Toen de teletoon nog in de kinderschoenen stond 5)e taatóte paaidettam in J&dand UIT DE GOEIE OUWE TI|D £n „ffieita" beltend daat de tBaüenóHeefi boldetde welke anderen niet zien Helderziendheid en paranormale begaafdheid DINSDAG 2-i DECEMBER 1957 DE LE1DSE COURANT KERSTNUMMER TIET GING er zo'n vijftig, zestig jaar geleden in de Bollenstreek erg gemoedelijk aan toe. „Bello", het stoomtrammet je, rolde gezapig langs zijn ijzeren baan van Leiden naar Haarlem en omgekeerd. Snel ging het. rook- en smookblazènde monster niet, al deed het vierkante lokomo- tiefje wel alsof. Het is zelfs voorge komen, dat een bepaalde brug niet werd gehaald en er opnieuw een aan- Icoppogmg moest worden gewaagd, óf de laatste wagen, als zijnde te zwaar, afgehaakt en dan met man en macht - van personeel en passagiers over de brug geholpen werd. In Hillegom was de remise, vlak bij het oude buiten Treslong. Daar stond een hoge waterpomp om de ke tels bij te vullen, hetgeen altijd met veel geblaas en gesis gepaard ging. Oude en nog niet zo héél oude Hil- iegommers weten dat nog wel. Dat trammetje was dé verbinding met en in de bollenstreek. „Het spoor" lag een beetje ver van de dor pen af en auto's reden nog maar heel spaarzaam in de streek. Die waren op de vingers van één hand te tellen en in Hillegom reed tot voor de re cente nieuwe autonummering een wagen rond met het antieke, doch trotse nummer „H 4". IN DIE TIJD deed ook de telefoon zijn intrede. Dat was in de dorpen nog niet het Staatsbedrijf der P.T.T., doch een particulier zaakje van een aantal bloemisten, die een ingenieur opdracht hadden gegeven een „net" aan te leggen. Zo was het in Hille gom, zo was het ook in Lisse en Sas- senheim. De Hillegomse centrale was onder dak gebracht in eeu klein hoekje van de sigarenwinkel des heren C. v. d. Klugt in de toen nog met lindebo men aan weerszijden beplante dorp se Hoofdstraat. De heer v. d. Klugt was een gepensioneerd spoorwegman en om de tijd te doden nam hij er het baantje van telefoonbeheerder bij. Zijn vrouw, de latere weduwe v. d. Klugt, hielp hem daarmee en was Dit plaatje uit de goeie ouwe tijd laat Bello zien, JU die tijdens de „bollendrukte" volbemand door Hille- Sp gom trekt, 't Is blijkbaar zondag, want voetgangers en fietsers zien er zo plechtstatig uit. In die* tijd ver- kocht schilder en behanger Kroon reeds „benzine voor auto's", zoals blijkt uit een opschrift met grote S&5 witte letters rechts op de foto. Auto's zijn er echter M nog niet te zien op dit „spitsuur". alzo de eerste Hille gomse telefoonjuffrouw. Tot de taak des he ren v. d. Klugt behoor den ook besprekingen met grondeigenaren over het plaatsen van de telefoonpalen, want het net was natuurlijk nog bovengronds. Hij zal daarbij dikwijls de slui zen van zijn welspre kendheid wijd hebben moeten openzetten, want al staan de huidige bol- lenkwekers bekend om hun doorzicht en voor uitstrevendheid, het be lang van de nieuwigheid bleek toen nog niet tot alle breinen doorgedron gen en zo'n lelijke tele foonpaal in je tuin of bij je huis was maar niks. Er zullen er ook wel ge weest zijn die er het spreekwoordelijk slaatje hebben willen uitslaan. Toch was er in die dagen van het allereerste begin al een privélijn. Van Waveren's Graanhandel, bij de oudere Hillegommers beter bekend als „De Ceres", had een eigen lijntje Iepen van Hillegom naar haar Haar lemse hoofdkantoor. Gemoedelijk ging het er overigens, ook met die telefoon, wel aan toe, en die gemoedelijkheid leidde tot de stichting van een „draadomroep". De geschiedenis zal het wel nimmer uitwijzen, maar het is heel goed mogelijk, dat aan Hille gom de eer toekomst als eerste een draadomroep te hebben gecreëerd. Dat ging zó: De heer Gerritsen, als makelaar nog niet vergeten en vader van een thans alom geacht Haarlems kanton rechter, exploiteerde een café tegen over de tramremise, op Weerestein, ter plaatse waar nu het jeugdgebouw van de Sint Martinusparochie staat. En die heer Gerritsen had een gram mofoon. U weet misschien nog wel, zo'n kastje met een slinger en een grote felgekleurde hoorn. Nu waren deze apparaten ook niet dik gezaaid, maar de Hillegommers bleken toen reeds verzot op muziek. De heer Gerritsen had ook tele foon. Dan kreeg de centrale een sein tje dat er muziek gegeven zou wor den; deze belde verschillende be vriende andere aangeslotenen op of zij zin hadden in een concert. Gerrit- sens telefoonhoorn werd geplaatst voor de schetterende luidspreker van zijn muziekdoos en de luisteraars konden zodoende langs hun draadje de Valeta of een andere wals, of zelfs voor die tijd frivolere muziek beluisteren. U ziet het, er schijnt nimmer iets" nieuws onder de zon te zijn. Toen de rook- en smookblazende „Bello" tussen Leiden en Haarlem holderdebolderde. DOOR DE HELE GESCHIEDENIS heen vinden wij mannen en ook vele vrouwen die geraad pleegd werden omdat zij over gaven beschikten, welke de andere mensen niet bezaten. Zij zagen dingen, zo wel in het verleden als in de toekomst, waarvan zij langs normale weg geen kennis konden dragen. Zelfs koning Saül bezocht in het geheim de spelonk van de heks van Endor met het verzoek voor hem de geest van de profeet Samuel op te roepen. Wij hebben hier niet op het oog de profeten en an dere door God geïnspireerde zieners, maar het grote heir van waarzeggers en halve tovenaars. In kerkelijke kringen had men en niet ten onrechte weinig met hen op; men beschouwde ze ofwel als bedriegers ofwel als mensen, die hun ziel aan de duivel verkocht had den en met duivelskunsten te maken hadden. Tegen woordig weet men, dat er nog een tussenweg is; er zijn nl. mensen, die geen bedriegers zijn, ook niet met duivelskunsten omgaan, en toch over een zekere be gaafdheid beschikken om langs andere dan de normale wegen iets te weten te komen. Men noemt deze „para normale" wegen; wegen, die naast de normale liggen, zonder nu bepaald abnormaal te zijn. Zulke mensen hebben een paranormale begaafdheid om iets te weten te komen, wat wij gewoonlijk slechts door gesproken of geschreven taal of tastbare tekens kunnen weten. EEN DERGELIJKE bekwaamheid is niet zó buiten gewoon als het op het eerste gezicht wel lijkt. Wij hebben het vermogen om langs paranormale weg iets te kennen allemaal, althans in aanleg. Is het u in een schouwburgzaal bijv. nooit eens opgevallen, dat u plotseling het gevoel kreeg, dat er iemand achter u naar u zat te kijken. U voelde zich gedrongen om ach terom te zien en daar zat zowaar een kennis, die er al enige tijd op had zitten wachten dat u eindelijk eens om zou kijken. Dat is een geval van telepathie of gedachtenoverbrenging. Een ander geval uit schouwburg- of concertzaal: u luistert gespannen naar een toneelstuk of naar een muziekuitvoering en langzaam maar zeker wordt u meegesleept door het enthousiasme of de vrolijkheid van het publiek. U hebt bijv. onbedaarlijk zitten hik ken van het lachen, maar als u thuis komt en wilt vertellen, waarom u zo hebt zitten lachen, vindt u het opeens zo leuk niet meer. Dat was een geval van mas sa-psychose. Een menigte van mensen is veel gemakkelijker op te zwepen tot woede of tot enthousiasme dan een thuis zittende enkeling. „De één steekt de ander aan", zegt men wel eens. Het is alsof de geesten van de indivi duen aarzelend naar buiten treden, elkaar een hand geven en dan als een wervelwind een rondedans be ginnen in een tomeloze vaart. Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat een paar mensen juist zitten te praten over iemand anders en dat deze onverwacht naar binnen komt stappen. „Als je over de duvel spreekt, trap je op z'n staart" zegt men dan. Dat twee personen ineens zonder nadere aanleiding over hetzelfde denken, is ook al een ervaring, welke iedereen talloze malen kan meemaken. „Jij zegt het en ik denk het". U hebt er misschien nooit bij stilgestaan, maar al deze gevallen zijn uitingen van een paranormale be gaafdheid, waarvan wij de verklaring nog altijd te vergeefs zoeken. EIGENLIJK MOGEN WE in genoemde gevallen niet van een paranormale begaafdheid spreken, want het zijn normale gevallen, welke bij vrijwel alle men sen voorkomen. Van een paranormale begaafdheid gaat men eerst spreken bij personen, die een dergelijk vermogen in buitengewone mate bezitten. Zulke per sonen noemt men tegenwoordig paragnosten. Vroeger had men er allerlei andere benamingen voor: waarzeggers; met de helm geborenen; mensen, die het tweede gezicht hadden; spokenzieners enz. enz. Sinds men begonnen is, een serieuze wetenschappe lijke studie van deze verschijnselen te maken, herleidt men dat alles tot het vermogen, dat sommige mensen in sterker mate bezitten dan anderen, om langs een bijzondere weg in contact te treden met de gedachten- en gevoelswereld van een ander. Verklaren kan men dat nog niet, maar het is alsof zo'n paragnost kan krui pen in de huid van een ander en zodoende deelgenoot worden aan wat de ander denkt, gedacht heeft, of voelt. Hij krijgt dan indrukken en ziet beelden opdoemen in zijn fantasie, die overeenstemmen met de verbeelding van de ander, met wie hij in contact treedt. Zoals men wellicht weet, gaat elk denken van de mens gepaard met de vorming van fantasiebeelden. Geen enkel mens kan denken zonder z'n verbeelding te laten werken; vandaar dat het ook zo moeilijk is om abstract te den ken, nl. met voorbijzien van de zich opdringende con crete beelden. j^TU MOET U NIET denken, dat iedere paragnost op elk willekeurig ogenblik van de dag kan kruipen in de gedachten wereld van ieder ander. De ene para gnost is niet gelijk aan de ander; sommigen zijn meer begaafd dan anderen, zij hebben vaak speciale terrei nen, waarop zij helderder zien dan op andere terrei nen. Zo zijn er specialisten op het gebied van ver dronken kinderen, of op het gebied van het terug vinden van gestolen goed. Dat hangt samen met het feit, dat de één zich tot een bepaalde groep meer voelt aangetrokken, omdat hij bijv. zoiets al eens aan den lijve heeft meegemaakt en er dus speciale interesse voor heeft. Vandaar dat er enige paragnosten zijn, die bij voorkeur door de politie in bepaalde gevallen wor den geraadpleegd. Aan de andere kant zijn de proefpersonen, de klan ten, die de paragnost raadplegen of de mensen met wie hij verzocht wordt in „contact" te treden, niet allen gelijkelijk geschikt. Er zijn personen, wier ge dachten zich gemakkelijk laten „aftappen", bij anderen gaat het uiterst moeilijk of helen.aal niet. De indrukken, welke een paragnost ontvangt, zijn niet altijd-even duidelijk; zij dringen zich niet altijd even scherp aan hem op. Dat kan komen omdat hij vermoeid is of dat de proefpersoon niet meewerkt; maar dat kan ook komen omdat verschillende soor ten beelden zich tegelijkertijd aan hem opdringen. IJ ET GEBEURT BIJV. VAAK, dat een zekere me- neer A. een paragnost komt raadplegen over een zekere meneer B.; de paragnost wordt dan verzocht, zich door middel van een portret of een voorwerp, dat meneer B. geregeld bij zich droeg (een sleutel bijv.), met die afwezige meneer B. in „contact" te stellen. De paragnost krijgt dan indrukken van de (afwezige) persoon, met wie hij in „contact" komt, maar deze worden dikwijls vermengd en daardoor vervormd door de indrukken, welke hij van de aanwezige klant ont vangt. En om het geval nog ingewikkelder te maken, spoken daar tussendoor soms ook nog zijn eigen her inneringsbeelden. Het is voor een paragnost dan ook wel eens moeilijk om die allemaal uit elkaar te houden. Vooral ook omdat hij de beste indrukken opdoet, wan neer hij zich in een soort schemertoestand bevindt, zo'n beetje tussen slapen en waken in. In zo'n toe stand zijn onze dromen ook gewoonlijk het duidelijkst. Maar evenmin als wij erin slagen om onze eigen dro men in een redelijke en logische volgorde te laten verlopen; kan een paragnost ook geen orde in de chaos scheppen. Nu laat zich ook begrijpen, waarom men bij de po litie wel eens gebruik maakt van de diensten van zo'n paragnost, maar er dikwijls weinig aan heeft. In het onlangs gevoerde proces tegen de chauffeur die be schuldigd werd van moord op een weduwe, had men ook een paragnost ingeschakeld, die pertinent be weerde, dat de chauffeur onschuldig was en dat een ander de moord gepleegd had. De chauffeur werd in hoger beroep vrijgesproken, maar niet omdat de para gnost hem onschuldig had verklaard, doch omdat het wettig en overtuigend bewijs door het Hof niet gele verd werd geacht. In het onderhavige geval slaagde de paragnost er niet in om die andere dader aan te wijzen. Het gaat vaak zó, dat zo'n helderziende wel vele in drukken van de dader ontvangt, maar zodanige, dat de politie er niets aan heeft. Hy zal bijv. te weten ko men, dat de man veel last van hoofdpijn had of dat hij vroeger gewoond heeft in een huisje aan een wa ter. Dat kan opzichzelf volkomen juist zijn (hetgeen later ook dikwijls blijkt) maar een speurende politie man heeft er geen houvast aan. Wij hebben wel eens de volgende vergelijking ge lezen: de indrukken, welke een paragnost krijgt, lij ken op de indrukken, welke een bioscoopbezoeker krijgt van een film, welke hij slechts bij fragmenten kan zien, doordat hij telkens wordt weggeroepen. Hij zal zich beelden herinneren, welke op zichzelf juist zijn, maar de samenhang en de juiste waarde van die beelden in het geheel ontgaan hem ten enenmale. Voor de politie kan een paragnost soms waardevolle tips geven, maar meer dan aanwijzingen zullen het zel den zijn. De politie zal daardoor op eén bepaald spoor gezet kunnen worden, dat zij echter zelf zal moeten volgen, terwijl zij zich voortdurend voor ogen zal moe ten houden, dat het evengoed een verkeerd spoor kan zijn. JWIEN KAN ZICH AFVRAGEN of zo'n paragnost, door de ervaring wys geworden, in de loop van de tijd niet leren kan om zijn indrukken beter te or denen en aan te duiden. Ongetwijfeld zal hij leren cri tisch te staan tegenover zijn indrukken, maar het eigen aardige is, dat hij minder kans heeft op duidelijke in drukken naarmate hij meer zijn hersens gebruikt. Het is nl. eèn typisch feit, dat de hersens remmend wer ken. zoals ook een droom wijkt naarmate men hel derder wakker wordt. In dit verband meent men dan ook, dat de gave van helderziendheid vermindert naarmate de mensheid in telligenter wordt. Onder primitieve volken zou deze gave derhalve veel meer voorkomen dan bij ontwik kelde volken. Of dat juist is, kunnen wy niet beoordelen; wel heb ben wij zelf meermalen kunnen constateren, dat proe ven met telepathie e.d. in een critisch gezelschap, van studenten bijv., minder goed slagen dan voor een min der critisch publiek. I JIT HET BOVENSTAANDE is reeds gebleken, dat er paragnosten zijn, die hun volstrekt natuurlijke gave van helderziendheid te goeder trouw ter beschik king stellen, zowel voor wetenschappelijk onderzoek als voor hulp aan anderen. Maar dat wil geenszins zeg gen, dat allen, die zich als helderzienden aanduiden, ook bona fide paragnosten zijn. Er zijn onder de grote en kleine waarzeggers vele kwakzalvers die ofwel in het geheel geen paranormale begaafdheid bezitten of wel hun wel aanwezige begaafdheid op de eerste plaats benutten om er geld uit te slaan. Er zijn evenwel he den, die wel degelijk een zodanige begaafdheid be zitten en die verantwoordelijkheidsbesef genoeg heb ben om deze ook verantwoord te gebruiken. Ofschoon het wel vaststaat, dat het een volkomen natuurlijke gave is, dient men er toch voorzichtig mee te zijn, want hoe natuurlijk ook, onverklaard is zij nog steeds. Fintona, een dorp in Noord-Ier- land, heeft onlangs afscheid geno men van zijn paardetram, de laatste van het eiland, welke meer dan 70 jaar lang voor de verbinding heeft gezorgd tussen Fintona en de halte Fintona langs de spoorlijn van de „Great Northern Railway Company" welke eveneens aan het verdwijnen is. De dubbeldeks tram, die het paard „Dick" hier voor de laatste maal uit het station van Fintona trekt, werd in 1883 gebouwd in Birmingham en heeft sindsdien regelmatig op het één kilometer lange enkelspoor tussen genoemde punten dienst gedaan. De ram is nu naar het museum en „Dick" door dierenvrienden gekocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 11