Zesde Industrialisatienota voor
Nederland en de vooruitzichten
Omlijnde taakstelling voor de
toonaangevende bedrijven tot '62
Investeringsaftrek wordt onver
wijld weder in werking gesteld
Ankiets Parade
Minister van Econ* Zaken over
Toeneming beroepsbevolking
eist bijzondere voorzieningen
Minister van Financiën over i
Regering nam extra maatregelen
tot bestrijding der werkloosheid
0/^-MARKT
1
„Stretch nylon"
Peek&Cloppenburg
W/Sr-
w/my/M/M
Meisje dodelijk
beklemd geraakt
Ongeluk in
«Steile wand"
Schulden van 't Heertje
boven 2 miljoen gestegen
DINSDAG 20 MEI 1958
DE LEIDSE COURANT
EAGINM
Medio 1957 werd een tweede peri- brengén zal nodig zijn een jaarlijkse
ode in de na-oorlogse industriële
ontwikkeling van Nederland afge
sloten. In verband hiermede heeft de
minister van Economische zaken,
prof. dr. J. Zijlstra, aan de Tweede
Kamer een zesde industrialisatie
nota aangeboden. In deze nota wordt
een overzicht, gegeven van de resul
taten waartoe de industriële ontwik
keling in de periode medio 1952
medio 1957 heeft geleid en van de
vooruitzichten op dit gebied voor de
komende jaren.
Ontwikkeling sedert 1948.
De resultaten van de twee na-oor
logse industrialisatieperioden 1948
1952 en 19521957 geven het beeld
van een bijzonder krachtige indus
triële ontwikkeling. Gedurende de
tien jaren 1948 t/m 1957 werd (vol.
gens de herziene berekeningen) in
lopende prijzen voor 15,7 miljard
gulden in de Nederlandse industrie
geïnvesteerd en voor 16,3 miljard
gulden, uitgedrukt in prijzen van
1952. De produktie in de industrie
steeg in deze tien jaren met 79 pro
cent en de werkgelegenheid nam toe
van 1.451.000 manjaren in 1948 tot
1.780.000 manjaren in 1957, d.w.z'. een
stijging met bijna 23 procent.
Ontwikkeling in de bedrijfstak
ken.
Een globale verdeling van de in
vesteringsbedragen in de - periode
medio 1952 medio 1957 over de
verschillende bedrijfstakken wijst
uit, dat vooral de investeringen in de
metaalindustrie en de chemische in
dustrie zeer aanzienlijk zijn geweest.
Tezamen met de investeringen in de
nutsbedrijven vormen zij 60 procent
van het totale investeringsbedrag.
Doch ook in de textielindustrie en in
de voedings- en genotsmiddelenin.
dustrie blijken niet onaanzienlijke
bedragen te zijn geïnvesteerd.
De taakstelling 1955—1962.
De minister geeft een overzicht
van de ontwikkeling in de vooraan
staande bedrijfstakken en komt ver
volgens op de toekomstige taakstel
ling tot 1962.
Als gevolg van de uitzonderlijke
hoge geboortecijfers tijdens de laat
ste oorlog en vooral ook in de eerste
jaren daarna wordt de natuurlijke
toeneming van de beroepsbevolking
voor de komende industrialisatiepe
riode 19571962 geraamd op 300.000
personen, of gemiddeld 60.000 per
jaar, tegen een gemiddelde van
40.000 per jaar in de periode 1952
1957. Daarnaast moet worden gere- j
kend op een extra groei van de be
roepsbevolking, o.m. als gevolg van
het deelnemen van gehuwde vrou
wen aan het arbeidsproces. Deze
extra groei van de beroepsbevolking
wordt voor de komende periode ge
raamd op in totaal 25.000 of gemid
deld 5.000 per jaar, het aantal waar
mede ook de beroepsbevolking in
1957 is toegenomen. Voorts zullen
door vermindering, van de werkge.
legenheid in de landbouw naar ra
ming 20.000 arbeidskrachten vrij ko
men. De netto emigratie wordt ge
schat op 50.000. Van het aantal van
295.000 personen, waarvoor dus in de
komende période een arbeidsplaats
zal moeten worden geschapen, zal
naar raming ongeveer 25.000 bij de
overheid kunnen worden geplaatst
(o.m. onderwijs) en 130.000 in de
dienstensector, zodat voor 140.000
personen in de industrie werkgele
genheid zal moeten worden gevon
den.
De wenselijke stijging van het aan.
tal arbeidskrachten in de industrie
met 140.000 komt overeen met een
stijging van de werkgelegenheid in
de industrie van 8 procent. Om deze
toeneming te bereiken zal, rekening
houdend met een stijging van de ar-
beidsproduktiviteit met 12 procent
ruim 2 procent per jaar de indus
triële produktie dienen toe te nemen
met 21 procent. Aangezien de waarde
van de bruto-industriële produktie
in 1957 naar voorlopige schatting ca
41 miljard gulden heeft bedragen,
zal deze in 1962 moeten zijn geste
gen tot ca 49,5 miljard gulden, uit.
gedrukt in prijzen van 1957.
De uitbreidingsinvesteringen, die
voor een dergelijke stijging van de
industriële produktie nodig zijn, wor
den uitgedrukt in prijzen van 1957
geraamd op ca. 7 miljard gulden.
Tezamen met de vervangingsinveste
ringen. die eveneens in prijzen
1957 worden geschat op 3,8 mil
jard gulden, zullen de totale inves
teringen in de komende periode
(medio 1957medio 1962) rond 11
miljard gulden dienen te belopen.
De minister wijst er met nadruk op,
dat dit bedrag het minimum aan
geeft, dat naar schatting nodig is.
In het bijzonder zal grote aan
dacht dienen te worden besteed aan
de opvoering van de export. Om de
gewenste uitbreiding van de indus
triële produktie te kunnen tot stand
toeneming van het uitvoervolume
van 5 a 6 procent.
Voor de toekomstige industriële
ontwikkeling van ons land zijn een
aantal factoren van betekenis, die
naar mag worden aangenomen een
belangrijke invloed zullen hebben op
de industriële structuur van Neder
land, t.w.
de inwerkingtreding van de Euro-
markt;
de technische ontwikkeling, waar
onder eveneens de ontwikkeling van
de kernenergie, en tenslotte
de mechanisering en de automati
sering, als een bijzonder belang
wekkend aspect van deze technische
ontwikkeling.
De vorming van een gemeenschap
pelijke Europese markt zal een
krachtige stimulans kunnen uitoefe
nen op de industriële expansie van
ons land door de additionele afzet
mogelijkheden, die zullen ontstaan.
De gunstige geografische positie van
Nederland in het geheel van deze
markt zal ons land daarenboven voor
vestiging van industrieën, met name
ook van basisindustrieën in de me
tallurgische en de chemische sector,
nog aantrekkelijker kunnen maken.
Daarbij kan er met name aan worden
gedacht, dat de historische functie
die in het bijzonder de haven bek kens
in het westen van ons land binnen
onze nationale economie vervullen,
als het ware geënt wordt op de supra
nationale economie van de groeien
de Europese eenheid.
Hoewel de voordelen van de
E.E.G. nog betrekkelijk ver in het
verschiet liggen, is minister Zijlstra
van mening, dat de Nederlandse in
dustrie bij het entameren van nieu
we projecten deze verruiming van
de markt reeds thans in zijn overwe
gingen dient te betrekken.
Industriële aspecten
kernenergie
Op het gebied van het ontwerpen
en de fabricage van de reactoren,
waaraan thans in eerste aanleg be
hoefte is, heeft Nederland een moei
lijk in te halen achterstand bij de
Verenigde Staten, Engeland en
Frankrijk.
Op het terrein van de specifieke
nucleaire industrie, d.w.z. de indus
trie die zich uitsluitend bezig houdt
met de be- en verwerking van
splijtstoffen, is Nederland voorlopig
waarschijnlijk geheel op het buiten
land aangewezen.
De steeds voortgaande snelle uit
breiding van de gebieden waarop
radioactieve isotopen in de industrie
toepassing kunnen vinden, plaatst de
Nederlandse industrie voor de nood
zaak de ontwikkeling op dit gebied
op de voet te volgen. Een grotere
belangstelling in industriële kringen
dan tot dusver werd getoond, is in
dit verband naar de mening van de
minister zeer gewenst.
Mechanisering en
automatisering
Hoewel naar verwacht wordt de
mechanisering en de automatisering
op lange termijn geen blijvend struc
tureel tekort aan werkgelegenheid
ten gevolge zullen hebben, zijn het
wellicht de moeilijkheden van tijde
lijk en plaatselijk karakter, die hier
en daar tot ongerustheid hebben
aanleiding gegeven. Deze moeilijk
heden kunnen hoofdzakelijk hun
oorzaak vinden in een daling of on
voldoende expansie van de vraag en
in een zekere immobiliteit van de
factor arbeid. De overheidsmaatrege-
de ontwikkeling zo soepel mogelijk te
doen verlopen, zullen dan ook ener
zijds gericht moeten zijn op het be
vorderen van ee*. zekere continuï
teit in de expansie van de vraag, ter
wijl zij anderzijds de mogelijkheden
dienen te openen voor een zodanige
scholing van de vakman, dat deze
met zo weinig mogelijk moeilijkhe
den een andere, gelijkwaardige func
tie zal kunnen gaan uitoefenen.
De regionale industralisatie
De minister kondigt in de onder
havige nota een nieuw regionaal in
dustrialisatiebeleid aan.
Tot nu toe had dit regionale beleid
zich in hoofdzaak beperkt tot het
stimuleren van de industrialisatie in
een aantal ontwikkelingsgebieden in
verband met de in deze gebieden be
staande structurele werkloosheid. Het
nieuwe regionale industrialisatiebe
leid zal zich in principe meer in het
algemeen gaan richten op die stre
ken des lands, waar een ernstige acute
structurele werkloosheid en/of een
omvangrijke eenzijdig gerichte mi
gratie zich thans voordoet of in de
naaste toekomst dreigt te ontstaan.
Op het te voeren regionale beleid
gaat de minister voorts uitvoerig in,
ten aanzien van het westen en overig
Nederland.
In totaal zal het nieuwe regionale
industrialisatiebeleid, dat kan wor
den aangeduid als industriesprei-
dingsbeleid, in de eerstkomende vijf
jaar f 30 miljoen vergen, hetgeen in
vergelijking met het in de afgelopen
vijf jaar gevoerde beleid inzake de
ontwikkelingsgebieden een verdub
beling inhoudt.
Voor de ontwikkeling der indus
triële structuur in de komende jaren
zal naar de minister meent in
de eerste plaats de gang van zaken
in de chemische de metaal, de tex
tiel- en de keramische industrie be
palend zijn. Daarom is in de nota een
nadere uiteenzetting gegeven over
deze bedrijtstakken.
De minister besluit deze nota met
uiting te geven aan zijn hoop en ver
trouwen, dat het Nederlandse be
drijfsleven eveneens in de nu aange
vangen derde industrialisatieperiode
de noodzakelijke investeringstaak zal
weten te volbrengen.
Gelijktijdig met de zesde industria
lisatienota van de Minister van Eco
nomische Zaken heeft de Minister
van Financiën aan de Tweede Kamer
een nota inzake, de investeringsaftrek
toegezonden.
In een schets van de finaniceel-
economische ontwikkeling, die ons
land de laatste tijd te zien heeft ge
geven, constateert de minister, dat op
verscheidene terreinen een ontspan
ning is ingetreden. De bewindsman
wijst er daarbij onder meer op, dat de
werkloosheid zich :n enkele geogra
fische gebieden snel heeft ontwikkeld
tot een niveau, dat de regering noopte
tot het treffen van een aantal maat
regelen ter bestrijding. Het beeld van
de huidige economische situatie
toont, naast een meer verantwoorde
omvang van de consumptieve beste
dingen, een stilstand en zelfs hier
en daar een teruggang in de ontwik
keling van de produktie.
Een sterke terugval van de inves
teringen ligt thans binnen de moge
lijkheden, te ernstiger nu zo'n terug
val tot schade van de werkgelegen
heid later niet dan mét grote inspan
ning en veelal eerst geleidelijk over
een lange tijd" kan worden hersteld
Het intreden van een stagnatie moet
te meer worden gevreesd, nu bij de
algemene sfeer van aarzeling op dit
gebied zich nog voegt het feit, dat de
algemeen bestaande verwachting van
een herleving van de investeringsaf
trek, gepaard met de onzekerheid om
trent het tijdstip van wederinstelling,
de ondernemers nog in het bijzonder
tot een afwachtende houding aanzet.
Naar het oordeel van de minister van
financiën kan bij een weifelend con
junctuurverloop als thans valt te be
speuren 't doen herleven, v. d. belas
tingfaciliteit tot gevolg hebben, dat de
werkgelegenheid op langere termijn
in gevaar komt. In dit verband[wijst
de minister op het feit, dat bij uit
stek van een wijziging in de omvang
van de investeringen een ver reikend
effect pleegt uit te gaan ten gunste
of ten ongunste op de ontwikke
ling van onze gehele economie.
Investeringsaftrek wordt weder
in werking gesteld.
Naar de overtuiging van de rege
ring mag onder de geschetste omstan
digheden de werking van de in de
wettelijke bepalingen verankerde in
vesteringsstimulans niet langer ont
breken. Tegenover het gevaar, dat
van de stagnatie in de investerings
activiteit valt te duchten voor de ont
wikkeling van de economische struc
tuur van ons land in het algemeen en
in het bijzonder voor de werkgelegen
heid op langere termijn, meent de re
gering harerzijds het initiatief te moe
ten stellen tot herleving van de in
vesteringsaftrek.
Hiervan mag naar haar oordeei
een ogenblikkelijk gunstig effect wor
den verwacht op de vergroting en
versterking van de nationale wel
vaartsbronnen, die de duurzame ar
beidsplaatsen voor de snel groeiende
beroepsbevolking bieden. Voor de be-
grotings- en kaspositie van het rijk
betekent de herleving van de facili
teit anderzijds een in verhouding
klein offer, dat bovendien eers» na
twee jaren zijn volle omvang bereikt.
Op grond van het vorenstaande
heeft de minister gebruik gemaakt
van de in de wet opgenomen machti
ging om, in overeenstemmin? met
zijn ambtgenoot van economische
zaken, de investeringsaftrek - er-
wijld weder in werking te doen stel
len. De faciliteit zal gelden voor
investeringen, welke in 1958 na 20
mei (de dag van de publikatie van
de desbetreffende beschikking) wor
den gedaan. De regering acht het
evenwel noodzakelijk aan de weder
invoering een beperking te rbinden
en wel in die zin, dat de aftrek, in
plaats van 20 pet., gespreid over vijf
jaren, voor de investeringen in het
verdere verloop van 1958 16 pet. zal
bedragen, gelijkelijk te verdelen
over vier jaren. De aftrek zal niet
reeds aanvangen in 1958, doch voor
het eerst worden geëffectueerd bij
de berekening van de fiscale winsten
over het jaar 1959. Deze beperking
acht de regering mede nodig met het
oog op de begotingspositie van het
rjjk voor de naaste toekomst.
De minister van financiën heeft nog
overwogen of niet een opheffing van
de temporisering van de vervroegde
afschrijving de voorkeur verdient bo
ven een herstel van de investerings
aftrek, zoals hierboven is aanugege-
ven. De bewindsman heeft deze vraag
echter ontkennend beantwoord op
grond van het feit, daï de vervroeg
de afschrijving een faciliteit is die,
anders dan de investeringsaftrek,
slechts een belastingverschuiving
brengt en daarom in haar effect,
voornamelijk beperkt is tot'een tijde
lijke vergroting van de liquiditeiten
van de ondernemingen.
De consequenties, welke de weder-
in de beschreven vorm heeft voor de
budgettaire positie van het rijk, zijn
voor het jaar 1958 nihil, voor het jaar
1959 ongeveer 10 miljoen en voor het
jaar 1960, waarin zij haar maximum
bereiken, ongeveer 35 miljoen.
Met betrekking tot de "raag wat
voor toekomstige jaren dient te ge
schieden met de overige maatregelen
van fiscale aard, welke bij de aan
vang van of in de loop van 1959 hun
kracht zullen verliezen, is de regering
voornemens te zijner tijd in wets
voorstellen aan de Staten-Generaal
haar standpunt kenbaar te maken.
Brand in meubel-
briek te Gouda
Op tot nu nog onverklaarbare wijze
is gisteravond een zgn. „exhauster"
van de meubelfabriek van de firma
Borsje aan de Vest te Gouda, die geen
dienst deed, in brand geraakt. Bij
minder krachtdadig optreden van de
Goudse brandweer zou een zeer om
vangrijke brand het gevolg zijn ge
weest.
De ruimte waar de brand ontstond
ligt namelijk boven de lakspuiterij
van de fabriek en het plafond daar
van geraakte eveneens gedeeltelijk
in brand. Het gevaar, dat de rond
vliegende vonken het brandbare ma
teriaal. dat daarin was opgeslagen,
zouden treffen was niet denkbeeldig.
De brand was kort, doch zeer he
vig. De Goudse brandweer was zeer
snel ter plaatse, doch kon niet voor
komen dat de „exhauster" geheel af
brandde. Het was moeilijk om tot de
vuurhaard door te dringen, aangezien
deze zich op de hoogste verdieping
en geheel achter in het bedrijf be-
Originele Ifaliacmse import
in zomerse Rivièra kleuren.
Zó gewassen, zó droog.
Ideaal passend.
Schoenmaat 27/30
Kleine stijging per moot.
(Advertentie)
SLACHTOFFERS VAN
VERKEERSONGEVALLEN
OKT. NO/. OEC JAN. FEB.
Wanneer men het aantal verkeers
slachtoffers van de laatste maanden
vergelijkt met een overeenkomstige
periode van een jaar geleden dan ziet
men dat zowel in geheel Nederland
als in de grote steden over het alge
meen de toestand iets gunstiger
wordt, al is het aantal slachtoffers
van ongeveer 2500 per maand toch
wel zeer hoog te noemen.
De verbetering van de grote steden
is iets minder dan in de rest van het
land.
In het gehele land kende men b.v.
in februari een daling ten opzichte
van januari, terwijl dit in de grote
steden nauwelijks merkbaar was.
Het 6-jarig dochtertje van de fam.
Laarse uit Amsterdam is gistermid
dag bij een tragisch verkeersongeval
om het leven gekomen. Het meisje
speelde in de Alexander Boersstraat
tussen een geparkeerde bestelwagen
en een vierwielige aanhangwagen
toen een 6-jarige jongen de aan
hangwagen tegen de bestelauto aan
duwde Het meisje raakte tussen de
beide wagens bekneld. Zij werd naar
het Wilhelminagasthuis gebracht
waar zij later aan haar verwondin
gen is overleden.
Tijdens een oefenrit in ..steile
wand" op de kermis in Sint Anna
Parochie is gisteravond de 30-jarige
K. van Wijk uit Haarlem, die in
dienst is bij een kermisexploitant
met een collega in aanraking geko
men. Het gevolg hiervan was, dat
Van W. met de motor naar beneden
stortte. Zijn collega bleef ongedeerd
en kon op gewone wijze de grond
bereiken. Een dokter achtte over
brenging naar een ziekenhuis te
Leeuwarden noodzakelijk.
vond. De brand zelf was spoedig ge
blust, het nablussen nam echter ge
ruime tijd in beslag, zowel brand-
als waterschade waren zeer aanzien
lijk.
Tijdens de in het Amsterdamse pa
leis van justitie gehouden verifica
tievergadering in het faillissement
van de boekhouder procuratiehouder
Kees van H. is vastgesteld, dat de
vordering van de N.V. Berger en Co.
op haar vroegere employé niet
1.800.000 gulden bedraagt maar 2.1
millioen.
Het 49-jarige „Goede Heertje" heeft
dus drie ton meer verduisterd dan
aanvankelijk werd vermoed. Behalve
deze enorme vordering in het faillis
sement zijn nog enkele (naar verhou
ding) kleine schulden bekend gewor-
invoering van de investeringsaftrek den.
Deze schulden zullen voldaan moe
ten worden met de 50.000 die de
veiling van de goederen van Van H.
opgebracht heeft, waarvan nog enkele
duizenden guldens naar preferente
crediteuren ga^n, zoals een paar mil
le naar de belastingen. Van de ove
rige schulden zal slechts een zeer
klein percentage kunnen worden uit
gekeerd.
Vergezeld van zijn raadsman mr.
Jelger de Jong woonde de veelbe
sproken boekhouder de verificatie
vergadering bij. De faillietverklaar-
de zei, dat hij de verhoogde vorde
ring niet kon erkennen.
Koningin Juliana bij
Wageningse
studenten
Koningin Juliana heeft maandag
avond in Junushoff te Wageningen
de galavoorstelling bijgewoond die
de Wageningse studenten toneelver
eniging gaf ter gelegenheid van het
zestiende lustrum van het Wage-
ningsch studenten corps. Opgevoerd
werd het epos „Gllgamesj", voorzo
ver bekend de oudste literaire schep
ping van de mensheid. Het epos, dat
op kleitafels bij opgravingen is ge
vonden, is in het Nederlands ver
taald door de Leidse hoogleraar prof.
dr. F. Th. de Liagre Böhl.
De koningin toonde grote belang
stelling voor het stuk, dat, ofschoon
vierduizend jaar oud, wat de pro
bleemstelling aangaat, merkwaardig
modern aandoet. De dichterlijke ge-
aachtengangen stijgen hoog uit bo
ven het tijdelijke en verheffen het
epos tot een dichtwerk van univer
sele waarde. Decors en aankleding
waren in de stijl van de oudheid ge
houden.
Weliswaar konden niet alle opvoe-
renden aan de voor amateurs zeer
moeilijke eisen voldoen, doch over
het algemeen kon het experiment van
dt première van een vierduizend jaar
oud stuk, geslaagd worden genoemd.
Ook de koningin verhief zich na af
loop van haar zetel en nam deel aan
het hartelijk applaus jegens spelers
en regisseur.
Aetherklanken
WOENSDAG.
HILVERSUM I, 402 m.
7.00 —24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws. 7 10 Gewijde
muz. 7.50 Een woord voor de dag.
8.00 Nieuws. 8.15 Reportage. 8.20
Gram. 8.30 Instr. Trio. 9 00 Voor de
zieken 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Wa-
terst. 9.40 Amus. muz. 10.00 Gram.
10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.10
Voltooide Symfonie, hoorsp. 12.15
Italiaanse melodieën. 12.30 Land- en
tuinb.meded. 12.33 Lichte muz. 12.53
Rep. 13.00 Nieuws. 13.15 Met PIT op
pad. 13.20 Lichte muz. 13.40 Gram.
14.00 Bonsdag. 14.45 Arabella, opera
(le bedrijf). 15.40 Vocaal Dubbel-
kwart. 16.00 Voor de jeugd. 17.20
Gram. 17.40 Beursber. 17.45 Gram.
18.00 Leger des Heilsmuz. 18.15 Spec
trum v. h. Chr. Organisatie- en Ver-
ber. 19.10 Op de man af. 19.15 Viool,
cello en orgel. 19.30 Buitenl. overz.
19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20
Kerkconc. 21. Rep. 21.50 Gram. 22.00
Klankb. over Alice Nahom. 22.20 De
Hoorschelp, een akoestikon. 22.45
Avondoverdenking. 23.00 Nieuws en
SOS-ber. 23.15 Sportuitsl. 23.20—24.00
Gram.
HILVERSUM II, 298 m.
7.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.20 VARA,
19.30 VPRO, 20.00—24.0 VARA.
VARA: 7.0 Nieuws. 7.10 Gym. 7.20
Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 9.05
Gym. 9.15 Gram. VPRO: 10.00 School
radio. VARA: 10.20 Voor de vrouw.
11.00 Gevar. progr. 12.00 Dansmuz.
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33
Voor het platteland. 12.38 Amus. muz.
13.00 Nieuws. 13.15 Tentoonstellings
agenda. 13.20 Lichte muz. 13.45
Gram. 14.00 Pianorecital. 14.30 Voor
de jeugd. 16.30 Gram. 17.00 Volks-
muz. 17.15 Promenade-ork. 17.50 Re-
geringsuitz.: Emigratierubr. Het emi
gratiepraatje van H. A. van Luyk.
18.00 Nieuws en comm. 18.20 Lichte
muz. 18.40 Act. 18 50 Gram. 19.00
Voor de jeugd 19.10 Joods progr.
VPRO: 19.30 Voor de jeugd. VARA:
20.00 Nieuws. 20.05 Tussen de regels
door, caus. 20.15 Amus. muz. 20.30
Loraine, hoorsp. 21.45 Strijksextet.
22.10 Marimba. 22.50 Medische kron.
23.00 Nieuws. 23.15 Orgelspel. 23.50—
24.00 Soc. nieuws in Esperanto.
Televisieprogramma.
KRO: 17.00—17.45 Voor de kinde
ren. NTS: 2000 Weekjourn. AVRO:
20.30 Luipaard op schoot. 21.00—22.40
Ninotchka, TV-speL