Verkeer langs het Rapenburg niet
verder aan banden leggen
Felle beschuldiging van
Natsir aan Djakarta
Scherp
Het Leidsch Studententooneel
bestaat 75 jaar
Structuurverandering in moderne samen
leving beïnvloedt het bibliotheekwezen
DINSDAG 4 FEBRUARI 1958
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 2
B. en W. van Leiden menen:
Burgemeester en Wethouders van
Leiden schrijven aan de Raad:
„Uw vergadering heeft in haar zit
ting van 23 september jL om pre
advies in onze handen gesteld een
adres van een aantal bewoners van
het Rapenburg, houdende het ver
zoek het Rapenburg gesloten te ver
klaren voor het zgn. zware door
gaande verkeer. Adressanten voeren
voor dit verzoek de volgende argu
menten aan:
1. Tengevolge van de grote toe
name van het verkeer, wordt de ver
keersveiligheid op het Rapenburg in
gevaar gebracht. Met name is dit het
geval aan de westzijde, waar tal van
auto's staan geparkeerd. Bovendien
worden vele auto's, nu langs de wa
terkant een hek is geplaatst, niet
meer evenwijdig langs de waterkant
geparkeerd, doch schuin tegen het
bek aan, waardoor de rijbaan nog
paeer wordt versmald;
2. De panden langs het Rapenburg
•ndervinden schade van het zware
verkeer, welke schade mede een ge
volg is van de slechte staat van het
wegdek, in het bijzonder aan de
westzijde.
Met betrekking tot het voren
staande merken wij het volgende op:
Verkeersonveiligheid
Het Rapenburg, vooral de westzij
de, is voornamelijk van belang voor
het lokale verkeer. De in de stad
geplaatste richtingborden verwijzen
het doorgaande verkeer langs andere
wegen. Dat de toename van het ver
keer op het Rapenburg groter is dan
op andere wegen, kan niet worden
gezegd. De verkeersintensiteit neemt
op vrijwel alle wegen in de binnen
stad in ongeveer gelijke mate toe.
Uiteraard zal afsluiting van het Ra
penburg voor het zware verkeer, de
verkeerssituatie aldaar ten goede
komen. Bij het nemen van een der
gelijke maatregel moet evenwel niet
alleen worden gelet op het verkeers-
belang van de desbetreffende weg,
doch ook op de gevolgen, welke deze
maatregel voor andere wegen zal
hebben. Indien immers een weg
wordt afgesloten voor alle of bepaal
de categorieën van voertuigen, zullen
andere wegen hierdoor zwaarder
worden belast. Voor het verkeer, dat
thans van het Rapenburg gebruik
maakt, zou geen andere route be
schikbaar zijn dan de Breestraat en
het Noordeinde. Afsluiting van het
Rapenburg voor het zware verkeer
zal derhalve betekenen, dat de Bree
straat en het Noordeinde dit verkeer
te verwerken krijgen. Dat hieraan
grote bezwaren zijn verbonden, be
hoeft geen betoog. De "verkeersveilig
heid op deze zeer drukke en te
smalle wegen, zal dan nog meer in
gevaar worden gebracht dan thans
het geval is, hetgeen wij niet gewenst
achten. Naar onze mening is beper
king van het verkeer op het Rapen
burg in het belang van de vrijheid
van het verkeer en de veiligheid op
de weg niet dermate urgent, dat
daarmede een grotere belasting van
de Breestraat en het Noordeinde ver
ceel Rapenburg 59) te lijden hadden
van het verkeer.
Daarbij kwam vast te staan, dat
dit niet het geval was. Het is moge
lijk, dat andere panden wel schade
ondervinden van het zware verkeer.
De meeste percelen langs het Rapen
burg zijn gebouwd in een tijd, dat
nog geen rekening behoefde te wor
den gehouden met de huidige inten
siteit en soorten van het verkeer op
de weg, zodat verschillende voorzie
ningen, welke thans als noodzakelijk
worden beschouwd, er niet in zijn
aangebracht. Dit kan echter geen re
den vormen om het Rapenburg ge
sloten te verklaren voor het zware
verkeer. Het wegenverkeersrecht
kent namelijk geen mogelijkheid om
verkeersmaatregelen te nemen in het
belang van de panden, die langs de
weg zijn gelegen.
De mededeling van adressanten,
dat met name aan de westzijde, het
wegdek van het Rapenburg zich in
een slechte staat bevindt, is juist. De
bewoners van het Rapenburg zijn er
echter niet onschuldig aan, dat hier
in nog geen verandering is gebracht.
Door hun verzoek aan de Kroon om
het besluit ten aanzien van de ver
lichting te vernietigen, hebben zij
namelijk ook de verbetering van het
de Breestraat en het Noordeinde ver- i wegdek opgehouden, daar dit werk
antwoord zou kunnen worden ge- met het oog op het verwijderen van
acht. De hieraan verbonden na
delen zullen niet worden gecompen
seerd door de verbetering van de
situatie op het Rapenburg.
Wat het parkeren van auto's langs
het Rapenburg betreft, willen wij al
lereerst opmerken, dat, wanneer op
een weg hinder wordt ondervonden
van geparkeerde auto's, er aanleiding
bestaat ter plaatse een wachtverbod
vast te stellen, doch niet om de weg
voor bepaalde voertuigen af te slui
ten. Hiermede willen wij echter niet
zeggen, dat wij een wachtverbod voor
het Rapenburg noodzakelijk achten.
Hiertegen bestaan naar onze mening
overwegende bezwaren. Wel over
wegen wij om ter plaatse parkeer-
lijnen aan te brengen, waardoor het
parkeren van auto's in de juiste
stand zal worden gestimuleerd.
Schade aan het Rapenburg
In januari 1953 heeft de districts-
bouwkundige van de Rijksgebouwen
dienst onderzocht, of de langs de
westzijde van het Rapenburg staan
de rijksgebouwen (academiegebou
wen, kantongerecht, laboratorium
voor tropische hygiëne en het per-
Wanneer barst
de bom
De voorzitter van de Islamietische
partij „Masjumi", Mohammed Natsir,
heeft maandag het „regiem van pre
sident Soekarno" er van beschuldigd
te streven naar het „afsnijden van
de banden met de westerse democra
tieën en het gebruik van de economi
sche ontreddering in het land als ar
gument om zich aan te sluiten bij het
Russische blok".
Natsir deed deze beschuldiging in
een artikel, in het te Palembang ver
schijnende dagblad „Batanghari Sem-
bilan", dat werd overgenomen door
het orgaan van de Masjumi „Abadi"
in Djakarta.
Natsir betoogde, dat het duidelijk
was, dat „Soekarno's regiean" on
der de vlag van het tegenwoordige
kabinet zijn eigen plannen uitvoert,
die passen in een nog groter plan om
de macht te veroveren in geheel
Zuid-Oost Azië.
Dit was de krachtigste aanval, die
POTLOOD en GEFST
No. 526. Horizontaal: 1. bekende
bedevaartplaats in Duitsland, 9. ach
ting, 10. groente, 11. telwoord, 13.
tussenzetsel, 15. volksnaam voor de
kauw, 16. vis, 18. ontkenning (Eng.),
20. ui, 22. buis, 24. sociëteit, 26. gaffel
vormige stutpaal, 29. stad in Istria
a. d. Adriatische zee, 31. muzieknoot,
32. afnemend getij, 34. akelig, 36.
lengtemaat voor grote afstanden, 37.
de in geld uitgedrukte waarde van
goederen.
Verticaal: 2. voegwoord (Fr.), 3.
blad papier, 4. aanloop, 5. spil van
een wiel, 6. zwemvogel, 7. vreemd, 8.
langwerpig blok hout, 12. gebied in
Achter-Indië, deel van Siam, 14. zeep
water, 17. buis of roer van een vuur
wapen, 19. lipbloemige plant, 21.
wang, 23. dikke boterham. 25. zwak,
loshangend, 27. hoofddeksel, 28.
eilandje in het IJ, 30. bloeiwyze, 33.
insekt, 35. reeks.
Oplossing morgenavond.
Oplossing No. 525. Horizontaal: 1.
plombière, 8. rot, 9. lei, 10. Ob, 11.
pen, 13. me, 14. moker, 16. edel, 17.
terp. 18. tegen, 20. li, 22. nel, 23. pa,
24.Ede. 26. den, 27. Rochefort.
Verticaal: 1. propeller, 2. lob, 3. Ot,
4. beek, 5. el, 6. rem, 7. eierplant, 11.
Polen, 12. netel, 14. met, 15. ren, 19.
gene, 21. Ido, 23. per, 25. e.c., 26. do.
tot dusver door een leidende Indo
nesische politicus op de centrale re
gering werd gedaan.
Volgens kringen van de Masjumi,
die in nauw contact staan met Nat
sir, «keert deze laatste niet naar Dja
karta terug, in verband met de „inti
midatie-campagne", die door de link
se en extremistische pers tegen hem
is ontketend. Natsir's echtgenote en
zijn vijf kinderen verblijven bij hem
in Padang.
WAARSCHUWING VAN
DJOEANDA.
De Indonesische premier Djoeanda
heeft maandag in het parlement ver
klaard, dat de regering „positieve
maatregelen" zal nemen tegen pogin
gen om de wettige republiek Indo
nesië te trotseren door „het uitge
ven van zogenaamde proclamaties en
het stichten van zogenaamde staten
en instellen van zogenaamde rege
ringen".
Djoeanda zei dit naar aanleiding
van de berichten over pogingen om
een staat Sumatra te stichten en om
een nieuwe centrale regering van 'e
republiek Indonesië in Sumatra te
vormen.
De premier onthulde, dat op 9 ja
nuari te Sungai Darah, aan de grens
van West-Sumatra en Djambi een
bijeenkomst is gehouden, welke werd
bijgewoond door een aantal vooraan
staande militairen en politici, die
verscheidene politieke kwesties be
spraken. Wat er precies besproken is
hebben wij nog niet kunnen vaststel
len, aldus de premier, maar na 24
uur te hebben geduurd, werd de bij
eenkomst gesloten zonder dat enige
bepaalde beslissing werd genomen.
De premier eindigde: „De regering
herhaalt haar standvastige mening,
dat wij slechts één proclamatie er
kennen: de proclamatie van 17 augus
tus 1945. Wij erkennen slechts één
staat: de wettige republiek Indone
sië, welker centrale regering in Dja
karta is gevestigd."
Concessies van
B.P.M. ingetrokken
De concessierechten van de B.PJM.
op de olievelden in Atjeh en Noord-
Sumatra zijn gisteren blijkens een of
ficiële bekendmaking te Djakarta in
getrokken. De olievelden en de in
stallaties in de twee gebieden zijn tot
staatsbezit verklaard.
In de verklaring wordt gezegd, dat
het beheer en de exploitatie van de
olievelden zullen worden overgedra
gen aan een „bona fide nationale
oliemaatschappij", die haar zetel in
Djakarta zal hebben. Dit zal gebeu
ren aan de hand van voorschriften,
die later zullen worden vastgesteld,
aldus de bekendmaking.
De algemeen vertegenwoordiger
van de Shell in Djakarta was niet
gasbuizen en het leggen van kabels
voor de nieuwe verlichting moest
worden uitgesteld. Het is nl. niet
doelmatig de bestratingswerkzaam
heden en de werkzaamheden verband
houdende met de nieuwe verlichting
gescheiden uit te voeren.
Op grond van het vorenstaande
geven wij uw vergadering in over
weging niet over te gaan tot uit
breiding van de voor het Rapenburg
geldende geslotenverklaringen".
Geen commerciële doeleinden
Diesviering met „Des Teufels General"
Na de lustrumvieringen van het
Studentenmuziekgezelschap „Sempre
Crescendo" en van de Studenten-
weerbaarheidsvereniging „Pro Pa-
tria" komt thans het Leidsch Studen
tentoneel letterlijk en figuurlijk voor
he voetlicht ter gelegenheid van haar
75-jarig bestaan.
Van oude tijden her heeft er bij de
studenten steeds veel belangstelling
bestaan voor het toneel en in Leiden
voor het Leids Schouwburgleven, zo
dat het niet behoeft te verwonderen,
dat aan dit 15e lustrum ook bijzonde
re aandacht wordt geschonken in de
vorm van de uitvoering van het to
neelstuk „Des Teufels General" van
Carl Zuckmayer, welke mede in het
kader van de Diesviering van dit jaar
wordt gegeven, en in de vorm van
een tentoonstelling „Spelen ls Le
ren", waarin in vluchtige trekken
driekwart eeuw toneelhistorie wordt
weergegeven.
Het contact tussen het toneelspel
en de student stamt reeds uit de jong
ste dagen van de Leidse academie.
Reeds op het einde van de 16e eeuw
werd door de Senaat van de acade
mie aan studenten „toestemming ge
geven" tot het opvoeren van toneel
stukken om Hiermede in passender
Dir. Leidse Universiteitsbibliotheek;
Benut de techniek
Op de te Utrecht gehouden Alge
mene Vergadering van de Nederland
se Vereniging van Bibliothecarissen,
die door meer dan 300 deelnemers
werd bijgewoond, heeft de algemeen
voorzitter van de vereniging, dr. A.
K e s s e n, directeur-bibliothecaris
van de Universiteitsbibliotheek te
Leden, 'p uiteenzetting gegeven over
de huidige maatschappelijke struc
tuur en de diverse processen, die
haar kenmerken.
Een der belangrijkste processen is
dat der moderne massificatie, waar
bij in tegenstelling tot vroeger
eeuwen de massamens in allerlei la
gen van de maatschappij is te vin
den. Dit wordt mede veroorzaakt
door het proces der fundamentele de
mocratisering, waardoor sinds enkele
decennia in de meeste Europese lan
den allen min of meer gelijke rech
ten hebben gekregen en daardoor ook
gelijke mogelijkheden tot ontwikke
ling op cultureel en wetenschappe
lijk gebied.
Zo heeft ook het democratiserings
proces van universiteit en hogeschool
de democratisering der grote weten
schappelijke bibliotheken bewerk
stelligd.
Naast het verschijnsel der massifi
catie, is er de toenemende staatsbe
moeiing waardoor een vaak remmen
de bureaucratisering wordt veroor-
Film en televisie, beeldroman en
pocketbook hebben vervolgens mee
gewerkt tot een toenemende visuali
sering. Ook het proces der vertechni-
sering heeft een enorme invloed ode
maatschappij en zo worden wij in het
leven van alle dag zowel bij de we
tenschapsbeoefening als bij de re-
reach, geconfronteerd met de geac
cumuleerde kennis van de knapste
koppen van het mensdom.
Ook de internationalisering is een
proces, dat het huidige le/en op alle
gebied doorbreekt, zowel in de poli
tiek, als in het economische vlak,
in de wetenschap als in cultuur.
De remedie.
Met betrekking tot deze belang
rijke maatschappelijke ontwikkelin
gen heeft dr. A. Kessen vervolgens
nog eens schematisch de functie der
wetenschappelijke bibliotheken in
het moderne leven aangeduid, waar-
Burgerlijke Stand
Geboren: Nelis Hendrik zn van H.
Geskus en M. A. Weeda; Johannes
zn van W. Freeke en M. H. van Ton
geren; Jildert Jacob zn van M. Kee-
reweer en A. Smith; Henriëtta Ja-
coba or van J. H. Velema en M. J.
van Iterson; Petronella dr van G. van
Duijvenboden en G. Hoek; Louise
Hendrika dr van L. H. van der Vos
en J. C. Stavleu; Jozeph Nicolaas zn
van N. Rietkerken en H. A. van den
Vlekkert; Edith Theresia Petronella
dr van J. J. J. Vriens en T. van
Berge Henegouwen; Johannes zn van
G. Star en B. Wassing; Maria Hen
drika dr van R. de Jong en H. S. J.
Verkuijlen; Freddy zn van H. Ha-
ringsma en G. A. Bakker; Celia dr
van J. J. W. Aniba en D. van Duij
venboden; Elisabeth Christina Maria
dr van M. A. P. Sanders en F. Von
der; Geertruida Catharina Maria dr
van G. Straathof en C. J. van der
Poel.
Getrouwd: H. Slegtenhorst en W.
M. van der Pluijm; G. J. Schoonwa
bereid commentaar te leveren op de l ter en A. C. Ravensbergen.
bekendmaking van het leger. Hy ver
wees alle vragen naar het hoofdkan
toor van de Shell in Londen.
In de bekendmaking werd gezegd,
dat het besluit was genomen om de
voortgezette produktie van olie in
beide gebieden te verzekeren, daar Je
operaties de laatste tijd werden ge
hinderd.
Overleden: L. A. Swanenburg 75
jr echtgenote van A Kasteelen; A.
Kosto 74 jr man; Jonkheer R. M. R.
Storm van 's-Gravesande 8 maan
den zoon: W. C. Oudshoorn 68 jr
weduwe van T. de Graaf; J. Rosin
66 jr man; L. A. Neels 67 jr man; M.
Bonte 68 jr man E. G. M. Liotard 77
jr weduwe van C. F. Schudel.
bij hij wees op hun taak in nationaal
verband, mede in het kader van de
cultuur- en wetenschapsspreiding.
Bovendien moeten, meer dan tot nu
toe het geval is geweest, de weten
schappelijke bibliotheken zich de
enorme mogelijkheden der techniek
ten nutte maken, zowel ten aanzien
van de tele-communicatie of het re
produceren van facsimilé's van tijd
schriftartikelen en boeken via
draad- of tele-verbindingen als
vooral van documentatie, machani-
sering van administratie-systemen
voor deze documentatie, toepassing
van audio-visuele hulpmiddelen, zo-
instructiefilms enz. Het aantrek
ken van specialisten en technici is
daartoe nodig.
Dr. Kessen besloot zijn voordracht
met te wijzen op de noodzaak van
doelmatige organisatie inzonder
heid van de universiteitsbibliotheken
ten aanzien van de inrichting var stu
diezalen in en van afdelingsbibliothe
ken buiten de universiteitsbibliothe
ken.
In aansluiting aan het vorenstaan
de heeft drs C. van Dijk voor de Sec
tie der Speciale Biblotheken (o.w.
de bedrijfsbibliotheken) inzonderheid
de positie van de bedrijfsbibliothe
ken toegelicht in verband met de
huidige structuurveranderingen der
maatschappij en hebben mej. C. Wal-
kate en mej. mr. M. Wijnstroom
zulks gedaan met betrekking tot
de Openbare Leeszalen en Bibliothe
ken.
In de namiddag hebben de drie
secties van de Nederlandse Vereni
ging van Biblothecarissen afzonder
lijk vergaderd, waarbij nog een aan
tal belangrijke onderwerpen door
diverse sprekers aan de orde werd
gesteld.
UITBREIDING VAN EN
VOORZIENINGEN AAN DE
KNIPPERBOLLEN.
In de raadsvergadering van 4 nov.
1957 is bij de behandeling van de
interpellatie van het raadslid de heer
Drijber inzake de ligging van de be
schermde oversteekplaats voor voet
gangers op de Prinsessekade naar
voren gebracht, dat het aanbeveling
zou verdienen ook knipperbollen aan
te brengen op de verkeersheuvels
nabij de beschermde oversteekplaat
sen op het Levendaal en de Rijns-
burgerweg, terwijl het college van
b. en w. tevens is verzocht, de knip
perbollen gedurende de nachtelijke
uren uit te schakelen.
Bij onderzoek is het college geble
ken, dat het inderdaad gewenst is
een derde knipperbol aan te brengen
op de verkeersheuvels van de twee
beschermde oversteekplaatsen op het
Levendaal en op die van de be
schermde oversteekplaats op d(
Rijnsburgerweg. Het heeft doen na
gaan, of er aanleiding is, de be
schermde oversteekplaats op
Rijnsburgerweg op te heffen en de
daardoor vrijkomende knipperbollen
voor de beschermde oversteekplaat
sen op het Levendaal te gebruiken.
Aangezien de beschermde oversteek
plaats op de Rijnsburgerweg in een
behoefte blijkt te voorzien, achten
b. en w. het ongewenst, tot ophef
fing van deze beschermde oversteek
plaats over te gaan.
De thans in gebruik zijnde knip
perbollen zijn zodanig geconstrueerd,
dat zij niet kunnen worden uitge
schakeld. Om de knipperbollen auto
matisch te kunnen in- en uitscha
kelen is het nodig, dat hieraan scha
kelklokjes worden aangebracht.
De kosten, verbonden aan de hier-
voren bedoelde voorzieningen zullen
ongeveer 3150 bedragen, welk be
drag in vijf jaren kan worden afge
schreven.
AANSCHAFFING LEERMIDDELEN
RJt. SCHOOL BOSHUIZERLAAN.
Op 14 februari 1955 besloot de
Raad aan de Stichting Roomsch-
Katholieke Scholen te Leiden, mede
amusement te voorzien dan het
Toentertijd zo poplaire ingooien van
ruiten, „scrappen" met de degen
langs de straatstenen of andere vor
men van straatschenderij. Ook uit
het feit, dat de vier voorste banken in
de bak van de Leidse schouwburg
(later ingekrompen tot twee), sinds
het begin van de .9e eeuw uitsluitend
voor studentenpubliek bestemd wa
ren, geeft een bewijs van het feit hoe
trouw het studentenbezoek aan deze
„tempel der muze" was. Na fameuze
twisten met de burgerij, uitlopend op
een boycot van de schouwburg door
de studenten in het jaar 1838, is de
volledige handhaving van deze „stu-
dentenbanken" tot op het huidige
ogenblik een symbool van de immer
hartstochtelijke belangstelling van
de academieburgers voor het toneel.
Studententoneel eeuwen oud.
Dat het studententoneel reeds
eeuwen oud is, kan men illustratief
uitgebeeld zien op de tentoonstelling,
die over de historie van het LST en
wat daaraan voorafging, is georgani
seerd in het Academisch Historisch
Museum in het gebouw der univer
siteit aan het Rapenburg.
In 1590 reeds voerden studenten
onder Lipsius de Medea van Seneca
op. De acteurs werden hiervoor door
de magistraat van de stad beloond
met een bedrag van 18.ter be
strijding der onkosten. Met enige
fantasie zou men dus reeds in die tijd
van beroepstoneel kunnen spreken.
In 1592 werden zelfs twee tragedies
opgevoerd, nl Ajax Sophoclis en Rhe
sus Euripides. Martinus Pijl was de
organisator en „zakelijk leider"
(voor deze opvoering werd nl 2-±.—
uitbetaald). In hetzelfde jaar 1952
voerden de discipelen van Rupdoi-
phus Snellius (mathematicus) vier
tragedies van Euripides op en een co-
medie van Plautus.
Verschillende jaren, die volgden,
waren tenslotte wel zo vruchtbaar
v/at het studententoneel betreft, dat
de Senaat der universiteit niet zo ge
brand was op al te grote activiteiten
in die richting, zodat tenslotte een
verbod werd uitgevaardigd uitvoe
ringen te geven op dagen, dat er col
leges werden gegeven. Er moest ver
der toestemming worden gevraagd
cm toneel te spelen, hetgeen soms
werd geweigerd, soms werd toege
staan.
Ook buitenlandse comedianten tra
den wel op, hetgeen blijkt uit het
feit, dat de Senaat in 1597 protesteert
tegen het optreden van Engelse ac
teurs in het Begijnhof (de universi
teitsbibliotheek). Op 20 november
15S8 gaven Italiaanse comedianten
hier een vertoning, waarbij aan de
voorwaarden op het ingezonden re
quest aan het stadsbestuur werd be
paald, „mits zij langs straten geen
trom zullen roeren en op geen uyre
en zullen mogen spelen, daardoor de
gemeene lessen van de Universiteyt
enichszins zullen worden verhin
dert".
Gemis aan vrouwelijke acteurs
Genoeg evenwel over de oude his
torie van het studententoneel, waar
ever bladzijden te vullen zouden
zijn.
Binnen het Leidsch Studenten
Corps ontstond in 1882 het Leidsch
Studenten Toneel als Leidse afdeling
van het Nederlands Toneelverbond,
waarbij men aanvankelijk met grote
moeilijkheden had te kampen. Zo
werd in 1882 een prijsvraag tot het
schrijven van een toneelstuk uitge
schreven geen succet doordat slechts
één inzending werd ontvangen onder
het veelzeggende motto: „Je weet
rooit hoe een koe een haas vangt".
Tien jaar later ging de jonge vereni
ging onder de naam Leidsch Studen
tentoneel een zelfstandig bestaan
voeren.
In de beginjaren werd echter wel
heel erg het gemis van vrouwelijke
acteurs gevoeld, n.l. wanneer de
stemmen der „lieftallige actrices" in
travesti een octaaf te laag klonken.
Vóór honderd jaar
Uit de Leydsche Courant van
Dinsdag 4 February 1858.
Advertentie: Men zal ten over
staan van de te Leyden reside-
renden Notaris J. P. W. Scher
mer op Donderdag den Hen
Februarij 1858, ten 10 ure pre
cies, aan de pastorie van Hoog.
made, in het openbaar verkoo-
pen:
Een netten 'en goed onderhou
den Inboedel, bestaande in:
Mahonyhouten chiffonnière, Pe
nant-, Etens-, Speel- en andere
Tafels, Buffet-, Linnen- en an
dere kasten, Canapé, Stoelen en
Fauteuils, Ledekanten, Bedden
met toebehooren, Spiegels, Pen
duien en Vazen, Kristal, Linnen-
goed, Vloerkleeden, IJzer-, Ko
per-, Tin, Glas-, Porselein en
Aardewerk, alsmede een gouden
Horologie met Ketting, Sleutel
en Cachet, zilveren Lepels en
Vorken, Soeplepel, Theelepeltjes
en meerder Zilverwerk.
Alles afkomstig van de nala
tenschap van den Wei-Eerwaar
den Heer C. G. van Brussel,
in leven R.K. Pastoor van
Hoogmade.
Een ander lapmiddel was het op
enige afstand bij elkaar binden van
de herenbenen, omdat er toch var.
„actrices" verwacht mocht worden,
dat zij damespasjes konden maken.
De geschiedenis laat ons in het on
gewisse over eventuele struikelpar
tijen. Het was op 27 november 1891,
dat enkele „Leidse jongedames" voor
het eerst medewerking mochten ver
leren, een taak, welke later toen er
damesstudenten en nog later een To
neelclub voor Vrouwelijke Studen
ten kwamen, gelukkig werd opge
lost.
Als elke vereniging heeft ook het
L.S.T. ups and downs gekend, maar
er zijn ook verschillende hoogtepun
ten aan te wijzen onder de regie van
vele groten van het Nederlands Be
roepstoneel, van wie bovenal Louis
van Gasteren, erelid van het LST,
genoemd mag worden.
Tal van „grote" stukken werden in
de loop der jaren opgevoerd, als
Boutens „Alionora" (1910), Jan
Walchs ,,'t Spel van den Vos Rei-
naerde" (1935), de vele malen her-
opgevoerde musical „Cox and Box"
(1951), Terence Rattigans „Adven
ture Story" (1953, waarmee het lan
delijk studententoneelconcours werd
gewonnen) en in 1957 Sir James Bar-
rie's „A Kiss for Cinderella".
Uit dit alles moge blijken hoezeer
men trouw bleef aan de specifieke
doelstellingen van het studentento
neel, n.l. de bevordering van het ex
periment en de opvoering van door
het beroepstoneel om commerciële
redenen niet te realiseren toneel
werken. Als zodanig moge men mis
schien ook beschouwen het stuk „Des
Teufels General", dat thans op het
programma staat als lustrumstuk en
dat door het beroepstoneel blijkbaar
niet aangedurfd wordt, al liggen hier
waarschijnlijk zwaardere motieven
dan alleen commerciële aan ten
grondslag.
In ieder geval moge uit dit alles
blijken hoe na 75 jaren Leidsch Stu
dententoneel de woorden van Klik
spaan nog immer als waarheid ver
klikken, dat „in Leiden een sterke
wind de kant van het toneel op
waait".
Tentoonstelling
Over de aardige tentoonstelling in
het Academisch Historisch Museum
kunnen we zeggen, dat deze niet al
leen de geschiedenis van het L.S.T.
in beeld brengt. Hoewel het heel goed
mogelijk geweest zou zijn om een
expositie samen te stellen, die alleen
betrekking had op de roemruchte
geschiedenis van het L.S.T., hebben
de organisatoren gemeend om haar
ruimer te moeten opzetten, vooral
omdat bij nader onderzoek bleek, dat
van de oprichting der academie af
haar alumni belangstelling hadden
voor het spel, in het bijzonder voor
het toneelspel, waarvan zij niet al
leen passief, doch ook actief blijk
gaven. Om dit eeuwenoude verband
is aan deze tentoonstelling een rui
mer verband gegeven, hetgeen de be
zoeker zeker zal waarderen, want er
is veel historie in boeken, platen en
voorwerpen te aanschouwen.
werking te verlenen tot stichting van
een school voor gewoon lager on
derwijs met zes klasselokalen en één
vaklokaal, op een terrein, gelegen
in het zuidwestelijk stadsdeel (Bos-
huizerlaan).
Van het schoolbestuur ontvingen
b. en w. het verzoek gelden uit te
keren ten behoeve van de aanschaf
fing van leermiddelen voor deze
school, die op 1 september jl. is ge
opend en in afwachting van de tot
standkoming van het nieuwe school
gebouw voorlopig is ondergebracht
in een aantal lokalen van de r.k.
school voor g.l.o. aan de Potgieter
laan en in een lokaal van de open
bare school voor g.l.o. aan de Tel-
derskade. Naar raming zal met de
aanschaffing een bedrag van 16.500
zijn gemoeid, welk bedrag in tien
jaren kan worden afgeschreven. Het
ligt in het voornemen de nodige
gelden naar gelang van de behoefte
aan het schoolbestuur beschikbaar te
stellen.
GEEN INTER-GEMEENTELIJKE
COMMISSIE VAN ADVIES
De heer Huurman heeft, bij de be
grotingsbehandeling, een voorstel in
gediend tot het instellen van een in-
ter-gemeentelijke commissie van
raadsleden uit Leiden en dc aangren
zende gemeenten ter bespreking van
gemeenschappelijke belangen op het
gebied van volkshuisvesting en stads
ontwikkeling.
In hun prae-advies wijzen b. en w.
erop, dat voor een dergelijke com
missie in ons huidig gemeenterecht
geen passende plaats kan worden in
geruimd. Bovendien achten zij een
commissie in de voorgestelde samen
stelling ondoelmatig.
B. en W. van de omringende ge
meenten delen in 't algemeen deze
bezwaren.
B. en W. verklaren zich gaarne be
reid tot overleg en samenwerking
met de nabuur-gemeenten en wijzen
op wat in dit opzicht reeds tot stand
is gebracht.
B. en W. gevoelen veel voor infor
mele besprekingen tussen de raads
leden van de samenwerkende ge
meenten over grotere projecten, doch
vonden daarbij geen weerklank in
andere gemeenten, welke zulke
bijeenkomsten prematuur achtten.
B. en W. zijn er op bedacht in deze
zin, zodra het klimaat daarvoor gun
stig is, werkzaam te blijven. Zij stel
len voor het voorstel-Huurman hier
mede als afgedaan te beschouwen.
ONTRUIMING
ONBEWOONBARE WONINGEN
TE LEIDEN.
Burgemeester en Wethouders stel
len de Raad voor de termijn van ont
ruiming van de woning (en): Sint
Ursulasteeg 11, Caeciliastraat 33, 37,
39, Sionsteeg 7, 8, Klooster 36, Sint.
Michielstraat 9, 11, 13, 15, 17, 19, 20,
Lange Agnietenstraat 3, 9, 15, 17,
Korte Agnietenstraat 8. 8a, 10, Vrou
werkerksteeg 6, 8, 9, 13 en 15 te ver
lengen tot 2 september 1958; en de
termijn van ontruiming voor het pand
Groenesteeg 104 te verleengen tot 10
oktober 1958.