Zesde Industrialisatienota voor Nederland en de vooruitzichten Omlijnde taakstelling voor de toonaangevende bedrijven tot '62 Investeringsaftrek wordt onver wijld weder in werking gesteld Ankiets Parade Minister van Econ* Zaken over Toeneming beroepsbevolking eist bijzondere voorzieningen Minister van Financiën over i Regering nam extra maatregelen tot bestrijding der werkloosheid 0/^-MARKT 1 „Stretch nylon" Peek&Cloppenburg W/Sr- w/my/M/M Meisje dodelijk beklemd geraakt Ongeluk in «Steile wand" Schulden van 't Heertje boven 2 miljoen gestegen DINSDAG 20 MEI 1958 DE LEIDSE COURANT EAGINM Medio 1957 werd een tweede peri- brengén zal nodig zijn een jaarlijkse ode in de na-oorlogse industriële ontwikkeling van Nederland afge sloten. In verband hiermede heeft de minister van Economische zaken, prof. dr. J. Zijlstra, aan de Tweede Kamer een zesde industrialisatie nota aangeboden. In deze nota wordt een overzicht, gegeven van de resul taten waartoe de industriële ontwik keling in de periode medio 1952 medio 1957 heeft geleid en van de vooruitzichten op dit gebied voor de komende jaren. Ontwikkeling sedert 1948. De resultaten van de twee na-oor logse industrialisatieperioden 1948 1952 en 19521957 geven het beeld van een bijzonder krachtige indus triële ontwikkeling. Gedurende de tien jaren 1948 t/m 1957 werd (vol. gens de herziene berekeningen) in lopende prijzen voor 15,7 miljard gulden in de Nederlandse industrie geïnvesteerd en voor 16,3 miljard gulden, uitgedrukt in prijzen van 1952. De produktie in de industrie steeg in deze tien jaren met 79 pro cent en de werkgelegenheid nam toe van 1.451.000 manjaren in 1948 tot 1.780.000 manjaren in 1957, d.w.z'. een stijging met bijna 23 procent. Ontwikkeling in de bedrijfstak ken. Een globale verdeling van de in vesteringsbedragen in de - periode medio 1952 medio 1957 over de verschillende bedrijfstakken wijst uit, dat vooral de investeringen in de metaalindustrie en de chemische in dustrie zeer aanzienlijk zijn geweest. Tezamen met de investeringen in de nutsbedrijven vormen zij 60 procent van het totale investeringsbedrag. Doch ook in de textielindustrie en in de voedings- en genotsmiddelenin. dustrie blijken niet onaanzienlijke bedragen te zijn geïnvesteerd. De taakstelling 1955—1962. De minister geeft een overzicht van de ontwikkeling in de vooraan staande bedrijfstakken en komt ver volgens op de toekomstige taakstel ling tot 1962. Als gevolg van de uitzonderlijke hoge geboortecijfers tijdens de laat ste oorlog en vooral ook in de eerste jaren daarna wordt de natuurlijke toeneming van de beroepsbevolking voor de komende industrialisatiepe riode 19571962 geraamd op 300.000 personen, of gemiddeld 60.000 per jaar, tegen een gemiddelde van 40.000 per jaar in de periode 1952 1957. Daarnaast moet worden gere- j kend op een extra groei van de be roepsbevolking, o.m. als gevolg van het deelnemen van gehuwde vrou wen aan het arbeidsproces. Deze extra groei van de beroepsbevolking wordt voor de komende periode ge raamd op in totaal 25.000 of gemid deld 5.000 per jaar, het aantal waar mede ook de beroepsbevolking in 1957 is toegenomen. Voorts zullen door vermindering, van de werkge. legenheid in de landbouw naar ra ming 20.000 arbeidskrachten vrij ko men. De netto emigratie wordt ge schat op 50.000. Van het aantal van 295.000 personen, waarvoor dus in de komende période een arbeidsplaats zal moeten worden geschapen, zal naar raming ongeveer 25.000 bij de overheid kunnen worden geplaatst (o.m. onderwijs) en 130.000 in de dienstensector, zodat voor 140.000 personen in de industrie werkgele genheid zal moeten worden gevon den. De wenselijke stijging van het aan. tal arbeidskrachten in de industrie met 140.000 komt overeen met een stijging van de werkgelegenheid in de industrie van 8 procent. Om deze toeneming te bereiken zal, rekening houdend met een stijging van de ar- beidsproduktiviteit met 12 procent ruim 2 procent per jaar de indus triële produktie dienen toe te nemen met 21 procent. Aangezien de waarde van de bruto-industriële produktie in 1957 naar voorlopige schatting ca 41 miljard gulden heeft bedragen, zal deze in 1962 moeten zijn geste gen tot ca 49,5 miljard gulden, uit. gedrukt in prijzen van 1957. De uitbreidingsinvesteringen, die voor een dergelijke stijging van de industriële produktie nodig zijn, wor den uitgedrukt in prijzen van 1957 geraamd op ca. 7 miljard gulden. Tezamen met de vervangingsinveste ringen. die eveneens in prijzen 1957 worden geschat op 3,8 mil jard gulden, zullen de totale inves teringen in de komende periode (medio 1957medio 1962) rond 11 miljard gulden dienen te belopen. De minister wijst er met nadruk op, dat dit bedrag het minimum aan geeft, dat naar schatting nodig is. In het bijzonder zal grote aan dacht dienen te worden besteed aan de opvoering van de export. Om de gewenste uitbreiding van de indus triële produktie te kunnen tot stand toeneming van het uitvoervolume van 5 a 6 procent. Voor de toekomstige industriële ontwikkeling van ons land zijn een aantal factoren van betekenis, die naar mag worden aangenomen een belangrijke invloed zullen hebben op de industriële structuur van Neder land, t.w. de inwerkingtreding van de Euro- markt; de technische ontwikkeling, waar onder eveneens de ontwikkeling van de kernenergie, en tenslotte de mechanisering en de automati sering, als een bijzonder belang wekkend aspect van deze technische ontwikkeling. De vorming van een gemeenschap pelijke Europese markt zal een krachtige stimulans kunnen uitoefe nen op de industriële expansie van ons land door de additionele afzet mogelijkheden, die zullen ontstaan. De gunstige geografische positie van Nederland in het geheel van deze markt zal ons land daarenboven voor vestiging van industrieën, met name ook van basisindustrieën in de me tallurgische en de chemische sector, nog aantrekkelijker kunnen maken. Daarbij kan er met name aan worden gedacht, dat de historische functie die in het bijzonder de haven bek kens in het westen van ons land binnen onze nationale economie vervullen, als het ware geënt wordt op de supra nationale economie van de groeien de Europese eenheid. Hoewel de voordelen van de E.E.G. nog betrekkelijk ver in het verschiet liggen, is minister Zijlstra van mening, dat de Nederlandse in dustrie bij het entameren van nieu we projecten deze verruiming van de markt reeds thans in zijn overwe gingen dient te betrekken. Industriële aspecten kernenergie Op het gebied van het ontwerpen en de fabricage van de reactoren, waaraan thans in eerste aanleg be hoefte is, heeft Nederland een moei lijk in te halen achterstand bij de Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk. Op het terrein van de specifieke nucleaire industrie, d.w.z. de indus trie die zich uitsluitend bezig houdt met de be- en verwerking van splijtstoffen, is Nederland voorlopig waarschijnlijk geheel op het buiten land aangewezen. De steeds voortgaande snelle uit breiding van de gebieden waarop radioactieve isotopen in de industrie toepassing kunnen vinden, plaatst de Nederlandse industrie voor de nood zaak de ontwikkeling op dit gebied op de voet te volgen. Een grotere belangstelling in industriële kringen dan tot dusver werd getoond, is in dit verband naar de mening van de minister zeer gewenst. Mechanisering en automatisering Hoewel naar verwacht wordt de mechanisering en de automatisering op lange termijn geen blijvend struc tureel tekort aan werkgelegenheid ten gevolge zullen hebben, zijn het wellicht de moeilijkheden van tijde lijk en plaatselijk karakter, die hier en daar tot ongerustheid hebben aanleiding gegeven. Deze moeilijk heden kunnen hoofdzakelijk hun oorzaak vinden in een daling of on voldoende expansie van de vraag en in een zekere immobiliteit van de factor arbeid. De overheidsmaatrege- de ontwikkeling zo soepel mogelijk te doen verlopen, zullen dan ook ener zijds gericht moeten zijn op het be vorderen van ee*. zekere continuï teit in de expansie van de vraag, ter wijl zij anderzijds de mogelijkheden dienen te openen voor een zodanige scholing van de vakman, dat deze met zo weinig mogelijk moeilijkhe den een andere, gelijkwaardige func tie zal kunnen gaan uitoefenen. De regionale industralisatie De minister kondigt in de onder havige nota een nieuw regionaal in dustrialisatiebeleid aan. Tot nu toe had dit regionale beleid zich in hoofdzaak beperkt tot het stimuleren van de industrialisatie in een aantal ontwikkelingsgebieden in verband met de in deze gebieden be staande structurele werkloosheid. Het nieuwe regionale industrialisatiebe leid zal zich in principe meer in het algemeen gaan richten op die stre ken des lands, waar een ernstige acute structurele werkloosheid en/of een omvangrijke eenzijdig gerichte mi gratie zich thans voordoet of in de naaste toekomst dreigt te ontstaan. Op het te voeren regionale beleid gaat de minister voorts uitvoerig in, ten aanzien van het westen en overig Nederland. In totaal zal het nieuwe regionale industrialisatiebeleid, dat kan wor den aangeduid als industriesprei- dingsbeleid, in de eerstkomende vijf jaar f 30 miljoen vergen, hetgeen in vergelijking met het in de afgelopen vijf jaar gevoerde beleid inzake de ontwikkelingsgebieden een verdub beling inhoudt. Voor de ontwikkeling der indus triële structuur in de komende jaren zal naar de minister meent in de eerste plaats de gang van zaken in de chemische de metaal, de tex tiel- en de keramische industrie be palend zijn. Daarom is in de nota een nadere uiteenzetting gegeven over deze bedrijtstakken. De minister besluit deze nota met uiting te geven aan zijn hoop en ver trouwen, dat het Nederlandse be drijfsleven eveneens in de nu aange vangen derde industrialisatieperiode de noodzakelijke investeringstaak zal weten te volbrengen. Gelijktijdig met de zesde industria lisatienota van de Minister van Eco nomische Zaken heeft de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer een nota inzake, de investeringsaftrek toegezonden. In een schets van de finaniceel- economische ontwikkeling, die ons land de laatste tijd te zien heeft ge geven, constateert de minister, dat op verscheidene terreinen een ontspan ning is ingetreden. De bewindsman wijst er daarbij onder meer op, dat de werkloosheid zich :n enkele geogra fische gebieden snel heeft ontwikkeld tot een niveau, dat de regering noopte tot het treffen van een aantal maat regelen ter bestrijding. Het beeld van de huidige economische situatie toont, naast een meer verantwoorde omvang van de consumptieve beste dingen, een stilstand en zelfs hier en daar een teruggang in de ontwik keling van de produktie. Een sterke terugval van de inves teringen ligt thans binnen de moge lijkheden, te ernstiger nu zo'n terug val tot schade van de werkgelegen heid later niet dan mét grote inspan ning en veelal eerst geleidelijk over een lange tijd" kan worden hersteld Het intreden van een stagnatie moet te meer worden gevreesd, nu bij de algemene sfeer van aarzeling op dit gebied zich nog voegt het feit, dat de algemeen bestaande verwachting van een herleving van de investeringsaf trek, gepaard met de onzekerheid om trent het tijdstip van wederinstelling, de ondernemers nog in het bijzonder tot een afwachtende houding aanzet. Naar het oordeel van de minister van financiën kan bij een weifelend con junctuurverloop als thans valt te be speuren 't doen herleven, v. d. belas tingfaciliteit tot gevolg hebben, dat de werkgelegenheid op langere termijn in gevaar komt. In dit verband[wijst de minister op het feit, dat bij uit stek van een wijziging in de omvang van de investeringen een ver reikend effect pleegt uit te gaan ten gunste of ten ongunste op de ontwikke ling van onze gehele economie. Investeringsaftrek wordt weder in werking gesteld. Naar de overtuiging van de rege ring mag onder de geschetste omstan digheden de werking van de in de wettelijke bepalingen verankerde in vesteringsstimulans niet langer ont breken. Tegenover het gevaar, dat van de stagnatie in de investerings activiteit valt te duchten voor de ont wikkeling van de economische struc tuur van ons land in het algemeen en in het bijzonder voor de werkgelegen heid op langere termijn, meent de re gering harerzijds het initiatief te moe ten stellen tot herleving van de in vesteringsaftrek. Hiervan mag naar haar oordeei een ogenblikkelijk gunstig effect wor den verwacht op de vergroting en versterking van de nationale wel vaartsbronnen, die de duurzame ar beidsplaatsen voor de snel groeiende beroepsbevolking bieden. Voor de be- grotings- en kaspositie van het rijk betekent de herleving van de facili teit anderzijds een in verhouding klein offer, dat bovendien eers» na twee jaren zijn volle omvang bereikt. Op grond van het vorenstaande heeft de minister gebruik gemaakt van de in de wet opgenomen machti ging om, in overeenstemmin? met zijn ambtgenoot van economische zaken, de investeringsaftrek - er- wijld weder in werking te doen stel len. De faciliteit zal gelden voor investeringen, welke in 1958 na 20 mei (de dag van de publikatie van de desbetreffende beschikking) wor den gedaan. De regering acht het evenwel noodzakelijk aan de weder invoering een beperking te rbinden en wel in die zin, dat de aftrek, in plaats van 20 pet., gespreid over vijf jaren, voor de investeringen in het verdere verloop van 1958 16 pet. zal bedragen, gelijkelijk te verdelen over vier jaren. De aftrek zal niet reeds aanvangen in 1958, doch voor het eerst worden geëffectueerd bij de berekening van de fiscale winsten over het jaar 1959. Deze beperking acht de regering mede nodig met het oog op de begotingspositie van het rjjk voor de naaste toekomst. De minister van financiën heeft nog overwogen of niet een opheffing van de temporisering van de vervroegde afschrijving de voorkeur verdient bo ven een herstel van de investerings aftrek, zoals hierboven is aanugege- ven. De bewindsman heeft deze vraag echter ontkennend beantwoord op grond van het feit, daï de vervroeg de afschrijving een faciliteit is die, anders dan de investeringsaftrek, slechts een belastingverschuiving brengt en daarom in haar effect, voornamelijk beperkt is tot'een tijde lijke vergroting van de liquiditeiten van de ondernemingen. De consequenties, welke de weder- in de beschreven vorm heeft voor de budgettaire positie van het rijk, zijn voor het jaar 1958 nihil, voor het jaar 1959 ongeveer 10 miljoen en voor het jaar 1960, waarin zij haar maximum bereiken, ongeveer 35 miljoen. Met betrekking tot de "raag wat voor toekomstige jaren dient te ge schieden met de overige maatregelen van fiscale aard, welke bij de aan vang van of in de loop van 1959 hun kracht zullen verliezen, is de regering voornemens te zijner tijd in wets voorstellen aan de Staten-Generaal haar standpunt kenbaar te maken. Brand in meubel- briek te Gouda Op tot nu nog onverklaarbare wijze is gisteravond een zgn. „exhauster" van de meubelfabriek van de firma Borsje aan de Vest te Gouda, die geen dienst deed, in brand geraakt. Bij minder krachtdadig optreden van de Goudse brandweer zou een zeer om vangrijke brand het gevolg zijn ge weest. De ruimte waar de brand ontstond ligt namelijk boven de lakspuiterij van de fabriek en het plafond daar van geraakte eveneens gedeeltelijk in brand. Het gevaar, dat de rond vliegende vonken het brandbare ma teriaal. dat daarin was opgeslagen, zouden treffen was niet denkbeeldig. De brand was kort, doch zeer he vig. De Goudse brandweer was zeer snel ter plaatse, doch kon niet voor komen dat de „exhauster" geheel af brandde. Het was moeilijk om tot de vuurhaard door te dringen, aangezien deze zich op de hoogste verdieping en geheel achter in het bedrijf be- Originele Ifaliacmse import in zomerse Rivièra kleuren. Zó gewassen, zó droog. Ideaal passend. Schoenmaat 27/30 Kleine stijging per moot. (Advertentie) SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN OKT. NO/. OEC JAN. FEB. Wanneer men het aantal verkeers slachtoffers van de laatste maanden vergelijkt met een overeenkomstige periode van een jaar geleden dan ziet men dat zowel in geheel Nederland als in de grote steden over het alge meen de toestand iets gunstiger wordt, al is het aantal slachtoffers van ongeveer 2500 per maand toch wel zeer hoog te noemen. De verbetering van de grote steden is iets minder dan in de rest van het land. In het gehele land kende men b.v. in februari een daling ten opzichte van januari, terwijl dit in de grote steden nauwelijks merkbaar was. Het 6-jarig dochtertje van de fam. Laarse uit Amsterdam is gistermid dag bij een tragisch verkeersongeval om het leven gekomen. Het meisje speelde in de Alexander Boersstraat tussen een geparkeerde bestelwagen en een vierwielige aanhangwagen toen een 6-jarige jongen de aan hangwagen tegen de bestelauto aan duwde Het meisje raakte tussen de beide wagens bekneld. Zij werd naar het Wilhelminagasthuis gebracht waar zij later aan haar verwondin gen is overleden. Tijdens een oefenrit in ..steile wand" op de kermis in Sint Anna Parochie is gisteravond de 30-jarige K. van Wijk uit Haarlem, die in dienst is bij een kermisexploitant met een collega in aanraking geko men. Het gevolg hiervan was, dat Van W. met de motor naar beneden stortte. Zijn collega bleef ongedeerd en kon op gewone wijze de grond bereiken. Een dokter achtte over brenging naar een ziekenhuis te Leeuwarden noodzakelijk. vond. De brand zelf was spoedig ge blust, het nablussen nam echter ge ruime tijd in beslag, zowel brand- als waterschade waren zeer aanzien lijk. Tijdens de in het Amsterdamse pa leis van justitie gehouden verifica tievergadering in het faillissement van de boekhouder procuratiehouder Kees van H. is vastgesteld, dat de vordering van de N.V. Berger en Co. op haar vroegere employé niet 1.800.000 gulden bedraagt maar 2.1 millioen. Het 49-jarige „Goede Heertje" heeft dus drie ton meer verduisterd dan aanvankelijk werd vermoed. Behalve deze enorme vordering in het faillis sement zijn nog enkele (naar verhou ding) kleine schulden bekend gewor- invoering van de investeringsaftrek den. Deze schulden zullen voldaan moe ten worden met de 50.000 die de veiling van de goederen van Van H. opgebracht heeft, waarvan nog enkele duizenden guldens naar preferente crediteuren ga^n, zoals een paar mil le naar de belastingen. Van de ove rige schulden zal slechts een zeer klein percentage kunnen worden uit gekeerd. Vergezeld van zijn raadsman mr. Jelger de Jong woonde de veelbe sproken boekhouder de verificatie vergadering bij. De faillietverklaar- de zei, dat hij de verhoogde vorde ring niet kon erkennen. Koningin Juliana bij Wageningse studenten Koningin Juliana heeft maandag avond in Junushoff te Wageningen de galavoorstelling bijgewoond die de Wageningse studenten toneelver eniging gaf ter gelegenheid van het zestiende lustrum van het Wage- ningsch studenten corps. Opgevoerd werd het epos „Gllgamesj", voorzo ver bekend de oudste literaire schep ping van de mensheid. Het epos, dat op kleitafels bij opgravingen is ge vonden, is in het Nederlands ver taald door de Leidse hoogleraar prof. dr. F. Th. de Liagre Böhl. De koningin toonde grote belang stelling voor het stuk, dat, ofschoon vierduizend jaar oud, wat de pro bleemstelling aangaat, merkwaardig modern aandoet. De dichterlijke ge- aachtengangen stijgen hoog uit bo ven het tijdelijke en verheffen het epos tot een dichtwerk van univer sele waarde. Decors en aankleding waren in de stijl van de oudheid ge houden. Weliswaar konden niet alle opvoe- renden aan de voor amateurs zeer moeilijke eisen voldoen, doch over het algemeen kon het experiment van dt première van een vierduizend jaar oud stuk, geslaagd worden genoemd. Ook de koningin verhief zich na af loop van haar zetel en nam deel aan het hartelijk applaus jegens spelers en regisseur. Aetherklanken WOENSDAG. HILVERSUM I, 402 m. 7.00 —24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws. 7 10 Gewijde muz. 7.50 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws. 8.15 Reportage. 8.20 Gram. 8.30 Instr. Trio. 9 00 Voor de zieken 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Wa- terst. 9.40 Amus. muz. 10.00 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.10 Voltooide Symfonie, hoorsp. 12.15 Italiaanse melodieën. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Lichte muz. 12.53 Rep. 13.00 Nieuws. 13.15 Met PIT op pad. 13.20 Lichte muz. 13.40 Gram. 14.00 Bonsdag. 14.45 Arabella, opera (le bedrijf). 15.40 Vocaal Dubbel- kwart. 16.00 Voor de jeugd. 17.20 Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Gram. 18.00 Leger des Heilsmuz. 18.15 Spec trum v. h. Chr. Organisatie- en Ver- ber. 19.10 Op de man af. 19.15 Viool, cello en orgel. 19.30 Buitenl. overz. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Kerkconc. 21. Rep. 21.50 Gram. 22.00 Klankb. over Alice Nahom. 22.20 De Hoorschelp, een akoestikon. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws en SOS-ber. 23.15 Sportuitsl. 23.20—24.00 Gram. HILVERSUM II, 298 m. 7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA, 19.30 VPRO, 20.00—24.0 VARA. VARA: 7.0 Nieuws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 9.05 Gym. 9.15 Gram. VPRO: 10.00 School radio. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Gevar. progr. 12.00 Dansmuz. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Amus. muz. 13.00 Nieuws. 13.15 Tentoonstellings agenda. 13.20 Lichte muz. 13.45 Gram. 14.00 Pianorecital. 14.30 Voor de jeugd. 16.30 Gram. 17.00 Volks- muz. 17.15 Promenade-ork. 17.50 Re- geringsuitz.: Emigratierubr. Het emi gratiepraatje van H. A. van Luyk. 18.00 Nieuws en comm. 18.20 Lichte muz. 18.40 Act. 18 50 Gram. 19.00 Voor de jeugd 19.10 Joods progr. VPRO: 19.30 Voor de jeugd. VARA: 20.00 Nieuws. 20.05 Tussen de regels door, caus. 20.15 Amus. muz. 20.30 Loraine, hoorsp. 21.45 Strijksextet. 22.10 Marimba. 22.50 Medische kron. 23.00 Nieuws. 23.15 Orgelspel. 23.50— 24.00 Soc. nieuws in Esperanto. Televisieprogramma. KRO: 17.00—17.45 Voor de kinde ren. NTS: 2000 Weekjourn. AVRO: 20.30 Luipaard op schoot. 21.00—22.40 Ninotchka, TV-speL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 11