. Wij vermoeden, dat schilders als Barend Koekkoek, Schelfhout, Springer, Leickert, Nuyen, om slechts enkele te noemen, verbaasd en ook wat afgunstig zou den opkijken, als zij wisten, wat thans voor hun werken wordt neerbetaald. De betrekkelijke zeldzaamheid van goede ro mantische schilderijen vindt ook hierin wel haar oorzaak, dat de bezitters ervan en hun erfgenamen zo voor geen prijs meer kwijt willen, omdat zij hun dierbaar zijn geworden. Bovendien trachten musea in binnen- en bui tenland veel, helaas, vond wederom eer en meer waardering in het buitenland erop uit zijn nog wat van die uitgestorven maar in de liefde van het nageslacht bloeiende kunst periode in de wacht te slepen. T\esalniettemin is Pieter Scheen er ook dit jaar weer in geslaagd een zomer-tentoon- stelling te houden, welke ontroerend is van schoonheid. Wij schatten, dat de helft van de tentoongestelde werken of wellicht nog meer door hem uit het buitenland gerepatrieerd is, uit België, Duitsland, Engeland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Oostenrijk. Daar is veel gefeis en tijd voor nodig geweest. Laten we hopen, dat ze na zó'n moeizaam ondernemen gerepatrieerd blijven. De opgang, welke de romantiek de laatste jaren in de kunstzinnige waardering heeft ge maakt, kan psychologisch voor een deel wor den toegeschreven aan de kloof, welke er gaapt tussen de moderne, gehaaste, gebroken levenswijze en de natuurlijke eenvoud, waar uit de romantische schilderkunst geboren werd. Ook de afkeer van de tegenwoordige, vaak redeloze klodderij, welke voor moderne prijzen voor moderne kunst doorgaat, en over een tiental jaren alleen nog maar de lachlust op wekt. zal tot de hausse van de vorige-eeuwse stukken hebben bijgedragen. Afgezien echter van deze eigen-tijdse moti vering, welke de waardering voor de Roman tische kunst en de Haagse School kan bevor deren, afgezien daarvan en daar boven-uit staat de klassieke waarde ervan. Deze kunstenaars konden niet alleen schil deren en prachtig schilderen maar zij maakten zichtbare poëzie. Zij werden daarbij beïnvloed door de mode van hun tijd. Zij romantiseerden de natuur en het menselijk leven. Zij wrochten schilder stukken, prettig om naar te kijken „plaat jes" noemt men dat smalend maar de bes- i ten van hen paarden aan een volkomen tech- I nische meesterschap over het weergeven van de stof een dichterlijke geest, waarmede zy i wat de dichter denkt, zichtbaar maakten. met het Kauwgom? kauwgom wordt bereid uit een boomsoort uit Zuid-Amerika en thans in zeker 300 landen ge kauwd. Als men alle stukjes gom, die in de loop der jaren genuttigd zijn, eens achter el kaar legde, dan zou men een lint krijgen, dat van de aarde tot de zon reikte. als eerste Europeanen maakten de Spanjaarden twee eeuwen geleden kennis met kauwgom, toen zij in Mexico meisjes van de Azteken op gom zagen bijten. Het viel hun daarby op dat deze meisjes Biezonder mooie en ga ve tanden bezaten, hetgeen zij aan dat „gom-bijten" toeschre ven. het zou echter nog tot 1869 du ren, alvorens een tandarts op het idee kwam het sap van de sapodilla-boom te zoeten en te gaan verhandelen. Veel belang stelling bestond er niet voor. totdat de zeepfabrikant William Wrigley ten tonele verscheen. Om zijn klanten te animeren, sloot hij bij elk stuk zeep een stukje kauwgom in. Al spoedig bleek nu, dat de mensen niet zijn zeep, maar wel de kauw gom op prijs stelden. Wrigley besloot toen het over een andere boeg te gooien. Hij zette een punt achter zijn zeep- handel en begon zich op de ver koop van kauwgom toe te leg gen. BU DE FOTO'S: Links boven: „Wintergezicht" van Barend Koek koek (1803—1862). Rechts boven: „Stadsgezicht te Amsterdam", van Corn. Springer (18171891). Midden: „IJs-gezicht met oude toren" van Ch. Leickert (18181907). Onder: „Heuvellandschap" van H. van de Sande Bakhuizen (17951860). Wie op deze tentoonstelling staat voor een omvangrijk* werk als het „Stadsgezicht" van Corn. Springer wordt getroffen door de mysterieuse kleuren van het geheel en bij na der beschouwen door de liefde en toewijding, waarmede de kleinste onderdelen zijn ver zorgd. Dezelfde ondefinieerbare poëzie ligt uitge spreid over Barend Koekkoeks statig winter gezicht en Leickerts hevig romantisch ijs-ge zicht, met een toren-ruïne! Dan zijn er „pendants" zomer en winter van H. van de Sande Bakhuyzen, een onvergetelijk klooster-gezicht bij Wiesbaden van Bilders en vele andere. Bij de kleinere stukken zijn o.a. juweeltjes van Schelfhout, een boeiende compositie van Hoppenbrouwers. Ook Bosboom is er op zijn best met kerk-poëzie, Moulijn met „Monniken in meditatie". Dan de boeiende, melancholische kop (95 x 75 cm) „Oude man met hond" van R. van Eysden en niet te vergeten Bakker- Korff met zijn binnenkamer-genoegelijkheid. De Haagse School komt prachtig voor de dag met J. H. Weissenbruch, Rochussen, Haaxman, Paul Gabriël en vooral Roelofs. Enkele namen zijn genoemd, vele overge slagen. In de herinnering blijft deze tentoon stelling bij Pieter Scheen voor ons leven als een vakantietocht door de natuur en langs kunst-monumenten, waarbij onze bewondering nog gestegen is voor deze bekwame èn be gaafde kunstenaars, die hun in poëzie gedoopt penseel hanteerden om in kleur en lijn een blijvende schoonheidsontroering te scheppen. De tentoonstelling Zeestraat 50 in Den Haag, is geopend van 105 uur tot en met zaterdag 30 augustus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 7