Na de klokslag van twaalf, HET LAATSTE NIEUWS ONS MENU VAN DE WEEK Even lachen.... Het karretje van PIEPSJE MUIS ZATERDAG 26 MEI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand... (Ingez. Med.-Adv.) •M'mukkclijk n U kunt In-I thuis «rif iIim ii! De maand juni brengt volop vers fruit en groenten. Aardbeien en bessen bijvoorbeeld, laten zich tot allerlei ge zellige gerechten verwerken. ZONDAG Tomaten gevuld met kaasregout; varkensvlees, bloemkool, aardappelen; custardrand met aardbeiencompóte. t MAANDAG Kop bloemkoolsoep; varkensvlees, verse tuinbonen, aard appelen; fruit. DINSDAG Gehakt in slakropjes, aardappelpuree uit de oven; vanlllevla met verse bessen. WOENSDAG s Gehakt, raapstelen, aardappelen; yoghurt met beschuit en suiker. DONDERDAG Speklap, stamppot van rauwe andijvie; vruchtensla. VRIJDAG t Harde eieren, stoofasperges, aardappelen, botersaus; karne- melkvla. Nierragout met rtjst, komkommersla; fruit. ZATERDAG Recept: Tomaten met kaasragout. 4 tomaten van gelijke grootte, peper, zout, boter, 2 dl melk, 20 gr. boter. 20 gr. bloem, 50 gr. In blokjes gesne den kaas. Een kapje van de tomaten afsnijden, deze uithollen en bestrooien met wat zout en peper. Ragout maken van boter, bloem en melk; zout en peper naar smaak toevoegen en de dobbel steentjes kaas erdoor roeren. De to maten vullen met ragout, het kapje erop leggen en plaatsen in een vuur vaste schotel, waarin een klein beetje water en enige klontjes boter. De tomaten in een oven of op zacht vuur gaar laten worden (plm. 20 min.). Recept: Karncmelkvla. 40 gr. custardpoeder, 3/4 liter kar nemelk, 100 gr. suiker, wat citroen sap. De custard in een gave pan (email) aanmengen met koude karnemelk. Ongeveer Vi liter karnemelk toevoegen en deze massa verwarmen onder goed roeren. Bij de vla suiker voegen en enige druppels citroensap. De vla laten afkoelen en verdunnen met de rest van de koude karnemelk. Bij deze vla kunnen boudoirbiscuits gepresenteerd worden. We hebben al eerder in deze rubriek geschreven: in Italië kan men vaak wat meemaken. Dat heeft de ta bakshandelaar Leone Massoco in Alessandria dezer dagen ondervon den. Toen hy 's avonds zyn winkel wilde sluiten zag hy op het trottoir voor zijn zaak een man liggen, die naar het leek bewusteloos was ge raakt. Leone droeg met veel moeite de man zijn winkel binnen en ging zo snel als zijn benen hem dragen konden een dokter halen. Toen hij met 'n arts terugkwam was de onbe kende in geen velden of wegen meer te zien. Hetzelfde was het geval met een miljoen lires die Leone zorgvul dig bewaarde. Allemaal weg. Daar stond hij dan met zijn goeie gedrag en de dokter die zich ook genomen voelde. Wat nieuws uit hoger sferen. Hoe ho ger hoe gekker, denken wij soms. Hoe lager hoe gekker, dacht omge keerd een piloot van de Ameri kaanse luchtmacht, die in New York op de bon ging wegens 't neerzetten van een „voertuig" op een terrein, waar dit voertuig geen toegang had. De vlieger had met zijn toestel een noodlanding moeten maken op een parkeerterrein voor auto's. Mevrouw Sylvia de Winter, die in Poole (Engeland) een café bezit, is een kordate vrouw. Zy joeg een re- geringsvoedselinspecteur haar keu ken uit, omdat zyn schoenen onder de modder zaten, zyn Jas smerig was en zyn hoed er als een vettig vod uitzag. Hy was de keuken binnen gekomen om een papier op te han gen waarop byzonderheden werden voorgeschreven ter voorkoming van voedselbesmettlng. Parijs, mei 1956 ffDit was het laatste nieuws. Wij wachten nu op de klokslag van twaalfEn daarmee is de dag ten einde en begint de nacht. De radio's worden afgezet, de lichten uitgeknipt en honderden luisteraars gaan naar bed - na het laatste nieuws. Maar er zijn er ook die mèt het laatste nieuws in bed tuimelen, zelfs na de klokslag van twaalf. En tot hen behoren de vier zusjes - Truida, Jackie, Marina en Rosa Slaapgerust - die we u hier voorstellen. Het laatste nieuws waarmee zij zich in Morpheus armen begeven is pyjama-nieuws. Voor Truida is dat een trui-pyjama, voor Jackie een jak-model, voor Marina een marinère met pof-kuitbroek en voor Rosa een roze geval in de nieuwste modetint. Verhaal voor de kleintjes Truida (eerste van Inks) heeft haar keus laten vallen op een vuurrode ka toenen piratenbroek met een klein splitje in de zy naden, en een „trui" in 1925-styl. Deze laatste is van witte katoen met zwarte noppen, terwyl de V-vormige halsopening en de zakken met effen rood materiaal werden af gewerkt. De trui is lichteiyk getail leerd, maar valt ruim om het middel. Jackie's laatste nieuwtje is een witte popeline pyjama, waarvan zowel het ruime jak als de vry nauwe, en- kelvrye pantalon met kleurig, gebor duurd band zyn afgewerkt; op het Jak is dit langs de brede, dwarse halsope ning en aan beide kanten van de knoopsluiting gezet, terwyi het op de pantalon de beide zynaden siert. Marina's „marinière" is een ruim jak zonder sluiting, dat langs de hals opening ineen gerimpeld is. Het boot decolleté is gegarneerd met een pun tige kraag, die aan de voorkant is op geknoopt. De pypen van de kuitbroek zyn op een boord ineengerimpeld. Het jak is van goudbruine popeline, de broek is van dezelfde stof in een mooie staalblauwe tint. Rosa's roze pyjama is van katoenen satyn en werd gegarneerd met ge streept materiaal in wit en llndebloe- semgroen. De hemdachtige blouse van dit laatste-nieuws-nachttenue heeft een gestreept halsboordje en een ge streept band voor de knoopsluiting, die niet tot aan de zoom van het jak doorloopt. Ook de opengenaaide zak ken zyn met de streepjesstof afge werkt, terwyi de pypen van de enkel- (Ingec. Med.-Adv.) Opletten de boodschap Goed van vertrouwen als is, let U soms niet op, of U Uw MAÏZENA DURYEA - die U toch nadrukkelijk vraagt - ook werkelijk krijgt. Ja, thuis, in het gebruik dan merkt U het verschil gauw genoeg. Want er bestaat geen beter bindmiddel voor groenten, soepen en sau sen dan de echte MAÏZENA DURYEA. Niet zonder reden wereldvermaard. Vraag dus niet alleen MAÏZENA DURYEA. maar zie toe dat U het ook krijgt. De naam DURYEA staat op ieder pak. vrye broek hetzelfde lot ondergingen: ze hebben een Drede boord en een split met knoopsluiting. Toen Piepsje, het kleine zusje van Spitsje Muis, geboren werd vond Spitsje dat erg leuk. Hy was er trots op, dat hy zo"n lief klein zusje had en als de buurvrouwen zich over het wiegje bogen en zeiden, dat ze Piepsje zo'n snoezig muizemeisje vonden, zette Spitsje een hoge borst op en zei: „Dat is nu myn zusje!" Dan lachten de buurvrouwen, en met hun hoge stemmetjes piepten ze. dat ze nog nooit zo'n lief muizenstelletje had den gezien als Spitsje en Piepsje. Aangezien muizekindertjes nu een maal veel vlugger volwassen zyn dan mensenkinderen, duurde het niet lang of Piepsje had geen wieg meer nodig, ze maakte haar eerste wankele pasjes in een box, die vader Muis zelf in elkaar gezaagd en getimmerd had van een oud kistje, dat hy in een mensen- tuin had gevonden. Maar ook in die box bleef Piepsje niet lang, ze was een ondernemend muizemeisje, dat niet in muizewiegjes of muizeboxen wilde liggen, maar zelf op avontuur uit wou. Daar kon eohtor niets van inkomen, .want", 2» zei moeder Muis vastbeslo ten. „de wereld is gevaariyk. Er lopen te veel poesen in rond." „Wat zyn poesen?" vroeg nieuws gierig Piepsje. Moeder rilde terwyl ze antwoordde: „Poesen zyn harige beesten, die óf allerafschuweiykst krysen, óf stil rond sluipen. Als ze dat doen, willen ze muizen vangen en opeten, Piepsje. Je grootvader is op een slechte dag. nu al veel jaren geleden, door een poes overvallen en niemand heeft ue arme muis ooit weer gezien Daarom moest Piepsje haar lust naar avontuur bedwingen tot ze wat groter zou zyn, zo groot als Spitsje. ten passen, leek hem toch niet zo leuk. Hy wilde liever stoeien en spelen met zyn vriendjes. Toch begreep hy wel, dat het voor moeder Muis te druk was en daarom beloofde hy er voor te zor gen dat Piepsje geen dingen deed die niet mochten. Maar dat was een ver moeiend karweitje. „Mag niet, Piepsje, afbiyven Piepsje", zei hy wel twintig keer op een morgen en het eind van het liedje was, dat Piepsje begon te huilen. Hy moest er wat anders op verzin nen, voelde Spitsje, en daarom besloot hy na een paar dagen met haar te gaan wandelen. Piepsje was echter na tien minuten moe en dan wilde ze op Spitsje's rug zitten, en dat viel niet mee. „Zullen we bloemetjes plukken??' vroeg hy een andere keer. Dat vond Piepsje prachtig, maar toen ze twaalf bloemetjes had geplukt, stopte ze deze in haar mondje en Ze vond het heerlijk. „Je kunt Je in huis ook wel verma ken," vond moeder en dat kon Piepsje best. Ze was verschrikkeiyk nieuwsgie rig en zat met haar kleine gryze vin gertjes overal aan. Ze scheurde alle blaadjes uit een boek van vader Muis omdat ze dat zo'n grappig geluid vond. Ze perste een tube tandpasta leeg op het vensterglas en ze was heel ver baasd dat moeder Muis daar boos om was. Eens wilde ze op de tafel kyken en omdat ze daar nog niet by kon, trok ze aan het tafelkleed, zodat twee van moeder Muis mooiste sohoteltjes op de grond kapot vielen. Een andere keer zag ze de suikerpot staan en toen moe der Muis. die de maandagse was deed. na een poosje in de kamer kwam, had Piepsje de hele suikerpot leeggegeten. Ja, zo kan het natuuriyk niet langer en daarom zei moeder Muis tegen Spitsje: „jy moet voortaan 'sochtends maar op je zusje passen. Ik heb het veel te druk, ik kan niet de huls houding doen en nog op Piepsje letten bovendien". Nu hield Spitsje veel van Piepsje, maar om elke ochtend op haar te moe- piepte dat ze niet meer bloemetjes plukken wou. Hoe moest dat nu? Spitsje vond het lastig, erg lastig, maar die avond kreeg hy een idee: hy zou een karretje maken waar hy Piepsje in kon ryden. Hy ging naar de groenteboer, die hem een kistje gaf. Daarvan maakte Spitsje een prachtig wagentje, terwyl Piepsje behulpzaam om hem heen drentelde en tot drie keer toe de hamer verstopte. Tenslotte spykerde Spitsje twee wie len van een oude kruiwagen onder het wagentje en toen was het klaar. O, wat een mooi karretje was dat! Daarin kon Piepsje nu elke dag uit yden gaan. Ze vond het heeriyk, vooral toen moeder Muis haar een fleurig rood vlaggetje gaf, dat ze zelf gemaakt had van een grote zakdoek van vader Muls. Daarmee zwaaide Piepsje biy naar de muizen die ze tydens hun tochtjes tegen kwamen, en dan zei Spitsje steeds vol trots: „Dat is nu myn zusje!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 17