Verkeer langs het Rapenburg niet verder aan banden leggen Felle beschuldiging van Natsir aan Djakarta Scherp Het Leidsch Studententooneel bestaat 75 jaar Structuurverandering in moderne samen leving beïnvloedt het bibliotheekwezen DINSDAG 4 FEBRUARI 1958 DE LEIDSE COURANT PAGINA 2 B. en W. van Leiden menen: Burgemeester en Wethouders van Leiden schrijven aan de Raad: „Uw vergadering heeft in haar zit ting van 23 september jL om pre advies in onze handen gesteld een adres van een aantal bewoners van het Rapenburg, houdende het ver zoek het Rapenburg gesloten te ver klaren voor het zgn. zware door gaande verkeer. Adressanten voeren voor dit verzoek de volgende argu menten aan: 1. Tengevolge van de grote toe name van het verkeer, wordt de ver keersveiligheid op het Rapenburg in gevaar gebracht. Met name is dit het geval aan de westzijde, waar tal van auto's staan geparkeerd. Bovendien worden vele auto's, nu langs de wa terkant een hek is geplaatst, niet meer evenwijdig langs de waterkant geparkeerd, doch schuin tegen het bek aan, waardoor de rijbaan nog paeer wordt versmald; 2. De panden langs het Rapenburg •ndervinden schade van het zware verkeer, welke schade mede een ge volg is van de slechte staat van het wegdek, in het bijzonder aan de westzijde. Met betrekking tot het voren staande merken wij het volgende op: Verkeersonveiligheid Het Rapenburg, vooral de westzij de, is voornamelijk van belang voor het lokale verkeer. De in de stad geplaatste richtingborden verwijzen het doorgaande verkeer langs andere wegen. Dat de toename van het ver keer op het Rapenburg groter is dan op andere wegen, kan niet worden gezegd. De verkeersintensiteit neemt op vrijwel alle wegen in de binnen stad in ongeveer gelijke mate toe. Uiteraard zal afsluiting van het Ra penburg voor het zware verkeer, de verkeerssituatie aldaar ten goede komen. Bij het nemen van een der gelijke maatregel moet evenwel niet alleen worden gelet op het verkeers- belang van de desbetreffende weg, doch ook op de gevolgen, welke deze maatregel voor andere wegen zal hebben. Indien immers een weg wordt afgesloten voor alle of bepaal de categorieën van voertuigen, zullen andere wegen hierdoor zwaarder worden belast. Voor het verkeer, dat thans van het Rapenburg gebruik maakt, zou geen andere route be schikbaar zijn dan de Breestraat en het Noordeinde. Afsluiting van het Rapenburg voor het zware verkeer zal derhalve betekenen, dat de Bree straat en het Noordeinde dit verkeer te verwerken krijgen. Dat hieraan grote bezwaren zijn verbonden, be hoeft geen betoog. De "verkeersveilig heid op deze zeer drukke en te smalle wegen, zal dan nog meer in gevaar worden gebracht dan thans het geval is, hetgeen wij niet gewenst achten. Naar onze mening is beper king van het verkeer op het Rapen burg in het belang van de vrijheid van het verkeer en de veiligheid op de weg niet dermate urgent, dat daarmede een grotere belasting van de Breestraat en het Noordeinde ver ceel Rapenburg 59) te lijden hadden van het verkeer. Daarbij kwam vast te staan, dat dit niet het geval was. Het is moge lijk, dat andere panden wel schade ondervinden van het zware verkeer. De meeste percelen langs het Rapen burg zijn gebouwd in een tijd, dat nog geen rekening behoefde te wor den gehouden met de huidige inten siteit en soorten van het verkeer op de weg, zodat verschillende voorzie ningen, welke thans als noodzakelijk worden beschouwd, er niet in zijn aangebracht. Dit kan echter geen re den vormen om het Rapenburg ge sloten te verklaren voor het zware verkeer. Het wegenverkeersrecht kent namelijk geen mogelijkheid om verkeersmaatregelen te nemen in het belang van de panden, die langs de weg zijn gelegen. De mededeling van adressanten, dat met name aan de westzijde, het wegdek van het Rapenburg zich in een slechte staat bevindt, is juist. De bewoners van het Rapenburg zijn er echter niet onschuldig aan, dat hier in nog geen verandering is gebracht. Door hun verzoek aan de Kroon om het besluit ten aanzien van de ver lichting te vernietigen, hebben zij namelijk ook de verbetering van het de Breestraat en het Noordeinde ver- i wegdek opgehouden, daar dit werk antwoord zou kunnen worden ge- met het oog op het verwijderen van acht. De hieraan verbonden na delen zullen niet worden gecompen seerd door de verbetering van de situatie op het Rapenburg. Wat het parkeren van auto's langs het Rapenburg betreft, willen wij al lereerst opmerken, dat, wanneer op een weg hinder wordt ondervonden van geparkeerde auto's, er aanleiding bestaat ter plaatse een wachtverbod vast te stellen, doch niet om de weg voor bepaalde voertuigen af te slui ten. Hiermede willen wij echter niet zeggen, dat wij een wachtverbod voor het Rapenburg noodzakelijk achten. Hiertegen bestaan naar onze mening overwegende bezwaren. Wel over wegen wij om ter plaatse parkeer- lijnen aan te brengen, waardoor het parkeren van auto's in de juiste stand zal worden gestimuleerd. Schade aan het Rapenburg In januari 1953 heeft de districts- bouwkundige van de Rijksgebouwen dienst onderzocht, of de langs de westzijde van het Rapenburg staan de rijksgebouwen (academiegebou wen, kantongerecht, laboratorium voor tropische hygiëne en het per- Wanneer barst de bom De voorzitter van de Islamietische partij „Masjumi", Mohammed Natsir, heeft maandag het „regiem van pre sident Soekarno" er van beschuldigd te streven naar het „afsnijden van de banden met de westerse democra tieën en het gebruik van de economi sche ontreddering in het land als ar gument om zich aan te sluiten bij het Russische blok". Natsir deed deze beschuldiging in een artikel, in het te Palembang ver schijnende dagblad „Batanghari Sem- bilan", dat werd overgenomen door het orgaan van de Masjumi „Abadi" in Djakarta. Natsir betoogde, dat het duidelijk was, dat „Soekarno's regiean" on der de vlag van het tegenwoordige kabinet zijn eigen plannen uitvoert, die passen in een nog groter plan om de macht te veroveren in geheel Zuid-Oost Azië. Dit was de krachtigste aanval, die POTLOOD en GEFST No. 526. Horizontaal: 1. bekende bedevaartplaats in Duitsland, 9. ach ting, 10. groente, 11. telwoord, 13. tussenzetsel, 15. volksnaam voor de kauw, 16. vis, 18. ontkenning (Eng.), 20. ui, 22. buis, 24. sociëteit, 26. gaffel vormige stutpaal, 29. stad in Istria a. d. Adriatische zee, 31. muzieknoot, 32. afnemend getij, 34. akelig, 36. lengtemaat voor grote afstanden, 37. de in geld uitgedrukte waarde van goederen. Verticaal: 2. voegwoord (Fr.), 3. blad papier, 4. aanloop, 5. spil van een wiel, 6. zwemvogel, 7. vreemd, 8. langwerpig blok hout, 12. gebied in Achter-Indië, deel van Siam, 14. zeep water, 17. buis of roer van een vuur wapen, 19. lipbloemige plant, 21. wang, 23. dikke boterham. 25. zwak, loshangend, 27. hoofddeksel, 28. eilandje in het IJ, 30. bloeiwyze, 33. insekt, 35. reeks. Oplossing morgenavond. Oplossing No. 525. Horizontaal: 1. plombière, 8. rot, 9. lei, 10. Ob, 11. pen, 13. me, 14. moker, 16. edel, 17. terp. 18. tegen, 20. li, 22. nel, 23. pa, 24.Ede. 26. den, 27. Rochefort. Verticaal: 1. propeller, 2. lob, 3. Ot, 4. beek, 5. el, 6. rem, 7. eierplant, 11. Polen, 12. netel, 14. met, 15. ren, 19. gene, 21. Ido, 23. per, 25. e.c., 26. do. tot dusver door een leidende Indo nesische politicus op de centrale re gering werd gedaan. Volgens kringen van de Masjumi, die in nauw contact staan met Nat sir, «keert deze laatste niet naar Dja karta terug, in verband met de „inti midatie-campagne", die door de link se en extremistische pers tegen hem is ontketend. Natsir's echtgenote en zijn vijf kinderen verblijven bij hem in Padang. WAARSCHUWING VAN DJOEANDA. De Indonesische premier Djoeanda heeft maandag in het parlement ver klaard, dat de regering „positieve maatregelen" zal nemen tegen pogin gen om de wettige republiek Indo nesië te trotseren door „het uitge ven van zogenaamde proclamaties en het stichten van zogenaamde staten en instellen van zogenaamde rege ringen". Djoeanda zei dit naar aanleiding van de berichten over pogingen om een staat Sumatra te stichten en om een nieuwe centrale regering van 'e republiek Indonesië in Sumatra te vormen. De premier onthulde, dat op 9 ja nuari te Sungai Darah, aan de grens van West-Sumatra en Djambi een bijeenkomst is gehouden, welke werd bijgewoond door een aantal vooraan staande militairen en politici, die verscheidene politieke kwesties be spraken. Wat er precies besproken is hebben wij nog niet kunnen vaststel len, aldus de premier, maar na 24 uur te hebben geduurd, werd de bij eenkomst gesloten zonder dat enige bepaalde beslissing werd genomen. De premier eindigde: „De regering herhaalt haar standvastige mening, dat wij slechts één proclamatie er kennen: de proclamatie van 17 augus tus 1945. Wij erkennen slechts één staat: de wettige republiek Indone sië, welker centrale regering in Dja karta is gevestigd." Concessies van B.P.M. ingetrokken De concessierechten van de B.PJM. op de olievelden in Atjeh en Noord- Sumatra zijn gisteren blijkens een of ficiële bekendmaking te Djakarta in getrokken. De olievelden en de in stallaties in de twee gebieden zijn tot staatsbezit verklaard. In de verklaring wordt gezegd, dat het beheer en de exploitatie van de olievelden zullen worden overgedra gen aan een „bona fide nationale oliemaatschappij", die haar zetel in Djakarta zal hebben. Dit zal gebeu ren aan de hand van voorschriften, die later zullen worden vastgesteld, aldus de bekendmaking. De algemeen vertegenwoordiger van de Shell in Djakarta was niet gasbuizen en het leggen van kabels voor de nieuwe verlichting moest worden uitgesteld. Het is nl. niet doelmatig de bestratingswerkzaam heden en de werkzaamheden verband houdende met de nieuwe verlichting gescheiden uit te voeren. Op grond van het vorenstaande geven wij uw vergadering in over weging niet over te gaan tot uit breiding van de voor het Rapenburg geldende geslotenverklaringen". Geen commerciële doeleinden Diesviering met „Des Teufels General" Na de lustrumvieringen van het Studentenmuziekgezelschap „Sempre Crescendo" en van de Studenten- weerbaarheidsvereniging „Pro Pa- tria" komt thans het Leidsch Studen tentoneel letterlijk en figuurlijk voor he voetlicht ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan. Van oude tijden her heeft er bij de studenten steeds veel belangstelling bestaan voor het toneel en in Leiden voor het Leids Schouwburgleven, zo dat het niet behoeft te verwonderen, dat aan dit 15e lustrum ook bijzonde re aandacht wordt geschonken in de vorm van de uitvoering van het to neelstuk „Des Teufels General" van Carl Zuckmayer, welke mede in het kader van de Diesviering van dit jaar wordt gegeven, en in de vorm van een tentoonstelling „Spelen ls Le ren", waarin in vluchtige trekken driekwart eeuw toneelhistorie wordt weergegeven. Het contact tussen het toneelspel en de student stamt reeds uit de jong ste dagen van de Leidse academie. Reeds op het einde van de 16e eeuw werd door de Senaat van de acade mie aan studenten „toestemming ge geven" tot het opvoeren van toneel stukken om Hiermede in passender Dir. Leidse Universiteitsbibliotheek; Benut de techniek Op de te Utrecht gehouden Alge mene Vergadering van de Nederland se Vereniging van Bibliothecarissen, die door meer dan 300 deelnemers werd bijgewoond, heeft de algemeen voorzitter van de vereniging, dr. A. K e s s e n, directeur-bibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek te Leden, 'p uiteenzetting gegeven over de huidige maatschappelijke struc tuur en de diverse processen, die haar kenmerken. Een der belangrijkste processen is dat der moderne massificatie, waar bij in tegenstelling tot vroeger eeuwen de massamens in allerlei la gen van de maatschappij is te vin den. Dit wordt mede veroorzaakt door het proces der fundamentele de mocratisering, waardoor sinds enkele decennia in de meeste Europese lan den allen min of meer gelijke rech ten hebben gekregen en daardoor ook gelijke mogelijkheden tot ontwikke ling op cultureel en wetenschappe lijk gebied. Zo heeft ook het democratiserings proces van universiteit en hogeschool de democratisering der grote weten schappelijke bibliotheken bewerk stelligd. Naast het verschijnsel der massifi catie, is er de toenemende staatsbe moeiing waardoor een vaak remmen de bureaucratisering wordt veroor- Film en televisie, beeldroman en pocketbook hebben vervolgens mee gewerkt tot een toenemende visuali sering. Ook het proces der vertechni- sering heeft een enorme invloed ode maatschappij en zo worden wij in het leven van alle dag zowel bij de we tenschapsbeoefening als bij de re- reach, geconfronteerd met de geac cumuleerde kennis van de knapste koppen van het mensdom. Ook de internationalisering is een proces, dat het huidige le/en op alle gebied doorbreekt, zowel in de poli tiek, als in het economische vlak, in de wetenschap als in cultuur. De remedie. Met betrekking tot deze belang rijke maatschappelijke ontwikkelin gen heeft dr. A. Kessen vervolgens nog eens schematisch de functie der wetenschappelijke bibliotheken in het moderne leven aangeduid, waar- Burgerlijke Stand Geboren: Nelis Hendrik zn van H. Geskus en M. A. Weeda; Johannes zn van W. Freeke en M. H. van Ton geren; Jildert Jacob zn van M. Kee- reweer en A. Smith; Henriëtta Ja- coba or van J. H. Velema en M. J. van Iterson; Petronella dr van G. van Duijvenboden en G. Hoek; Louise Hendrika dr van L. H. van der Vos en J. C. Stavleu; Jozeph Nicolaas zn van N. Rietkerken en H. A. van den Vlekkert; Edith Theresia Petronella dr van J. J. J. Vriens en T. van Berge Henegouwen; Johannes zn van G. Star en B. Wassing; Maria Hen drika dr van R. de Jong en H. S. J. Verkuijlen; Freddy zn van H. Ha- ringsma en G. A. Bakker; Celia dr van J. J. W. Aniba en D. van Duij venboden; Elisabeth Christina Maria dr van M. A. P. Sanders en F. Von der; Geertruida Catharina Maria dr van G. Straathof en C. J. van der Poel. Getrouwd: H. Slegtenhorst en W. M. van der Pluijm; G. J. Schoonwa bereid commentaar te leveren op de l ter en A. C. Ravensbergen. bekendmaking van het leger. Hy ver wees alle vragen naar het hoofdkan toor van de Shell in Londen. In de bekendmaking werd gezegd, dat het besluit was genomen om de voortgezette produktie van olie in beide gebieden te verzekeren, daar Je operaties de laatste tijd werden ge hinderd. Overleden: L. A. Swanenburg 75 jr echtgenote van A Kasteelen; A. Kosto 74 jr man; Jonkheer R. M. R. Storm van 's-Gravesande 8 maan den zoon: W. C. Oudshoorn 68 jr weduwe van T. de Graaf; J. Rosin 66 jr man; L. A. Neels 67 jr man; M. Bonte 68 jr man E. G. M. Liotard 77 jr weduwe van C. F. Schudel. bij hij wees op hun taak in nationaal verband, mede in het kader van de cultuur- en wetenschapsspreiding. Bovendien moeten, meer dan tot nu toe het geval is geweest, de weten schappelijke bibliotheken zich de enorme mogelijkheden der techniek ten nutte maken, zowel ten aanzien van de tele-communicatie of het re produceren van facsimilé's van tijd schriftartikelen en boeken via draad- of tele-verbindingen als vooral van documentatie, machani- sering van administratie-systemen voor deze documentatie, toepassing van audio-visuele hulpmiddelen, zo- instructiefilms enz. Het aantrek ken van specialisten en technici is daartoe nodig. Dr. Kessen besloot zijn voordracht met te wijzen op de noodzaak van doelmatige organisatie inzonder heid van de universiteitsbibliotheken ten aanzien van de inrichting var stu diezalen in en van afdelingsbibliothe ken buiten de universiteitsbibliothe ken. In aansluiting aan het vorenstaan de heeft drs C. van Dijk voor de Sec tie der Speciale Biblotheken (o.w. de bedrijfsbibliotheken) inzonderheid de positie van de bedrijfsbibliothe ken toegelicht in verband met de huidige structuurveranderingen der maatschappij en hebben mej. C. Wal- kate en mej. mr. M. Wijnstroom zulks gedaan met betrekking tot de Openbare Leeszalen en Bibliothe ken. In de namiddag hebben de drie secties van de Nederlandse Vereni ging van Biblothecarissen afzonder lijk vergaderd, waarbij nog een aan tal belangrijke onderwerpen door diverse sprekers aan de orde werd gesteld. UITBREIDING VAN EN VOORZIENINGEN AAN DE KNIPPERBOLLEN. In de raadsvergadering van 4 nov. 1957 is bij de behandeling van de interpellatie van het raadslid de heer Drijber inzake de ligging van de be schermde oversteekplaats voor voet gangers op de Prinsessekade naar voren gebracht, dat het aanbeveling zou verdienen ook knipperbollen aan te brengen op de verkeersheuvels nabij de beschermde oversteekplaat sen op het Levendaal en de Rijns- burgerweg, terwijl het college van b. en w. tevens is verzocht, de knip perbollen gedurende de nachtelijke uren uit te schakelen. Bij onderzoek is het college geble ken, dat het inderdaad gewenst is een derde knipperbol aan te brengen op de verkeersheuvels van de twee beschermde oversteekplaatsen op het Levendaal en op die van de be schermde oversteekplaats op d( Rijnsburgerweg. Het heeft doen na gaan, of er aanleiding is, de be schermde oversteekplaats op Rijnsburgerweg op te heffen en de daardoor vrijkomende knipperbollen voor de beschermde oversteekplaat sen op het Levendaal te gebruiken. Aangezien de beschermde oversteek plaats op de Rijnsburgerweg in een behoefte blijkt te voorzien, achten b. en w. het ongewenst, tot ophef fing van deze beschermde oversteek plaats over te gaan. De thans in gebruik zijnde knip perbollen zijn zodanig geconstrueerd, dat zij niet kunnen worden uitge schakeld. Om de knipperbollen auto matisch te kunnen in- en uitscha kelen is het nodig, dat hieraan scha kelklokjes worden aangebracht. De kosten, verbonden aan de hier- voren bedoelde voorzieningen zullen ongeveer 3150 bedragen, welk be drag in vijf jaren kan worden afge schreven. AANSCHAFFING LEERMIDDELEN RJt. SCHOOL BOSHUIZERLAAN. Op 14 februari 1955 besloot de Raad aan de Stichting Roomsch- Katholieke Scholen te Leiden, mede amusement te voorzien dan het Toentertijd zo poplaire ingooien van ruiten, „scrappen" met de degen langs de straatstenen of andere vor men van straatschenderij. Ook uit het feit, dat de vier voorste banken in de bak van de Leidse schouwburg (later ingekrompen tot twee), sinds het begin van de .9e eeuw uitsluitend voor studentenpubliek bestemd wa ren, geeft een bewijs van het feit hoe trouw het studentenbezoek aan deze „tempel der muze" was. Na fameuze twisten met de burgerij, uitlopend op een boycot van de schouwburg door de studenten in het jaar 1838, is de volledige handhaving van deze „stu- dentenbanken" tot op het huidige ogenblik een symbool van de immer hartstochtelijke belangstelling van de academieburgers voor het toneel. Studententoneel eeuwen oud. Dat het studententoneel reeds eeuwen oud is, kan men illustratief uitgebeeld zien op de tentoonstelling, die over de historie van het LST en wat daaraan voorafging, is georgani seerd in het Academisch Historisch Museum in het gebouw der univer siteit aan het Rapenburg. In 1590 reeds voerden studenten onder Lipsius de Medea van Seneca op. De acteurs werden hiervoor door de magistraat van de stad beloond met een bedrag van 18.ter be strijding der onkosten. Met enige fantasie zou men dus reeds in die tijd van beroepstoneel kunnen spreken. In 1592 werden zelfs twee tragedies opgevoerd, nl Ajax Sophoclis en Rhe sus Euripides. Martinus Pijl was de organisator en „zakelijk leider" (voor deze opvoering werd nl 2-±.— uitbetaald). In hetzelfde jaar 1952 voerden de discipelen van Rupdoi- phus Snellius (mathematicus) vier tragedies van Euripides op en een co- medie van Plautus. Verschillende jaren, die volgden, waren tenslotte wel zo vruchtbaar v/at het studententoneel betreft, dat de Senaat der universiteit niet zo ge brand was op al te grote activiteiten in die richting, zodat tenslotte een verbod werd uitgevaardigd uitvoe ringen te geven op dagen, dat er col leges werden gegeven. Er moest ver der toestemming worden gevraagd cm toneel te spelen, hetgeen soms werd geweigerd, soms werd toege staan. Ook buitenlandse comedianten tra den wel op, hetgeen blijkt uit het feit, dat de Senaat in 1597 protesteert tegen het optreden van Engelse ac teurs in het Begijnhof (de universi teitsbibliotheek). Op 20 november 15S8 gaven Italiaanse comedianten hier een vertoning, waarbij aan de voorwaarden op het ingezonden re quest aan het stadsbestuur werd be paald, „mits zij langs straten geen trom zullen roeren en op geen uyre en zullen mogen spelen, daardoor de gemeene lessen van de Universiteyt enichszins zullen worden verhin dert". Gemis aan vrouwelijke acteurs Genoeg evenwel over de oude his torie van het studententoneel, waar ever bladzijden te vullen zouden zijn. Binnen het Leidsch Studenten Corps ontstond in 1882 het Leidsch Studenten Toneel als Leidse afdeling van het Nederlands Toneelverbond, waarbij men aanvankelijk met grote moeilijkheden had te kampen. Zo werd in 1882 een prijsvraag tot het schrijven van een toneelstuk uitge schreven geen succet doordat slechts één inzending werd ontvangen onder het veelzeggende motto: „Je weet rooit hoe een koe een haas vangt". Tien jaar later ging de jonge vereni ging onder de naam Leidsch Studen tentoneel een zelfstandig bestaan voeren. In de beginjaren werd echter wel heel erg het gemis van vrouwelijke acteurs gevoeld, n.l. wanneer de stemmen der „lieftallige actrices" in travesti een octaaf te laag klonken. Vóór honderd jaar Uit de Leydsche Courant van Dinsdag 4 February 1858. Advertentie: Men zal ten over staan van de te Leyden reside- renden Notaris J. P. W. Scher mer op Donderdag den Hen Februarij 1858, ten 10 ure pre cies, aan de pastorie van Hoog. made, in het openbaar verkoo- pen: Een netten 'en goed onderhou den Inboedel, bestaande in: Mahonyhouten chiffonnière, Pe nant-, Etens-, Speel- en andere Tafels, Buffet-, Linnen- en an dere kasten, Canapé, Stoelen en Fauteuils, Ledekanten, Bedden met toebehooren, Spiegels, Pen duien en Vazen, Kristal, Linnen- goed, Vloerkleeden, IJzer-, Ko per-, Tin, Glas-, Porselein en Aardewerk, alsmede een gouden Horologie met Ketting, Sleutel en Cachet, zilveren Lepels en Vorken, Soeplepel, Theelepeltjes en meerder Zilverwerk. Alles afkomstig van de nala tenschap van den Wei-Eerwaar den Heer C. G. van Brussel, in leven R.K. Pastoor van Hoogmade. Een ander lapmiddel was het op enige afstand bij elkaar binden van de herenbenen, omdat er toch var. „actrices" verwacht mocht worden, dat zij damespasjes konden maken. De geschiedenis laat ons in het on gewisse over eventuele struikelpar tijen. Het was op 27 november 1891, dat enkele „Leidse jongedames" voor het eerst medewerking mochten ver leren, een taak, welke later toen er damesstudenten en nog later een To neelclub voor Vrouwelijke Studen ten kwamen, gelukkig werd opge lost. Als elke vereniging heeft ook het L.S.T. ups and downs gekend, maar er zijn ook verschillende hoogtepun ten aan te wijzen onder de regie van vele groten van het Nederlands Be roepstoneel, van wie bovenal Louis van Gasteren, erelid van het LST, genoemd mag worden. Tal van „grote" stukken werden in de loop der jaren opgevoerd, als Boutens „Alionora" (1910), Jan Walchs ,,'t Spel van den Vos Rei- naerde" (1935), de vele malen her- opgevoerde musical „Cox and Box" (1951), Terence Rattigans „Adven ture Story" (1953, waarmee het lan delijk studententoneelconcours werd gewonnen) en in 1957 Sir James Bar- rie's „A Kiss for Cinderella". Uit dit alles moge blijken hoezeer men trouw bleef aan de specifieke doelstellingen van het studentento neel, n.l. de bevordering van het ex periment en de opvoering van door het beroepstoneel om commerciële redenen niet te realiseren toneel werken. Als zodanig moge men mis schien ook beschouwen het stuk „Des Teufels General", dat thans op het programma staat als lustrumstuk en dat door het beroepstoneel blijkbaar niet aangedurfd wordt, al liggen hier waarschijnlijk zwaardere motieven dan alleen commerciële aan ten grondslag. In ieder geval moge uit dit alles blijken hoe na 75 jaren Leidsch Stu dententoneel de woorden van Klik spaan nog immer als waarheid ver klikken, dat „in Leiden een sterke wind de kant van het toneel op waait". Tentoonstelling Over de aardige tentoonstelling in het Academisch Historisch Museum kunnen we zeggen, dat deze niet al leen de geschiedenis van het L.S.T. in beeld brengt. Hoewel het heel goed mogelijk geweest zou zijn om een expositie samen te stellen, die alleen betrekking had op de roemruchte geschiedenis van het L.S.T., hebben de organisatoren gemeend om haar ruimer te moeten opzetten, vooral omdat bij nader onderzoek bleek, dat van de oprichting der academie af haar alumni belangstelling hadden voor het spel, in het bijzonder voor het toneelspel, waarvan zij niet al leen passief, doch ook actief blijk gaven. Om dit eeuwenoude verband is aan deze tentoonstelling een rui mer verband gegeven, hetgeen de be zoeker zeker zal waarderen, want er is veel historie in boeken, platen en voorwerpen te aanschouwen. werking te verlenen tot stichting van een school voor gewoon lager on derwijs met zes klasselokalen en één vaklokaal, op een terrein, gelegen in het zuidwestelijk stadsdeel (Bos- huizerlaan). Van het schoolbestuur ontvingen b. en w. het verzoek gelden uit te keren ten behoeve van de aanschaf fing van leermiddelen voor deze school, die op 1 september jl. is ge opend en in afwachting van de tot standkoming van het nieuwe school gebouw voorlopig is ondergebracht in een aantal lokalen van de r.k. school voor g.l.o. aan de Potgieter laan en in een lokaal van de open bare school voor g.l.o. aan de Tel- derskade. Naar raming zal met de aanschaffing een bedrag van 16.500 zijn gemoeid, welk bedrag in tien jaren kan worden afgeschreven. Het ligt in het voornemen de nodige gelden naar gelang van de behoefte aan het schoolbestuur beschikbaar te stellen. GEEN INTER-GEMEENTELIJKE COMMISSIE VAN ADVIES De heer Huurman heeft, bij de be grotingsbehandeling, een voorstel in gediend tot het instellen van een in- ter-gemeentelijke commissie van raadsleden uit Leiden en dc aangren zende gemeenten ter bespreking van gemeenschappelijke belangen op het gebied van volkshuisvesting en stads ontwikkeling. In hun prae-advies wijzen b. en w. erop, dat voor een dergelijke com missie in ons huidig gemeenterecht geen passende plaats kan worden in geruimd. Bovendien achten zij een commissie in de voorgestelde samen stelling ondoelmatig. B. en W. van de omringende ge meenten delen in 't algemeen deze bezwaren. B. en W. verklaren zich gaarne be reid tot overleg en samenwerking met de nabuur-gemeenten en wijzen op wat in dit opzicht reeds tot stand is gebracht. B. en W. gevoelen veel voor infor mele besprekingen tussen de raads leden van de samenwerkende ge meenten over grotere projecten, doch vonden daarbij geen weerklank in andere gemeenten, welke zulke bijeenkomsten prematuur achtten. B. en W. zijn er op bedacht in deze zin, zodra het klimaat daarvoor gun stig is, werkzaam te blijven. Zij stel len voor het voorstel-Huurman hier mede als afgedaan te beschouwen. ONTRUIMING ONBEWOONBARE WONINGEN TE LEIDEN. Burgemeester en Wethouders stel len de Raad voor de termijn van ont ruiming van de woning (en): Sint Ursulasteeg 11, Caeciliastraat 33, 37, 39, Sionsteeg 7, 8, Klooster 36, Sint. Michielstraat 9, 11, 13, 15, 17, 19, 20, Lange Agnietenstraat 3, 9, 15, 17, Korte Agnietenstraat 8. 8a, 10, Vrou werkerksteeg 6, 8, 9, 13 en 15 te ver lengen tot 2 september 1958; en de termijn van ontruiming voor het pand Groenesteeg 104 te verleengen tot 10 oktober 1958.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1958 | | pagina 2