Het sprekende testament
t IN DE KRANTENTUIN
e'%
HUIBERS
ZATERDAG 7 JUNI 1958
DE LE1DSE COURANT
PAGINA 9
Correspondentie
Joke Menken (Hazerswoude). Je hebt
zeker al' lang naar een antwoordje uit
gezien. Ik vind het fijn dat je zó graag
de verhaaltjes leest en nu ook voortaan
met ons mee doet. Dat zal een feest zijn
als de tantes uit het klooster bij jullie
op bezoek komen. Dag Joke, tot het
volgende briefje.
Joke Visser (Aarlanderveen) stuurt
ons:
VOORJAAR
Het was een mooie lentedag. De zon
stond al vroeg aan de hemel en de
lammetjes huppelden in de wei. De vo
geltjes zongen het hoogste lied. Wij
gingen toen ook vlug naar buiten om
bloempjes te plukken voor het St. Jozef
beeld. Toen we dat gedaan hadden mocht
ieder zijn eigen vaasje vol maken. Wat
was die morgen vlug om,
ivoude) komt
SLOOTJE SPRINGEN
Chris en Cor waren dikke vrinden.
Op een woensdagmiddag, toen de zon
heerlijk scheen, vroeg Chris: ..Zeg zul
len we slootje gaan springen?"
„Ja, dat is goed joh".
Ze gingen naar een landweg waar een
sloot langs liep.
„Daar kunnen we fijn overspringen".
„Ga jij eerst Chris, dan kom ik vlak
achter je".
„Eéntwee.... drie"
Daar holden ze achter elkaar aan. Het
ging een paar keer goed tot Chris het
opeens niet kon halen en in de sloot
sprong. Cor kwam achter hem aan
en.... ook in de sloot. Beschaamd gin
gen ze kletsnat naar huis. Moeder was
boos. ..Jullie mogen de hele week niet
meer buiten spelen en. zondagmid
dag niet naar de voetbal"- Dat was hun
straf.
Lies v. d. Post (Warmond). Je ver
haaltje over: „Vogeds in de winter" zal
ik bewaren tot de herfst. Dat is zeker
wel goed. Hebben jullie een fijn feest
gehad?
Leo Zwetsloot (Alkemade). Je hebt
zeker al wel gezien, dat je een fout
in de oplossing had. De naam van een
prinses was: Marijke.
Tineke Klein (Leiden). Ook jouw
verhaaltje over „Vogels in de winter"
zal ik bewaren tot het winter gewor
den is. Je hebt dat knapjes gedaan.
Jonny v. d. Akker (Leiden). Oplos
sing was prima!
Thea v. d. Kamp (Leiden). Ook alles
goed!
Christien Montanus (Leiden). Wel
kom nieuw nichtje! Wat heb je een
mooi postpapier. Stuur maar veel brief
jes.
Ineke v. d. Salm (Zoeterwoude). Weer
een oplossing op zulk prachtig post
papier. Ook alles goed. Dag Ineke!
Mieke v. d. Salm (Zoeterwoude). Jij
natuurlijk ook een pluim, anders komt
er ruzie.
Henk Lagerberg (Leiden). Volgend
briefje moet je eens vertellen in'welke
klas je zit. 't Was weer dik in orde.
Alex Post (Leiden) komt vertellen
over:
BRAND
Het was woensdagmiddag en Jan en
Piet zouden naar het bos gaan. Jan zou
lucifers meenemen, want ze wilden een
brandje gaan maken. Om half twee gin
gen ze weg. Op een open plek in het
bos zochten ze een heleboel bladeren,
schopten die op ^en hoop en staken
ze in brand. Ze gooiden er steeds maar
bladeren bij. Het vuurtje werd zó groot,
dat de vlammen in het rond sprongen.
Daar begon warempel het gras ook al
te branden en toen schrokken ze toch
wel. Gelukkig kwam de boswachter aan.
Met een paar emmers water konden
ze de brand blussen. Ze kregen een ge
ducht standje van de boswachter en
moesten beloven het nooit meer te doen.
Ze hielden ook woord.
EEN GRAP
Mies kwam uit school. Tegenover Mies
woonden hele oude dames. Ze waren
helemaal niet aardig. Op een dag had
den een paar jongens een ruit kapot
gegooid en nu was de schilder bezig
er een nieuwe in te zetten. Mies stond
er naar te kijken. Daar zag ze de jas
van de man hangen en ze kreeg een
idee. Ze holde naar binnen, ging een
naald en draad halen en naaide een
mouw dicht. Toen ging ze heel onschul
dig voor het raam zitten kijken. De
man was klaar, pakte zijn spullen bij
elkaar en trok zijn jas aan. Maar wat
was dat? Het ging niet. Mies zat maar
te lachen. De man zag wat er gebeurd
was en keek heel boos naar Mies."
BEERTJE EN DE WASKOM
In het huis van de familie Blosjes,
hadden ze een jongetje van 10 jaren.
Hij heette Geert, maar ze noemden hem
Beertje. Er was ook nog een ouder
broertje van 12 jaar en die heette Hans.
Op een keer waren ze allebei gelijk
ziek. Beertje was grieperig en Hans had
een lichte bloedvergiftiging.
,Zeg Beertje, weet je wat we gaan
>r>9"
doen?
„Nou, wat dan?"
vroeg hij nieuws-
hangen de waskom onder Hel
ma's bed".
„Is dat alles?"
„Nee, we doen de wekker er in en
als hij dan om 6 uur afloopt, schrikt
ze wakker en begint te huilen".
„Ja, da's leuk", riep Beertje opge
wonden.
Samen hingen ze de waskom op en
deden de wekker er in.
„Ziezo, dat is klaar",
Nu wachtten ze met spanning of er
iemand komen zou.
Beertje werd al ongeduldig. Ineens
hoorden ze voetstappen op de gang.
Daar kwam Helma binnen.
„Zo jongens, hoe gaat het?"
„O best!"
„Ik zal even mijn bed opmaken",
zei ze.
Maar opeens.... rinkeldekinkel, de
waskom viel aan scherven. Moeder
kwam aanlopen.
„Wat is hier aan de hand?"
Nu kwam het hele verhaal met hor
ten en stoten er uit.
„Jullie bengels", zei ze. ,,'t Is maar
goed dat jullie ziek zijn, want anders
had er wat opgezeten".
Ja, toen moesten ze allen wel lachen.
Ineke v. Velzen (Zoeterwoude). Jam
mer hé, dat je verhaaltje zo laat aan
de beurt kwam, maar verhaaltjes over
ijs en winter kunnen we heus niet meer
plaatsen. Volgende keer beter Ineke.
- Marian en Plrn Burgers (Alphen). Alle
kinderen lezen met spanning het ver
haal over De ijzeren kist. Maar wie
hem krijgt, dat vertel ik toch nog niet.
EEN FIJNE MIDDAG
De juffrouw zou donderdag jarig zijn
en daarom mochten mijn vriendinnetje
en ik om half vier de klas versieren.
Toen we daar mee klaar waren, moch
ten we op het bord een tekening ma
ken. Opeens kwam Zuster Remberta de
klas binnenstappen. We schrokken ons
een hoedje en ik stootte mijn rug tegen
de punt van het bord. Ik riep: „Au!"
„Dat moet je niet doen, dom kind",
zei de Zuster.
Ik zei: „Maar 't doet erg zeer?"
„Jij moet niet zo kleinzerig zijn".
Maar opeens ging de bel en toen
moesten we naar huis. We kregen nog
een plaatje toe.
Ook van Bob Juffermans (Sassen-
heim) kregen we een goede oplossing.
Toosje Lieverse (Hoogmade). Ook een
pluim -op je zondagse hoed.
Frans de Rooy (Warmond). Leuke
broertjes heb je Frans. Fijn hè om mee
te spelen. Ze maken ook zeker wel eens
grapjes.
Ankie Moerkerk (Warmond). Je moet
zelf maar in de krant kijken of de op
lossing goed is.
Gtfs van Diemen (Nleuw-Vennep). Je
hebt zeker al bij de andere kinderen
gelezen, dat de verhaaltjes over sneeuw,
en ijs nu niet meer in de krant komen.
Toch niet boos Gijs?
Julia Rebers (Voorschoten). Het raad
sel was niet moeilijk hè!
Franca v. d. Weyden (Noordw.hout)
KABOUTER SLIMPIE OP REIS
Slimpie was de jongste en kleinste
kabouter van het bos. Hij was ook wel
eens ondeugend. Op een dag was Slim
pie naar de oude en wijze kabouter
Wijsneus geweest.
„Kabouter Wijsneus, wil u mij leren
lezen?"
„Gerust. Maar waarom? Je hebt er
toch niets aan".
„O jawel, dan weet ik tenminste wat
meer, want dan kan ik boeken lezen
over mensen en kabouters. Wanneer mag
ik komen?"
„We zullen maar meteen beginnen.
Goed opletten. Maar zeg niks tegen de
andere kabouters, anders komen ze alle
maal".
Slimpie kon goed leren en na twee
maanden kon hij al aardig lezen.
„Nu ken Je wel genoeg", zei Wijsneus
op een dag. „Ik heb niet veel tijd, ik
heb het zo druk. Je krijgt een boek
van me, dan kan je nog wat lezen".
Simple holde blij gauw naar zijn
huisje en begon te lezen. Het ging over
de mensen. „Daar ga ik ook heen", dacht
hij. Ik ga het aan de koning vragen,
maar die zei: „Nee, dat gebeurt niet".
Slimpie was ondeugend cn ging toch.
Hij pakte wat eten en kleren bij el
kaar en ging op stap. Toen hij einde
lijk in het land van de mensen kwam,
was hij o zo moe. Hij zag allemaal
dingen, die hij nog nooit gezien had.
De mensen leken wel reuzen. Het was
winter en erg koud. Het vroor en het
sneeuwde. Slimpie zakte in de sneeuw
weg. Hij was ook zo klein. Hij wist
geen verschil tussen ijs en straat en
gleed telkens uit. O. wat was dat ver
velend. O, wat had hij een honger en
geen bosbessen. Als hij dorst had nam
hij maar een hap sneeuw.
„Ik ga maar weer terug. Hier is het
ook niets", zei hij verdrietig. En hij
was naderhand blij dat hij terug was
gegaan. En Slimpie is nooit meer bij
de mensen geweest.
„In een boek lijkt het wel leuk, maar
het is niet zo".
Harry van Haastert (Zoeterwoude)
hoopt zo dat zijn verhaaltje in de krant
komt. Nu, hier is het dan:
BOONTJE KOMT OM ZIJN LOONTJE
Jan, Kees en Plet waren dikke vrien
den. Kees trok graag belletje. Op zekere
dag zei hij weer tegen zijn vriendjes:
„Ga je mee belletje trekken bij me
vrouw De Groot?"
„Nee jó, we moeten nog strafwerk
maken".
„Maak dat maar vanavond en ga met
mij mee".
„Nee, we gaan niet".
„Dag schijnheilige kindertjes. Dan ga
ik wel alleen".
Zo gezegd, zo gedaan. Kees had al
een paar keer aan de bel getrokken,
toen opeens het raam openging en een
stem riep: „Wil je maken dat je weg
komt, anders zal ik het je betaald zet
ten".
Een uurtje later deed Kees het weer
en mevrouw De Groot had hem zien
aankomen. Ze deed het raam open en
gooide een kan water naar Kees. Door
nat liep hij naar huis.
„Hoe komt het, dat je zo nat bent?",
vroeg moeder.
„Ik ben gevallen moeder".
„Dat jok je".
Eindelijk vertelde hij, wat hij gedaan
had. Later vertelde moeder het aan
vader en toen kreeg Kees een flink
pak: slaag en zonder eten naar bed.
heeft ook
DE FAMILIE KNABBELAAR
Boven op de grote zolder in een hoek
woonde de familie Knabbelaar. Ze leef
den er erg gelukkig en vonden genoeg
eten. Maar op een dag zei vader Knab
belaar: „We hebben geen eten meer".
En moeder zei tegen Nellie en Sjaakje:
„Gaan jullie eens kijken of er ergens
wat te eten is".
Nellie en Sjaakje gingen op zoek.
Onderweg kwamen ze een val tegen.
„Kijk eens, een huisje met eten", zei
Sjaak.
Ja nu zag Nellie het oog.
„Zullen we eens in het huisje gaan?"
„Goed", zei Nellie.
„We halen het spek er qit en nemen
het mee naar huis en dan hebben we
weer eten genoeg".
Sjaakje ging voorop. „Nellie er zit
een draadje voor".
„Dat moet je stuk bijten".
„Ja, dat is een goed idee". Maar o
wee, een knal en Sjaak zat in de val.
Nellie holde naar huis en vertelde alles
aan vader en moeder. Die liepen gauw
met haar mee. Maar het was al te laat.
Sjaak was al dood. De hele familie was
bedroefd.
Thea Huyts (Voorhout). Je verhaal
tje over: „Hoe de vogels armoe lijden
als er sneeuw ligt", bewaar ik tot de
winter. Dan hebben de kinderen er veel
meer aan.
(Lisse) vertelt een
HET BLOEMEN-ELFJE
dochtertje
ze weg. Overal werd gezocht, maar nie
mand vond haar. Toen kwam er op het
paleis een bloemen-elfje met een brief
je. Daarin vertelde ze dat Margootje
bij de heks was. De koning ging nu zit
ten denken, hoe hij zijn dochtertje zou
bevrijden. Eindelijk vond hij wat. Hij
zou in een zak gaan zitten en er op
zetten: „sla". Hij pakte een zak, liet
zich erin zakken. Zijn vrouw knoopte
de zak dicht en gaf hem een schaar
mee. Een lakei droeg de zak weg. Even
later kwam de heks voorbij.
„Dat treft ik goed, ik zoek juist eten",
en ze nam de zak mee. Toen de heks
sliep, knipte de koning de zak open
en daar zag hij zijn Margootje. Hij
maakte haar los. Toen boeide hij de
heks en ging naar huis. Het bloemen-
elfje kreeg een grote beloning.
Goede oplossingen van: Corrie van
Teylingen (Zoeterwoude), Nellie van
Gooren (Hoogmade), Anne Marie van
Dam (Noordwyk), José v. Benten (Zoe
terwoude), Elly Driehuis (Bodegraven),
Rina Driehuls, Ida v. d. Veer (Roelof-
arensveen), Nico v. d. Vlugt (Lange-
raar), Laura Jansen (Noordwijkerbout).
Dag kinders, volgende week verder.
DE EZEL VAN NASHUDDIN
KIIODJA
Nashuddin Khodja was een beroemde
Turkse leraar en bovendien een echte
rakker. Hij leefde in de 14de eeuw in
Klein-Azië, maar tot nu toe worden er
talloze verhalen over hem verteld. Dit
is er eentje.
Nashuddin leende graag iets van de
mensen, maar hij was niet erg enthou
siast, als ze hem iets vroegen. Op zekere
dag kwam een buurman bij hem en
vroeg hem of hij zijn ezel mocht lenen.
Nashuddin schudde hevig het hoofd en
zei: „Ach, dat is jammer, mijn ezel is
niet thuis. Maar als hij thuis geweest
zou zijn, dan zou ik hem je zeker ge
leend hebben". Nauwelijks was Nashud
din uitgesproken, of daar hoorde men
de ezel luid balken. „Maar Nashuddin,
je bedriegt me", riep de buurman. „Ik
hoor immers je ezel". Maar de listige
leraar kwam niet in verlegenheid. Hij
zette een beledigd gezicht en zei boos:
„Wat zeg je daar? Scheld je mij uit
voor leugenaar, ik met mijn witte baard!
Hoe durf je mijn ezel meer te geloven
dan mijzelf". Met deze woorden smeet
hij de deur dicht, en zo behoefde hij
zijn ezel niet uit te lenen.
EEN HASPEL KAN MEN ALTIJD
GEBRUIKEN
Veel jongens gebruiken vaak een
haspel en daarom laten we jullie zien,
hoe je er eentje maken kan.
Om de haspel kan je bijv. touw win
den, als je een boot aan de lijn houdt
of voor een vlieger of nylondraad voor
do vissers. De haspel wordt van twee
stukken hout gemaakt, die pl.m. 3 cm.
breed, 1 cm. dik en 14 cm. lang moeten
zijn, op de tekening zijn dit de horizon
taal liggende houtjes. Bovendien heb je
nog twee ronde stokjes nodig, die niet
meer dan 1>/» cm. doorsnee mogen zijn.
EVAs NIEUWE BONTKRAAG
Het éne stuk moet 12 cm., het andere
16 cm. lang zijn. Het handvat kan je
het beste uit een oude fietspomp nemen.
De ijzeren stang moet 13 cm. lang zijn.
Ze wordt met een ijzerzaagje doorge
zaagd. In de beide houten stukken boor
je drie gaten, één in het midden voor
de ijzeren stang en twee aan de kan
ten voor de ronde stokjes. Het gat voor
de ijzeren stang moet groot zijn, want
de stang is as en moet dus vrij kunnen
draaien. De haspel moet daar omheen
draaien. De gaten aan de kanten moeten
l'/i cm. van de kant afliggen en de
stokjes moeten precies in de gaatjes
passen. Maak ze niet te groot, anders
valt de boel uit elkaar. Eventueel met
een spijkertje vastslaan. Sla nu de ron
de stokken en de ijzeren stang in de
gaatjes en leg het andere stuk hout
er op. De ronde stok van 16 cm. moet
je 3 cm. doordrukken, daar kun je dan
mee draaien. De ijzeren stang wordt
met een moer vastgemaakt of anders
platgeslagen, maar niet in het hout
slaan, anders draait de haspel niet meer.
Als je de haspel gebruikt, dan maak
je het touw aan een van de ronde stok
ken vast en begint te draaien. De éne
hand aan het handvat, de andere hand
aan het kleine ronde stokje. Als je
geen handvat van een pomp op de kop
kan tikken, dan neem je ook daarvoor
een rond stokje, maar dat is niet zo
sterk.
TANTE JO en OOM TOON.
Haarlemmerstraat 123, Leiden
Geboorteaankondigingen
(Advertentie).
(88)
md en riek lTmlxRnmUmt
wtiklKh /onder éieMnmn
'miUmMirteteiiK
rnrrmm'.
ALBERT SCHWEITZER
31. Nog diezelfde nacht besloot hij
dokter te worden. Ofschoon hij al pro
fessor was, moest hij weer student wor
den als hij tenminste de negers in
Afrika wilde helpen. De volgende avond,
toen hij in Parijs een orgelconcert had
gegeven, schreef hij brieven aan zijn
vrienden en familieleden en vertelde
over zijn plannen, en spoedig daarop
ging hij aan de medische studie. Het
viel hem niet meer zo gemakkelijk te
studeren, als vroeger toen hij nog jong
was. Af en toe scheen zijn vermoeid
heid de overhand te krijgen, maar dan
vroeg hij zijn hospita een emmer ijs
koud water op zijn kamer te brengen.
Dan deed hij zijn blote voeten in het
water, als hij boven zijn boek in slaap
dreigde te vallen. Na zes jaar studeren
begon hij aan zijn uitzet voor zijn Afri
kaanse reis te denken.
32. Voordat hij vertrok was zijn
woning van onder tot boven met din
gen gevuld, die hij mee naar Afrika
moest nemen. Dozen zalf, rollen pleis
ter, verband, zakken met poeder, dok
tersinstrumenten en vele, vele andere
voorwerpen, die allemaal nog ingepakt
moesten worden. Schweitzer had alles
zelf betaald met het geld, dat hij met
zijn concerten en zijn verschillende boe
ken had verdiend. Een jaar tevoren was
hij getrouwd en zijn vrouw Helene was
bereid met hem het onbekende tege
moet te trekken.
Op Goede Vrijdag 1913 begonnen ze
de reis. Vrienden, bekenden en familie
leden stonden op het perron om afscheid
te nemen, niemand van hen wist, of ze
het echtpaar Schweitzer ooit zouden
terugzien.
De reis ging over Parijs naar de ha
venstad Bordeaux, waar het schip „Euro
pa" klaar lag, om ze naar Afrika te
brengen.
Aetherklanken
ZONDAG.
HILVERSUM I, 402 M.
8.00 NCRV, 8.30 IKOR, 9.30 KRO,
17.00 CONVENT VAN KERKEN,
18.30 NCRV, 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nieuws en weerber.
8.15 Gram. IKOR: 8.30 Vroegdienst.
9.20 Moederland-Vaderland?, causerie.
KRO: 9.30 Nieuws. 9.45 Gram. 10.00
Celloconc. 10.25 Pontificale Hoogmis.
12.15 Brabants ork. 12.40 Lichte muz.
12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en
Kath. nieuws. 13.10 Gram. 13.30 Lich
te muz. 13.45 Boekbespr. 14.00 Radio
Philh. ork. en sol. 15.10 Limburgs
progr. 15.40 Operamuz. 16.10 Sport.
16.30 Vespers. CONVENT VAN
KERKEN: 17.00 Vrije Evangelische
Kerkdienst. NCRV: 18.30 Vocaal
kwart. 18.40 Alt-mezzo en orgel. 19.00
Kerkelijk nws. 19.05 Knapenkoor en
rgel. 19.30 De mens en ik; De antieke
mens, caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00
Wereldkampioensch. voetbal in Zwe
den. 20.50 Promenade ork. en sol.
21.20 U bent toch ook van de Partij?
caus. 21.30 „Zoo spreke en zoo denke
en zoo dichte en zoo doe 'k!"t klank
beeld. 22.20 Lichte muz. 22.35 Uit het
Boek der Boeken. 22.45 Avondgebed
en liturg, kal. 23.00 Nws. 23.1524.00
Concertgebouw-ork. en solist.
HILVERSUM H. 298 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA
20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nws., postduivenber.
en gram. 8.18 Gevar. progr. 9.45
Geestelijk leven, toespr. VPRO: 10.00
Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Ned.
Herv. kerkd. 11.30 Vragenbeantw.
AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Sport -
spiegel. 12.35 Orgelspel. 13.00 Nws. en
S.O.S.-ber. 13.07 De toestand in de
wereld, caus. 13.17 Meded. of gram.
13.20 Grom. 14.00 Boekbespr. 14.20
Pianorecital. 14.50 De Goddelijke
Vrouwe, caus. 15.05 Omr. ork. en sol.
16.05 Dansmuz. 16.30 Sportrevue. VP
RO: 17.00 Gesprekken met luisteraars,
caus. 17.15 Boekbespr. VARA: 17.30
Voor de jeugd. 17.50 Nws., sportuitsl.
en sportjourn. 18.30 Cabaretprogr.
19.00 Wereldkamp. voetbal in Zwe
den. 19.45 Gram. AVRO: 20.00 Nws.
20.05 Theaterork. en solist. 20.35 De
Engelsteeg, hoorsp. 21.15 Lichte muz.
21.30 Act. 21.45 Lichte muz. 22.00
Gram. 22.15 Wereldkamp. voetballen-
22.30 Gram. 23.00 Nws. 23.15—24.00
Met de Franse slag.
TELEVISIEPROGRAMMA'S.
NTS: 18.1520.50 Eurovisie: We
reldkamp. voetbal. 21.00ca 22.45
Goochelaarsconcours te Hilversum.
MAANDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gewijde muz.
7.50 Een woord voor de dag. 8.00 Nws.
8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 Voor
de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35
Water9t. 9.40 Raak de roos. 10.20
Gram. 10.30 Theologische etherleer
gang. 11.15 Gram. 11.35 Gever, progr.
12.25 Voor boer en tuinder. 12.30
Land- en tuinb.meded. 12.33 Musette
muz. 12.53 Gram. en act. 13.00 Nws.
13.15 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.05
Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45 Voor
de vrouw. 15.15 Clavecimbelrecital.
15.30 Gram. 16.00 Bijbellezing. 18.30
Cello en piano. 17.00 Voor de kleuters.
17.15 Voor de jeugd. 17.30 Lichte muz.
17.40 Beursber. 17.45 Regeringsings-
uitz.: Rijksdelen Overzee: Wat bete
kent etnologie voor de Nederlands
Nieuw-Guinea?. door M. C. Capelle
18.00 Orgelspel. 18.30 Sport. 18.40 En
gelse les. 19.00 Nws. en weerber.
19.10 Gram. 19.15 Idem. 19.15 Kamer-
muz. 19.35 Volk en Staat, caus. 19.50
Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Intern,
jeugdconc. 20.50 Pelgrims naar een
onbereikbaar oord, hoorsp. 21.45
Gram. 22.00 Uit de Boekerij. 22.15
Strijkkwart. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nws. en SOS-ber. 23.15 Gram.
23.4024.00 Evangelisatie-uitz.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20
Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.10 De
groenteman. 9.15 Gram. 9.40 Morgen
wijding. 10.00 Gram. 11.00 Idem. 11.40
Voordr. 12.00 Jazzmuz. 12.20 Voor het
platte land. 12.30 Land- en tuinb.me
ded. 12.33 Lichte muz. 13.00 Nws.
13.15 Meded. of gram. 13.20 Tiroolsc
muz. 13.55 Beursber. 14.00 Voor de
vrouw. 14.45 Pianorecital. 15.30 Hu
manistische tendenzen, caus. 15.30
Gram. 17.00 Voor de jeugd. 17.15
Voor de padvinders. 17.25 Sportmo-
zaïek. 17.35 Voor de jeugd. 17.50 Mil.
comm. 18.00 Nws. 18.15 Reg. uitz.: Ne
derland en de wereld. Afrika's op
komst in de Ver. Naties, door drs. J.
Meyer, dir. intern, organisaties bij
het Ministerie van Buitenlandse Za
ken. 18.25 Aateursprogr. 18.50 Open
baar kunstbezit, caus. 19.00 Kamer-
muz. 19.30 Muzikale caus. 19.45 Lichte
muz. 20.00 Nws. 20.05 Cabaretprogr.
21.15 Act. 21.30 Sopr. en piano. 22.00
Omr. ork. en solist. 22.15 Het genees
kundig onderzoek voor het huwelijk,
caus. 22.30 Lichte muz. 23.00 Nws.
23.15 Beursber. te New York. 23.16
24.00 Gram.
TELEVISIEPROGRAMMA'S.
KRO: 20.00 Journ. en weeroverz.
20.20 Der Wildschütz, opera.
RINGSLANG IN HAARLEMSE
TUIN GEVONDEN.
Een bewoner van Haarlem-Noord
werd donderdagavond gewaarschuwd
dat er een slang in zijn tuin kroop.
Aanvankelijk besteedde hij hier wei
nig aandacht aan, maar toen later
bleek, dat zijn goudhamster ver
dwenen was, toog hij op onderzoek
uit.
Pas vanochtend werd het reptiel
in een nabijgelegen tuin gevonden.
De ruim een meter lange ringslang
is als hamsterdief of als gevon
den voorwerp? op het politiebu
reau gedeponeerd.