heptoQin van anqouleme
De vreemde geschiedenis van de
Ondepgee^helikoptep
„De voddenrapers van Abbé Pierre"
Huisvestingsrel in Wassenaar
ZATERDAG 5 OKTOBER 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 4
TXE FRANSE REVOLUTIE heeft veel bloed doen vloeien en vergissingen
U zijn in groten getalen gemaakt. Uit de beginperiode van de verschrik
kelijke jaren waarin het uitgemergelde volk naar de macht greep om ein
delijk rechtvaardigheid te eisen rijst de figuur op van Lodewijk XVI, de
koning die voor de vergrijpen van zijn voorgangers op bittere wijze moest
boeten, en de gestalte van zijn Oostenrijkse gemalin Maria Antoinette, tot
wie de haat van het volk zich op ongelofelijk grove wijze richtte. Zij stier
ven op het schavot, eerst de koning en daarna de koningin. En wat gebeur
de er met hun kinderen? In de verwarring van de revolutie en de jaren
daarna zijn zij op de achtergrond geraakt.
In augustus 1792 werd het veertienjarige dochtertje van de koning met
haar ouders en haar broer, de dauphin, in de Temple opgesloten. Zij werd
eerst gescheiden van haar vader en later van haar móeder. Beiden vonden
de dood zonder dat het prinsesje wist wat er met hen was gebeurd. Beangst,
en afgezonderd van haar jongere broer, bracht ze de dagen in het sombere
vertrek door en kreeg geen antwoord van haar bewakers op de vraag hoe
het met de andere leden van de koninklijke familie was gegaan.
Pas nadat officieel de dood van haar broer was vastgesteld stond de re
gering Madame de Tourzei toe haar te bezoeken en in te lichten over het
gebeurde. Zij berustte in de situatie, maar voelde slechts verachting voor
de mensen die haar dit leed hadden aangedaan.
Haar neef, keizer Frans van Oostenrijk bevrijdde haar. Zij werd uitge
wisseld tegen de leden der Conventie die in Oostenrijkse handen waren
gevallen.
Marie Thérèse was het Oostenrijkse hof dankbaar, maar moest al spoedig
bemerken dat men haar niet louter uit liefdadige overwegingen uit de
Temple had gehaald. De eeuwen-oude rivaliteit tussen de Habsburgers en
de Bourbons waren door de rampen die het Franse koningshuis hadden
getroffen niet verminderd, en aan het Oostenrijkse hof heerste nog dezelf
de vrij andelij kheid als vóór de revolutie. De keizer had geweigerd haar
oom, de graaf van Provence en voor de legitimisten Lodewijk XVIII, in zijn
land een wijkplaats te verschaffen en hem financieel te steunen. Een han
dig berekende politieke zet deed hem de prinses bevrijden. Zij zou hem
daarvoor wel zo dankbaar zijn dat ze instemde met een door hem aange
wezen huwelijkscandidaat, een Oostenrijkse aartshertog, en als bruidsschat
zou hij dan van Frankrijk de Franse provinciën die vroeger Duits waren
geweest eisen. Marie Thérèse zo genoemd naar haar Oostenrijkse groot
moeder kreeg als hofdame de vroegere opvoedster van de keizerin toe
gewezen, een dame die in de plannen was ingewijd en de opdracht had de
prinses zoveel mogelijk te vervreemden van Frankrijk en haar Franse fa
milie.
Maarde graaf van Provence was op de hoogte van de berekeningen
van het Weense hof en deed een tegenzet. Nog steeds hoopte hij op een toe
komstige herstel van het huis der Bourbons, en hij wilde zijn nicht stevig
aan Frankrijk binden. Hij verklaarde dat het altijd de wil van zijn gestor
ven broer was geweest dat zijn dochter zou trouwen met de graaf van Ar-
tois, de zoon van zijn jongste broer. Voordat zij zich nog op de een of ande
re manier aan het Weense hof had kunnen verplichten schreef hij haar
over deze kwestie in het geheim. Zij antwoordde hem dat haar vaders wens
heilig voor haar was en beloofde op geen enkel huwelijksvoorstel in te gaan.
Nog was haar oom niet gerustgesteld. In zijn brieven bleef hij voortdu
rend trachten de prinses sterker aan zich te binden. In de meest vurige be
woordingen schreef hij over het verlangen van zijn neef, de hertog van
Angoulême, een persoonlijk onderhoud met haar te hebben. De prinses was
voorzichtig; zij sloeg een voorstel om de hertog in het geheim te ontmoeten
af uit de overweging dat een mogelijke ontdekking alleen haarzelf maar
zou kunnen schaden. Zij moet een sterke persoonlijkheid zijn geweest, want
haar Weense omgeving heeft haar niet noemenswaardig kunnen beïnvloe
den. In zijn ijver overdreef de graaf in zijn beschrijving van de liefde van
zijn neef aan wie de „onuitwisbare gedachtenis aan het jonge meisje uit de
xijd vóór haar gevangenschap steeds voor ogen zweefde. Marie Thérèse
bleef onbewogen onder deze vleierijen en berichtte haar oom dat ze haar
belofte zou houden, maar voordat de vrede tussen Oostenrijk en de Repu-j
bliek tot stand gekomen zou zijn wilde ze niets doen. Haar houding ten op-
zichte van haar Oostenrijkse familie veranderde ze niet en de /aadgevin-1
gen die haar oom haar dienaangaande gaf sloeg ze in de wind.
Toen ze eenentwintig jaar was vond het huwelijk plaats. Zij reisde naar
Mittau in Koerland, waar Lodelijk XVin in die dagen met een klein ge
volg verblijf hield. Op last van tsaar Paul I, de zoon van Katharina de
Grote, moest hij deze wijkplaats, die de tsaar hem zelf had aangeboden,
verlaten. In sneeuw en ontzettende kou trok het kleine gezelschap, deels te
voet, deels per rijtuig uit Mittau weg. De hertogin klaagde niet, zij toonde
tegen de ontberingen bestand te zijn en sprak haar oom moed in. Toen het
geld opraakte verpandde ze haar diamanten. Na veel aarzeling stond Frede-
rik Wilhelm III hen tenslotte een verblijf te Warschau toe, waar zij leefden
onder de titel van de graaf van Rijssel en de markiezin de la Meilleraye.
Ook later in haar leven heeft de hertogin van Angoulême blijk gegeven
van haar dapperheid. Toen Napoleon van Elba terugkeerde en de juist in
zijn eer herstelde koning Lodewijk VXIII verjoeg bleef zij met haar vol
gelingen ijveren voor het koningschap. Ze gunde zich weinig rust. Als een
man vuurde ze haar getrouwen aan zich tegen de keizerlijke troepen te ver
zetten. 's Nachts las ze rapporten en schreef ze aan de aanvoerders der
Royalisten in de Vendée. Haar nederlaag droeg ze waardig. En Napoleon
zelf heeft haar fierheid bewonderd.
Opnieuw trok ze zich in ballingschap terug. Van de historische betekenis
der gevolgen van de Revolutie heeft ze niets bespeurd, althans nooit heeft
ze daarvan iets willen erkennen. Het doel waarvoor ze streed was: het her
stel van de oude monarchie en de rehabilitatie van het Bourbonse huis.
Haar invloed op de regering van Lodewijk XVTII en later van haar schoon
vader Karei X tijdens de tweede Restauratie kwamen haar huis niet ten
goede. In de loop der gebeurtenissen zag ze alleen de smaad die men het
Franse koningshuis telkens weer opnieuw aandeed, en dit doodde haar in
teresse in wat buiten haar naaste omgeving gebeurde.
Men heeft haar kwalijk genomen dat zij een zekere Naundorff, die be
weerde als dauphin in de Temple gezeten te hebben en na met een kind
van gelijke leeftijd te zijn verwisseud door aanhangers der Bourbons te zijn
ontvoerd, niet heeft willen ontvangen op zijn herhaaldelijk verzoek.
HISTORICI hebben zich veel later met deze kwestie bezig gehouden. Het
staat wel vast dat het in de Temple gestorven kind de dauphin niet
geweest kan zijn, maar een zwaar tuberculeus kindje dat even oud was
Al tijdens het leven van de hetogin hebben velen zich met de zaak be
moeid. Onder royalisten was het bekend dat de jonge dauphin werkelijk
was ontvoerd uit de Temple, en van de verwarring die heerste hebben
sommigen gebruik gemaakt om aanspraak te maken op de rechten van de
troon. Zij werden allen ontmaskerd, alleen Naundorff niet. Wèl werd door j
de rechtbank beslist dat zijn bewering vals was, maar wanneer men hem
trachtte te legitimeren leidde het spoor steeds naar Versailles 'terug. Oude
dienaren van de koninklijke familieleden wa'ren na een gesprek met hem
vast overtuigd van het feit dat hij de werkelijke dauphin, de zoon van Ma
rie Antoinette en Lodewijk XVI, die in de Temple werd opgesloten, was.
Zij kregen deze overtuiging door middel van jeugdherinneringen die hij
hun vertelde en door lichamelijke kentekenen. Zij waren eenvoudige mem
sen die geen enkel belang bij een dergelijke bewering konden hebben. An
deren hadden dit wel. Want als Naundorff werd erkend zouden Lodewijk
XVIII en Karei X beiden onbewust onrechtmatige aanspraken op de troon
hebben doen gelden.
Naudorff zélf verlangde naar een onderhoud met de hertoging. Tot hen
die dit konden bewerkstelligen smeekte hij: „Laat mijn zuster mij zélf zeg
gen dat ik niet haar broeder ben, en ik zal mij voor altijd in de diepste ver
getelheid terugtrekken. Maar laat ze het mij in mijn gezicht zeggen." De
hertogin weigerde.
Vele geschiedkundige onderzoekers zijn tot de conclusie gekomen dat
Naundorff inderdaad „l'ennfant du Temple" is geweest. In Europa waren
koningin Victoria, keizer Wilhelm I en koning Willem II eveneens van zijn
koninklijke afkomst verzekerd. De laatste heeft hiervan voor de gehele we
reld getuigd toen hij na Naundorff's dood in Delft het grafschrift liet aan
brengen: „Hier rust Louis XVII, koning van Frankrijk en van Navarre,
Charles Louis, hertog van Normandië". Tijdens zijn leven ontving hij te
Delft voor zijn gezin van de koning financiële steun.
Waarom die weigering van de hertogin?
Men heeft wel gezegd dat teveel mensen belang bij een dode dauphin
hadden. Ook is geïnsinueerd dat de hertogin niet het meisje was dat in de
Temple gevangen heeft gezeten. Hier zou eveneens sprake zijn van een ver
wisseling, namelijk vlak voor het moment van uitwisseling aan de grens.
Men heeft bewijzen voor deze theorie trachten aan te voeren. Eén van die
bewijzen is de vondst van het originele dagboek van de prinses dat zij bij
hield in de Temple. Het komt wel in grote trekken overeen met het af
schrift dat veel eerder en met toestemming van de hertogin werd gepubli
ceerd, maar niet wat het karakter van de schrijfster betreft. Hebben haar
jeugdherinneringen haar pas later zo doen veranderen, vroeg men zich af.
En zo hangt over het leven van deze vrouw een geheimzinnige waas.
J}E WERKELIJKHEID is. vaak
boeiender dan het knapste gefan
taseerde verhaal. Dat bewijst opnieuw
de film, welke het werk van de be
kende Abbé Pierre onder de titel van
„De voddenrapers van Abbé Pierre'
weergeeft, niet in een gedramatiseer
de of geromantiseerde vorm maar ge
heel volgens de werkelijkheid.
De befaamde Franse priester, de
apostel der daklozen, getuigt het zelf
in een inleiding, dat de film naar
waarheid weergeeft, wat hem en zijn
medewerkers is overkomen, toen zij
hun actie begonnen, al is het nodige
veranderd om het intieme leed van
elkaar te sparen. Al de details zijn
evenwel waar en deze wetenschap,
dat alles klopt met de feiten, geeft de
toeschouwers de overtuiging niet al
leen, dat er onnoemelijk veel leed is,
maar ook, dat er zcveel gedaan kan
worden om dat leed te verzachten als
er mannen zijn, die evenals deze
priester durven aanpal ken, ook daar
waar schijnbaar geen uitkomst meer
is.
Het gaat niet alleen om Abbé Pier
re, maar vooral ook om de medewer
kers van hem; mannen die als het
ware uit de goot opgeraakt waren,
zwervers en ex-gevangenisboeven,
die door de wereld en door hen zelf
ook als milukkelingen werden be
schouwd. Zij waren de eerste bewon-
ners van Emmaüs, een oud vervallen
huis in de omtrek van Tarijs, en met
deze uitgestotenen van de maatschap
pij begon Abbé Pierre zijn apostolaat
onder de daklozen. Zij bouwden wo
ningen, de een na de ander met het
geld, dat de priester op alle mogelijke
en onmogelijke manieren bijeen wist
te brengen. Het was tenslotte een
oude voormalige voddenraper, die op
het lumineuze idee kwam om de
stortplaatsen van vuilnis in de omge
ving van Parijs te gaan doorzoeken
en daarmede verschaft hij aan het
werk de nodige financiële basis. De
ene helft der werkgemeenschap door
zocht de vuilnishopen en de andere
helft bouwde barakken.
De film vertelt niet alleen op vaak
humoristische wijze var» het zwoegen
van dit zonderlinge gezelschap, maar
ook van hun tegenslagen en inner
lijke moeilijkheden. De voormalige
boeven waren in Emmaüs niet op
eens heiligen geworden; zij konden
hun oude aard maar moeilijk verloo
chenen en vervielen wel eens in hun
vroegere zonden. Dat gaf moeilijkhe
den en interne spanningen, waarme
de Abbé Pierre heel wat te stellen
had, maar het werk ging door, omdat
het noodzakelijk was. „Je moet er
mee door gaan, zegt de Abbé lang
nadat je er al schoon genoeg van
hebt."
r\E FRANSEN hebben van de „Vod-
denrapers" een buiengewoon
boeiende en ontroerende film weten
te maken. Zij hadden de werkelijk
heid als een vaststaand gegeven te
aanvaarden, maar het is desalniette
min een kunst de feiten zó te groepe
ren, dat zij appeleren aan het gevoel
van de toeschouwers, dat zij gaan le
ven en ontroeren. Het is inderdaad een
aangrijpende, pakkende, eerlijke en
Let goed
op Uw brievenbus
\TIS proefzakje van het
af was wonder PRIL in Uw
brievenbus
Pril - die U de afwas tot een peuléschilletje maakt!
Benut dus dat proefzakje èn bewaar het ledige
zakje. Telkens als U een pak Pril koopt, stopt U er de
bovenklep in, want voor het met 3 bovenkleppen ge
vulde zakje geeft Uw winkelier U
De sympathieke
Persil-spaaractie gaat
door, ook in 1958!
Op het Prilpak
komen 3
spaaremmertles
voor. Knip ze
uit! Uw
jrenigingskas
larterwel bij.,
ATTENTIE
U kunt zelfs vaker GRATIS een pak Pril
krijgen. Uw winkelier heeft proefzakje»
in voorraad en deze aanbieding geldt tot
31 december. Dus: bovenkleppen sparen 1
Pril is een^^produkt
Advertentie.
duikt naar donkere diepten
Abbe Pierre (rechts) en enige van zijn medewerkers.
realistische film geworden, die voor
menigeen een openbaring zal zijn,
een openbaring van heldendom te
midden van een zee van misère.
De film, die deze week in Casino
draait, is toegankelijk voor pérsonen
boven de 14 jaar.
Beledigende
opschriften
Een huisvestingsrel brengt op het
ogenblik veel beroering in Wassenaar.
Het gaat om een pand in de Narcis
laan, waar de eigenaar onlangs uit
zijn van gemeentewege gevorderde
woning is gezet.
Deze eigenaar, de heer T. C. Swart,
kocht een paar jaar geleden een leeg
staand pand in deze gemeente en
meende voldoende toezeggingen te
hebben om dit pand z*lf te kunnen
bewonen. Dit werd echter afgewim
peld, en ten slotte ging de gemeente
tot vordering over.
Nu woont e. een politieman op de
eerste etage, terwijl de rest van het
huis leegstaat.
Verleden week zaterdag is het tot
een uitbarsting gekomen, toen de
eigenaar zicht met drie arbeiders
naar het huis begaf om enige lampen
op te hangen in het leegstaande ge
deelte.
Daar er geen aparte meter voor gas,
elektriciteit en water waren, liet de
heer S. de leidingen afsluiten, zodat
de bovenbewoners zonder gas, elek
triciteit en water kwamen te zitten.
Bovendien liet hij met verf opschrif
ten op de ramen aanbrengen, welke
de Wassenaarse politie beledigend
vond. De gemeente Wassenaar heeft
daarop een aanklacht ingediend we
gens belediging, waarop de heer S. op
zijn beurt een aanklacht indiende te
gen de politie.
„Het Wassenaarse huisvestingsbu
reau zegt, dat de heer S. enige jaren
geleden, toen hij zijn vroegere huis in
Wassenaar van de hand. deed, een
verklaring heeft getekend, dat hij
geen aanspraai. meer zou aken op
woonruimte in deze gemeente.
Dat Je heer S. on^ngs toch een
vestigingsvergunning kreeg voor het
onbewoonde gedee'te van het huis,
dat hij lee. gekocht had, is volgens
de plaatselijke instanties een logisch
uitvloeisel ven de nieuwe huurwet.
Dv. inwonende agent stond volgens de
gemeente op do urgentielijst.
Men beschouwt het optreden van
de heer S. als plagerij om de agent
met het gezin van c1 etage weg te
krijgen.
(Van onze correspondent).
HAMBURG (T.E.P.) De scheeps
bouwer Henry Hartung heeft zich
aan het werk gezet, de technische we
reld voor een duikapparaat te inte
resseren, dat tot op 7000 meter diep
te in zee zal kunnen afdalen.
Sinds anderhalf duizend jaar gele
den waaghalzen voor het eerst voor
langere tijd diep in zee doken, heb
ben berichten over de wonderen van
de zee de mensen niet meer met rust
gelaten.
Omstreeks 1500 ontwierp Leonardo
da Vinei, een technisch genie, een
voorloper van de snorkel, een lange
bamboestok, die door een stuk kurk
boven water gehouden werd, moest
de duiker van lucht voorzien. In 1536
konstrueerde de Italiaan di Lorena
een duikklok. Het was een kleine kist
met galzen ramen, die aan de onder
kant open was en waarin de duiker
goedvastgebonden hing.
De uitvindingen uit de oude tijden
werken wel sterk op de verbeelding
maar hebben slechts weinig prak
tisch nut gehad. Men kende nog niet
te wetten van de luchtdruk, de lucht
ledigheid, de samenstelling van de
lucht en de rol die ze speelt bij de
ademhaling.
In onze eeuw kwam Professor Pi-
card met de „Batyscaph". In 1953
drong Picard in zijn kogel door tot
op een diepte van 3150 meter.
De diepzee-helikopter van Henry
Hartung zal tweemaal zo diep duiken.
Dit toestel, ontworpen na^r het prin
cipe van de helikopter, heeft een gro
tere wendbaarheid en minder water-
weerstand, dan elk toestel dat eraan
voorafgegaan is. Het schroeft zich door
middel van twee propellers in de
diepte; een wendbare staartschroef
vervangt het roer. Licht-benzine in
de holle lichamen maken de boot ge
wichtloos. De met de diepte snel kou
der wordende temperatuur van het
water maakt dat de benzine in de
tanks samentrekt, er komt water voor
in de plaats, waardoor het gewicht
van de boot toeneemt en hij steeds
sneller zinkt. De afgestelde of omge
keerd werkende hefschroeven kun
nen het tempo regelen. Wanneer de
boot weer naar boven moet, werken
de schroeven ook. Voor alle zeker
heid neemt men als ballast ijsblokken
mee op de diépzeereis.
Henry Hartung's onderzee-helikop
ter zal speciaal bij het zoeken naar en
bergen van wrakken van boten en
vliegtuigen goed werk kunnen ver
richten. Elektronisch geleid zal hij
met 'snijbranders, staalscharen, tan
gen en grijpers het vrak aanpakken.
Voor de toekomst zal hij echter nog
geheel andere belangrijke werken
kunnen verrichten: meststoffen, me
talen, aardolie en zeeplanten zal hij
uit de diepte van de zee kunnen win
nen. Momenteel reeds levert de zee
jaarlijks 25 tot 30 n iljoen ton vis.
plankton en onderwaterplanten, die
tot smakelijk voedsel verwerkt wor
den. In Noorwegen en Engeland ge
bruikt men al zeewier-meel als
krachtvoer voor het vee; Japanse
spijskaarten prijzen eeds verschil
lende algengerechten aan. Het staat
vast, dat in de toekomst steeds meer
voedsel voor mens en dier uit de
diepten dei zee gehaald zullen wor
den.