Tram, toevlucht voor ontheemde conducteurs en wagenvoerders iSh ff BÉ fcAifei ÊÉf iff® 3Ég| j V/at zegt De Bilt? Een laatste bolwerk in de Sleutelstad ÖKjI? DINSDAG 12 NOVEMBER 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 10 De landelijke genoegens van „de blauwe" De opheffing van de blauwe tramlijn AmsterdamZandvoort ging ge paard met het (symbolisch) vergieten van vele tranen. De blauwe tram had zoiets vertrouwwekkends, hij kon zo weemoedig haar muzikale toet. toet laten horen en wat zullen de passagiers het vertrouwelijke fluitje van de conducteur missen. Maar mooie, moderne bussen zijn voor het blauwe voertuig in de plaats gekomen, efficiënte chauffeurs voeren het beheer; het type van de oude oubollige tramconducteurs; zo een, die gemoedelijk vraagt „of er nog iemand geknipt wil worden" raakt uitgestorven. Met iedere opheffing van een tram bleef een groepje ontheemden over; wagenvoerders, wien de bewegingen van de stuurhandels in het bloed ge bakken zitten, conducteurs die met vallen en opstaan de kunst hebben geleerd om op een rijdende tram van de achter, naar de voorwagen te stappen, die de sfeer en de taal kennen, welke ln het interlocaal tram verkeer tot een apart jargon is uitgegroeid, maar die van hun voertuig beroofd zijn. J^JEEMT U NU eens de blauwe tram naar Katwijk. Kent u een lande lijker genoegen, dan u in haar bin nenste van Oegstgeest naar Rijns- burg en van Rijnsbuxg naar Katwijk te laten trekken? Bij de tramibrug in Katwijk Bin nen staat een meneer met een oranje vlag, die met een eeuwenoud gebaar de conducteur toezwaait en meteen laat weten, dat de kust veilig is. 's Avonds zwaait hij met een lamp, bij het schijnsel waarvan de roman tiek nog bloeien kan. Eenmaal in Katwijk rolt de tram door de vrien delijkheden van een oud dorp. Som mige Kafcwijkers hebben daartoe een gedeelte van hun tuintje moeten af staan, de tram trekt zijn spoor door grond, die eigenlijk aan goudsbloe men en petunia's moest toebehoren. De reiziger valt van de ene ver rassing in de andere, de „blauwe" wringt zich als een bergtreintje langs straten, huizen en oude muren. Eigenlijk zou het hem niets verwon deren als hij onverwachts de keuken van een nijvere Katwijkse zou bin nenrijden om het propere huis weer via de salon te verlaten. De geneugten zullen niet lang meer duren.... ook de Katwij'ker (en de zu wonen mo Miljoenen.. STEDEN MET MEER DAN 1 MILJOEN INW. WESTEUROPA 15 CHINA 9 VERSTOTEN 6 SOVJET-UNIE 3 JAPAN 5 INDIA 5 ZUlD-AMERIKfl 6 AFRIKA 5 lllf000 AUSTPAUE 2 'KOREA 2 jUéHl Noordwijker) zullen plaats maken voor grimmige benzine-monsters, die door handige chauffeurs door het steeds drukker wordende verkeer worden geleid. En nogmaals vragen wij ons af, waar de N.Z.H, zyn trouwe schare trampersoneel moet onderbrengen? WE HEBBEN NIEUWSGIERIG ge- informeerd naar het lot van de conducteurs en wagenvoerders, die deel uitmaakten van de equipage van de blauwe Zandvoorter. En het ant woord was verrassend. De stadstram van Leiden, die knusse rollende kamer van gezelligheid in des Sleu telstads binnenstad, is hun toevlucht geworden. Zij zijn ondergebracht in één van die laatste bolwerken van het tramwezen, in de stad van de trams bij uitnemendheid. We hebben veel kwade dingen ge zegd over de trams, die in de bin nenstad Problemen Scheppen, we hebben meegeroepen in het koor, dat het hoofd eiste van „de blauwe" en „de gele", maar nu zijn we toch weer blij dat onze stad, iets kan doen voor de vergeten groepen. Begin september namen twaalf wagenvoerders bezit van de Leidse tram en de vorige week hebben tien conducteurs zich bij hen gevoegd. Al dadelijk hadden zij de juiste toon te pakken. Tramconducteurs hebben stuk voor stuk iets over zich van die vriendelijke lijdzaamheid, die in contrast is met de haast van het moderne stadsverkeer. Zij kunnen met philosophische gelatenheid wach ten op de juffrouw die haar beursje in haar kniptas niet kan vinden; die haar beursje gevonden hebbend niet de gewenste twee dubbeltjes kan vinden. De échte tramconducteur is een wijsgeer, die de spreuk: „Zij die geloven haasten zich niet" in zijn blazoen voert Er zit iets rechtlijnigs in zijn manier van redeneren, zoals ook de tram zich rechtlijnig, onwrik baar van, punt A naar punt B ver plaatst. Een van hen. WIJ HEBBEN niet lang genoeg met de heer M. M. Hooglugt (56), een van de conducteurs van de N.Z.H., die op de Leidse stadstram onderdak hebben gevonden, gespro ken, om vast te kunnen stellen of ook hij tot de stoa der tram-wijs geren gerekend kan worden. Zoiets kan men ook beter in het algemeen vaststellen. De heer Hooglust zou het niet prettig vinden, indien hij met de bijnaam: Plato, Socrates of Confusius gesierd zou worden. Hij wenst eenvoudig zijn plicht te doen Caracas erft de Toren van Babel .'T'NV" - Een massief aarden piramide, spiraalsgewijze oplopend langs de zijden, zal de fundatie zijn voor een nieuw te bouwen zakencentrum bij Caracas in Venezuela. Op de top zal een grote koepel verrijzen, een „Helicoide", waarin een permanente tentoonstellingsruimte en een televisie-station on dergebracht zullen worden. Met de bouw van dit enorme project, dat men in 1960 gereed hoopt te hebben, zal een bedrag van meer dan honderd mil joen gulden gemoeid zijn. als conducteur, zoals hij dit 32^ jaar lang voor de N.Z.H.V.M. gedaan heeft. Vele jaren hiervan heeft hij op de tram AmsterdamZandvoort ge staan. Als de heer Hooglugt dit zegt krijgen zijn blauwgrijze ogen achter de brilleglazen toch een dromerig aspect. Want dat was zijn „lieveling»- lijn", een parel onder de trams in Nederlands kuststreek. 's Zomers reed hij welgedane Mo- kumse moeders, die met haar kroost een dagje gingen pootje baaien. Zij deelden met gulle hand ananas-zuur tjes uit en ook de conducteur moest meezuigen, 's Winters drukten opoe's die hun dochter in Amsterdam gin gen bezoeken haar stempel op het tramverkeer. Later heeft de heer Hooglugt ook op bussen gereden, hij werd 'n echte zwerver, maar naar zdjn trouwe blauwe tramlijntje heeft hij een on stilbaar verlangen behouden. Zelfs toen hij voor de N.Z.H. op een reclame-wagen reed met enorme let ters vermeldend: MET DE NOORD ZUID ER OP UIT. Dat was in de tijd, dat de maat schappij wel reclame kon gebruiken, de eerste jaren na de crisis. Em ploy é's van de Noordzuid werden zelfs op het rijwiel de straat op ge stuurd om als rijdende sandwich-men de verdienste van de vervoersmij te roemen. In die jaren kon men voor één vijf en twintig een dagkaart kopen, waarmee het de toerist ge gund was, desnoods naar het einde van de wereld te rijden. Sympathieke Leidenaars. Maar na gemijmer in het verleden keren wij weer terug in deze tijd. De heer Hooglugt geeft puntig com mentaar op de houding van 't Leidse publiek. „We hebben toch zo'n medewer king gehad!" Alle conducteurs roe pen erover. Wij zijn allen bewoners van Haarlem, dus vreemdelingen in Leiden. We kennen de straten nog niet en weten dus niet waar we onze passagiers de deur moeten wijzien, als de gevraagde straat in de buurt is. Maar de Leidenaars zijn dankbare medewerkers, die ongevraagd des kundig commentaar geven over de juiste halte en de kortste weg. Leids publiek, zo zegt onze Haarlemmer, is mededeelzaam, behulpzaam, gezellig en geestig. Dat zijn een stel compli menten, waarvan je als Leidenaar zou gaan blozen. Wij moeten hem in zijn lof tuigingen op de bewoners van Van der Werff's stede waarlijk een weinig temperen, omdat wij in ons geestesoog, de gehele burgerij met twee vleugels aan de schouder bladen in de wolken zien verdwij nen. Maar het is toch prettig om naar te luisteren QOK DE WAGENVOERDERS ston- den voor hun eigen problemen in de Sleutelstad. Maar Leiden is geen gecompliceerde stad. Al het personeel is één rit onder leiding van de chef van Oegstgeest naar de Hoge Rijndijk gereden. Toen moesten zij hun lesje maar kennen en er zijn ook geen fouten gemaakt. Nu ja, natuurlijk reed de bestuurder wel eens een halte voorbij, maar dat kwam dan, omdat de stad van enige haltepunten zoekplaatjes heeft ge maakt. Sommige borden zijn zelfs in de muur bevestigd. Het gesprek met de ontheemde conducteur, die een nieuw heim heeft gevonden duiurt niet lang. De passa giers roepen. Met de kniptang in de hand, de geldtas opzij werpt hij zich met vuur op zijn taak, vriendelijk toegelachen door het Leidse publiek, dat zich zwijgend koestert in de knusheid van onze stadstram, terwijl de regen tegen de ramen miezert. De vijand heeft geen geheimen meer Het Amerikaanse leger heeft de beschikking gekregen over de hierbij af gebeelde camera, die, met een brandpunt-afstand van 250 cm in staat is terrein-bijzonderheden op een afstand van vijf en veertig kilometer te fotograferen. Het enorme objectief heeft een lichtsterkte van f 2,5; het moet door een tweede man bediend worden, terwijl de eerste instelt. Infra rode stralen spelen bij een opname op zeer grote afstand een grote afstand een belangrijke rol, de camera is hiervoor dan ook speciaal aangepast. (van onze verslaggever) De weersverwachting, produkt van toegepaste wetenschap DE BILT (P P) De wind waait ons door de haren, wanneer we met de heer C. J. van der Ham, hoofdweerdienstleider van het K.N.M.I. te De Bilt, op een terrein achter dit instituut staan en kijken naar de men sen, die in gevecht zijn met een geweldige ballon. Deze medewerkers van het K.N.M.I. zijn bezig een zogenaamde radiosonde op te laten. Onderaan de met waterstofgas gevulde ballon, waaraan de wind op het ogen blik hevig rukt, hangt een klein pakje met instrumenten. Door middel van een klein ingebouwd zendertje seinen deze instrumenten van 25 km hoogte geheel automatisch waarnemingen uit, die men in het instituut kan opvangen en verwerken. Op die manier krijgt men zeer waardevolle gegevens over de hogere luchtlagen, die van veel nut zijn bij het opma ken van weersverwachtingen. Als alles gereed is staken de heren de strijd met de wind, de ballon is los en stijgt snel naar hoger sferen, daar bij gevolgd door het radaroog van het K.N.M.I. Door de radio-ontvanger horen we de instrumenten al werken „Piep, pieppiep", de ballon is zijn reis begonnen en gedurende ongeveer een uur zal men rijn waar nemingen kunnen registreren. LANGS de glazen bollen, waarmee de wolkenbasis, de verandering van de baro- uren zonneschijn worden gemeten, de meterstand ln de afgelopen drie uur; kort- maximum- en minimum-thermometers, om alles wat wij nodig hebben", de windvaan, die niet alleen de wind- i._.in richting aangeeft, doch ook de windsnel heid, waarbij alles keurig netjes door BEHALVE uit Nederland en alle Euro middel van beïnkte pennetjes op papier pese landen komen er berichten binnen wordt geregistreerd, minuut na minuut van Amerika en van weerschepen op de zonder dat iemand er naar behoeft om te oceaan en vliegtuigwaarnemingen, zodat kijken, komen we in de telexkamer. we eigenlijk alle weerkundige gegevens Machine naast machine spuwt zijn papier- krijgen over het gehele Noordelijke half- stroom, waarop voor een leek onbegrijpe- rond. lijke getallen staan. „Om een lang be- Al deze gegevens worden door medewer- richt kort te maken, gebruiken we een kers op grote landkaarten aangetekend, cijfercode, waardoor we, zoals u hier die op die manier boordevol kleine cij- kunt zien" - de heer Van der Ham toont fertjes en tekentjes komen te staan. Bij ons het bericht van een waarnemingssta- aandachtige beschouwing van alle cijfer- tion - „van een enkel rijtje cijfers alle tjes, die de luchtdruk aangeven, zal men gegevens kunnen aflezen, die wij nodig de plaatsen en gebieden kunnen vaststel hebben. Uit deze simpele cijferreeks lezen len van lage luchtdruk, dus depressies, wij af hoe groot de luchtdruk, hoe hoog en van hoge luchtdruk. Men kan plaatsen de temperatuur en hoe de luchtvochtig- van gelijke luchtdruk met elkaar verbin- heid is, voorts lezen we de windrichting, den en zo ontstaan de „isobaren", de windsnelheid, het zicht, de algemene De heer Van der Ham toont ons een grote landkaart, waarop links Amerika, in het midden de Atlantische Oceaan en rechts West-Europa. We zien daarop de gebieden van lage luchtdruk of depres sies, omkringd met een potloodlijn, we zien de „isobaren* golvend en buigend over de gehele kaart. „Met gebruikmaking van onze weten schap", gaat onze gastheer verder, „kun nen we de windrichtingen bepalen regen zones vaststellen, alsmede de kracht van depressies en gebieden van hoge lucht druk, kortom ons een klaar en duidelijk beeld vormen van de weertoestand over dat deel van de aarde". En als het fout is. De berekening „NU KOMT echter het moeilijkste en dat is aan de hand van deze gegevens en met inacht nemen van de toestand van de dag daarvoor, alsmede met de allernieuw ste gegevens die nog steeds binnenstro men, een verwachting op te maken van het weer in de komende vierentwintig uur. Wat zal een bepaalde depressie doen? Wat de bewolking, wat de wind, waar daalt plotseling de luchtdruk onrustba rend? Vele vragen moeten beantwoord worden, alvorens men tot een redelijke verwachting kan komen. Dan buigen de meteorologen zich over de kaarten en gaan aan de hand van hun wetenschappelijke kennis een en ander interpreteren. Men weegt krachten tegen elkaar af, houdt rekening met bepaalde natuurkundige wetten en met tientallen andere factoren. Dan komt men tot de conclusie, dat die depressie naar die be paalde plaats zal gaan, dat een gebied van hoge luchtdruk boven dat land zich zal handhaven, dat de wind uit die rich ting zal waaien, dat de bewolking zo of zo zal zijn en dat er regen te verwachten 1*. Maar dan is men er nog niet, want het moet nog nauwkeuriger als het even kan. Hoe krachtig zal de wind uit die richting waaien? Matig, krachtig, hard? Krijgen we regen over het gehele land Is het plaatselijk, op vele plaatsen of Hoe staat het met de te verwachten tempera turen Waartussen zullen ze schommelen? En dat alles moet door ons worden uitge rekend, waarbij de speling zo klein mo gelijk moet zijn". DE HEER VAN DER HAM kijkt ons eens aan en lacht. Wij knikken begrijpend. „Er komt heel wat voor kijken", verzuchten we. Onze gastheer vertelt en vertelt al de interessante dingen van zijn magisch be roep. „Natuurlijk wordt er ook wel eens een fout gemaakt", merkt hij op. „Dan zit de Bilt er naast, zoals men dat noemt maar wij trekken ons dat het meest aan en ijverig wordt er dan gezocht naar de oorzaak van deze fout. Wat werd er ver keerd berekend Welke factor was aan sprakelijk voor de andere uitkomst Voor ons is dit van het grootste belang, want daarvan leert men". „Kan men ook weersverwachtingen op stellen op langere termijn dan vieren twintig uur?" willen wij weten. De heer Van der Ham lacht eens, krabt zich ach ter het oor en kijkt bedenkelijk. „Kun nen? Ja. Maar hoe? Het is al moeilijk om een weersverwachting voor vier en twin tig uur op te stellen die zal kloppen, laat staan, wanneer de termijn nog langer wordt. Oh ja, het gaat wel, maar dan zal men onherroepelijk met een grotere mar- ge moeten werken, dus meer speling waardoor natuurlijk de weersverwachting in waarde achteruit gaat. Een bijkomende moeilijkheid voor ons i», dat het weer in Nederland aanmerkelijk wisselvalliger is dan b.v. in Amerika. Daar heeft men het zover gebracht, dat men in staat is, zij het met de nodige speling, weersverwachtingen te geven voor drie tot vijf dagen, die vr\f aardig uitkomen. Ook in Duitsland is men met dit soort weersverwachtingen bezig, doch men werkt volgens een ander systeem. De uitkomsten zijn niet zo fraai tot nog toe." Wij moesten na alles wat wij gezien en gehoord hadden eerlijk bekennen, dat wa voortaan het weerbericht met meer res pect zouden beschouwen en we verlieten het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut te De Bilt met de overtuiging dat daar de wetenschap wel speciaal wordt benut en dienstbaar wordt gemaakt aan ons allen. (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 12