Oranje-elftal won ook de tweede
wedstrijd van Luxemburg5-2
Groots
werd
in de
teleurstelling
eerste
na de
Spelverloop in de wedstrijd
Nederland-Luxemburg
Een erepiaatje in tie
krant voor
61 000 Toeschouwers
bij de wedstrijd
Schwartz tevreden, Kruy ver niet
DONDERDAG 12 SEPTEMBER 1957
HE LE1DSE COURANT
PAGINA 7
Toen de rust In de wedstrijd Luxem- I verder wel? Was het vermoeidheid die
burgNederland, de tweede wedstrijd zich bij de oudjes en dat moet on-
in de voorronden van het wereldkam-1 getwijfeld van het binnentrio Rijvers,
pioenschap, gistermiddag in het Feyen- Lenstra, Wilkes, gezegd worden deed
oord Stadion te Rotterdam gespeeld, met gelden? Wij weten het niet en niemand
4—1 voor de Oranjeploeg inging, was zal er wel de juiste verklaring voor
er geen twijfel aan, dat de Nederlandse kunnen geven, maar een feit is, dat
ploeg zou winnen en toen vrij spoedigde tweede speelhelft wel een scherp
na de hervatting de voorsprong der Ne- contrast te zien gaf bij het spel van
derlanders nog werd vergroot, leek het, de eerste helft. Alle glans was verdwe-
of deze wedstrijd een débficle voor de nen. De zo met smaak en kunstig op-
gebouwde combinaties waren als sneeuw
voor de zon verdwenen, het listige aan-
valsspel van Abe Lenstra kregen we
niet meer te zien, Wilkes scheen op
zijn lauweren te gaan rusten, Van der
Kuil deelde in de malaise en alleen
Rijvers, die voor de rust geen opmer
kelijke dingen had laten zien, kwam zo
nu en dan eens uitermate goed voor
de dag, ook al had zijn optreden geen
direct succes meer.
Het werd een bittere pil voor de toe
schouwers, het werd een desillusie voor
de fotografen, die zich na de rust meer
dan ooit achter het Luxemburgse doel
hadden opgesteld om de vele te ver
wachten doelpunten op de gevoelige
plaat ..vast te leggen
En we zeiden het hierboven reeds:
alleen het pittige aanvalsspel van de
gasten was nog in staat wat kleur en
leven aan het plots verdoofde en ver-
glansde spel van de Oranjeploeg te
brengen. Dit was trouwens mede een
gevolg van het feit, dat de verdediging
Luxemburgse spelers zou worden. Die
prachtige voorsprong na zelfs een 01
achterstand, die natuurlijk eerst weer
moest komen om de onzen wakker te
schudden, was verkregen door vaak
briljant spel van de spelers individueel
maar vooral ook als ploeg. Vooral dit
laatste en het stemde tot verheugenis,
dat nu eindelijk weer eens 'n doelpunt-
makende voorhoede in elkaar was ge
zet, een voorhoede, waarvan zelfs de
linkervleugel maar heel matig voldeed.
Een voorhoede, die gedurende ongeveer
een half uur van de eerste helft speelde
zoals het wilde, een voorhoede, die de
tegenstanders volkomen overklaste en
de verdediging tot wanhoop bracht. In
die voorhoede speelde Abe Lenstra weer
een prima partij. Hoewel niet gewend
op de midvoorplaats, deed hij daar uit
stekend werk, want ook als binnenspe-
ler verstond hij altijd de kunst openin
gen te maken, uitgerekende passes aan
zijn medespelers te geven, terwijl hij
evenmin schroomde op zijn tijd met
enkele doelpunten effect aan het voor-
hoedespel te geven, maar wat hij gis
termiddag liet zien, leverde toch wel het
bewijs, dat men met een geboren voet
baller te doen heeft. Nog meer dan
anders vlocht hij steeds weer een kun
stig combinatiespel in elkaar, waarin hij
alle spelers van de voorhoedebetrok
en zo nodig ook half spelers liet delen;
hij dirigeerde, dribbelde zelf indien het
nodig was en verraste de tegenstanders
dikwijls met zovele kunstige schijnbe
wegingen, dat zijn spel een lust voor
het oog was. Wanneer hem de bal werd
toegespeeld, verwachtte men veelal, dat
hij in razend tempo met de bal zou mee
gaan, maar dan kwam er een dood-
nuchter tikje met zijn voet van de al
lure, dat men de bal het werk moet
laten doen. Uit hoeveel directe of in
directe duels Abe als overwinnaar in
die eerste helft naar voren is gekomen?
Wij weten het niet, maar zeker is, dat
hij zich in alle opzichten de meester
van zijn tegenstanders toonde.
En naast hem zagen we een Faas Wil
kes, niet zo best als we vroeger wel
van hem gezien hebben, maar toch al
tijd een virtuoos, als men hem het vuur
te na aan de schenen legde, al deed
zijn spel menigmaal wat stroef aan en
daarnaast een altijd actieve, bereidwil
lige Van der Kuil, die in snelheid, tech
niek en tactiek tot verrassende dingen
in staat bleek en uit wiens gevaarlijke
voorzetten drie fraaie doelpunten voor
Nederland ontstonden. Naast deze drie
moest het spel van de linkervleugel wel
onvolkomen zijn met een Rijvers, die
blijkbaar nog niet geheel fit was, al
deed hij na de rust individueel soms
opmerkelijke dingen en als vleugelman
een Noud van Melis, die j
noeg niet op de hem geëigende plaats
stond, daardoor teveel naar binnen af
dwaalde en ook met zijn schoten niet
bijster gelukkig was, al was hij bij en
kele doelpunten betrokken en scoorde
hijzelf eveneens eenmaal'.
Als men dit loflied op de verrich
tingen van de nieuwe Oranje-voorhoede
van oud-spelers leest, moet het wel ver
wondering wekken, dat wij met het pu
bliek toch maar heel slecht te spreken
zijn over de einduitslag, die tenslotte
52 voor Oranje werd.
En dat komt, omdat na het briljante
half uur voetbal een tweede helft volg
de, die in meer dan één opzicht teleur
stelde. Die voorhoede leek, toen na tien
minuten in de tweede helft Noud van
Melis uit voortreffelijk werk van Van
der Kuil de stand op 51 had gebracht,
ineen te schrompelen. Plotseling leek
het of alle fut ineens was verdwenen,
of de spelers verzadigd waren. Een
juiste verklaring van die totale omme
keer zal wel door niemand naar waar
heid kunnen worden gegeven, men kan
er slechts naar gissen hoe een voor
hoede, die tot zulke prachtige dingen,
tot zulk hogeschoolvoetbal in de eerste
helft in staat was, zó kon afzakken, dat
het aanschouwen van het verdere ver
loop van de wedstrijd slechts verveling
kon brengen, waarbij men al dadelijk
de indruk kreeg, dat de wedstrijd reeds
een half uur voor het einde bezig was
als een nachtkaars uit te gaan, ware
het niet, dat het toen juist de Luxem
burgers waren, die door enthousiast en
vaak kundig spel nog voor tenminste
enige aantrekkelijkheid zorgden.
Een verklaring is moeilijk te geven.
Waren de spelers verzadigd door die
vijf doelpunten en geloofde men het
Het eerste Nederlandse doelpunt van
de voet van Abe Lenstra, die men hier
met de handen reeds in de hoogte, op
de grond ziet liggen achter de Luxem
burger Heinen.
leiding was een schijnbaar onbelangrijk
duel in het middenveld tussen rechts
half Jan Notermans en de voor de
Franse profclub Nice uitkomende Nü-
renberg. De Luxemburgse prof won dit
gevecht, een pass naar de in het cen
trum vrijstaande Fiedler volgde. Enkele
passen liep de Luxemburgse debutant
nog, voor hij een laag en gericht schot
afvuurde. Even weifelde De Munck of
hij zou uitlopen of niet, doch voor de
Luxemburger had geschoten was de Ne
derlandse doelman in feite al geslagen
(1—0).
Wel slaagden de gasten er nog enkele
malen in gevaarlijk dicht tot De Munck
door te dringen, doch zij konden niet
verhinderen, dat de Nederlandse ploeg
langzamerhand het initiatief overnam.
Gaandeweg werd de druk sterker. Toen
Abe Lenstra met een messcherpe pass
Van der Kuil kon bereiken en de Ajax-
speler een tikje naar Wilkes gaf, kon
Kettel het schot van de lange VW-er
nog ten koste van een hoekschop keren.
ABE MAAKTE MEESTERLIJK
GELIJK
Maar even later was het raak. Abe
Lenstra, verrassend actief, bleef passes
uitdelen. In de 15e minuut probeerde
hij het alleen. Nadat hij via Van Melis
en Wilkes in het bezit van de bal was
gekomen, rukte hij op door het cen
trum. Een simpele schijnbeweging was
genoeg om stopper Mond te passeren en
de directe weg naar het doel vrij te
maken. Even wachtte Lenstra en Mi-
chaux dacht nog een kans te hebben.
Hij liep op de Nederlandse aanvals
leider toe en deed precies wat Lenstra
wenste. Tot op enkele meters liet deze
Michaux naderen, toen volgde een ver
raderlijk tikje waardoor de bal links
van de keeper over de doellijn ging
(1—1).
Het „ging" in de voorhoede. Het bin
nentrio RijversLenstraWilkes door
sneed met vloeiende combinaties keer op
keer de verdediging van de bezoekers.
Wel bleven doelpunten voorlopig nog
uit, doch het werd duidelijk, dat de
Luxemburgse defensie overspeeld zou
worden.
der gasten niet onaanzienlijk was ver
sterkt doordat de aanvankelijk links
binnen spelende Nürenberg als kanthalf
was gaan spelen en een belangrijke
plaats in de verdediging was gaan in
nemen, die meestal tot zes man was
versterkt en die bovendien niet in het
minst zonder succes haar heil zocht in
de buitenspelval. De Nederlandse ploeg
had dit moeten doorzien en veel meer
dan daarvoor het geval was het spel
over de vleugels moeten gooien, van
waar alleen nog enig heil te verwachten
zou zijn geweest. En met aller samen
werking heeft de ploeg der gasten er
tenminste nog iets van gemaakt, al bleef
het peil te laag voor het begrip van
profvoetbal in Nederland. Toch ver
dient het spel der Luxemburgers een
pluim. Leek het of de gasten in de eer
ste helft reeds uitgespeeld waren, na
de hervatting bleek, dat zij lang nog
niet gecapituleerd hadden. Zij wierpen
zich telkens met nieuw élan in de strijd
en gaven zich niet gewonnen, voordat
het eindsignaal weerklonk. De gasten
hadden het eerste woord gehad door
dé score te openen, toen zij niets te
verliezen hebbend, vochten voor een zo
goed mogelijk resultaat, zij hadden ook
het laatste woord, toen zij na ongeveer
een kwartier in de tweede helft de
stand op 52 brachten, hetgeen ook de
eindstand zou worden. Dat einde heb
ben velen al niet meer beleefd, want
reeds duizenden hadden vóór het eind
signaal weerklonk het stadion ver
laten.
Na 0-1 op 5-1 en 5-2 tot slot
Jean Pierre Fiedler, de enige debu
tant in de Luxemburgse ploeg, werd
er voor omhelsd. In de vijfde minuut
van- de wedstrijd LuxemburgNeder
land zorgde de 22-jarige linksbuiten van
de ploeg uit het Groothertogdom voor
een sensatie: tegen de verwachting in
was het deze Luxemburger, die de score
opende en die er dus zowaar voor
zorgde, dat zijn ploeg de leiding kreeg
in de ontmoeting met het sterk favo
riete Nederlandse team. Nederland heeft
teruggeslagen, hard en meedogenloos,
het werd tenslotte 52 voor het Oranje
team. Een overwinning bevochten door
goed, vaak zelfs briljant spel in de eer
ste helft, maar een teleurstellende twee
de speeltijd.
TOSS VERLOREN
Het massale Feyenoord Stadion deed
triest aan. Triest, omdat er bij de aan
vang van de ontmoeting nog heel wat
plaatsen onbezet waren. triest ook om
dat de zware bewolking, de overdrijven
de wolkenmassa's en een druilerig re
gentje de omstreeks 61.000 toeschouwers
bij tijd en wijle lieten merken, dat de
herfst nu toch werkelijk in aantocht is.
Na de volksliederen gespeeld door
de Shell Harmonie en slechts schuchter
op de tribunes meegezongen mocht
van de Luxemburgse ploeg, de gerou- i
der Hart met de aanvoerder
tineerde Letsch, gaan tossen. De Neder
landse stopper verloor de toss, zodat
Abe Lenstra, de Nederlandse aanvals
leider die na bijna een jaar afwezigheid
weer in de nationale ploeg was opge
nomen, mocht aftrappen.
De eerste aanval liep vast op de Lu
xemburgse kanthalf, Kettel, die kenne
lijk in deze eerste fase van de strijd
geen enkel risico wenste te nemen en
van ver op doelman Michaux terug
speelde.
Voor deze onvoorzichtigheid van Ket
tel was weinig reden, want de Neder
landers en dan in het bijzonder de
verdedigers zagen in de eerste tien
minuten slechts een enkele maal kans
tot weldoordachte combinaties te komen.
Het werd in den beginne zelfs erg
onprettig voor doelman De Munck.
Rechtsbuiten Halsdorf was de eerste die
het de „zwarte panter" lastig maakte
met een geplaatste omhaal.
ACHTERSTAND
Het klopte niet in de Nederlandse
verdediging. Tot twee maal moest De
Munck direct al in actie komen. Nog
waren vele laatkomers niet op hun
plaatsen of de eerste treffer viel. En
nog wel' aan Nederlandse zijde. De in-
Het derde Nederlandse doelpunt, even
eens door Lenstra gescoord.
De duizenden op de tribunes moesten
nog even geduld hebben. Maar toen
konden ze toch Juichen. In twee minu
ten brachten Wilkes en Lenstra de stand
van 11 op 31.
Na 27 minuten werd Piet van der
Kuil op de rand van het strafschop
gebied ongeoorloofd aangevallen. Een
indirecte vrije trap volgde. Het schot
van Wilkes stuitte af op het „muurtje",
doch opnieuw kwam de bal in bezit
van een Nederlander, in bezit van Van
Melis, die naar de op de linksbuiten
plaats staande Rijvers centerde. Een
trekbal naar Wilkes volgde, en deze
profiteerde van de kans: hard en
schoot hij van dichtbij in (21).
ABE: DERDE TREFFER
Nauwelijks een minuut later zorgde
Abe voor de derde treffer. Bijzonder
knap speelde Jan Notermans in
middenveld de bal vrij. Vlak langs
linksback Heinen centerde Notermans
naar Van der Kuil. Heinen deed een
vertwijfelde poging om de bal te onder
scheppen, die poging faalde en daardoor
was de Luxemburger gepasseerd. Tot
dicht bij de doellijn liep Van der Kuil
door, daarna kreeg .Lenstra de bal te
rug en van dichtbij kon de Fries ge
makkelijk scoren (31).
tekende niet dat de Luxemburgers niet
gevaarlijk waren. De geroutineerde
Letch en de bekwame Nürenberg sticht
ten herhaaldelijk verwarring in de Ne
derlandse defensie. Bijna was Letch in
een snelle sprint eenmaal Van der Hart
te snel af. Een prachtig getimede sliding
bracht de Nederlandse aanvoerder ech
ter weer in het bezit van de bal.
Bijzonder actief bleven de spelers
van het Oranje-team. Zo bepaalde Len
stra zich bijvoorbeeld niet tot alleen
het opbouwen van de aanval, zelfs kwam
hij enkele malen in het eigenstrafschop
gebied terug. Fel attaqueerde hij de
doorgebroken rechtsbuiten Halsdorf, toen
deze van dichtbij een schot wilde lossen.
VAN MELIS: 4—1
Nog voor de rust zou de dadendrang
van de Nederlandse aanvallers oorzaak
worden van een vierde doelpunt. Listig
veranderde Van Melis in het doelgebied
een ver schot van Notermans van rich
ting en voor Michaux begreep wat er
was gebeurd, lag de bal al in het net
(4—1).
Daar bleef het bij in deze eerste helft.
Na een dankbaar applaus van de tien
duizenden konden de spelers gaan rus
ten. Het kon niet anders zo dacht
men althans of dit tempo was voor
de Luxemburgers moordend en in die
tweede helft zou het slechts een kwes
tie van voltooien van de opdracht zijn.
Na de hervatting verwisselden links
binnen Nürenberg en linkshalf Kettel
van plaats. Tot verwondering van de
toeschouwers bleek de ploeg van het
Groothertogdom helemaal niet genegen
het verzet zonder meer te staken. De
omzetting in het team had de weer
stand versterkt en het elftal, dat na
de eerste 45 minuten al „uitgespeeld"
leek, kwam terug.
Zeker, Rijvers bracht na 9 minuten
de stand op 51. Maar bij dit wapen
feit, dat werd ingeleid door een Van
der Kuil, die dribbelend met de bal
(Advertentie).
De wedstrijd LuxemburgNeder
land is bijgewoond door 61.000 toe
schouwers. Dit werd gisteravond
door de heer Van Krimpen, direc
teur van stadion-Feijenoord, mede-
gedeeeld. De Luxemburgse offi
cials en spelers toonden zich zeer
verheugd over dit hoge aantal.
een niet-gedekte speler zocht en einde
lijk de bal tussen de verdedigers naar
Rijvers toe kon schuiven, bleef het toch
wel. Een minuut later moest De Munck
zich al voor Kettel werpen om deze
een scoringskans te ontnemen. Steeds
weer kwamen de rood-witten terug.
Plotseling stond Letch, na een diepte
pass uit het middenveld, vrij voor De
Munck. Dankbaar maakte hij gebruik
van een dekkingsfout van Kuys en Van
der Hart, door met een laag schot De
Munck kansloos te maken (52).
In de kleedkamers:
Het was niet te ontkennen: de Lu
xemburgse aanvallen waren gevaarlijker
dan die schaarse attaques van de Ne
derlanders. De Munck kreeg het druk.
Net had hij een schot van middenvoor
Kohn gestopt, toen deze een duel met
Van der Hart won, of de Nederlandse
doelman moest door snel uitlopen weer
een aanval onderbreken.
Het werd duidelijk: de ploeg die uit
gespeeld leek, zou niet capituleren. Zelfs
had het er alle schijn van dat het eer
der de Nederlanders zouden zijn, die
een tekort aan adem zouden krijgen.
Zo goed als de aanval van het oranje
team voor de rust had gespeeld, zo
slecht ging het nu. De passes werden
onzuiver, het tempo zakte en te weinig
stonden onze aanvallers „vrij". Ja, in
dividueel verrichtten een Wilkes, een
Lenstra en een Van der Kuil nog veel
goede dingen, doch de vloeiende com
binaties waren verdwenen.
Toen de Engelse scheidsrechter Mur
doch voor de laatste maal floot, was
het slechts een zwak applaus waarmee
de spelers werden beloond. Ker elijk
waren de tienduizenden die eerste helft
al vergeten en nog te goed herinnerden
zij zich het spel van de Nederlanders
na de hervatting.
„Ik heb in mijn lange voetballoopbaan j
nog maar zelden gezien dat een elftal
in beide speelhelften tot zeer gced spel
komt, natuurlijk ben ik tevreden. Het is
toch menselijk, dat een ploeg, die bij de
rust met 41 voorstaat, het wat kal
mer aan gaat doen". Met die woorden
ontving Elek Schwartz ons in de Ne
derlandse kleedkamer na de wedstrijd.
„Natuurlijk, het publiek is in die eer
ste helft verwend en het valt niet mee
tegen een ploeg, die tot de laatste mi
nuut verwoed door blijft vechten, twee
maal 45 minuten goed voetbal in hoog
tempo te spelen. Elke actie heeft nu
eenmaal zijn reactie", was de nuchtere
analyse van de Nederlandse bondscoach.
De heer G. Kruyver, voorzitter van
de technische commissie, liet een iets
minder optimistisch geluid horen. „Neen,
geheel tevreden ben ik niet, daarvoor
viel het spel in de tweede helft teveel
tegen. Overigens, ik geloof dat de oor
zaak van het minder goede spel na de
rust voor een groot deel moet worden
gezocht in het feit, dat de zeer goed
spelende en fel aanvallende Victor Nü
renberg als tweede stopper fungeerde".
Faas Wilkes vond het, in zijn geheel
genomen, zeker geen slechte wedstrijd.
„In de eerste heift gelukte alles, maar
wanneer je bij de rust met 41 de lei
ding hebt, dan is het bijna niet te ver
mijden, dat je het wat rustiger aan gaat
doen en wat minder risico's neemt.
Maar ja. Het laatste schijnt altijd het
belangrijkst, daar blijven de mensen
aan denken. Wanneer wij bijvoorbeeld
bij de rust met 11 gelijk hadden ge
staan, na een matige eerste helft en
wanneer wij daarna een goede tweede
helft hadden gespeeld waardoor het re
sultaat 52 was geworden, dan was
iedereen enthousiast naar huis gegaan",
luidde het commentaar van de man uit
Venlo.
In dit opzicht verschilden de spelers
niet veel van mening, ook al waren zij
het er unaniem over eens, dat de
Luxemburgers zeker veel beter hadden
gespeeld dan in de ontmoeting van 20
maart j.l. Aanvoerder Cor van der Hart
merkte nog op, dat hij blij was dat deze
wedstrijd in Nederland was gespeeld:
„Want als de Luxemburgers „thuis"
hadden gespeeld, dan was het zeker
i heel wat moeilijker geweest om deze
felle en nimmer versagende ploeg te be
dwingen" vertrouwde hij ons toe.
In de Luxemburgse kleedkamer zag
men na afloop van de strijd slechts te
vreden gezichten, al waren de spelers
wel van mening, dat een kleinere marge
in de score de krachtsverhoudingen be
ter had weergegeven. „Wij hebben in de
tweede helft goed gespeeld hè" kwam
de Hongaarse trainer Handor Lengyel,
een kleine man met driftige ogen ons
vragen. Maar voor wij antvfoord /ton
den geven schalde de stem van rechts
binnen Letsch, de onvermoeibare, door
de ruimte: „Ach jo, wat geeft dat
er waren 55.000 toeschouwers, fantas
tisch".
Letsch had begrepen welke belangen
deze wedstrijd voor de Luxemburgse
voetbalbond had. in de strijd tegen de
Nederlandse semi-professionals „het
kwaliteitsverschil is groter geworden",
aldus doelman Michaux hadden de
bewoners van het Groot-hertogdom zich
bij voorbaat kansloos geacht. De uit
slag was niet belangrijk, slechts de re
cette. Want indien er een grote publieke
belangstelling was, zou de Luxemburg
se bond voor enkele jaren uit de finan
ciële zorgen zijn. Vandaar de vrolijke
gezichten.
Letsch had overigens nog wel enkele
critische opmerkingen over het Neder
landse team. „Technisch zijn de spelers
goed, maar hun conditie is mij tegenge
vallen. Als zij zo tegen Oostenrijk spe
len, dan krijgen zij het moeilijk". Hij
vond kennelijk, dat hij 'te pijnlijk tegen
ons was geweest en voegde er daarom
nog enkele „troostende" woorden aan
toe: „Maar tegen Oostenrijk zullen zij
zo niet spelen, hoor. Wij waren nu een
maal geen stimulans voor hen, vooral
niet na de 51 voorsprong. En als je
geen stimulans meer hebt, dan gaat het
niet goed", Letsch vond Van der Kuil,
Wilkes, Lenstra en Van der Hart de
beste spelers.
Doelman Michaux was vooral tevre
den over het feit, dat Nürenberg
„vijf wedstrijden in twee weken (vier
met Nice en een met het Luxemburgse
team) is te vermoeiend" in de 2de
helft als extra achterspeler had gefun
geerd. „Het heeft een catastrophe voor
komen", zei de doelman. I
Mening van de scheidsrechter.
Scheidsrechter Murdoch stak met een
brandend peukje een nieuwe sigaret
aan, toen wij bij hem de kleedkamer
binnen kwamen. „Mijn mening?" zei hjj,
inhalerend. „In de eerste helft speelde
Nederland goed, na de rust werd hel
tempo verstoord, omdat ik de strijd te
vaak wegens obstructie moest onder
breken. Wat u wat mij vooral is opge
vallen? In Engeland is het spel sneller er
daar schieten de voorhoedespelers zodru
zij bij het strafschopgebied zijn, onver
schillig in welke situatie, dat heb ik hier
gemist". (Wij hebben het van Engelse
ploegen wel eens anders gezienl Sport-
red. L. Crt.).