o
z
c
ALPENSCHOONHEID
tussen RIJN en
a
Laags ma ea door grollen
EEN BRUIDSKLEED
LIT „AARDOLIE
HET „ONDERWIJS" IN
SOWJET RUSLAND
DE LEIDSE COURANT
EUROPA'S BOULEVARD
Het Oude keizerrijk oostenrijk, telde ooit
50 miljoen inwoners; de huidige bondsstaat Oos
tenrijk nog slechts zeven miljoen, waarvan ongeveer
een-derde in de hoofdstad Wenen. De uitgestrektheid
van dit wonderschone land is thans 750 km, gemeten
van west tot oost, en niet veel groter dan de drie Be-
neluxlanden. Na de eerste wereldoorlog was de supra
nationale eenheid er te pletter gevallen en daarover
bestond heimwee. Hetgeen verklaarde waarom Oosten
rijk eindelijk weer vrijgewordenhet ideaal van
een verenigd Europa aanhangt.
Het vacantie-seizoen staat voor de deur en dan heeft
ook de Oostenrijker weinig tijd voor politiek. Hij legt
zich toe op de ontvangst van vreemdelingen, gemoe
delijk en hartelijk, en misschien juist daarom niet al
tijd even georganiseerd. Het toerisme staat hier en
daar nog in de kinderschoenen; maar er ontwikkelt
zich gestaag een gewestelijke samenw.rking, waar
door de aandacht wordt gevestigd op deschoonste
plekjes van elke landstreek.
Dat komt voor ons op de juiste tijd, wijl na de oor
log ook vele Nederlandse vacantiegangers de weg naar
Oostenrijk hebben ontdekt. „Hoe meer vreemdelingen
bij ons komen, hoe liever", zei ons de burgemeester
van een idyllisch bergdorp; maar hij zou niet graag
willen, dat juist die toeristen door mondain gedoe de
onbedorven geest van het bergvolk kwamen bederven.
WAAR DE FRANSE ARMEE BINNENTROK.
Op 29 april 1945 is de eerste Franse armee Oosten
rijk bij Bregenz in het westen binnengetrokken. Op
een groot bord wordt aan dat historisch feit herinnerd.
Achter het ijzeren gordijn is het nochtans lang niet al
les; sinds de ramp in Hongarije is er een vluchtelin
genprobleem ontstaan, waaromtrent de overheden
grote zorgen hebben. Waar mogelijk worden uitgewe
kenen te werk gesteld; wij zagen ze op talrijke pun
ten bezig aan zeker niet overbodige wegverbeteringen.
Het toerisme in Oostenrijk heeft allengs meer bete
kenis gekregen. Waarom? De Alpen zijn er niet hoger
dan in het omringende Zwitserland, Beieren of Italië;
de wegen zijn er even steil en het landschap even
schilderachtig. Maar doorslag geven de hotelprijzen,
die hier lager liggen dan in het overige buitenland.
En wat men in de berghotels op tafel brengt, is over
vloedig en afgewisseld. Wat bijvoorbeeld te denken
van die knaap van een forel, waarmee wij werden
ontvangen en die met zijn gewicht van 6V2 oi\$ kwa
lijk te hanteren was?
Hier en daar in de buitenplaatsen worden toeristen
bussen zelfs met klokgelui binnengehaald; de gasten
worden als het ware in de familie opgenomen en hier
is het letterlijk waar, dat de waard zijn gasten ver
trouwt, want hij laat de afrekening der consumpties
in alle gerustheid aan die gasten over.
TRADITIES LEVEN VOORT.
Wie Oostenrijk binnenrijdt, wordt reeds bij de
douane verwelkomd met het christelijke „Grüss Gott",
dat overal in de bergen wordt herhaald en dat, naar
mate men oostelijk reist, met het „Servus" wordt af
gewisseld. Dat is traditie, zoals het ten plattelande
traditie is, voor de Zondagse Mis de graven der dier
baren op de rustplaatsen rondom de kerk op te sieren,
ze daarna te bezoeken en ze met in schaaltjes aanwe
zig wijwater te besprenkelen.
Ook verder kent dit land zijn eigenaardigheden als
elk ander. Hier zijn oude klederdrachten bewaard ge
bleven, die op zon- en feestdagen worden getoond;
door de vrouwen schilderachtige japonnen, vaak van
geolied en geplisseerd linnen, bekroond door zwarte
of met kleuren getooide puntmuts; door de mannen
kort buis met brpde hoed en hoge, gekleurde kousen.
En zelfs bij de uitmonstering van jonge kerels, des
noods op de fiets, past de ouderwetse parapluie, waar
schijnlijk omdat het in de bergstreken nogal regenen
kan. Maar het is geen gezicht!
Van ver uit de Alpen komt nu en dan de bevolking
samen op uitvoeringen van het volks- en jodellied. Wij
troffen hen op zo'n ontmoeting, waar radio-artisten
tijdens hun optreden rustig werden onderbroken door
kwinkslagen uit de zaal; wij hoorden een concurrent
van Farkas op zijn cither; de gemeente-secretaris van
het dorp klonk er met ons als eerste gast na het ski
seizoen en wij kegelden op de kegelbaan met gummi
ballen, inplaats van zware houten. Maar op de schiet
baan ging het er echt aan toe.
VERLATE NATUUR OP 2000 METER.
Ook in Oostenrijk behoort de ski-sport tot de vreem-
lingen-industrie; vooral in de laatste jaren is ze sterk
ontwikkeld, zodat er in gans het land reeds meer dan
250 skiliften bestaan. De sneeuwval was.dit jaar nog
al schaars, met als gevolg, dat wij eerst een paar dui
zend meter hoog per auto tussen meters hoge sneeuw-
muren konden doorrijden. Bij elke stijging van 170
meter werd het een graad kouder; en zo konden wij
het verklaren, dat eerst nu de vruchtbomen hun bloe
sempracht vertoonden.
Hoog in de bergen ook, in Egg, ontdekten wij een
oorlogsherinnering, die de moeite van het vertellen
loont. Nu bedoelen wij niet de landsman, die als sol
daat in de oorlog was geweest en die niet verheelde
mee te delen, dat hij ook in Nederland had gestreden,
alleen in..., Engeland was hij niet geweest! „Stimmt",
hebben wij alleen maar geantwoord. Het gaat hier
evenwel om een herinnering aan de.... dertigjarige
oorlog, heel lang geleden dus, toen Zweedse soldaten
tot Wenen waren doorgedrongen en uiteindelijk wer
den verjaagd. Ter viering van dit historisch feit wordt
nu nog, na zoveel eeuwen, elke dag om twee uur de
kerkklok geluid. De burgemeester van het dorp
men kan zo maar bij hem binnenlopen was onze
zegsman; maar toch ook de schooljeugd kent dit ver
haal op z'n duimpje.
Overigens was de man, die als soldaat niet in Enge
land was aangekomen, lang niet de enige, die de vrhag
weerstond, of hij in Nederland had gestreden. De Oos
tenrijkers waren doorgaans simpele Gefreiter, die
niets met de S.S. van doen wilden hebben, getuige bij
voorbeeld de stadskapelaan, die wij ontmoetten, die in
's Heerenberg soldaat was geweest, en er zo humaan
was opgetreden, dat de bevolking hem te juister tijd
liefdevol heeft laten onderduiken. In het vorige najaar
kwam hij hier terug, maar nu met een lezing en licht
beelden over de beruchte sneeuwlawines in de Oos
tenrijkse Alpen.
HET IS AL HOUT WAT MEN ZIET.
In de vaak diepe dalen liggen de kleine bergdorpjes
verspreid, alle op elkaar gelijkend met hun witte kerk
jes en spitse torentjes, waaromheen de typisch ge
bouwde houten huisjes en de gastverblijven zijn gele
gen. Dat hier vrijwel alles van hout wordt opgetrok
ken, is begrijpelijk als men weet; dat één-derde van
alle oppervlakte in Oostenrijk bedekt is met bos,
waarop Hitier ooit genadeloze roofbouw heeft ge
pleegd. En dan zijn er de vele, vaak sterke en altijd
indrukwekkende watervallen, die de „witte steenkool"
leveren om al dat hout machinaal te bewerken. Het
water is ook krachtbron voor de overige, vaak nede
rige industrieën in de gebieden, waar mineralen wor
den gewonnen.
Natuurlijk wordt ook de steen van het gebergte
aangewend voor nuttige doeleinden. Daarvan is bij
voorbeeld de prachtige koepelkerk van Bludenz op
getrokken, een soortgelijk bouwwerk als de parochie
kerk in het nabije Rheineck, even over de Zwitserse
grens en aanvankelijk als type beschouwd voor de te
bouwen Gedachteniskerk aan de voet van onze nede
rige Grebbeberg.
LANGS MEREN EN DOOR GROTTEN.
De vacanties moeten nog beginnen, zodat wij slechts
weinig Nederlanders in Oostenrijk hebben ontmoet.
Doch wie er waren, hadden allen de trip ondernomen
naar Sankt Anton, het moderne beVgdorp, nog in het
gezicht van de arcadenbouw langs de zeer hoge en
moeilijk te nemen Flexenpas. Het ging voornamelijk
orn hotel Post, waar onze koninklijke familie In de
wintervacantie graag komt skiën.
Doch uit het oogpunt van toerisme zijn stellig meer
belangrijk de tochten langs de honderd kastelen van
Tirol, de vele meren van Karinthië, de vijfhonderd
grotten in het gebied van Salzburg, de streek van Bad
Ischl, de Groszglockner, de Dolomieten, verderop oost
waarts wederom bergstreken en tenslotte Wenen, (dat
we verleden zomer voor de lezers van de L. Courant
hebben beschreven) met zijn cultuur, zijn kunst en
zijn vertier. Daarvan is gezegd, dat wie Wenen niet
heeft bezocht, eigenlijk niet in Oostenrijk is geweest.
Geheel juist is dat niet en men wete, dat ook de Oos
tenrijker chauvinist is.
Wij geven een verwijderd voorbeeld: zal men zater
dags in de stad normaal vanaf vier uur in de namid
dag te biechten gaan, in de bergdorpen geschiedt dat
zondagsmorgens omvier uur! De pastoor denkt
er aan de 'boeren, die vaak verre tochten moeten ma
ken om bij hun parochiekerk aan te komen. Zij doen
dat bijvoorbeeld op de zondag als de beige koeien met
hun traditionele bellen in de Alpenweiden veilig zijn.
En de dorpspastoor is dan reeds in de prille ochtend
voor de boerenfamilies beschikbaar.
MAAK NOOIT HAAST IN OOSTENRIJK.
Ergens bij een grensovergang vonden wij de groot-
Europese gedachte levend gemaakt op een geschilderd
bord, hetwelk de toerist er op wees, dat hij een ander
land ging betreden, maar.zo was er aan toege
voegd toch in Europa! Oostenrijk is wel een zeer
belangrijk stuk van ons werelddeel, wijl dit land als
het ware de boulevard is tussen west en oost en een
Alpenschoonheid ontplooit, lieflijk gelegen tussen de
stroomgebieden van Rijn en Donau.
Zowel het ploeterend landvolk als de meer cultureel
ingestelde stedeling ontvangt de toerist met grote har
telijkheid. Hij raadt hem inzake klimtochten in het
hooggebergte en voert hem mee langs de schoonheden
van de steden. Hij wakkert zijn energie aan en verze
kert hem, dat zijn vermoeidheid na lange verkennin
gen gezond is. Dat is zo, mits men in deze begenadig
de streken niet te snel wil reizen, niet teveel ineens
wil zien.
Hier geldt een ingeburgerd gezegde: dat men in
Oostenrijk nooit haast mag maken. A. v. O.
DE RESUTATEN, die de Russen tot
nu toe hebben bereikt met hun
beide spoetniki schijnen des te groter
als deze gesteld worden tegenover de
aanvankelijk mislukte pogingen van
de Amerikanen. De vraag waarom de
Russen het eerst slaagden, houdt dan
ook velen bezig. Het is opmerkelijk
dat een antwoord bijna uitsluitend ge
zocht wordt op het politieke vlak.
Het dictatoriale regiem van de
Sowjet Unie is in staat zich te con
centreren op één bepaald onderwerp
en kan om een doel te bereiken ieder
bedrag ter beschikking stellen zonder
dat lastige politici hierover vragen
stellen en zonder voorafgaande goed
keuring van volksvertegenwoordi
gers. Ten koste zelfs van volkomen
verwaarlozing van andere projecten
kan de Sowjet Unie zonder daarbij
door iemand op de vingers te worden
getikt alles op één kaart zetten.
In de Verenigde Staten ligt de si
tuatie geheel anders. Niet alleen eist
het volk via zijn vertegenwoordigers
rekening en verantwoording over al
het geld dat door de staat wordt uit
gegeven, daarnaast was er van con
centratie tot voor kort in ieder geval
geen sprake. De samenwerking tus
sen de verschillende legerafdelingen
liet veel te wensen over en leek meer
op concurrentie. Het zag er naar uit
dat ieder voor zich de eer wilde op
eisen de eerste te zijn die er in zou
slagen een kunstmaan met succes af
te schieten. Dat deze situatie een
enorme verspilling van krachten be
tekent is men na veel schade en
schande gaan inzien.
De politieke verklaring is echter
nog al simpel en men schakelt daarbij
het belangrijkste element uit nl. de
geleerden, die ook in een dictatoriale
staat niet op bevel van hoger hand
uit de grond te voorschijn komen. Zij
zijn in tegendeel door een langdurige
opleiding gevormd en mogelijk zijl
de successen van de Russen op we
tenschappelijk gebied in de eerste
plaats de vruchten van hun onder
wijs methoden.
Met het onderwijs is in de Sowjet
Unie veel geëxperimenteerd. In de
eerste jaren na de revolutie gingen
de Sowjet pedagogen uit van het
standpunt dat de school verdwijnen
moest, zoals ook de staat tenslotte
zou „wegkwijnen". De toonaangeven
de theoreticus uit die eerste periode
was Sjoeljgin, directeur van het
Marx-Engels Instituut voor Pedago
gie. „Naar mijn mening zal er in de
toekomstige communistische maat
schappij geen school meer zijn'
schreef Sjoeljgin in 1925 in „Narodno
je Pros wests jenye" (Populaire Op
voeding). .„Het kind zal onmiddellijk
in het maatschappelijk werk worden
opgenomen. Daar zal het geen peda
gogen aantreffen, maar een werk-
directeur, een man met voldoende
culturele ontwikkeling, die weet hoe
hij met kinderen moet omgaan. Of
juister gesteld: wij zullen allen op
voeders zijn. Van het sociale werk
gaat het kind naar de industrieële ar
beid en vandaar naar de bibliotheek,
waar hij de antwoorden zal vinden
op al de vragen die hem interesseren.
Wij komen steeds dichter bij deze
gang van zaken."
Sjoelj gin's ideeën hebben het tot
1931 uitgehouden. Toen werd weer
naar meer traditionele methoden om
geschakeld en van 1936 af kwam de
verantwoordelijkheid voor de opvoe
ding van de kinderen terug bij de
ouders en de onderwijzers. Er moest
vanzelfsprekend iets in de plaats ko
men van de theorieën van Sjoeljgin
en de Russen besloten te gaan kijken
in West-Europa en Amerika. Experts
trokken er op uit om de nieuwste me
thoden grondig te bestuderen en er
van over te nemen wat hun voor de
Sowjet Unie bruikbaar leek.
In grote lijnen geldt bij het huidige
Sowjet onderwijs het principe dat het
leren in twee basis-stadia moet ge
beuren. In de eerste plaats moet de
leerling weten hoe iets gedaan wordt,
om zich daarna de nodige bekwaam
heid eigen te maken om het zelf te
doen. De handelingen die hij moet
verrichten of die nu met „het
hoofd" of met de handen moeten
worden uitgevoerd moeten door
oefening een automatische daad wor
den. Bewust begrijpen speelt bij deze
methode een belangrijke rol. Grote
aandacht wordt voortdurend besteed
aan het analyseren van de fouten, die
de leerlingen maken hoe onwaar
schijnlijk het ook moge klinken de
Sowjet leraren geven toe dat ook de
Sowjet jeugd niet zonder fouten kan
werken. Fouten, die veel voorkomen
worden beschouwd als een gevolg
van niet goed begrijpen. Een betere
uitleg van het betreffende onderwerp
is dan noodzakelijk. De verspreide,
meer individuele vergissingen, zijn
een rsultaat van slecht or letten. Daar
is intensieve oefening de remedie.
Belangrijker echter is de selectie
die gedurende het onderwijs wordt
toegepast. In West-Europa wordt in
het algemeen reeds op zeer jeugdige
leeftijd vastgesteld wat een kind moet
worden. Overwegingen als „wat er
met het beroep verdiend kan wor
den", traditie, financieële omstandig
heden van de ouders e.d. spelen daar
bij een rol. Welke aanleg ook moge
blijken gedurende b.v. de middelbare
opleiding, de leerling zal hetzelfde
onderwijs blijven volgen als de ande
re kinderen. Hij zal zich alleen wat
minder moeten inspannen bij de vak
ken die hem „liggen". Andere leerlin
gen zulen minder moeite hebben bij
weer geheel andere vakken.
In de Sowjet Unie zal de leerling
met b.v. aanleg voor wiskunde niet
minder hard moeten werken in dat
vak, maar juist harder. Hij zal daar
entegen verlost worden van een hoe
veelheid ballast, die hij toch later niet
meer nodig heeft en die hij, als hü
er zich terwille van een examen in
zou moeten verdiepen, nadien zo snel
mogelijk zou vergeten.
Wanneer de staat v .n oordeel is
dat er b.v. in 1965 honderd duizend
electro-technische ingenieurs nodig
zullen zijn, dan is de selectie voor het
vinden van de meest geschikte lieden
nu reeds in volle gang.
In West-Europa en Amerika gaan
plotseling diverse stemmen op van
lieden, die beweren dat onze jeugd
harder moet werken. Nog altijd vol
gens de methoden door de „ouderen"
opgesteld. Of daar de kern van de
zaak ligt mag men in twijfel trekken.
Niet harder maar efficiënter werken
zal nodig zijn en det impliceert wel
licht een grondige verandering van
ons gehele onder wijs-systeem.
Als u een lieftallig bruidje aan de
arm van haar geliefde ziet lopen, zult
u er echt wel niet bij stil .staan, dat
het mooie nylon-bruidsjaponnetje
eigenlijk een „aardolieproduct" is.
Uit ^deze oneindige veelzijdige
grondstof toveren de chemici telkens
weer andere produkten, die voor alle
mogelijke doeleinden gebruikt kun
nen worden.
Een van die stoffen is bijvoorbeeld
Butyl, een uit aardolie vervaardigd
synthetisch rubber, waar binnenban
den van gemaakt worden.
Maar niet alleen tot bruidsjapon
nen of binnenbanden is aardolie te
verwerken. In Amerika kent men
thans meer dan 3000 artikelen die
aardolie als stamvader hebben.
Allerlei soorten chemicaliën, ge
neesmiddelen, cosmetica, kinderspeel
goed, bestrijdingsmiddelen tegen in-
sekten en onkruid, huishoudelijke ar
tikelen en nog tal van andere eind-
Bruidskleed, dat van aardolie stamt.
Wie had dit een halve eeuw geleden
voor mogelijk gehouden?
produkten worden uit olie gewonnen
De wieg van de petrochemie stom
in Europa, rond 't begin van dez
eeuw. De verdere ontwikkeling heef
echter in Amerika plaats gevonden
waar men meer geld ter beschikking
had voor onderzoekingen.
Toen men ongeveer een eeuw gele
den het vies ruikend goedje, dat ui
de grond opborrelde, eens beter gin-
bekijken had niemand kunnen den
ken, welk een vlucht deze grondsto
zou nemen.
De tandarts vult er tegenwoordi
gaatjes mee, de chirurg gebruikt 00
deze grondstof en heeft er al men
leven mee kunnen redden of verlen
gen.