Het hele jaar is het kerstmis
voor de kaarsenmaker
Koningin Victoria was in
haar hart huismoeder
ZATERDAG 14 DECEMBER 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
In Warmond, Aalst en Gouda, staan fabrieken, waar arbeiders hun brood
verdienen met de vervaardiging van een lichtbron, die onvervreemdbaar
met het Kerstfeest is vergroeid: de kaars.
Nooit hadden we kunnen denken, dat er zoveel komt kijken voor het
vervaardigen van de statige altaarkaarsen, de eigenwijze huishoudkaarsen
en de vriendelijke gedraaide kaarsjes, die men in de kerstboom pleegt te
zetten. We hebben dat echter geleerd bij het bezoek aan een kaarsenfabriek.
We wilden U graag deelgenoot maken van onze bevindingen.
de vertegenwoordigers reeds op stap
om nieuwe orders te noteren zoeken
de kaarsenfabrikanten met hun
enorme fantasie naar nieuwe model
len. En dan de lente komt nog maar
nauwelijks kijken, werpt men zich
op de productie van kerstkaarsen.
Dat dit een geweldige investering
vergt behoeft geen betoog. Immers,
er wordt maanden lang geld uitge
geven, alvorens men ontvangt. Bo
vendien is er een groot risico aan
verbonden. Want zal een nieuw soort
kaars waaraan kapitalen zijn besteed,
het wel „doen" bij koning klanit?
De teohnische ontwikkeling, van de
kaars is natuurlijk ook geleidelijk
gegaan: door de eeuwen heen werd
er door de fabrikanten geëxperimen
teerd met allerlei grondstoffen zoals
stearine, parafine, palmolie en
ozokerit. Nu zijn er moderne ma
chines, die kaarsen trekken bij tien
tallen tegelijk.
Maar zijn product is
voor algemeen gebruik
GESCHIEDENIS VAN DE KAARS
Voor we de fabriek binnenstapten,
kregen we in het ruime kantoer een
stukje geschiedenis en een beetje
elementaire kennis voorgeschoteld.
De oude Romeinen maakten van
pek of was al iets, dat we als de
voorvader van onze kaars kunnen be
schouwen. De kaars, zoals wij die
kennen, ontstond in de tijd van _rie
Christenvervolgingen. Pas in de 7e
eeuw begonnen de kaarsen meer op
gang te maken, maar in de 14e eeuw
waren ze nog steeds erg schaars, zelfs
aan de hoven der edelen. Langzamer
hand nam het gebruik van kaarsen
in de kerken ontzaggelijk toe, maar
met de reformatie kwam aan het
enorme gebruik een eind. Toen ech
ter de 15e eeuw ingeluid was kwam
de kaars aan de hoven der edelen
meer en meer in zwang, niet alleen
voor de vele feesten, maar ook in het
dagelijks gebruik en na verloop van
tjjd ook bij de burgerij. Na de 17e
eeuw werd het gieten van kaarsen
uitgevonden en werd de kaars een
dagelijks en goedkoop gebruiks
artikel En- dat is het nu nog.
Meen niet dat de gloeilamp de
kaars zomaar een twee drie verdron
gen heeft. Integendeel: ieder jaar
weer vertoont de kaarsenproductie
een stijgende lijn. Ieder jaar wordt
de vraag naar kaarsen groter en
groter. Vooral tegen Kersttijd is de
vraag naar kaarsen zo groot, dat het
byna niet bij te benen is.
Wist u overigens, dat het in een
kaarsenfabriek bijna het hele jaar
door Kerstmis is? In januari gaan
Drie rassen.
De vakman kent drie soorten van
kaarsen: waskaarsen, stearinekaarsen
en parafinekaarsen. De beste kaars
is ongetwijfeld de waskaars, die
voornamelijk gebruikt wordt in de
katholieke kerken. In deze kaars zit
voor 40% zuivere bijenwas. Vroeger
was zelfs het gehalte van 100 voor
geschreven, daarna 60% en nu, zoals
gezegd, 40 De waskaars is een
voorname en dure kaars, die dan ook
hoofdzakelijk gebruikt wordt bij
plechtige liturgische diensten. Blijft
dus nog over de parafine en de stea-
rinekaars. De paraffinekaars wordt
zo goed als niet meer gebruikt. De
De pitten worden in het paraffine-
bad gedoopt.
De devotiekaarsen, die gereed zijn,
worden aan de pitten opgehangen.
oorzaak hiervan is, dat de stearine-
kaars veel beter is. Het smeltpunt
van stearine b.v. ligt veel hoger dan
dat van parafine. Daardoor is de stea-
rinekaars veel steviger en, wat nog
belangrijker is, de vlam vormt op de
top van de kaars een kuipje met een
opstaande rand, dat het druipen van
de kaars voorkomt Bij de paraffine
kaars maakt de vlam de top zo zacht
dat er zich geen stevige rand kan
vormen en het kaarsvet gemakkelijk
wegvloeit.
Om na deze theorie ook de praktijk
van het kaarsenmaken te leren ken
nen trokken we de fabriek in.
Daarvoor gingen we allereerst naar
de gieterij, die in vaktermen ook wel
de kraamkamer van de kaars ge
noemd wordt. Opvallend was hier
wel de stilte die er heerste ondanks
de vele machines. Maar deze machi
nes gaan dan ook niet machinaal,
maar worden uitsluitend met de hand
bediend.
-
De foto's bij deze reportage
over de kaarsenfabricage „ergens
J in Nederland" zijn genomen in
de waskaarsenfabriek van A. P.
Papót te warmond.
j
Om bij het begin te beginnen: de
kaars begint haar levensloop in een
grote kuip. In deze kuip zit was en
stearine, dit laatste is een produkt
van dierlijke afvalvetten en palmolie^
Meen nu niet wat vettige olie in de
kuip te zien, want dat is beslist niet
waar. De inhoud van de kuip is nL
vloeibaar gemaakt door een tempera
tuur van maar eventjes 120 graden
Celsius en is daardoor zo helder ge
worden als glas. Deze vloeistof giet
men in de vorm van een „kaars
machine". Deze machine bestaat uit
een houten raaim, waarin honderden
witte kerstboomkaarsjes zitten, die
juist hun laatste bewerking hebben
ondergaan, d.w.z. juist uit de giet
vorm gekomen zijn. Ze hangen, vast
geklemd, met de koppen naar bene
den. En deze serie kaarsjes zorgen
ervoor, hoe gek het ooi: klinkt, dat
de pit in de volgende serie kaarsjes
komt
Een raadsel.
We hebben dan meteen het ant
woord op de vraag: hoe komt nu
eigenlijk de pit in de kaars.
De sleutel van het geheim is dat
de pitdraden van de eerste serie
kaarsen onafgeknipt, loodrecht naar
beneden hangen. Ze verdwijnen pre
cies in de gaatjes die in de gietvorm
zijn gemaakt. Deze gietvorm is een
bak van ongeveer 5 cm. hoogte. Ter
wijl de kaarsjes met de koppen naar
beneden hangen en hun pitten in de
gaten van de gietvorm verdwijnen,
wordt een emmer stearine in de vorm
gegoten, die in de gaatjes verdwijnt.
Daarmee gaat men door, net zolang
tot alle- gaatjes gevuld zijn en ook
de bak waarin de gaatjes zitten, vol
staat. Dan wordt de heetwaterstroom
die zorgt dat de vormen warm blij
ven, uitgeschakeld en wordt onmid
dellijk overgeschakeld naar koud wa
ter. De verandering die hierdoor ont
staat is meteen zichtbaar. Want direct
wordt nu de vloeistof een harde
massa. Nu pas worden de pitten van
de eerste serie kaarsjes met een
scherp mes doorgeknipt, worden de
kaarsjes uit de machine verwijderd
en zijn gereed voor de laatste be
werking en de verpakking.
Maar hoe zit dat nu met de tweede
serie kaarsjes? Wel, als de stearine
hard gènoeg geworden is, wordt deze
uit de gietbak gesneden, zodat de
gevulde gaatjes weer zichtbaar wor-
den. Nu wordt het raam omhoog ge-
draaid, deze neemt de hardgewor-
i den stearine uit de gaatjes mee naar
boven en weer is een serie van hon
derden kaarsjes klaar, die met de
koppen naar beneden hangen en hun
pitten loodrecht in de gaatjes van
de gietbak.
De mooie spiraalvorm bij sommige
kerstkaarsjes verkrijgt men door in
de gaatjes een soort schroefvorm aan
te brengen waardoor de kaars
draai enderwijs naar boven komt
De kaarsen zijn natuurlijk ver
schillend in vorm en grootte. Voor
elk model heeft men een andere ma
chine nodig. Maar het gietproces is
voor iedere kaars eender.
Zo, de kaars is dus klaar. Maar er
komt nog heel wat kijken alvorens
zo'n kaars naar de pakkerij gaat.
De kleine kerstkaarsjes krijgen
een mooi kleurtje en gaan naar de
pakkerij. De grote kaarsen moeten
nog even wachten op een volgende
bewerking. Dat is nl. het bedrukken
en decoreren. Dit geschiedt weer
door middel van een gepatenteerd
drukprocédé, waarbij zelfs vierkleu
rendruk mogelijk is. Deze decoraties
zijn nagelvast en worden bovendien
beschermd door een transparante
hoogglanzende wascoating.
Opgepoetst.
Nadat de grote kaarsen gedeco
reerd zijn gaan ook zij naar de pak
kerij, waar gevoelige en vaardige
meisjeshanden voortdurend bezig zijn
om de enorme stroom kaarsen te ver
werken, die de gieterij verlaten. Hier
krijgen de kaarsen een extra beurt,
worden glanzend opgepoetst, van een
etiketje voorzien en in stevig cello
faan verpakt. Tenslotte komen de
kaarsen terecht in de expeditie-ruim
te. En daar ziet men ze staan en lig
gen; grote, korte, dikke, gladde, ge
draaide en gekleurde kaarsen. De ste
vige huishoudkaars naast de elegan
te bloemenkaars, de gothische kaars
naast de Cathedraalkaars, de sneeuw -
kaarsen naast de renaissancekaars, de
princesskaars naast de boomschors-
kaars, de Irenekaars naast de droom-
kaars. En daartussendoor en over
heen de kleine kerstboomkaarsjes.
Ze liggen en staan daar geduldig
te wachten, tot het hun tijd is om
verzonden te worden en hun plicht
te doen op de tafels en in de kerst
bomen van de verschillende huizen
in eigen land, maar ook in het bui
tenland.
Blokkaars en televisiekaars.
Tot nu toe hebben wij het steeds
nog maar gehad over de gewone
kaars. Weliswaar in zijn verschil
lende vormen en kleuren maar toch
gewoon: de kaars. Maar in de fabriek
die wij voor u bezochten wordt ook
een bijzonder soort kaarsen vervaar
digd, die de blokkaars wordt ge
noemd. Deze blokkaars bestaat uit
een massief gedecoreerd wasblok.
Van sommige modellen zijn voor en
achterzijde voorzien van een kunst
zinnige reliëfvoorstelling. De zij
kanten zijn afgewerkt in een gevlokt
sneeuwmotief. Het blok is aan vier
zijden grillig gevormd. Afhankelijk
van het model varieert de brandduur
van 40 tot 100 uren. Het aantrek
kelijke van deze blokkaars is nu, dat
alleen het binnerigedeelte van de
kaars verbruikt wordt en het aan
gebrachte relief dus tot het einde
toe gaaf blijft. We hebben de kaars
zien branden en we moeten zegen,
dat de verlichting van binnen uit een
sprookjesachtig effect geeft. En ten
slotte nog de televisiekaars. Ja, ook
de kaarsenfabrikant weet munt te
slaan uit de televisie. Zeiden we niet
reeds, dat kaarsenfabrikanten over
een enorme fantasie beschikken?
U weet wel, dat men bij televisie
een lichtpunt moet hebben. Nu heeft
een van de kaarsenfabrikanten een
kaars gefabriceerd, die beschouwd
wordt als het ideale lichtpunt voor
televisiekijkers. De kaars komt dit
jaar in de handel misschien is hij
het nu reeds en men verwacht er
heel veel van-
Goede raadgevingen.
„We hebben het druk", zegt onze
begeleider, als we weer terug zijn in
zijn kantoor. „We kunnen het haast
niét af. Driemaal per dag gaat een
wagenvol kaarsen de deur uit".
Het was te zien aan de papieren en
paperassen, die op zijn bureau
lagen. We hebben hem dan ook niet
langer dan nodig was van zijn werk
afgehouden en afscheid genomen,
maar niet zonder nog enkele goede
raadgevingen in ontvangst te nemen
die we U hierbij ^overbrengen:
Zet de kaars steeds rechtop, zo dat
de vlam stil staat.
Plaats een brandende kaars nooit
in de warme luchtstroom boven
haard of kacheL
Houdt tussen kaarsen steeds een
afstand van 10 cm.
Raak de pit nooit aan met vochtige
vingers; ze verliest dan haar opzui
gende kracht.
Houdt bij het uitblazen der kaarsen
altijd een hand achter de vlam. En
wordt er op zo'n feestdag wat al te
veel sigaretten gerookt naar Uw zin?
Steek een kaars aan en de sigaretten -
damp verdwijnt Bij het branden
komt er namelijk waterstof en kool
stof vrij, hetgeen de sigarettenrook
elimineert
BEN VAN BRABANT
IN de geschiedenis heeft koningin
Victoria van Engeland geen naam
gemaakt door opzienbare daden,
noch is zij betrokken geweest in een
of andere geheimzinnige en duistere
zaak, toch is een heel tijdperk naar
haar genoemd.
Victoria's leven heeft uiterlijk wei
nig schittering gekend, behalve bij
speciale gelegenheden, zoals haar
kroning en de regeringsjubilea.
Waarschijnlijk heeft de koningin
van Engeland weinig behoefte gehad
aan overdadige luxe en was haar ge
lukkig huiselijk leven haar genoeg.
Haar onderdanen zagen in haar be
halve de koningin de echtgenote en
de moeder van een gezin van negen
kinderen.
Van moeders zijde eveneens van
Duitse origine, trouwde zij met Al-
bert van Saksen-Koburg na een som
bere jeugd en enkele vreugdevolle
regeringsjaren, die voor haar de vrij
heid betekenden.
In haar kinderjaren had zij die
vreugde moeten ontberen.
Toen zij acht maanden oud was
had zij haar vader, de hertog van
Kent, verloren. Met een jaargeld van
haar broer, Leopold van Saksen Ko-
burg, gelukte het de hertogin van
Grotere kaarsen worden met de hand
gerold. Door het rollen bUjft de pit
in het midden.
Kent haar dochter in de nabijheid
van het hof een opvoeding te geven,
die haar als rechthebbende op de
troon toekwam.
De broers van haar echtgenoot
werkten haar hierin tegen, zodat er
allerlei voor het prinsesje kwetsende
gebeurtenissen voorvielen, die haar
het vooruitzicht op de troon niet aan
lokkelijk maakten.
Het leerprogramma bevatte weinig
aantrekkelijke lectuur; hoofdzakelijk
waren het zware theologische of his
torische werken, en van de litera
tuur bleven dichters als Wordsworth,
Keats, Shelley en Byron haar
vreemd. Het lezen van Walter Scott
was haar toegestaan en zij bewonderd?
hem zeer. Beeldende kunsten, mu
ziek en toneel genoot ze echter volop.
Al was zij op staatkundig gebied
niet voldoende op haar taak voorbe
reid, zij bezat de gave om te leren
uit de praktijk van het leven. Niette
genstaande haar sentimentele be
hoefte om te bewonderen, beschikte
ze over voldoende nuchterheid om
als het nodig was een zelfstandig
oordeel te vellen.
Haar huwelijksjaren zijn de geluk
kigste van haar leven geweest.
Uit haar dagboek blijkt wat een
moeite zij heeft gehad om na de dood
van prins Albert haar regeringsplich
ten te vervullen zonder de steun
van haar echtgenoot op de achter
grond. Bovendien had hij haar taak
verlicht als haar privé-secretaris,
waarnaast hij zich vooral bezig hield
met allerlei culturele instellingen en
manifestaties.
Na eenentwintig jaar overleg en
samenwerking mist zij zijn objectie
vere kijk op buitenlandse aangele
genheden en vielen haar de werk
zaamheden op allerlei terrein van het
steeds groeiende Britse rijk, waarin
de moeilijkheden ook steeds groter
werden, alléén niet meQ.
Zij trachtte na zijn dood in zijn
geest beslissingen te nemen, maar
moest ondervinden dat dit leven bij
het verleden haar onderdanen soms
irriteerde.
Het troostte haar, dat het werk
van haar man na zijn dood eindelijk
de erkenning vond waarop hij recht
had, maar het deed haar verdriet,
dat men ongeduldig werd toen zij
niet spoedig genoeg weer aan het ge
wone leven deelnam.
In haar verdriet zag ze alleen nog
dié staatkundige verschijnselen, die
haar persoonlijk raakten en ver
waarloosde ze de zakelijke kanten.
In deze periode voelde ze zich ook
teleurgesteld in de politieke hou
ding van wie ze zich haar bondgeno
ten dacht in Europa. Met haar eerste
minister Gladstone heeft ze voort
durend moeilijkheden gehad en ze
voerde daarbij de oprechtheid wel
eens te ver door.
In Disraëli vond ze een vriend met
wie ze ook haar persoonlijke moei
lijkheden kon bespreken.
Langzaam herstelde de koningin
zich op latere leeftijd, en iets van
haar vroegere vrolijkheid kwam te
rug.
Er werden weer concerten en to
neelvoorstellingen gegeven in het
paleis en wanneer de kinderen op
bezoek kwamen, waagde zij zich
soms zelf aan een dansje.
Zij werd in die tijd vanwege de
huwelijken van haar kinderen met
leden van Europese vorstenhuizen en
omdat zij reeds een vrij hoge leeftijd
had bereikt „Europa's grootmoeder"
genoemd.
In dat laatste deel van haar leven
hernam zij haar representatieve
plichten volledig.
Zij vierde haar gouden en tien jaar
later zelfs haar diamanten jubileum
met veel pracht en praal.
In 1901 overleed zü, die in haar
hart een gewone vrouw, huismoeder,
was geweest, maar die door haar
hige geboorte bestemd was om ko
ningin te zijn na een zeer werkzaam
leven.