IN BUSSUM WORDT HET
NIEUWS GEKORTWIEKT
Wie puzzelt mee l
De Snorrende Snor
Een bezoek aan de
journaaldienst der NTS
OVERPEINZING
ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1957
DE LE1DSE COURANT
PAGINA 9
Er KOMT IEMAND BINNEN MET FOTO'S. „Mag ik even?" vraagt de
heer JSnkelaar. Wij knikken. Natuurlijk, het werk moet doorgaan, ook
al zit je midden in een interview. Dit soort onderbrekingen staat je te
wachten als je een journalist interviewt, en zeker als die journalist Ca rel
Enkelaar is, de hoofdredacteur van de journaal-afdeling der Nederlandse
Televisie Stichting. Wij zitten in de kamer van de heer Enkelaar in de
televisievilla aan de Beerensteinerlaan in Bussum, waar de journaaldienst
is ondergebracht. Voor driemaal in de week twaalf minuten uitzending, is
de hoofdredacteur met zijn staf de hele week druk in de weer, en trekken
reporters en cameramensen door het hele land om overal waar maar iets
te beleven valt, hun opnamen te maken.
In een telkens door bezoekers en de
herhaaldelijk rinkelende telefoon on
derbroken gesprek, vertelt onze gast
heer over het werk van de journaal
dienst. En wij krijgen een indruk van
deze vorm van berichtgeving die nog
maar zo kort bestaat. Want het is
pas ruim anderhalf jaar geleden, dat
de journaal-afdeling der N.T.S. haar
werk begon.
Informatie en redactie.
De journaaldienst moet terdege ge
ïnformeerd zijn over het wereldge
beuren. Deze informaties komen bij
de journaal-afdeling op dezelfde ma
nier binnen als bij een krantenre-
dactie. Er staat een telex-apparaat
dat het nieuws van het A.N.P. door
geeft, de verschillende binnen- en
buitenlandse organisaties waarbij de
journaaldienst is aangesloten, geven
hun berichten door, en overal heeft
deze afdeling haar correspondenten
die haar van nieuws voorzien Boven
dien bestaat er een nauw contact met
de journaaldiensten van buitenlandse
televisie-organisaties, waardoor uit
wisseling van films mogelijk is.
Er zijn meer overeenkomsten met
het krantenbedrijf. De redactie van de
televisiedienst is namelijk op dezelfde
manier samengesteld als die van een
dagblad. Er is 5n hoofdredacteur voor
de redactionele leiding, er zijn ge
wone reporters en er is een bureau
redacteur die het nieuws kanaliseert
en in een agenda noteert. Samen met
de hoofdredacteur beslist hij wat van
het binnengekomen nieuws belang
rijk genoeg is om uitgezonden te wor
den, en wat daarvan bovenaan op de
pioriteitslijst geplaatst moet worden.
Op dit punt gekomen, houdt de
overeenkomst met de krant op. Want
het televisie-nieuws gaat nu een ge
heel andere weg. Om te beginnen
wordt onderscheid gemaakt tussen
nieuws, waarvan een directe uitzen
ding kan worden gegeven, en nieuws
dat op de film moet worden opge
nomen. Laten wij eerst het nieuws
volgen van de
Rechtstreekse reportage.
„De rechtstreekse reportage", aldus
de heer Enkelaar, „is de meest su
blieme vorm van journalistiek".
Hierbij wordt van de cameramensen
en van de reporter die de camera-re
gie voert, de uiterste concentratie ge
vergd, want er is geen enkele cor
rectie mogelijk.
Wij herinneren ons de levendige
reportage die op Koninginnedag ge
geven werd van het défilé voor pa
leis Soestdijk. Wij zijn benieuwd van
de heer Enkelaar te horen hoe zo'n
uitzending tot stend komt.
Zo gauw er bericht binnen is dat
er ergens iets zal gaan gebeuren,
dat voor directe uitzending in aan
merking komt, gaat een productie
redacteur eens bekijken wat hier
allemaal voor nodig zal zijn. Hij
zal méestal een kijkje gaan nemen
op de plaats zelf, want hij moet
kunnen berekenen hoeveel came
ra's en microfoons er nodig zullen
zijn voor de uitzending, en even
tueel ook hoeveel lampen. Hij gaat
na hoe al deze instrumenten ge
plaatst moeten worden en zo nodig
treft hij al enige voorzieningen.
Op de dag van de uitzending komt
de opdracht in handen van een re
dacteur, die nu verder verantwoor
delijk is voor de gang van zaken. Zelf
raakt hij geen camera aan, maar hij
geeft instructies aan de cameramen
sen over in- en uitschakelen van een
camera, gebruik van telelens voor
close-ups, en hij 'geeft aan wanneer
er op andere camera's overgescha
keld moet worden. Een commentator
neemt de gesprokén tekst voor zijn
rekening.
En in hun huiskamers zien duizen
den het nieuws op hetzelfde moment
dat het gebeurt. En dit is toch eigen
lijk wat televisie moet zijn: het van
gen van het beeld en het hetzelf
de moment doorzenden. Dit is het
juist wat televisie onderscheidt van
film. Want film, hoe actueel ook, is
altijd een terugblik. Film is de pro
jectie van het verleden in het heden.
De journalfilm.
Jainmer genoeg behoort de recht
streekse uitzending tot de grote uit
zonderingen. Meestal is het onmo
gelijk een directe uitzending te ge
ven, en uit deze onmogelijkheid is
een nieuwe vorm gecreëerd: Let tele
visie-journaal, dat driemaal in de
week in korte filmmontages een over
zicht geeft van het belangrijkste bin
nen- en buitenlandse nieuws. Veel
van deze films worden door de eigen
reporters van de journaaldienst ge-
maak^ andere worden, zoals boven
a) is gezegd, toegezonden door bui
tenlandse journaaldiensten.
Als er een film moet worden op
genomen, bekijkt de productie-re
porter, welke voorbereidingen no
dig zijn. Meestal is er maar een re
porter nodig, want de man met de
filmcamera is veel mobieler dan de
man met de televisiecamera. Maar
ook bij filmopnamen, zeker als die
binnenshuis gemaakt worden, moet
van te voren vastgesteld worden
welk belichting er nodig is.
Als de film is opgenomen, gaat deze
naar een laburtorium in Hilversum
waar hij ontwikkeld wordt. In een
uur kan zo'n film, met geluid ep al,
klaar zijn. Dat geluid, meestal op de
tape-recorder opgenomen, wordt met
de film gecombineerd door een smal
geluidspoor langs de film te laten lo
pen. De meeste films worden echter
zonder geluid opgenomen, althans
zonder commentaar, en dat moet er
dan later bijgevoegd worden.
Van Hilversum gaat de film naar
Bussum, waar de journaaldienst "^et
eindproduct bekijkt. En dan wordi er
aan geknipt en weer aan elkaar ge
plakt, zodat van een opname van mis
schien een paar uur of een halve dag,
een flimpje van soms maar één mi
nuut overblijft. Want twaalf minu
ten zendtijd is erbarmelijk weinig, en
er moet soms ontstellend veel nieuws
in worden verwerkt.
In Bussum wordt ook zo nodig het
commentaar bij de film geschreven en
uitgesproken. Het is een uiterst
nauwkeurig werkje om het geluid
volkomen synchroon met de film te
laten lopen.
Het is onvoorstelbaar hoeveel werk
er soms is aan het maken van een
journaalfilm. Toen op 23 januari van
dit jaar prinses Beatrix de „Staten
dam" doopte, gaf het televisiejour
naal hiervan een reportage van tien
minuten. Maar aan deze tien minu
ten waren veertien dagen van voor
bereiding voorafgegaan. En tijdens de
tocht van de boot waren dertig men
sen druk in de weer om alles op e
beloofde tijd op het scherm te heb
ben. Er kwamen boten aan te pas.
radio- en ;elevisie-journalistiek. De
krant immers is het produkt van een
tussenpersoon, de reporter, die na
mens het publiek heeft gekeken en
een keuze heeft gedaan uit het te ver
melden materiaal. De goede dagblad
journalist zal hierbij natuurlijk altijd
zo subjectief mogelijk blijven en re
kening houden met zijn lezers. Maar
het blijft er toch op neerkomen, dat
hij alleen vermeldt wat hem vermel
denswaardig voorkomt.
Hetzelfde geldt voor de radio-repor
tage. Ook hier treedt de reporter als
intermediair op, die voor het publiek
kijkt en vertelt over die dingen die
hem het meest geschikt, het meest
interessant lijken.
Op het eerste gezicht lijkt het bij
de televisie-reportage zo heel anders.
Hier wordt het publiek veel directer
zelf ingeschakend. Het kijkt zelf en
concludeert tfelf, want het commen
taar van de reporter is uiterst sum
mier.
Toch is deze „vrijheid" van het
publiek ook hier maar zeer betrek
kelijk. Omdat ook hier weer een
verslaggever aanwezig is, die door
zijn keuze van camera-instelling
en close-ups een bepaalde kijk op
een gebeurtenis geeft. Ook hier
dus de tussenpersoon die uitmaakt
wat het publiek te zien zal krijgen,
en die door een kort woord de
aandacht vestigt op een detail dat
hem belangrijk lijkt.
Principieel is er dus geen enkel ver-
(VOOR DE ZONDAG)
IN EEN ADEM UITGELEZEN
Het regende, het zegende. Op den duur begon de suizende regen,
ruisend op de harp van het leven, ons,te vervelen en begonnen
we onszelvcn te vervelen. Van verveling namen we een boek. In één
ruk lazen we het uit.
Het handelde over een begaafde jongeman, die met de beste be
doelingen bezield is, maar er desondanks niet veel van terecht brengt
tot eensklaps, op de laatste bladzijde, het succes komt.
Men zou dit boek, of boekje „Succes door mislukking" kunnen noe
men. In amper drie jaar tijd stampte deze jongeman een wereld
organisatie uit de grond, waarvan hij het hoofd wc d en bleef.
Voor zulke mensen hebben wy altijd bewondering.
U moet dat boekje eens lezen. Ook jonge mensen kunnen er veel
nuttigs uit opsteken. U moet het lezen, net als wij, in één ruk door.
Dan treedt daaruit in zijn geheel de boeiende persuonlijkheid naar
voren van die jongeman, die wereldhistorie maakte door te mis
lukken.
Het boekje, dat we op een regen-middag lazen, was het levensver
haal van Jezus, gelijk het door de vroegere belasting-ambtenaar Mat-
theus beschreven is, tamelijk droog en nuchter van stijl, zoals men
van een belasting-ambtenaar kan verwachten. Maar ongemeen in
teressant!
Als ge rustig en gezellig een sigaar rokend dat verhaal volgt, zult
ge vermoedelijk bij de laatste, tragische bladzijden de sigaar in het
asbakje leggen, vol eerbied en bewondering als ge zijn zult voor wat
deze jongeman, die God zelve was, voor het heil der wereld en voor
het geluk van ieder van ons op Zich heeft willen nemen.
Een heel goed boek (voor alle leeftijden).
schil tussen de drie media: krant, ra
dio en televisie."
Het is interessant over deze me
ning eens na te denken en zich dan
af te vragen of, in dit licht bezien,
bovengenoemde vrijheid van het ru-
bliek bij de televisie-reportage niet
zelfs kleiner is dan bij krant en ra
dio. Omdat de suggestieve kracht van
het beeld zo oneindig veel groter is
dan die van het geschreven of gespro
ken woord. Zelfs voor de meest criti-
sche geesten onder ons is het moeilijk
te ontkomen aan de machtige invloed
van het beeld.
Kunststuk. Een leerling van Pi.
casso stond voor een portret, dat hij
zojuist had afgemaakt, zijn hoofd te
schudden en zei:
„Nee, dat gaat nietl"
„Ben je niet tevreden, liefste?"
vroeg zijn vrouw.
„Nee, de ogen bevallen me niet",
zei de kunstenaar.
„Maar, dan kan je ze toch veran
deren!" meende z'y vrouw.
„Gemakkelijk gerrneg gezegd,
maar ik kan ze niet meer vinden!"
klonk het toen.
„Ik heb hem een nieuw kunstje
bijgebracht. Als u fluit, brengt hij
uw hoed en mantel.
Dat kon hij niet. De beroemde
oplichter Strassnot, die de vorige
eeuw dikwijls de kolommen der
rechtbankverslagen vulde, stond voor
de zoveelste maal in Parijs terecht.
De rechter vroeg de elegant geklede
bedrieger: „Hoe komt het eigenlijk,
Horizontaal; 1. telwoord, 5. vrouw
van Abraham, 9. eenmaal, 11. voeg
woord, 1*2. vrouw van Jacob, 13.
voorzetsel, 15. opening ener fuik, 16.
gem. In N.H., 20. soort van hert, 22.
ketting, 26. verdikking der opper
huid, 27. kan men op schrijven, 29.
eind, 31. bergplaats, 32. lus, 33. gem.
in Z.H., 35. bijwoord, 36, van het te
ken af te herhalen (afk. in de mu
ziek), 37. weefsel, 38. onbep. voor-
naamw., 39. nummer (afk.), 40. tel
woord, 41.,bill of sale (afk.), 43. ont
kenning (spreektaal), 44. houten vat,
45. munt in Zweden (afkr), 46. vogel,
48. secretaris-penningmeester (afk.),
50. Europeaan, 52. voorteken (Lat.),
53. zo God het wil (afk. Lat.), 55.
twee honderd stuks haringen, 57.
f[em. in Z.H., 60. buitenhaven, 61. le-
ieachtig gewas, 63. steen, 64. woe
dend, 65. gem. in Z.H., 66. gem. in
Z.-Holl., 68. kippenloop. 70. heeft
een olifant, 71. groente, 73. kleding
stuk, 74. donkergrijs en dunbladig
gesteente, 75. end, 77. koppelriem
voor jagershonden, 78. akelig, 79.
graafschap in Engeland.
Verticaal: 1. gem. in Z.H., 2. nau
we opening, 3. meisjesnaam, 4. boom,
5. stapelmeter (afk.), 6. streling, 7.
tenger, 8. gem. in Z.H., 10. kever, 14.
twijg, 16. algemeen ruilmiddel, 17.
tocht, uitstap, 18. voegwoord, 19. be
dehuis, 21. nauwte, 23. mak, 24. lust
hof, 25. water in Limb., 27. gem. in
Z.H., 28. pers. voornaamw., 30. gem.
in Z.H., (deze naam bestaat uit 2
woorden), 33. bijwoord, 34! holte in
een muur. 37. aanwijzend voornaam
woord, 40. afgelegen. 42 visje, 44.
voorzetsel, 45. heks, 47 talwoord, 48.
plaats voor dieren, 49. heilige taal
der Boeddhisten, 51. stadje in België,
5?. mondwater, 53. deel van een
huiSj. 54. kleurstof. 56. niet vast, 58.
insekt, 59. afkorting van idem, 60.
hond, 62. stad in Duitsland, 65. gem.
in Z.H., -67. een der profeten, 69. bij
woord, 70. teken, 72. van elk even
veel (op recepten), 74. water in Z.H.,
76. academische titel (afk.), 77. maan
stand.
Een taart, een sieraad en een boek
staan deze week weer ter beschikking
van alle abonnees, die vóór vrijdag
morgen een juiste'oplossing op bij
gaande kruiswoordpuzzel hebben
doen toekomen aan de puzzelredaktie
van de Leidse Courant.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. Klaas, 5. balk, 9.
obat, 11. aria, 12. mi, 14. taël, 16.
kam, 17. Dr, 19. rein, 21. si, 22, keur,
24. reep, 26. amper, 28. reëel, 30. sein,
32. pree, 33. es, 35. teen, 37. un, 38.
lap, 40. mees, 42. Sr, 44. Orel, 46.
reis, 48. talk, 49. frame.-
Verticaal: 1. kom, 2. Ao, 3. abt, 4.
Saar, 5. ba, 6. ark, 7. lias, 8. kamille,
10. teer, 13. idem, 15. Lier, 18. rups,
20. neep, 22. kamelot, 23. reet, 25.
Peru, 27. riem, 29. eens, 31. Neer. 34,
Sara, 36. neef, 39. pel, 41. sir, 43. roe,
45. L.K., 47. sa.
Door de verloting kwam de siga
rettenkoker deze week terecht bij
Jos Frentrop, Titus Brandsmalaan
31, Leiden; het sieraad werd toege
wezen aan R. Heemskerk, Tolstraat
38 te Alphen aan den Rijn en het
boek werd gewonnen door P. 'A.
Reeuwijk, Leijdtweg 20 Noordwijk.
De prijzen worden toegezonden.
die de opgenomen films naar de walddt u fyj het kaartspelen altijd wint
brachten, er was zelfs een vliegtuig en bjj paardenrennen altijd ver-
gecharterd om opnamen vanuit
lucht te maken van de op de Noord
zee varende boot.
Noodsprongen.
In ons gesprek met de heer Enke
laar koihen wij terug op die foto's van
daarstraks. Het blijken opname - te
zijn van een ingewikkeld verkeercoin
geval dat deze middag in de buurt
js gebeurd. De televisie-journaal-
dienst kreeg een telefoontje van een
handige fotograaf die gauw een paar
foto's had gemaakt en deze aanbood
aan de redactie.
„Het is toch niet gebruikelijk, dat
er foto's vertoond worden in het
journaal", merkten wij op.
Nee, inderdaad, dit is niet gebrui
kelijk. Het is eigenlijk niet meer dan
een noodsprong. Maar als men geen
film heeft, behelpt men zich met fo
to's. En als zelfs die er niet zijn en
het nieuws is te belangrijk om onver
meld te blijven, dan brengt men het
door middel van het gesproken
woord. Een voorbeeld hiervan heb
ben wij het vorige jaar gezien, bij
de begrotingsdebatten in de Tweede
Kamer. Dat was groot nieuws, maar
te weinig spectaculair om er een film
of een foto van de maken. Daarom
heeft men toen een enscenering ge
maakt van de Tweede Kamer, en
daarin stond Pier Tania, een van de
reporters van de journaalstaf, het
laatste nieuws voor te lezen.
Deze vorm van berichtgeving is
natuurlijk niet ideaal. Het zijn nood
sprongen, maar de heren van de jour
naaldienst weten die op elegante wij
ze te maken.
Dagblad-, radio- en televisie-
journalistiek.
Er zijn in deze reportage al ver
schillende keren vergelijkingen ge
maakt van de televisie-journalistiek
met de dagblad-journalistiek. Ook de
heer Enkelaar maakt die vergelij
king. „Schijnbaar", zo zegt hij, „is i
een groot /erschil tussen dagblad-,
liest?'
De galante oplichter maakte een
buiging en zei glimlachend:
Mijnheer "Se rechter: paarden kan
ik niet schudden!"
Vrouwen-nljd. „Wat een leuke
jurk heb je aan!" zei een vrouw te
gen een vriendin. „Hoe meer je 'm
draagt, hoe meer die me bevalt".
„We hebben geluk gehad, man, de
firma de Wit zal ons niet meer las
tig vallen. Ze sturen hun laatste
aanmaning".
Hij hoefde er niet veel aan te doen.
Huisvader tot buurman: ..En dit
is de tuin van mijn vrouw. Ik spit
hem alleen maar om, plant het een
en ander, besproei hem geregeld en
wied het onkruid".
Verkeerd, begrepen. „Moeder,
vanmorgen vroeg de juffrouw oi
school of ik meer broertjes en zus
jee heb",
„En heb je toen gezegd, dat je on
ze enige sohat bent?"
„Ja mams, en toen zei ze: „Wat
een geluk".
Daarom! „Tante Lientje, mam
laat u hartelijk groeten, en of u nog
een ogenblikje wilt komen om nog
wat te zingen".
„Maar Jan, nog zó laat?"
„Ja, verklaarde Jan, „want er zijn
gasten
„O ja, nu dan kom ik hoor", klonk
het gevleid.
Maar toen maakte Jan zijn zin nog
af:
en die willen maar niet weg!"
Morgen, Zondag, gratis pleister!
En het móóiste nog is dit,
Dat in vele van die pleisters
Een pracht-prjzenkansje zit.
Maar U wilt niet klap gaan lopen
Bij d'E.H.B.O. en dus
Denkt U, naast Uw pri/zen kansen,
Oók aan de collectebus
CL1NGE DOORENBOS
Niet helemaal begrepen. Vader
zou over enige dagen jarig zijn en
zijn beide jongens wilden hem ook
iets geven.
„Pap", zei de één, „wat wilt u
eigenlijk voor uw verjaardag heb
ben?"
De vader antwoordde, heel peada-
gogisch.
,Twee gehoorzame jongens, die
ïd hun best op school doen en thuis
geen ruzie maken!"
„Oh fijn", riep de ander toen uit,
„ik hoop maar dat dat lukt, dan zyn
we lekker met zijn vieren!"
Zij wist het. „Kijk", zei de leraar
voor het auto-rijbewijs, „dat is de
handrem. Die moet u in geval van
nood vlug aantrekken. Begrijpt u?"
„Ja, net als een kimono, als er 's
morgens vroeg gebeld wordt".
Net zo erg! „Is je vrouw niet
thuis, Willemse?"
„Nee, jij leest zeker geen kran
ten!"
„Hoezo? Toch geen ongeluk ge
had?"
„Nee, uitverkoop in de stad!"
„Ileeft u geen taart, die een beetje
Is aangebrand? Dan denkt mijn man,
dat ik hem zelf gebakken heb".
(74)
NuwUrntiKnkhlcp'VdtzmRrabi-
K/ies/wen/umlrhirs/'leder, snel mar de
fom/mier i'in toch wen ihm meer.
Vel noemen ztlKenwoorfó hetostim
Mm! luider mi. ernhnih