I OP WEG NAAR GRENS-ROMANTIEK
1 Intuïtie en verse sporen volgend
f langs stekels en zwiepende takjes.™
Kranig werk bij Leidse
Lichtfabrieken
Maar toch: geen gouden letters
in de annalen
ZATERDAG 24AUGUSTUS 1957
TTF T,FTT)<?F POTTT? AJJT
PAGINA 4
Gisteren werd een aanvang ge
maakt met de plaatsing van een van
de cylinders van de nieuwe omzet
ting s-installatie, door middel waar
van in de gasfabriek der Stedelijke
Lichtfabrieken te Leiden aardgas (of
ruwe olie) zal worden omgezet.
Nadat dezer dagen twee van de
vier cylinders, die bij een totale leng
te van bijna twintig meter aan de
voet een diameter van ruim drie-
en aan de kop een doorsnede van
5,50 meter hebben, per dekschuit aan
het terrein van de Lichtfabrieken
waren afgeleverd, arriveerde gisteren
een gigantische mobile hijskraan van
de firma Stoof uit Breda om de ko
lossen overeind te zetten.
De kraan, die een vermogen heeft
van 25 ton, had zo voor het oog
geen enkele moeite bij het om
hoog halen van het gevaarte dat 23
ton weegt. Integendeel, het was meer
een. werk van hersens dan van spie
ren om het monster tegen te houden,
zodat het niet tegen de monsterkraan
aan zou slaan. Wanneer de 2 ovens
naast elkaar op het betonnen plat
form staan, begint men ogenblikke
lijk met het inmetselen van het vuur
vaste materiaal. Volgende maand zal
het tweede tweetal ovens, dat in op
dracht van de Duitse aannemer door
Nederlandse bedrijven wordt ver
vaardigd, of» het terrein aankomen.
Omtrent de datum, wgarop de
nieuwe installatie in gebruik kan
worden genomen is nog niets bekend.
Geen rust in de Bollenstreek
In de bollenstreek kent men nu markets en de zaadwinkéls worden
geen rust. Bij de grote bollenveilin j verkocht en waarvoor men niet d<
MUNTMETER VERRUIMT DE BLIK
Aldus luidde gisteren in dit blad een
aankondiging, dat een Scheveningse
iadio- en televisiehandel het voorne
men heeft, televisieapparaten voor
de verhuur te voorzien van muntau-
tomaten.
Men vestigt de aandacht erop, dat
deze manier van blik-verruiming door
een Leidse firma reeds enige tijd
wordt toegepast en met succes.
Duitse jongen op lucht
matras in zee gedreven
Stoffelijk overschot thans
gevonden
I Het stoffelijk overschot van de 16-
jarige Duitse jongen Helmuth Dieck-
.meyer uit Ibbenhorn, die gistermid-
Idag op een luchtbed het Bloemen-
daalse strand de zee indreef en ver
dronk. is des avonds omstreeks 8
uur bij laag water ter hoogte van
„Parnassia" op het strand bij de Ken-
nemerduinen aangespoeld.
Het is naar de algemene begraaf
plaats in Bloemendaal vervoerd. De
jongen, kampeerde met zijn vader
in de Kennemerduinen.
Het zoeken naar de drenkeling was
reeds in de namiddag gestaakt.
BERGEN EISEN NIEUWE TOL.
Italiaanse gidsen hebben vrijdag
de lijken van vier Duitse alpinisten
gevonden, die in het weekeinde op de
zuidelijke helling van de Bernina om
het leven zijn gekomen.
Te Oervinia aan de voet van de
Matterhorn in Zwitserland is vrijdag
verklaard, dat sedert 7 augustus twee
Oostenrijkse alpinisten in dat ge
bied vermist worden.
LOIIOIIOIIOIIOIIO|IOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIOIIODIIOMOIIOI;OIIOIIOIIOIIOIIC3IIOIIOIIOIIOIIOIIOIIC
0
gen in Lisse is het een gaan en komen
van vrachtauto's. In de havens te
Sassenheim, Lisse en Hillegom laten
de lieren kreunend de volgepakte
kisten-met-bollen in de ruimen der
schepen zakken. In de schuren der
exporteurs zijn vele nijvere handen
bezig de bollen te tellen, te verpak
ken en in de kisten te leggen. En het
is geen zeldzaamheid, wanneer de
lichten tot diep in de nacht branden,
want de zeeboten, die de bollen naar
Amerika moeten brengen, wachten
niet.
Neen, de zomermaanden betekenen
voor alles wat bij bloembollenteelt
en -export betrokken is geen vakan
tietij d. Deze maanden zijn voor hen
de drukste van het jaar, maar de tijd
dat de exporteur bij alle drukte ook
nog de zorg van een moeilijke inkoop
had, is nu voorbij. Tot verleden jaar
moesten de inkopers stad en land af
reizen om tegen alleraardigste prij
zen de bollen in handen te krijgen.
De vraag was voor vele soorten net
iets groter dan het aanbod en dat
alles bracht met zich mee, dat het de
kweker naar de vleze ging.
De zomer van 1957 zal nu echter
niet met gouden letters in de annalen
worden geschreven, want het gaat er
nu sterk op lijken, dat de zeven vette
jaren der kwekers voorbij zijn. De
gebruikelijke uitzonderingen-op-de-
regel daar gelaten, gaan de bollen
van de hand tegen matige prijzen.
Want nog nimmer is voorgekomen,
had nu plaats: in Bovenkarspel, ,,de
hoofdstad van de kleibol" waren de
afgelopen week zo veel bollen door-
allergrootste bollen pleegt te nemen.
Tegenover een groter wordende
vraag naar bollen van tweede grootte
(geen tweede kwaliteit!) staat echter
weer de kweker met zijn voorlich
tingsdienst. Het bollenkweken is
steeds meer een wetenschap gewor- i!
den, waarin men niet meer alleen „op J r»
hoop van zegen" de bollen in de U
grond stopt, maar waarin men
goochelt met temperaturen, met be-
waartijden, enz. en waarin men
wetenschappelijk uitgekiende porties
mest toedient en men een grote apo
theek met medicijnenkast tot zijn be
schikking heeft voor het bestrijden
van alle mogelijke ziekten. De kwe
kers halen dus meer dikke bollen uit
de grond, dan men tien, vijftien jaar
geleden had durven dromen en nu j U
vraagt de export meer elven dan I
twaalvenj U
Nu het er naar uitziet, dat men dit Q
jaar voor een groter overschot van
bollen zal zitten, zijn de vergaderin- J n
gen, die men in de komende weekr
zal gaan beleggen hopelijk belangrijk, j
Daar zal o.m. aan de orde komen deM
vraag: hoeveel bollen gaan we het a.s. n
seizoen telen? Het staat reeds vast,
dat men 90 van het areaal van ver-
leden jaar zal mogen planten. Of men U
tot 100% zal durven gaan is, nu men r
vermoedelijk een groot surplus zal U
krijgen en dus een fikse surplushef- =j
fing zal moeten betalen - de vraag. 0
Het bestuur van de vereniging „De I
Tulp" adviseert de leden niet verder 0
te gaan dan 95%. Deze week zijn de
kringvergaderingen van „De Tulp" Q
\/OOR ONS IS HET OVERSCHRIJDEN VAN
de nationale grens nog altijd een gebeurte
nis met een geheel eigen bekoring. Nog steeds
tintelen onze ogen wanneer wij tegen onze reis
gezellin kunnen zeggen: „Kijk, zie je die bocht
daar? Achter die bomen ligt nou de grens". En
de keren dat wij deze ontboezemende opmer
king maakten ontvingen wij een ietwat ont
nuchterende blik terug: houd nu eens op met
dat kinderachtige gedoe. Wie vertelde ons eigen
lijk, dat vrouwen zoveel gevoel voc. romantiek
hebben?
Maar wij blijven simpel onze, in dit geval dan
maar kinderlijke, geest openstellen voor deze
niet alledaagse gewaarwording. Laat ons nu
maar rustig geloven, dat de haan aan gene zij
de van de paal anders kraait dan bij ons en dat
een hond daar beslist niet zal reageren op ons:
Fikkie, kom eens bij de baas. In de beginperio
de van ons internationaal verkeer is het zelfs zo
geweest bij deze bekentenis slaan wij voor
een moment de oogleden neer, wij bekennen dit
met schroom dat wij, na onze beide benen
in het o, zo vreemde land gezet te hebben, op
onze hurken gezeten gras en grond vergeleken
met het kluitje aarde en de grassprietjes, welke
wij uit het vaderland als studiemateriaal hadden
meegenomen. Wij zijn toen gedesillusioneerd
weer opgestaan, waarna wij balorig het ineen-
gefrommelde omhulsel, waarin eens sigaretten
van een niet nader te noemen Nederlands merk
hadden gezeten, op het puntje van de schoen
namen en terugschopten naar het land van her
komst. Daar lag het tussen de eigenheimers,
waar het (niet) thuis hoorde. Deze eigenheimers
waren overigens in zoverre verschillend van de
heimers-van-over-de-grens, dat de prijzen niet
hetzelfde waren. Dit verschijnsel heeft voor de
leek evenwel hoegenaamd niets romantisch en
mag wat ons betreft over het hoofd gezien wor
den; in landbouwpolitieke kringen zal men het
wel naar juister waarde weten te schatten.
TLTOE DAN OOK, wij beleven iedere grens-
overschrijding als iets bijna bovenaards, dat
voor slechts zeer weinigen is weggelegd op
drukke, zomerse vakantiedagen staan voor de
barrières soms kilometerslange files auto's uren
te wachten, alle behorend tot de zeer weinigen.
Maar indien wij de spanning ten top willen
voeren, wanneer wij ons de rillingen over de
rug willen laten gaan, ja dan wensen wij iets
mysterieus, en gaan wij er een clandestiene
grensovergang van maken. Wij weten best, lat
dit helemaal niet door de beugel kan en mis
schien zullen wij zelfs door het openbaar maken
van deze vakantie-genietingen de douaniers op
ons dak krijgen, maar wij kunnen het eenvou
dig niet laten en bovendien heeft het verbodene,
zoals de besten onder ons weten, een grote aan
trekkingskracht. Ook dit jaar weer hebben wij
ergens in Zuid-Limburg het experiment ge
waagd en er een wandeling van niet minder
dan 6 uur voor over gehad, dwars over de grote
hei, wadend door het schiej sneeuwwitte kris-
talzand of door modderige beekjes
Berg op, berg af spreek de inboorlingen
van dat schone land niet over heuvels, want die
kennen ze niet oostwaarts ging het naar de
verre, wazige einder, die ditmaal echter ont
brak, onttrokken aan het speurend oog door een
groen begroeide berg mijnafval, zoals er zich
hier en daar in onze mijnstreek als enorme mols
hopen voordoen. Boven ons draaiden enkele
zweefvliegtuigen, scherp afstekend tegen het
blauwe uitspansel, statig hun kringen, welke
voortdurend groter werden, want er was een
uitstekende termiek. Een verschijnsel waarnaar
wij snakten, immers de zweetdruppeltjes begon
nen zich allengs tot stroompjes te vormen. Het
was warm, zeer warm en de tocht voerde ver.
Verder dan wij voor mogelijk hadden gehouden.
Voor ons gevoel moesten we nu zo zachtjes aan
de torens van de Keulse Dom kunnen ontwaren,
doch het enige verduidelijkende waarop wij
stuitten was een bordje: Verboden te zwemmen,
dat scheef weggezakt in een niet al te helder
vennetje als een overbodige waarschuwing de
Nederlandse wet hoog hield. Eerbiedig omzeil
den wij dit obstakel en strompelden verder. De
aanblik van het drabbige water had ons er ech
ter aan herinnerd, dat er verfrissend vocht be
stond en we begonnen te slikken. De dorst had
de aanval ingezet. De aardigheid raakte er nu
langzaam vanaf.
De grens was spoorloos en scheen van de aar
de verdwenen. Ontmoedigd en gekweld door
allerlei narigheid lieten wij ons op een polletje
hei neervallen en verloren ons in een gewe
tensonderzoek en bevonden, dat ons geweten
zwaar belast was. Was ons eigen leed reeds
groot, dat van onze reisgezellin was niet te over
zien en de luide verwijten kwamen over ons
hoofd als een onverkwikkelijke regen. Tot over
maat van ramp liet zij ons het hakje zien, dat
onderweg tijdens een van de vele afdalingen
van haar schoen (pump) was gebroken. Wij
voelden onze grote schuld aan de hele affaire
en besloten de grens de grens te laten en terug
te keren op onze schreden. Als kleine bevesti
ging van ons besluit kregen wij te horen: Dat is
je maar geraden ook.
Sluwe vos in dienst van
de grensbewaking
WE STONDEN NIET GOED EN WEL WEER
op de benen toen het dierbare, ons toever
trouwde pand ons aan de opgestroopte hemds
mouw trok. „Kijk daar eens, wat is dat voor iets
engs?" Wij keken in de aangeduide richting en
zagen iets, dat weer moed gaf om uren achter
aan te tippelen, desnoods door struweel en on
doordringbare bosschages. Ons hart klopte snel
ler en de dorst was vergeten. Een vosEen
roodbruine, laag-bij-de-grondse sluwe vos. En
hoewel hij volgens vossenzeden ook schuw had
moeten zijn ontbrak deze eigenschap bij dit
exemplaar volkomen, maar de'sluwheid was er
niet minder om. Het dier biologeerde ons in
sterke mate en wij kregen onze reisgezellin zo
ver, dat zij erin toestemde de inmiddels verdwe
nen Reinaard slinks te. volgen. Onze intuïtie en
de verse sporen in het zand volgend kropen wij
achter elkaar de langs het zandpaadje staande
struiken binnen; op zoek naar de felle rode.
De felle rode evenwel liet zich geen moment
van zijn stuk brengen en ging rustig voort op
zijn verraderlijk pad. Na enige minuten kruipeh
kregen wij hem plotseling weer in de gaten. Op
een open plekje onder een hoge spar zat hij,
op zijn staart, en met een hautain gebaar draai
de hij zijn kop in onze richting en er verscheen
een sarcastische grijns om zijn kaken. Toen de
leperd had vastgesteld, dat wij hem volgden,
zette hij zich fluks op de poten, sloeg twee keer
met zijn staart, van links naar rechts en van
rechts naar links, en gaf ons toen weer het na
kijken. „Waarschijnlijk op zoek naar zijn hol
letje", dachten wij onbevangen en energiek
braken we verder een weg door stekels en zwie
pende takjes. De wildernis werd hoe langer hoe
onbegaanbaarder en onze achterhoede liet weer
protesterende in bedreigingen overgaande ge
luiden horen, welke wij echter moedig pareer
den. „Het einde is in zicht", konden wij nog
juist hijgen voordat een twijg haar blaadjes in
onze mond sloeg.
DIT EINDE WAS DAN EEN FLAUWE, lichte
streep, die op een vijftig meter voor ons uit
door het schrikbarende oerwoud heen zichtbaar
werd. Op het gezicht hiervan ontwaakte in ons
wederom een glimpje hoop, lat we ééns onze
haardsteden levend en wel zouden terugzien.
Nadat we enkele meters baanbrekend werk
hadden verricht bleek de lichte streep een ta
melijk brede weg te zijn met daarachter groene
en gele, met korenschoven bezaaide, akkers....
er was geen greintje hei meer te bespeuren. Ter
wijl onze blik op dit plotseling opgedoken stuk
je beschaving gefixeerd bleef schoof een grote
bruine vlek de' weg over. Een bruine vlek met
nasleep. „Het is vast een heel ouwe", dachten
we van de vlek, want wij wisten, dat het de rak
ker van een vos weer was, die ons deze prettig
verlopende tocht bezorgd had, „het gaat alle
maal zo langzaam". Toen wij de laatste resten
bos langs onze kleren en benen voelden scheu
ren slaakten wij zuchten van pijn en opluch
ting. we waren er. Aan de kant van de weg
vleiden we ons neer om wat op adem te komen.
Wij hadden nog geen dertig seconden naar de
blauwe lucht liggen staren toen onze reisgezel
lin ineens vrouwelijk actief de rust verbrak.
„Waar zou dat enge dier nu eigenlijk weer zit
ten?" Net wilden wij onze schouders apathisch
ophalen, toen van links op de weg het antwoord
kwam. „Hier bin ich schonVan de over
kant maakte zich een vlek los van het koren
veld. Niet roodbruin, maar donkergroen, ook
grijnzend, maar veel groter van omvang. „De
vös is van kleur verschoten", mompelden we
verschrikt en kwamen overeind. Maar toen we
goed keken, zagen we, dat de vos een pistool en
een verrekijker droeg en dat vonden we lichte
lijk onnatuurlijk. Van Duits sprekende, pistool
en verrekijker dragende groene vlekken nu heb
ben wij nog steeds niet terug, dies retireerden
wij snel, de vlek roepend achterlatend.
De vrouwelijke activiteit was al meters voor
uit het bos terug ingerend toen wij haar hin
kend hadden ingehaald Hoe wij verder onze
weg hebben gevonden tart elke beschrijving. Wel
herinneren wij ons op de vlucht een bordje te
hebben gezien, waarop vermeld stond, dat de
„Aufforstung verboten zu betreten" was en we
menen ook gelezen te hebben Rauchen verbo
ten, kein Feuer entzünden, toen wij met beven
de vingers naar een sigaret zochten en die we
maar opgestoken hebben ook.
Zo kun je dus ook zonder pas de grens over
komen, over smokkel weggetjes en achter felle,
rode vossen aan. Vrouwelijk gezelschap zal dit
bijzonder kunnen waarderen.... Volgend jaar
staan wij met een bromfiets in de rij, in een
kilometerslange file en we lezen in een pocket
boekje tot we aan de beurt zijn om weer „een
geheel eigen, bijna bovenaardse bekoring" te
ondergaan: het overschrijden van de nationale
grens
A. J. P.
gedraaid, dat men besloot nu geen gehouden en maandag a.s zal men in
veiling te houden: er was geen em-algemene vergadering tot een be
sluit moeten komen.
veiling te houden: er was geen
ballage en men had geen ruimte ge
noeg om de bollen op te slaan. Als
men achter de coulissen duikt en I Zeer spoedig zal ook de beslissing
naar oorzaken vraagt, dan hoort men j moeten vallen of de buitenlandse mi- Q
natuurlijk diverse aannemelijk klin- nimumprijzen in de huidige vorm ge-1
kende theoriën verkondigen. Dat de handhaafd moeten blijven. We heb- 1
hoge minimumexportprijzen de afzetjjen betrouwbare bron vernomen,
geen goed hebben gedaan, daar zijn<jat de commissie van bijstand zal
de kwekers het allemaal v/el over
eens, maar de export, is wat dit be
treft, verdeeld in zijn meningen.
Men hoort verder vertellen, dat de
verkoop in Duitsland, een der groot
ste afnemers, veel en veel minder is
geweest dan bijv. in het jaar daar
voor. En men hoort al getallen noe
men van 30% lager of daaromtrent
De Amerikanen schijnen echter flin
ke hoeveelheden te hebben gekocht.
Een merkwaardig verschijnsel is, dat
de maat zift elf van tulpen en de
kleinere maten van de hyacinten
meer gevraagd zijn dan de grote. De
reden hiervan is te zoeken in het
steeds toenemen van de zgn. doosjes-
pakkerij. Dat zijn de doosjes met bol
len die in de warenhuizen, de super-
adviseren van het huidige systeem af
te stappen. Er zullen, zo heet het, al
leen nog speciale prijzen komen voor
Amerika maar verder voor alle lan
den gelijk en wel 55% boven de bin
nenlandse kostprijs.
Een ernstig verkeersongeval
heeft zich gisteravond op de Laan
van Meerdervoort te Den Haag voor
gedaan. De 63-jarige directeur van
een verzekeringsmaatschappij stak
de weg over zonder voldoende op
het verkeer te letten. Hij werd aan
gereden en met ernstige verwondin-
gen aan het hoofd opgenomen in het
ziekenhuis Westeinde, waar hy later I Q
is overleden.