michelangelo
en 6e Sixtijnse kapel
DINSDAG 24 DECEMBER 1957
DE LEIDSE COURANT
KERSTNUMMER
OP EEN ZONNIGE DAG en is het stralende land Italië niet in overvloedige mate in dat opzicht
begiftigd? is het gezicht op de Eeuwige Stad voor de vreemdelingdie Rome nadert met de
trein of die zich te voet waagt, zoals weleer een Bertus Aafjes, van de Sabijnse bergen te dalen,
als een welhaast onaards visioen, dat hem in zijn herinnering altijd zal bij blijven; een blik, aan de
bekoring waarvan geen sterveling kan ontkomen. Het is de bakermat der christenheid en het ont
roert ons katholieken als wij de enorme koepel van de St. Pieter ontwaren welke het ganse beeld
beheerst en de ogen van de bewogen toeschouwer gefixeer d houdt op zijn contouren, machtig en beschermend.
Maar vérder strekt de betovering zich nog uit. De mensheid schijnt hier op dit gezegend plekje aarde een
staalkaart uitgespreid te hebben van het schoonste, dat zijn scheppend vermogen kon opbrengen. Het door de
felle zon bijkans verblindende wit van paleizen en openbare gebouwen, waaraan het moderne Rome zich bij
zonder goed heeft aangepast, het rood van daken en daartussen het tomaatrood, geel of grijs van de huizen
wordt onderbroken door de eeuwig-groene cypressen, welke zich boven op de heuvels mengen tussen de schep
pingen van architectonische pracht. Zelfs de resten van de klassieke oudheid, halfvergaan en besprongen door
het onkruid door de eeuwen heen, getuigen nog van hun glorie, waarvan de trots niet kón vergaan. Welk een
rijkdom ligt hier voor ons uitgestrekt en wanneer wij de historie nagaan, en weten, dat de heersers van Rome
vergeten wij niet de prachtlievende pausen uit de Italiaanse renaissance kosten noch moeiten hebben
gespaard om van de stad het middelpunt van de wereld te maken, de hoofdstad van de beschaving, een schat
rijk centrum van wetenschappen en cultuur, dan mogen wij aannemen, dat de opzet van deze machtigen
alleszins geslaagd genoemd mag worden, ongeacht de middelen welke men daartoe heeft aangewend.
Eenmaal in de stad aangekomen zal het de
toeschouwer wel eens duizelen van de brok
ken cultuur; hij zal zich er misschien onder be
dolven voelen en op den duur het onderscheid
niet meer kunnen maken tussen echt en vals,
tussen smaak en overdaad. Hij wordt gegre
pen door de dimensies van de rijkdom zoals
ihij geïmponeerd zou worden door de New York-
se verticale afmetingen: diepte en hoogte, warm
en verkillend. Ons tot de warmte bepalend
richten wij onze schreden naar het St. Pieters
plein, waar wij gevangen worden door de om
vattende armen van de colonnades van Ber
nini, een van de medebouwers aan de Vati
caanse basiliek evenals zijn voorganger Michel
angelo. Deze laatste is wellicht de begaafdste
en veelzijdigste kunstenaar die ooit heeft ge
leefd. Van hem wilden wij iets meer vertellen
en u daartoe meenemen naar de ruimte waar
binnen enkele zijner grootste kunstwerken ge
borgen zijn n.l. de Sixtijnse Kapel.
De kapel heeft schijn tegen zich.
NADAT WIJ DE SCALA REGIA hebben be
klommen, de koninklijke trap, welke ons
naar de capella Sistina voert, staan wij voor een
bouwwerk, dat ons ietwat somber en kaal
uitnodigt tot doorlopen. Het staat daar een
beetje op z'n eentje temidden van de gebou
wen van het Vaticaanse paleis als een portiers
woning bij een riant buitenverblijf; onwetend
zou men het zelfs kunnen vergelijken met een
koetshuis. U zult echter na een dergelijke ver
onderstelling v/el onmiddellijk een beschaamde
blos over uw kaken krijgen na zoveel oneerbie
digheid want het blijkt het doel van onze wan
deling te zijn. Overwin uw schroom en ga. ge
rust met ons naar binnen, met of zonder oio-
zend gelaat; de Romeinse zon kleurt u tóch of u
wilt of niet. Heeft de Sixtijnse Kapel de uiter
lijke schijn tegen zich, het interieur zal u op
de eerste blik ook een beetje verrassen: een
hoge, lange pijpenla, waar het roemruchte zon
licht slechts spaarzaam wordt binnengelaten door
betrekkelijk kleine vensters, hoog boven in de
muren aan weerszijden aangebracht. Het mar
mer, dat in andere Romeinse kerken dikwijls
zo nadrukkelijk aan de toeschouwer wordt op
gedrongen, is in deze kapel slechts hier en daar
aangebracht en ook de wanden zijn bedekt met
op het. oog eenvoudige fresco's. „Echt niet om
je nou druk over te maken", zoudt u kunnen
opmerken, „is dit nu de plaats waar de paus
keuze plaats vindt en waar paus en kardinalen
voor zovele feesten tezamen komen om de
plechtigheden met hun aanwezigheid luister bij
te zetten?" Wij moeten bekennen, dat de ka
pel bij de St. Pieter maar povertjes afsteekt
(zolang men tenminste nog niet verder kijkt
dan zijn neus lang is en zijn blikken ten hemel
slaat).
Het was ook echt wel allemaal anders be
doeld. De aanvankelijke opzet van Paus Sixtus
IV was in een geheel andere stijl gedacht dan
die van de St. Pieter, die bijna een eeuw later
tot stand kwam en afweek van de vroeg-renais-
sance vorm der Sixtijnse Kapel. Toch is deze
op zich sobere, ingetogen ruimte geworden tot
een schatbewaarplaats waaraan Michelangelo
zijn genie heeft gegeven in zijn meesterwerken:
aan het plafond en de wand achter het altaar
waaraan hij 11 jaar lang heeft gewerkt, onder
wijl vechtend tegen financieel ongemak
en de soms lang niet gemakkelijke houding
van zijn opdrachtgever, Paus Julius II, die hem
vele parten heeft gespeeld, zodat Michelan
gelo eens verzuchtte hij moest o.a. een graf
monument voor Paus Julius wrochten „Als
ik langer in Rome blijf, is mijn graf nog eer
der klaar dan dat van de paus."
Michelangelo ving het grootse werk aan in
1508 en een jaar later beklaagde hij zich, dat hij
in het afgelopen jaar nog geen ducaat van de
paus had ontvangen, maar dat moet lichtelijk
overdreven zijn, want tegelijk met de opdracht
kreeg hij als voorschot op de som van 3000 du-
caten er 500 van in zijn handen gestopt. Zijn fa
milieleden schenen evenwel nog het een en an
der op hem te verhalen hebben, zodat het be
grijpelijk is, dat hij zich niet beter voordeed
dan hij was. Na vier jaar waren de dakschilde
ringen klaar, steeds weer moest hij zijn arbeid
uitstellen omdat zijn middelen niet toereikend
waren. Zo is het voorgekomen, dat hij de paus
naar Bologna na moest reizen om een deel
van zijn honorarium los te krijgen. Tegen Al
lerheiligen 1512 was het dak voltooid en was
een kunstwerk tot stand gekomen, dat zijn
Rechts boven: Een gedeel
te van de treurende Je-
remias.
Midden: De prachtige kop
van de zojuist tot leven
gewekte Adam.
Links onder: Detail van de
Libysche Sibylle.
Rechts onder: God de Va
der schept Adam.
weerga niet kent. Men zou veronderstellen, dat
een dergelijke grootse uiting van geniale schep
pingsdrift alleen afkomstig kan zijn van een
gelukkig mens, die zijn levensblijheid uitjuicht
in zijn voortbrengselen. Niets is minder waar bij
Michelangelo en een nadere beschouwing van
elk van zijn meesterwerken geeft ons een in
zicht in zijn natuur: die van een neerslachtig,
angstig en onder zorgen gebukt gaand wezen;
de blijdschap vindt in Michelangelo geen ver
tolker.
Kostbare fresco's.
Voordat onze ogen geheel gevangen worden
door zijn werk hoog boven ons moeten wij con
stateren, dat ook de zijwanden bedekt zijn met
kostbare fresco's van beroemde Meesters als
Botticelli, Rosselli, Perugino en zoveel andere,
waaraan wij helaas in dit korte bestek moeten
voorbij gaan. Het is jammer, dat het dak zo
ver weg is, men zou zich eigenlijk een rustbed
wensen om daarop liggend de wonderen bo-
vens ons te aanschouwen, willen wij tenminste
kramp in de nek voorkomen. Een stijve nek
is echter naar onze mening altijd nog een zeer
goedkope prijs voor het bezoeken van een ex
positie, welke men u nergens anders ter wereld
kan voorzetten.
OET GROOTSTE DEEL van het plafond be-
staat uit negen vlakken, waarin bijbelse
voorstellingen staan afgebeeld. Aan de ingang
van de kapel beginnend zien wij allereerst De
dronkenschap van Noë, dan volgen De zond
vloed, Het offer van Noë, De zondeval, De
schepping van Eva, De schepping van Adam,
God, die de aarde zegent, De schepping van zon
en maan en De scheiding van licht en duister
nis. Naar elk van deze afbeeldingen zou men
vele minuten lang kunnen kijken om de fasci
nerende invloed ervan te kunnen ondergaan.
De sterke gestalten, de majesteit waarmee God
Zijn vinger uitsteekt „en de aarde was er"
Gods Almacht kon niet treffender worden uit
gebeeld de tragiek die ook hier weer sterk
spreekt, alles heeft ons duizendmaal meer te
zeggen dan alleen de geschiedenis welke neerge
schilderd is.
De hoeken van het dak worden ingenomen
door David, die Goliath doodt, door Judith en
Holophernes, door Esther en Ahasverus en ten
slotte door het verhaal van de koperen slang.
Tussen de vensters in de zijwanden en boven
het altaar en de ingang heeft Michelangelo
twaalf profeten en Sibyllen (profeterende vrou
wen) neergezet, die ieder afzonderlijk wonder
baarlijk mooi zijn. De vlakken boven de ven
sternissen bieden ook weer plaats aan oud-tes-
tamentische figuren. Nergens is een plaatsje
vrij, de opvullingen tussen de vlakken zijn af
wisselend, gouden gestalten staan naast kleu
rige knapen en wijze patriarchen. Niets is ook
in rust; alles komt er aan gelopen, gedragen of
gevlogen en ademt een sterke dynamiek en le
vensdrang.
Schaamte en angst.
Michelangelo werd 21 jaar later weer naar
de Sixtijnse Kapel geroepen om zijn aandeel
hieraan te voltooien. Hij was nu de zestig ge
passeerd en bracht de laatste dertig jaar van
zijn leven in Rome door. Paus Paulus ni gaf
Michelangelo de hele achterwand van de kapel
ter beschikking om er het Laatste Oordeel op te
schilderen. De kunstenaar, die natuurlijk niet
zo snel meer was, heeft hier zeven jaren over
gedaan, hoewel hij niet meer op zijn rug be
hoefde te liggen zoals hij verplicht was te
werken aan het plafond! Waren de schilderin
gen als boven beschreven tot stand gekomen
tijdens jaren dat in Rome en in de Vaticaanse
kringen vrij onbezorgd werd geleefd, thans was
een periode van geestelijke inkeer gekomen en
trad een zekere schaamte aan de dag. Dit alles
komt op het Laatste Oordeel volledig tot uiting.
Met Christus en Maria als de centrale figuren
zien wij rondom de verwachtingen van de laat
ste dag tot leven gebracht. Links onderaan tre
den de doden uit hun graven en rechts brandt
de hel waar het voor een bootlading mensen
geen prettig entrée is. Links in het midden
stijgen de uitverkorenen ten hemel en rechts
daalt men rampspoedig af. Op de bovenste rij
wordt Christus omgeven door de heiligen, die
met ontzag en eerbied het oordeel van de Za
ligmaker aanhoren, Maria wil nog op de laat
ste ogenblikken bij haar Zoon een voorspreek
ster voor de mensen zijn en ziet bekomrrterd
toe. Ofschoon het fresco zijn oorspronkelijke
kleursterkte niet meer heeft blijft elk figuur
apart toch nog overweldigend.
Meer dan 250 personen zijn op dit Laatste
Oordeel te zien, aan het plafond zijn er 350 aan
gebracht, zodat Michelangelo voor de Sixtijnse
Kapel meer dan 600 figuren heeft geschilderd.
Zie hier wat een door God begenadigd kunste
naar geschapen heeft. De geniale mens Michel
angelo heeft in de eenzaamheid van zijn leven
aan God laten zien welk een gebruik hij heeft
gemaakt van de talenten en was bovendien
voor ons, die na vier eeuwen nog getuigen mo
gen zijn van zijn bijkans onuitsprekelijk mees
terschap, een afstraling van de schoonheid die
God in de mensenziel heeft neergelegd.