Vierhonderd jaar geleden stierf Karei de Vijfde EEN GROOT MAN OP EEN KEERPUNT DER TI|DEN DINSDAG 24 DECEMBER 1957 DE LEIDSE COURANT KERSTNUMMER Jjtagióch aa'iótenieuen IN HET JAAR 1958, juister gezegd op de 21e september, zal 1 het vierhonderd jaar geleden zijn dat in een Spaans kloos ter een man stierf die gerekend wordt onder de machtigste mensen die ooit hebben geleefd, een vorst „in wiens rijk de zon niet onder ging". Telg van twee der roemrijkste Europese geslachten, ver maagschapt aan de' voornaamste toenmaals regerende vor stenhuizen, leefde en regeerde hij in een tijd van grote geestelijke en politieke omwentelingen, de renaissance, de reformatie van Luther en de onderwerping van een groot deel ener pas ontdekte wereld. Karei de Vijfde, hertog van Bourgondië en Heer der Neder landen, Koning van Spanje en Napels, Keizer van het Heilige Roomse Rijk. Prachtlievend man met de traditie van de middeleeuwen en een renaissancistische geest, groot katho liek zondaar, tragisch mens. l/'arel werd geboren op de 24e februari van het jaar 1500 in de machtige Vlaamse koopstad Gent. Hij was een zoon van Philips de Schone van Habsburg en Johanna van Castilië, dochter van de Spaanse Katholieke koningen uit het huis Arragon en erfgename van de Spaanse landen. Karels grootvader was Maximiliaan van Oostenrijk, keizer van het Duitse Rijk en hoofd van het huis Habsburg, die gehuwd was met Maria van Bourgondië. Door het huwelijk van Philips de Schone met de Spaanse erfdochter werden het Spaanse rijk en de Bourgondische gewesten, waar onder de Nederlanden, dynastiek verbonden. Philips, in 1493, kort na de aanvaarding van Maximiliaans keizerschap, op 16-jarige leeftijd meerderjarig verklaard waarbij hem de regering van de Bourgondische landen werd overgelaten, stierf op 25 september 1506. Met zijn dood begon de tragische en dramatische omzwerving van Johanna van Castilië die een sterk melancholische aard bezat Haar geestelijke ge zondheid was erfelijk belast; ook haar grootmoeder, Isabella van Portugal was krankzinnig gestorven. Karei, vernoemd naar zijn grootvader, de Bourgondiër Karei de Stoute, heeft zijn vader dus nauwelijks gekend en eerst veel later heeft hij zijn moeder weer teruggezien die zich na de dood van Philips, geestelijk ge stoord en gekweld te Valladolid in Spanje had teruggetrokken. Hij was een zeer prachtlievend mens; het late licht van de middeleeuwen omglansde hem in de ridderschap van het Gulden Vlies, terwijl de op komende renaissance mede een wezenlijk stempel op zijn leven heeft ge drukt. Als aartshertog Karei, hertog van Luxemburg, voerde hij na de dood van Philips met twee zijner .zusters, Eleonora en Isabella, een be scheiden, maar in alle (voor die jaren) bescheidenheid kostbare hofstaat in Mechelen. "Liet was in die dagen gewoonte onder de grote en kleine dynastieën van het toenmalige Europa dat vorstenhuwelijken reeds vroeg werden ge sloten, althans voorbereid en kinderhuwelijken waren niet zeldzaam. Reeds in 1501, toen Karei dus nauwelijks een jaar oud was, werden door de ouders reeds huwelijksafspraken gemaakt ten gunste van Claudia van Frankrijk, dochter van Lode wijk XII. Dit huwelijk ging echter niet door omdat door het Franse hof in 1506 uit politieke overwegingen Claudia werd uitgehuwelijkt aan de hertog van Angoulême. Daarop volgde een tweede afspraak, nu met het Engelse hof en was Mary Tudor, een zuster van de latere Engelse koning Hendrik VIII de uitverkorene. Ook dit huwelijk vond geen doorgang want op 10 maart 1526 trouwde Karei met de 23-jarige Isabella, Infante van Portugal, die echter reeds op 1 mei 1539, zes en dertig jaar oud," overleed. Dit huwelijk, dat door alle geschiedschrijvers ,,goed" wordt genoemd, werd gezegend met een zoon en een groot getal dochters. De zoon, Philips, volgde later zijn vader in de Nederlanden op als Philips II; als koning van Spanje en Napels was hij de vierde van die naam. De keizerskroon ging echter niet op deze over, die was voorbestemd gedragen te worden door Kareis broer, Ferdinand. Behalve de wettige kinderen uit het huwelijk met Isabella van Portugal, zijn ook een tweetal bastaarden in de geschiedenis bekend geworden die een wezenlijke rol in de historie, vooral van onze Nederlandse gewesten, hebben gespeeld. Karei bleek niet alleen een goed vader voor zijn echte kinderen te zijn, ook zijn nakomelingen uit andere verbintenissen genoten de zegen van zijn vaderschap. Margaretha, een dochter van Karei en een Vlaamse, Johanna van der Gheenst, huwelijkte hij uit aan de hertog van Parma. Zij werd landvoog des der Nederlanden. Haar zoon was Alexander Farnese, hertog van Par ma,'werd de opvolger van Alva als landvoogd in de Nederlanden. Een andere bastaard was Don Juan van Oostenrijk, de held van Lepanto tegen de opdringende Halve Maan, eveneens landvoogd in onze gewesten. Hij was de zoon van Karei en Barbara Blomberg, een Augsburgse vrouw. IJet jaar 1515 was ternauwernood begonnen toen Karei (op 5 januari) in de Statenzaal van het Rof te Brussel plechtig meerderjarig werd verklaard, allerwegen in zijn landen werd ingehuldigd en hij aldus op 15-jarige leeftijd regerend hertog van Bourgondië en heer der Nederlan den, waaronder het machtige Vlaanderen, Zeeland en het graafschap Hol land, werd. De grote verdienste van Karei voor zijn Bourgondische landen is wel geweest dat hij deze gevoegd heeft in een samenhangend verband met een min of meer monarchaal karakter. Op de Rijksdag te Augsburg werd on der meer de verhouding van de Nederlanden tot het Duitse Rijk geregeld. Ondanks het feit, dat Karei hoofd was van het Habsburgse Huis en het bloed van dit geslacht door zijn aderen vloeide, voelde hij zich op de eerste plaats een zoon onzer lage landen en vertoefde hij hier ook het liefst. Zijn grote hofstaat voerde hij in Brussel. Al was hij Duits Keizer, hij sprak zo goed als geen enkel woord Duits en het was een hele belevenis toen hij op de Rijksdag te Augsburg ook enkele woorden in die taal sprak. Ook Spanjaard voelde hij zich in veel mindere mate dan Vlaming. Zijn voornaamste raadgever en liefste leermeester was dan ook een zoon van onze gewesten, de Utrechtenaar Adriaen Floriszoon Boeyens, een priester van grote geleerdheid, onkreukbare levenswandel en grote poli tieke begaafdheid. In 1516 tot bisschop gewijd, werd hij een jaar latei- kardinaal en na de dood van paus Leo X op 9 juni 1522 tot diens opvolger gekozen, waarbij hij de naam van Adrianus VI aannam. Slechts een jaar zetelde hij op de Stoel van Petrus. Vol goede wil en bezield met een heilig vuur om de tegen de Kerk opstekende storm te keren, kon hij in zulk een kort tijdsbestek geen tastbare resultaten boeken in de^ strijd tegen Luther. Zijn grote verdienste is dan ook dat hij de grondslag heeft gelegd voor een hervorming IN de kerk, die later werd doorgezet. Karei bleef tot 1555 de regering van het Bourgondische rijk voeren. Toen legde hij, vermoeid en vóór zijn jaren oud, deze waardigheid neer ten gunste van zijn zoon Philips de Tweede. j^Ta de dood van zijn Spaanse grootvader, Ferdinand van Arragon, viel Karei, tezamen met zijn moeder, de melancholische Johanna, het dub- bel-koningschap van de Spaanse landen met wereldbezittingen èn Napels toe. En weer deed zich het voor Karei karakteristieke doch in dynastiek- politiek opzicht merkwaardige feit voor dat hij tot koning van deze rijken werd uitgeroepen in de Sinte Goedele te Brussel. Het koningschap van Spanje maakte Karei tot de rijkste vorst van de wereld. Het goud en andere schatten werden bij scheepsladingen tegelijk naar het moederland overgebracht en de rijke Amerikaanse bezittingen maakten dat in Kareis Rijk de zon in letterlijke zin niet onder ging. Spanje werd een der grootste wereldimperia, die de geschiedenis heeft opgeleverd. Veertig jaar heeft Karei het Spaanse koningschap bekleed totdat de ko ningsmantel hem in 1556, een jaar na de Bourgondische abdicatie, van de schouders werd genomen. Als Philips IV volgde zijn zoon hem in Spanje en Napels op. Karei V op 15-jarige leeftijd Het feit dat Karei zich geen Duitser voelde en dat ook in zijn handel en wandel deed blijken, kon niet verhinderen dat hij de grote strijd met het keizerschap van het Heilige Roomse Rijk tot inzet, zij het met grote moeite en kosten en met de steun van de Duitse standen, vorsten en ste den, heeft gewonnen. In 1519 werd hij, na veel politieke strijd met de paus, Frankrijk en Engeland, door de keurvorsten met algemene stemmen tot keizer gekozen. Deze verkiezing heeft Karei niet minder dan een voor die tijd ontzaglijke som van bijna een miljoen goudguldens gekost. Zijn geldschieter was het beroemde Augsburgse bankiershuis Fugger, dat zich door overneming van steeds meer nieuwe keizerlijke en Habs burgse bezits- en soevereine rechten in Zwaben en Tirol een ontzaglijk vermogen verwierf. Zoals gezegd waren alle toenmalige grootmachten tegen Karei, de pau selijke curie en de hoven van Frankrijk en Engeland. Onder de druk van deze politiek aarzelden de Duitse vorsten aanvankelijk, maar toen èn Frankrijk èn Engeland door hun houding veel sympathie verloren en het gezag van de paus in deze eerste jaren van het Lutheranisme meer en meer begon te dalen, viel op 28 juni 1519 de grote beslissing. In de rij der Duitse keizers was hij de vijfde Karei en onder die naam blijft hij in de geschiedenis voortleven. Op 23 oktober 1520 werd hij in de Karlomanse Dom van Aken gekroond. „Des morgens, zeer vroeg, begon het kroningsfeest in de eerwaardige dom van Karei de Grote. Volgens de ordines van voorbijgegane eeuwen geschiedden gelofte, zalving, investituur, kroning en intro- nisatie. Karei legde door een meermalen herhaald „Volo Ik wil het" de plechtige gelofte af het overgeleverde geloof te handha ven, de kerk te beschermen, rechtvaardig te regeren, de keizerlijke rechten te verdedigen, weduwen en wezen te beschermen, de paus te eerbiedigen. De aartsbisschop-keurvorst van Keulen stelde de gebruikelijke vraag aan de verzamelde menigte als vertegenwoordigende het gehele Duitse volk of het deze vorst en heer gehoorzaam wilde zijn „naar het woord van de apostel" waarop het volk met luide stem en juichend riep: „Fiat!" (Karl Brandt: Karei V). Op de kroning door de aartsbisschoppen volgde het bestijgen van de troon van Karei de Grote, de ridderslag en het Te Deum. Drie dagen later werd de toestemming van de paus tot het voeren van de titel: „Gekozen Rooms Keizer" door Karei zelf bekend gemaakt. Hij bleef keizer tot 1556. Opvolger op de zetel van het Heilige Duitse Rijk werd zijn broèder Ferdinand. Uet keizerschap van Karei heeft zich vooral gekenmerkt door de gigan- tische strijd tegen het Lutheranisme, welke strijd, het is algemeen be kend, door Karei werd verloren. Het viel zelfs de geloofsgetrouwe Karei moeilijk in deze een beslissing te nemen omdat het niet alleen een geestelijke strijd was hoewel aldus begonnen, maar al spoedig verwerd tot een poli+ieke oorlog. De keizer op middelbare leeftijd Luther genoot de bescherming van een der voornaamste keurvorsten, Frederik de Wijze van Saksen, die echter zelf in de beginne niet tot het Lutherdom overging maar wellicht uit voorzichtige binnenlandse po litieke overwegingen een verzoenende houding propageerde. Hij weigerde zelfs Luther naar de Rijksdag te laten gaan, waartoe hij was opgeroepen. Eerst de raad van de grote Rotterdamse humanist Erasmus, een vriend van de keurvorst, bracht hem er toe Luther voor de Rijksdag te Worms te brengen die in 1521 werd gehouden. De verhoudingen waren toen wel merkwaardig omgekeerd aan die van voor de uitverkiezing tot keizer. Achter Luther stonden de standen, de vorsten en de steden die. Karei hadden omhooggebracht; achter Karei de pauselijke curie die Karei altyd had tegengewerkt. Daarbij kwam ook nog het persoonlijke gevoelen van Luther ten aan zien van de keizer waar hij deze in 1520 nog hogelijk had geprezen in zyn geschrift „Aan de Christelijke Adel", Wij behoeven in dit artikel niet dieper op deze gigantische strijd, deze hervorming buiten de kerk, in te gaan. De afloop daarvan heeft het aan schijn der aarde in geestelijk opzicht ingrijpend doen veranderen en heeft Karei menselijk gesproken vroegtijdig gebracht tot een lichamelijke en geestelijke uitputting die een uiterlijk teken vonden in de abdicaties rond de jaren 15551556. Dehalve de grote geestelijke gevechten met betrekking tot het optreden van Luther, zijn Karei ook de Europees-politieke moeilijkheden niet bespaard gebleven. Viermaal heeft hij oorlog moeten voeren tegen de Franse koning Frans I over zijn Italiaanse bezittingen en wel van 1521/6, 1527/9, 1536/8 en de laatste in 1542/4. Later stond hij zelf in het veld tegen Rome, dat door zijn soldaten werd gebrandschat en geplunderd en moest hij strijd voeren tegen het Duitse Schmalkaldisch Verbond dat hij in de slag bij Mühlberg (1547) wist te verslaan. Ondanks de episode tegen de paus, ondanks zijn grote fouten en wel zeer menselijke tekortkomingen, bleef Karei zijn gehele leven een trouw zoon en voorvechter van de Kerk. En zeer geschokt was hij toen hij door de paus werd ge-excommuniceerd wegens het voltrekken van de dood- si raf over de tegen hem opgestane bisschop van Zamora, die zich echter als een gewoon misdadiger had ontpopt door een van zijn bewakers zon der meer dood te slaan. Later verzoende Karei zich weer met de paus die hem in 1530. op 23 fe bruari, Kareis dertigste verjaardag, te Bologna tot keizer kroonde na hem twee dagen te voren de IJzeren Kroon van Lombardije te hebben opgezet. Al deze verwikkelingen waren zelfs voor een man van zulk een formaat als Karei van Habsburg op den duur niet meer te dragen. Hij heeft Europa gevoerd door een geestelijke en politieke omwenteling, door een geestelijk en politiek ontzagwekkende wending van de tijd. Teleurstelling is daarbij zijn deel geworden en heeft zijn leven als de bezetter van de hoogste toppen der menselijke macht op aarde vergald en gebroken. Moe en afgeleefd, hoewel niet ouder dan 56 jaren, deed hij afstand van al zijn rechten en van zijn staat om zich terug te trekken in een Spaans klooster, het convent van St. Yuste. Ook daar kwam zijn menselijke hang naar pracht en eer somwijlen aan het licht en bleef hij Heer, Koning en Keizer, machthebber op aarde. Twee jaar heeft die afzondering geduurd en op 21 september 1558 strek te hij de moede leden ten eeuwigen ruste. Met hem ging de laatste ridder èn een groot man van de renaissance heen en met hem de grootste wereldlijke voorvechter van Geloof cn Kerk, die de christelijke wereld ooit heeft gekend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 13