Haarlemmertrekvaart of Leidse Vaart DRIEHONDERD JAAR Brood moet volks- voedsel no* 1 blijven Woningbouwrecord gebroken Li J 8 OKTOBER 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA - „De gemakkelijkste wijze om in Holland te reizen, is buiten tegenspraak met trekschuiten (Alg. Reisboek. 1821) OP 1 NOVEMBER zal het precies 3 eeuwen geleden zijn, dat de trekvaart Leiden—Haarlem v.v. in gebruik werd genomen. Wanneer men thans per electrische trein dit zelfde traject in 20 minuten afraast ziet men nog steeds het smalle water recht-toe, recht-aan door de bollenvelden als oude verbinding tussen de beide belangrijke Hollandse steden. Maarer is geen verkeer meer en de ijzeren baan heeft haar taak overgenomen. Toch is het nuttig en interessant eens even stil te zijn bij dat wat gedurende 200 jaar bijzonder belangrijke diensten aan onze voorouders en aan 's lands economie heeft bewezen. Gedrukte literatuur bestaat over deze trekvaart niet. Men moet graven, in de archieven en dan verneemt men, dat het uiteindelijk de Leidenaren zijn geweest van wie eigenlijk het initiatief tot het graven van deze wa terweg is uitgegaan. In 1640 richtten de gezamenlijke kooplieden van Lei den (dat waren er 08) een verzoek schrift tot het Gerecht (schout, bur- gemeesteren en schepenen) om een trekvaart en trekpad te doen aanleg gen tussen Leiden en Haarlem. 10 Jaar later is daar nog niets van geko men en herhalen 60 voorname Leidse kooplieden dit verzoek, doch het moet opnieuw 5 jaar duren voordat de Vroedschap zich deze zaak werkelijk aantrekt en besluit om contact op te nemen met de Vroedschap van Haar lem. Nu laten zij er geen gras meer over groeien en reeds op 3 september kunnen zij verslag van hun bespre kingen uitbrengen. Zo althans luiden de archivalia van Leiden, maar uit de Haarlemse archieven blijkt, dat het initiatief zou genomen zijn door de burgemeesters van Haarlem, die op 27 july 1655 per missive een voorstel deden tot het graven van zulk een trekvaart en wel op gezamenlijke kosten. Het zal duidelijk zijn dat dit voorstel gedaan werd aan die van Leiden en het zal in de praktijk wel zó gegaan zijn, dat na ontvangst van dit voorstel die van Leiden naar Haarlem reisden en daar tot een over eenstemming kwamen. Toen de vroedere vaderen van Lei den op 3 september hun verslag had den uitgebracht sloten zij reeds de volgende dag een overeenkomst met hun collega's van Haarlem, welke overeenkomst op 7 september werd goedgekeurd door de vroedschap van Leiden, terwijl de vroedschap van Haarlem de 5e september alvast bij de Staten van Holland octrooi had aangevraagd, welk octrooi op 16 april van het jaar 1656 werd verleend. Men ziet, dat wanneer onze va deren de gang er eerst maar goed in hadden zij wel degelijk ontzettend vlug konden werken. Want vergeet niet, dat men niet „even" heen en terug per auto kon reizen, of dat men een telefoon ter beschikking had om van gedachten te kunnen wisselen Het wachten was blijkbaar geweest op het verlenen van het octrooi (toe stemming) door Heren Staten van Holland, want de landmeters begon nen eerst 7 mei 1656 met hun afbake ningen en 26 september van dat jaar begon men dan met de eigenlijke graafwerkzaamheden. Het graven van deze plm. 30 km lange vaart moet voor die tijd een enorme prestatie zijn geweest. Wij staan in elk geval stom verbaasd wanneer we lezen, dat op 1 novem ber van het jaar 1657 (dus een jaar later) de eerste schuit door het ka naal voer! En dan te bedenken, dat al dat graafwerk gebeuren moest met de hand en dat er geen draglines of bulldozers aan te pas kwamen! Welis waar moest er nog wat „afgewerkt" „doorberekenen" al! Zelfs voor goe deren moest tol betaald worden. Het schijnt, dat de vlotte afwikke ling van de werkzaamheden aan het graven van de trekvaart verbonden een gevolg was van het feit, dat de plannen voor de vaart al lang van te voren opgesteld waren en rijpelijk bestudeerd. Er zou natuurlijk over wat de trek vaart in die drie eeuwen alzo heeft beleefd veel te vertellen zijn. Dat het al spoedig een drukte van belang was langs het nieuwe jaagpad wordt duidelijk wanneer men de ge heven tolgelden eens zou gaan omre kenen. We hebben vóór ons gegevens uit 1821, toen de trekschuiten nog steeds in vol bedrijf waren en gepre zen werden vanwege hun geruisloos heid. Over het tempo klaagde men in die tijd niet. Wilde men persé sneller welnu dan moest men een paard ne men of zich in een koets of diligence laten rijden. Maar dan moest men zich wèl degelijk realiseren, dat men min of meer geradbraakt aan kon ko men. Om op 1821 terug te komen: van Leiden uit vertrok alle twee uren een J schuit richting Haarlem en men mag j aannemen, dat zulks omgekeerd eveneens het geval was. In een Alma nak van het jaar 1818, welke we eveneens vóór ons hebben, lezen we, dat ooh met de nachtschuit gereisd kan worden. Daartoe moest men te Haarlem des avonds om 11 ure pre sent zijn; op het zelfde uur vertrok eveneens een nachtverbinding vanuit Leiden. En nu keren we tot ons Reisboek van 1821 terug om u daaruit te kun nen vertellen dat de schuiten door één of twee paarden getrokken wer den, dat de schuiten op vaste tijden vertrekken en ook op vaste tijden aankwamen, dat zulk een trekschuit meestal in 2 delen was verdeeld ..w. een roef en een ruim. Eerstgenoemde afdeling was zoiets als „le klasse", waarvoor men dan ook meer betaal de dan in het ruim. Er waren schui ten met meer dan één roefje. Evenals bij onze internationale treinen kon men ook in de dagen van te voren een plaatsje in de roef bespreken. Naast de „vrachtpenningen" was het gewoonte om een paar duiten te geven voor de jager (in dit geval de man, die op het jaagpaard zit of het te voet aandreef). Gaf men een stui ver dan was dit een bijzonder royaal gebaar! Voor het reizen waren tarieven ge steld en de schippers dienden zich daaraan te houden. Het vertrek van een schuit werd aangekondigd door het luiden van een grote klok, welke men bij alle ligplaatsen aantrof. De trajecten wa ren dikwijls zeer schilderachtig, om dat onze voorvaderen de gewoonte hadden om buitenhuizen of koepels langs het water te bouwen. Temeer kwam dat in zwang toen de waterwe- worden, maar dat was niet veel want gen drukker gebruikt werden. Men in 1658 was de vaart dar toch kant en klaar. Zij had in totaal „ontrent twee tonne gouts" gekost, wat voor die tijd zeker een groot bedrag was, maar de vroede vaderen en de kooplieden za gen er „brood" in. Nu dat zat er be slist ook in, want reeds het eerste jaar brachten alleen de tollen van de stad Leiden 15.000 op (van 1 nov. '571 nov. 1658). In een reglement, genaamd „Ordonnantie op de gabelle of tol op de trekweg", werd vastge steld op 16 oktober 1657 wat elkeen, die van deze vaart en weg gebruik wilde maken, daarvoor moest over hebben. Een persoon in een schuit was 2 stuiver schuldig aan ieder tol hek, een man en een paard eveneens 1 stuiver. Voor kinderen had men in die jaren ook al een apart tarief (be neden 6 jaar kosteloos en van 6—12 jaar half geld). Die tolgelden werden door tolgaar ders geheven aan de z.g. tolhekken. Dit waren inderdaad fraaie bouwsels bestaande uit twee stoere gemetselde poort-stijlen, waartussen een gesmeed ijzeren hek, dat scharnierend open en dicht kon draaien. Op de palen waren trots aangebracht de wapens van Lei den en Haarlem. Ouderen onder ons hebben deze hekken althans en kele ervan nog wel gekend. Zoals gezegd werd er langs het wa ter van de vaart tegelijkertijd een pad gelegd. Men moet zich daarvan geen overdreven voorstelling maken, want het was smal omdat het in de eerste plaats bestemd was voor de „jagertjes", ofwel de paardjes, die de schuiten moesten trekken. En een ja gertje had nu eenmaal geen breed pad nodig. „Groot" verkeer zal er dan ook wel niet langs hebben plaats ge vonden, al was het natuurlijk een korte weg omdat zij recht-toe, recht aan liep. De tol of gabelle werd voor de pas sagiers door de schipper betaald maar natuurlijk weer op de reizigers verhaald. Ook toen kende men het Mijn sigaretten-win kelier schuift my al- tgd vanzelfsprekend een pakje Essex filter toe. En zulke vaste „Essex-klanten" heeft hy veel. Voor 'n keurig-ge tikte brief èn voor 'n lek kere sigaret kunt U bij my terecht. Ik heb altyd een doosje Essex filter by de hand. Die vind ik de lekkerste! Essex filter bewyst dat „zuiver roken" en „heerlgk roken" sa men kunnen gaan: 't is een heeriyke, koele sigaret! es 3057 Advertentie. denke aan de Vecht, maar ook aan de Oude Rijn. Buitenlanders, die in hun vaderland alleen maar het (ge brekkige) verkeer te land kenden, reisden in die dagen graag met onze trekschuiten. Nog in het midden en het laatst van de vorig eeuw reisden minder draagkrachtigen met de trek schuit. Op de duur werden zij stijf van het zitten. Om de benen even te kunnen strekken stapten zij bij de eerst volgende aanlegsteiger aan land en liepen met de schuit een eind- weegs mee om dan weer het oude plaatsje te nernemen, zodra een nieu we steiger was bereikt. Prof. de Vries op bakkerij-tentoonstelling Ter gelegenheid van de opening van de Nederlandse Bakkerijtentoon stelling in het RAl-gebouw te Am sterdam, heeft prof. dr. mr. F. de Vries als voorzitter van de sociaal- economische raad een rede uitgespro ken waarin hij erop wees dat met het stijgen van de welvaart het brood steeds meer het voornaamste volks- voedsel is geworden. Een onderzoek heeft echter aan getoond dat het broodverbruik in de laagste welstandsgroepen der bevol king het hoogst is en het laagst in de groepen van de gegoede midden stand en de welgestelden. Deze ver schillen zijn echter niet zo groot, dat men moet vrezen dat de bakker bjj EEUWFEEST CENTRAAL ORGAAN DER BOUWWERELD De Cobouw het Centraal Orgaan der Bouwwereld waarvan de drukke- kerij en Uitgeverij Ten Hagen N. V. te 's-Gravenhage de uitgeefster is, bestaat 100 jaar. Voor die gelegenheid wordt er hedenmiddag een prodiuktiviteits- middag gegeven, waar verschillende prominente figuren uit de bouw wereld en autoriteiten het woord zullen voeren. Van 5 tot 6.30 uur is er een receptie in het Kurhaus te Scheveningen. een stijgende welvaart zijn brood niet meer kan verdienen, ofschoon wij uit het resultaat van dit onder zoek kunnen concluderen, dat, indien de welvaart een zeker niveau over-1 schrijdt, het dieet veelzijdiger wordt en meer relatief duurdere voedings stoffen worden gebruikt. Het brood- verbruik zal daarom teruglopen. Hoewel deze ontwikkeling niet snel i en intensief zal gaan moet het bak-| kerij bed rijf er terdege rekening mee houden, zo ging prof. de Vries ver-l der. Wil het brood zijn plaats in het voedselpakket handhaven, dan zal de bakker zijn volle aandacht moeten schenken, zowel aan de kwaliteit en de smakelijkheid van zijn product als aan de opvoering van de produkti- viteit opdat het brood een goed en goedkoop volks voedsel blijft. Het brood zal zich dan aan de top van de Nederlandse consumptie handhaven. 't Is er weer, dat ge-1 hoest In de bus en op i kantoor. Niets voor mij! "Jij hoest nooit", zegt ledereen. "Hoeft ook niet", zeg Ik dan, "ik neem direct Abdij siroop - bij het eerste kuchje! Bij mij krijgen de ziektekiemen geen kans!" De 23 genezende bestanddelen Volgens het C.B.S. is in augustus 1957 het recordaantal van 6438 huizen gebouwd, 600 boven het augustusre- cord van 1954. In de afgelopen acht maanden kwamen 54.329 woningen gereed (zelfde periode v.j. 39.696). Op 31 augustus waren 102.163 woningen in uitvoering (v.j. 89.932). Blijkens de uitkomsten van de wo ningtelling 1956 is 32% der Neder landse huizen gebouwd vóór 1906, maar het Groningse, Friese en Zeeuwse percentage is hier resp. 40, 47 en 39. Het landelyk percentage een- en tweekamerwoningen is 5, dat van Groningen is 15, Friesland 19, Drente 15, Zeeland 10. Vooral in deze provincies is er onvoldoende slaap- ruimte. Eengezinshuizen maken in Friesland, Drente, Overijsel, Zeeland, Noord-Branbant en imburg ruim 90 van de woningvoorraad uit, in Noord- en Zuid-Holland is dit maar resp. 50 en 41 vanwege de grotere steden in deze provincies.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 7