Nieuwe religiose kunst in Delft LOURDES PARADIJS PARADE MET DE LIFT HET VLIEGTUIG IN Speurtocht naar het onnaspeurbare Produkt Zuivel wil meer vet in de melk Waarschuwingsteken op voertuigen met aanhang DE KLEINE ZATERDAG 8 FEBRUARI 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA 8 TTER GELEGENHEID van het XIIe lustrum heeft de r.k. studenten vereniging „Sanctus Virgilius" in Delft een driedaags congres gehouden over hedendaagse religieuse kunst en daaraan een tentoonstelling verbon den in het museum Prinsenhof. De tentoonstelling, die geopend blijft tot 16 maart, „wil een represen tatie zijn van de wijze, waarop de he dendaagse mens aan zijn religieusi- teit gestalte geeft in de kunst", zoals de heer J. Leering, voorzitter der ten toonstellingscommissie schrijft in een „Ten Geleide" van de weliswaar fraai uitgevoerde catalogus, die als wegwijzer echter slechts een zeer ge deeltelijk beeld geeft van de tentoon stelling en bovendien een verwron gen beeld. Wij kunnen eerbied hebben voor het werk dat de katholieke Delftse studenten hebben durven onderne men. Tot een aanvaarbare oplossing van het begrip „Nieuwe religieuse kunst" zijn zij niet gekomen; een rondgang over de expositie is een speurtocht naar het onnaspeurbare, een dwaaltocht door een doolhof zon der uitgang. VRAGEN ZONDER ANTWOORD. 1_JET LIJKT ONS GOED in het raam van deze beschouwing en kele woorden te citeren van hem, die de expositie heeft geopend, de iSran- se dominikaan Jacques Laval, vriend van hedendaagse kunstenaars als Rouault, Matisse, Chagall, Le Corbu- sier en anderen, „In een tentoonstelling of in een museum", zo zegt pater Laval „over komt het ons dikwijls dat wy voor een doek, waarvan wij de maker zelfs niet weten, een merkwaardige schok krijgen. Plotseling dat evenement: de ontmoeting met de schoonheid." Deze alleszins begrijpelijke woor den gelezen hebbende èn de Delftse tentoonstelling gezien, dan dringen echter onweerstaanbaar de vragen naar voren: Welk is die schoonheid die pater Laval ontmoet en hoe er vaart de beschouwer het schoonheids ideaal van deze kunstenaars. Wij kunnen van twee kanten op gaan: het schoonheidsideaal van een kunstenaar krijgt gestalte volgens de kunnen ook uitgaan van de stelling door intuïtie of zieleverwantschap in expressie van de allerindividueelste impressie." M.a.w. óf de kunst is een goed dat genoten kan worden door een zo breed mogelijke laag van de beschaaf de mensheid, zij het dan dat de uit drukkingsvormen gebonden kunnen zijn aan soms eeuwenoude andere mentaliteit dan die van de beschou wer (Negerkunst!), of zij is het voor recht van de begenadigde eenling die door intuitie of zieloverwantpchap in staat is de expressie, het beeldend vermogen van de kunstenaar, te zien en te aanvaarden als zijn eigene. Wij kunnen daarop de vraag stellen of het laatste het wezenlijke doel is van de kunst, speciaal van de reli gieuse kunst. Uitdrukkingsmogelijk heden en -kracht evolueren welis waar met de zich nog steeds evolue rende menselijke geest mee, zij wijzi gen zich ook mèt de materialen^ maar wanneer de kunstenaar, en meer in het bijzonder de schepper van reli gieuse kunst zich opsluit en blijft ver schansen in een ivoren toren dan mo ge weliswaar (en wellicht) kunst ge schapen zijn, het wezenlijke doel: het mededelen van schoonheid aan ande ren wordt daarmee voorbijgegaan. Wij behoeven daarbij nog niet eens te denken aan de slogan „Kunst voor het volk". Gradaties zullen blijven bestaan naar gelang de graad van ci vilisatie en „aanvaardend vermogen" maar de kunstenaar dwinge dan niet dat anderen zijn expressie aanvaar den als de uitdrukking van hun im pressie. DOOLHOF ZONDER UITGANG. DOVENSTAANDE GEDACHTEN bekropen ons bij de beschouwing van vele op deze tentoonstelling ge- exposeerde, als religieuse kunst aan geduide werken. En menigeen zal het vergaan zijn als ons: wij hebben veel allerindividueelste impressies niet kunnen puren in deze allerindividu eelste expressies, noch in beeld, schil derij of glas. Wij hebben gezien dat de beroem de Georges Rouault die met een flink aantal werken is vertegenwoordigd, zeer wordt overschat. In het abstrak- te lijnenspel der schilderijen en ven normen die geciviliseerde beschouwer sters va nAlfred Manessier en de ra- als de zijne kan aanvaarden, maar wij men van Fermand Léger, de Verloren Zoon van Ossip Zadkine volgens het van hem nu welbekende recept, een exces als De Aartsengel van Henri Laurens, een abstraktie van de Duit ser Emil Kiess met als titel „Kruis afname", de verwrongenheden van Friso ten Holt en anderen, het zijn allen raadsels welker oplossing wij j zelfs na langdurige en ernstige be- schouwing niet hebben kunnen vin- j den. De religielisiteit van deze schep pingen is ons ten enenmale ontgaan en de vormentaal dikwijls grof en cru. Van Le Corbusier staat er een ma quette van een dominikaner klooster te Eveux dat van alles zijn kan, al leen op de allerlaatste plaats (of lie ver gezegd: helemaal niet) een wij dingsvol gebouw. Is dan alles onbegrijpelijk wat er staat opgesteld? Integendeel, want wij kunnen ook wijzen op de bronzen Job van Pearl Couzijn (een beeld dat te zien is geweest in Keukenhof te Lisse), op de ondanks de gecompri- meerdheid van vormen toch wel sier lijke studie van Notre Dame de Lies- se van J. Lipschitz, op het fraaie glas „Vis met broodmand" van H. Cam- pendonk, op de prachtige brons-re- liefs van de overigens weinig reli gieuse Kathe Kollwitz „Rust in dej vrede van zijn handen" en „De Klacht", en bovenal op het prachtige brons (uit 1911), „Knielende Vrouw" van Wilh. Lehmbruck. Maar dat alles bij elkaar geeft aan deze tentoonstelling, aangeduid on der de verzamelnaam „Nieuwe reli gieuse kunst" een verwarrende twee slachtigheid. Het is geen beeld van een opgang, veeleer van een neer gang naar een verwording. En als deze tentoonstelling moet zijn de bevestiging van het door J. Leering in zijn „Ten Geleide" gestel de: „dat het hoofdaccent van deze tentoonstelling zeker niet op kerkelij ke kunst valt", dan kruinen wij hem daarin volgen, maar als hij, verder gaande, zegt „dat verschillende wer ken toch laten zien, hoe de kunst in het kerkgebouw èn de kunst daarbui ten opnieuw in een gemeenschappe lijke taal gaan spreken", dan moeten wij eerlijk en oprecht verklaren dat deze, zijn tentoonstelling ons op we gen voert waar wij hem niet meer kunnen en durven volgen. W. PRINS. (Vervolg van pag. 7). IJERHAALDE malen dringt de Vrouw aan op de bouw van 'n ka- pel ter plaatse. De pastoor van Lour- WENS EN VERVULLING. Men voldeed aan Maria's wens. In 1874 werd het eerste deel gebouwd des echter verklaart, dat hij geen van een kapel, die de waardigheid aandacht zal schenken aan haar ver- kreeg van een „kleine basiliek". Lour- zoek, wanneer zij haar naam niet be- des, het kleine marktplaats je, werd kend maakt. Op 25 maart, feest van een centrum van christelijk leven Maria Boodschap, gedurende de zes- waarvan thans na een eeuw ge ilende verschijning, geeft Zij na vurig zegd kan worden, dat het na Rome en Jerusalem het grootste is ter we reld. Van alle hoeken der aarde stromen jaarlijks vele honderdduizenden be devaartgangers naar Lourdes. Ze ko men, bereid om offers te brengen, de Onbevlekte Ontvangenis die ook de Middelares van Alle Genaden is boetvaardig en nederig vragen om genezing van zichzelf of van hun naasten. Van heinde en verre ko men zieken en invaliden en hun enige hoop is gericht op de Moeder aandringen van Bernadette eindelijk het langbegeerde antwoord: „Ik ben de Ontvlekte Ontvangenis", woorden waaraan geen mens nog ge dacht zou hebben. Ze zegt niet „Ik ben onbevlekt ont vangen". Ze is de Enige, die dat voor recht genoot boven alle vrouwen. Reeds in de vroegste tijden van het christendom had men dit voor ze ker aangenomen maar eerst in 1835 dus 5 jaar vóór de verschijning, achtte Paus Pius IX het noodzake lijk, door middel van een dogma uit spraak te doen in deze kwestie. Maria bevestigt hier dus voor Ber nadette en de gehele wereld de juist heid van de Pauselijke uitspraak. Het zienstertje was een meisje, dat lezen noch schrijven kon, en niet, dan met uiterste la-achtsinspanning, de godsdienstlessen volgen kon. Ze heeft onmogelijk kunnen beseffen, welke voorname boodschap ze aan de gelovige wereld overbracht. Het was een boodschap, die ze zelf niet begreep. „STOMMERIKEN". NA achttien verschijningen bleef de Moeder Gods weg, Bernadette eenzaam achterlatend temidden van een onoverzichtelijk rumoer, dat bijna de allures krijgt van een politieke rel. Haar wordt verboden nog op eni gerlei wijze „blijken te geven van geestelijke afwijkingen" en de men sen omringen haar om genezing te vragen voor een zieke. Soms ook ra ken ze haar zachtjes aan of fluiste ren in het voorbijgaan: „Daar gaat de kleine heilige". Het enige com mentaar van het meisje is in een opwelling van nauw verholen boos heid „Dat zijn stommeriken!" Ze vindt veiligheid en bescherming ach ter de muren van de kloosterschool, waar zij spoedig na haar komst reeds flinke /orderingen maakt. Wanneer ze nog maar nauwelijks een jaar in het pensionaat is schrijft Bernjdette het meisje, dat nooit anders dan haar dialect gesproken had een relaas over de verschijningen in een levendige taal, die duidelijk een goe de smaak en kennis in de Franse taal en stijl verraadt. Later neemt zij haar intrek in het klooster van St. Gildard te Nevers, waar ze op 16 april 1879 aan een verschrikkelijke wond-tuberculose overlijdt. Inmiddels heeft Lourdes een naam gekregen als genade-oord. In ,1862 verklaarde mgr. Laurence, bisschop van Tarbes, na een langdurig en zorgvuldig onderzoek, dat de ver schijningen echt waren geweest, er was geen sprake van hallucinatie of hysterie en het meisje Bernadette heeft aan geen enkele menselijke invloed gehoorzaamd. De slotsom is derhalve, dat de Dame van de grot dus wel degelijk Diegene is, die door de christelijke volkeren wordt aan geroepen onder - de naam Onze Lie ve Vrouw. verkrijgen. Hun massale komst is een gebed zonder eind. Het is een treffende demonstratie van brandend geloof. DEHALVE een kerk en processies, 0 gebed en boete voor de zondaren, vroeg Maria ook eerherstel voor Haar Zoon. En ook dat verzoek wordt da gelijks beantwoord door de algemene deelname aan de sacramentsproces sie, die trekt langs hen, die bij On ze Lieve Vrouw op bezoek kwamen om genezing of troost. Soms gebeuren er wonderen: din gen die volgens de gewone natuur wetten niet te verklaren zijn. Dan vlamt de hoop weer even op in elk van de duizenden, die in het genade oord aanwezig zijn. Maar het groot ste wonder voltrekt zich elke dag: Het is het wonder van de troost en de za lige berusting, die nederdaalt in de harten van allen die zieker soms nog dan ze kwamen, na hun bedetocht „LERARENDE CHRISTUS" VAN ERMEST BARLACH. Advies aan de minister.- Van 2'/2 op 3%} prijs 2 cent omhoog Het bestuur van het produktschap Zuivel heeft besloten minister Von deling te adviseren het vetgehalte van gestandaardiseerde melk voor - consumptiedoeleinden te verhogen de..v0,°ï d<= verhoging van de melk- produktieverlaging van 9.000 ton voor de oplossing van het botersur- plus te gering zou zijn. De verhoging van de consumptiemelkprijs, die daarvan het gevolg zou zijn, zou dan moeten wórden ondervangen door bepaalde subsidiemaatregelen. Het bestuurslid J. Bijsterveld stel- Gods, die bij Haar Zoon alles kan weer huiswaarts gaan. van 2,5 tot 3 procent. Een eventuele prijsverhoging van de consumptie- melk als gevolg van een dergelijke maatregel moet volgens het produkt- schap beperkt blijven tot 2 cent per liter. Het produktschap verwacht dat bij een gelijkblijvend consumptiemelk- verbruik jaarlijks door de verhoging van het vetgehalte van de melk circa 9.000 ton boter minder zal worden geproduceerd, waardoor men het koelhuisboterprobleem gedeeltelijk hoopt te kunnen opheffen. Uit het bestuur gingen stemmen op om het vetgehalte op 3»4% te brengen, omdat men meende, dat de Comfortabeler kan het al niet Vliegtuigpassagiers wordt het steeds gemakkelijker gemaakt. Hij heeft nu al niet te klagen over snelheid of comfort, want het vliegen over ocea nen van het ene werelddeel naar het andere is bij wijze van spreken een uren-kwestie geworden en desnoods kan hij de hele weg slapen. Maar het kan nog sneller en nog gemakkelijker. Het vervoer van de stad naar de luchthaven en vandaar naar het toestel bijvoorbeeld. De Canadese ingenieur André C. Attendu uit Montreal, die bij een automobielindustrie werkt kwam op het idee een autobus te construëren van waaruit de passagiers zonder meer het vliegtuig kunnen betreden. De passagierscabine gaat als een lift naar boven tot het de ingang van het toestel bereikt heeft schuift dan naar voren. De passagiers behoeven slechts van zitplaats te verwisselen. Geen last meer van regen of wind en geep geklauter meer op de trap pen. Op dezelfde manier kunnen de reizigers natuurlijk ook het vliegtuig verlaten. In Chicago rijden al enkele van de ze autobussen en New York gaat dit voorbeeld /olgen. prijs tot 1 cent te beperken, doch met overgrote meerderheid besloot het bestuur om een verhoging van twee cent te adviseren. GENERAAL NORSTAD NAAR DELFT Op uitnodiging van het Delftse stu. denten dispuutgezelschap „Vrije Studie", het in 1862 opgerichte en oudste dispuutgezelschap aan Technische Hogeschool, zal de opper bevelhebber van de NAVO, generaal Norstad, op 19 februari des avonds om acht uur in de aula van de Tech nische Hogeschool voor studenten 'n voordracht houden over de NAVO. Tevoren in de namiddag zal de gene raal op de Markt in Delft een ere wacht inspecteren, gevormd door de studenten-weerbaarheden, daarna zal hij ten gemeentehuize worden be groet. Begeleid door een bereden ere. escorte van leden van de Studenten- Caroussel Vereniging te Delft, zal de generaal daarna een rijtoer naar de sociëteit Phoenix maken, waar het bestuur van de D.S.D.G. „Vrije Stu die" zijn hoge gast op de gebruike lijke wijze zal ontvangen. Werklozen-aantal 130.000 Stijging neemt af De werkloosheidscijfers van ja nuari vertonen een gunstiger beeld dan die van december. Wel is de ar beidsreserve van ruim 110.000 man nen en vrouwen met ongeveer twin tig procent toegenomen tot 129.966, maar het stijgingspercentage is toch veel kleiner dan in december, toen het ruim veertig bedroeg. Per 31 januari waren 122.703 man nen in de geregistreerde arbeidsre serve opgenomen en 7263 vrouwen. Van de mannen waren er 18.660 te werk gesteld in de aanvullende wer ken, zodat 104.043 mannen „absoluut" zonder werk waren. Niet zo gunstig zijn de cijfers wel ke zijn verleend door een kortere werkweek. In januari werd vergun ning verleend voor het korter wer ken gedurende in totaal 2.100.000 uren. Hierbij waren betrokken 900 bedrijven, met een totale bezetting van 28.500 mannen en 13.000 vrou wen. Omgerekend betekent dit kor ter werken een aantal „stille werklo zen" van ruim 10.000. De bouwbedrijven en de metaalin dustrie zijn de zwaarst door de con junctuurwerkloosheid getroffen be drijfstakken. Het aantal werkloze bouwvakarbeiders steeg zelfs met 6.500 tot bijna 28.000. Bovendien wa ren ruim 3.000 bouwvakarbeiders werkzaam in de aanvullende werken. Op rekening van de seizoenwerk loosheid moeten ongeveer 45.000 werkloze mannen en vrouwen wor den geschreven. Het door de sei zoenwerkloosheid gecorrigeerde aan tal werkloze is 81.000, of wel 2.5 pro cent van onze totale beroepsbevol king. Het percentage werkelijk werklozen ligt echter hoger, omdat de seizoenwerkloosheid natuurlijk ook een soort werkloosheid is, waarmede rekening dient te worden gehouden. De hoofdcommissie voor de norma, lisatie in Nederland heeft een ont- werp-waarschuwingsteken voor aan hangwagens vastgesteld. Het is in de praktijk gebleken dat wielrijders, die worden ingehaald door een motor rijtuig de neiging hebben enigszins naar links te gaan zodra het motor rijtuig is gepasseerd. De verkeersorganisaties hebben meermalen op dit gevaar gewezen en de commissie verzocht een aandui ding op motorrijtuigen met een aan. hangwagen te normaliseren, opdat de wielrijders tijdig kunnen worden ge waarschuwd, dat zij worden inge haald door een motorrijtuig waar achter nog een aanhangwagen volgt. Het teken moet eenvoudig en dui delijk zijn en daarbij tevens zeer op vallend. Het moet voor zover mo gelijk direct kunnen worden gezien door een wielrijder of een andere verkeersdeelnemer, zodra het motor rijtuig hem of haar is genaderd en gaat inhalen. Daarom moet het teken zijn aangebracht aan de rechterzijde van het trekkende motorrijtuig en voorts bij duisternis zijn verlicht. Niet méér licht in de miljoenenzwendel Gisteren is de boekhouder-procura tiehouder Van H., die ervan verdacht wordt ongeveer 1.8 miljóen gulden te hebben verduisterd ten nadele van het financieringsbedrijf n.v. Berger Co. te Amsterdam, voor de Officier van justitie geleid. Het onderzoek in deze kwestie, dat door de recherche van de Amster damse politie wordt geleid, heeft nog geen verdere opzienbarende feiten aan het hcht gebracht. De directiele den van de benadeelde firma en al len, die in de afgelopen jaren in nauw zakencontact met Van H. heb ben gestaan, zullen binnenkort ge hoord worden. Ook de accountant uit Breda, een employé van de n.v. Van Mierlo, die gedurende tien jaar met het onderzoek van de boekhouding belast is geweest, zal nader aan de tand gevoeld worden. 13) Van tijd tot tijd keert in de kran ten het verhaal weer van enorme, onbekende zee monsters, die gezien zijn: er gaan verhalen over griezelige, voorwereldlij ke gedrochten, die voor de rotsige kusten of in de stille inhammen van de Schotse, Ierse en Breton se kusten leven. In som mige gevallen kan men aannemen, dat het de Or- ca was, de verschrikkelij ke roofwalvis, die op grote afstand door kustbewo ners is gezien. Aan I Jean Magnus Dens over kwam. Terwijl hij van St. Helena naar Kaap Negro de Atlantische Oceaan overstak werd het schip stilgelegd om het te kun nen afkrabben en opkale fateren. „Terwijl drie van zijn mannen op planken stonden, die over een van de boorden hingen, rees een enorme inktvis op uit het water en slingerde één van zijn tien armen om de zeelui heen en trok ze weg, met steiger en al. Met een andere greep hij een derde man, die zich in Franse zuidkust lijkt men de touwen vasthield en om méér gevoel te hebben hulp schreeuwde. Zijn ka- voor de werkelijkheid: men houdt daar de moge lijke verschijning van een reuzen-inktvis als een cul tus in ere. Reeds Victor Hugo heeft het gevecht beschreven tussen een inktvis en een man die de woonplaats van het dier, meraden snelden ter hulp. Zij slaagden erin hem te redden door de arm van de octopus met messen en meter lang geweest zijn en zo dik als de bezaansra van het schip. De zuignap pen op de arm waren zo groot als de deksel van een juspan. De zuigers zouden wel zo groot kun nen zijn maar de afme ting van de armen is over dreven. Een arm van acht meter lang en dertig centimeter dik is niet onmogelijk. De reuze pijl-inktvis is het grootste ongewervelde dier ter wereld. Het heeft soms een spanwijdte van twintig meter van de top van zijn op slangen lijken de tentakels naar de rand van de „mantel". Elk van de tien armen van de ok- topus (achtarm) is voor van talloze zuignap bijlen door te kappen, pen, die omgeven zijn door wuunpiaais van nei aier Ook voor het snelle laden en losseneen onderzeese grot, bin- van goederen blijkt deze autobus te vens lift van onschatbare waarde te zjjn. Bijschrift: Hydraulisch verheft de passagierscabine zich van het chassis. Met „droge voeten" kunnen de passa giers het vliegtuig inwandelen. nendrong. Zeelieden houden van opsnijden en Engelse zee lieden schijnen daarvan nog het monopolie te heb ben. Henry Lee, bijvoor beeld, beschrijft in zijn maar de man stierf de volgende dag, waanzinnig van schrik. De kapitei' trachtte de beide andere mannen te redden door het dier te doden. Hij dreef verschillen- kleine, op een haak lij kende tandjes, die greep hebben op een glibberige huid. Als een zuiger aangrijpt, wordt het middelpunt er- opgeheven, zodat een de harpoenen door het vacuum ontstaat. Er zijn monster, doch ze braken af en de mannen werden door het gedrocht naar de diepte gesleept". Het af boek „The Octopus" wat gesneden deel van de inkt- het zeilschip van kapitein vissenarm zou ruim acht gevallen bekend waarin de armen van cephalopo- den (kleine inktvissen) eerder werden afgerukt dan dat de zuigers los lieten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 8