DELFT: 'N PAREL AAN DE SCHIE U/aar de toren van de Nieuwe Kerk de vreemdeling naderbij wenkt En scheve Jan de toren van Pisa staat te imiteren ZATERDAG 20 JULI 1957 nir t r*nTTR4NT PAGINA 7 Stad, die vooruit wil in t leven ALS WE DE OUDE provincieplaats Delft binnenstap pen, worden wij al gauw met echt Delftse schalksheid misleid. Er staat een bordje, dat naar het centrum wijst, maar dat ons na verloop van tijd in een zandwoestijn voert, waar enige lieden van de gemeen tewerken hun steentje aan de stadsontwikkeling bij dragen. Maar wij laten de moed niet zakken en ko men via een stationsplein, dat zeer provinciaals aan doet, via grachten en boogbruggen, die naar dollars en dure filmcamera's ruiken, aan een marktplein, dat het mislukte entrée weer volkomen goed maakt: een kermis op het wijde plein, waarboven de toren van de Nieuwe Kerk een vermanende vinger opsteekt. Nu zijn we in de kern van deze „parel aan de Schie", (waarom kan de naam van deze goedvaderlandse ri vier geen romantische klank hebben?) en wij wip pen het gemeentehuis binnen. Een mooi raadhuis! "Dit zijn stadhuizen, die ons arme land deviezen in het laadje brengen, die bespoten met het slagroom der klokkenspel-klanken en opgevuld met pierement- muziek in de buitenlanders grage eters vinden. Oude Delft bij de Oude Kerk. Het nieuwe Delft In het stadhuis vinden wij een efficiënte publici- teits-ambtenaar die ons op slag een geheel andere kijk op Delft geeft: stad van 70.000 inwoners, die vooruit wil komen in het leven, die droomt over uitbreiding tot 240.000 burgers met behulp van enige annexaties en de stichting van een dubbelstad met Pijnacker; stad, die wel eens voorgoed wil afrekenen met de on oplosbare verkeersvraagstukken en daarom zeer be zorgd is voor een goede Oost-West-verbinding. „De spoorweg moet omhoog", heeft de gemeenteraad be volen en ir. Den Hollander en de zijnen zijn op slag aan het krikken gegaan om barrières dwars door de stad, die de burgers als het ware van elkaar ver vreemd straks op de gewenste hoogte te brengen. „Delft moet zijn streekfunctie terug hebben" her halen de vroede vaderen in iedere raadszitting en zij vinden bij de burgerij, die er genoeg van heeft figurant te zijn in een touristenstad, luide toe juichingen. Dat de burgerij zo meeleeft met alles wat de raads leden met elkaar bespreken vindt gedeeltelijk zijn oorzaak in de koffie, die sinds kort op de raadstribune wordt geschonken. Rustig slurpend aan hun kopje „Schilte" en beza digd knikkend, savoureren de burgers de rappörtén betreffende de begrenzing van hun grondgebied als een opwekkend biskwietje. Burgerzin Als u Delft binnenwandelt en uw trek in stads- schoon is groot, is het erg moeilijk te wijzen waar u nu eens tóe moet tasten. U kunt het zoeken in een poëtische zwerftocht langs de oude grachten, die be leefd hun geurtjes binnenhouden tot u gepasseerd bent. U kunt uw vertaalkundige krachten beproeven op oude gevelstenen, die meestal slechts node hun ge heimen prijsgeven. Verzuim dan ook niet dat verrukkelijke paradijs: het Prinsenhof binnen te gaan, niet echter vóór u de oude verweerde westgevel, die er niet om liegt, dat het Prinsenhof een kuis convent is geweest, heeft bekeken. Let vooral op de sappige groene boomblaadjes, die de natuur er zonder extra kosten bijdoet. Natuurlijk of fert u uw penninsgke om in het inwendige de echo van Hollands geschiedenis te kunnen horen. En uw nieuwsgierige vingers zullen in de muur de eigenste kogels vinden, die op de vader des va derlands zijn afgevuurd. Later heeft dit Prinsenhof, dat omstreeks 1400 als het St. Aechtenconvent werd gesticht, eenzelfde be wogen bestaan gekend als de Leidse St. Lodewijk. Het gebouw werd Lakenhal, Latijnse school, schermschool, concertzaal, vergaderplaats voor synodes en zelfs ka zerne. Eerst in de 19e eeuw kwamen ernstige protes ten tegen het verval van dit historisch gebouw; een bescheiden restauratie was het gevolg. In de jongste tijd is het gebouw in beter handen gevallen en de finitief tot museum bestemd. Rusten op de markt We spraken al over het Marktplein. Het is goed, dat de vreemdeling hier zijn moede voeten even rust geeft onder een tafeltje, dat de gastvrije Delftenaren op het plein hebben neergezet. En hij heeft intussen een eni ge kans zich te verdiepen in de architectuur van de Nieuwe kerk, wier 109 meter hoge toren de vreemde ling al van verre naar de stad toewenkt. De kerk is gebouwd van 1384 tot 1496, dus langer dan een eeuw. In deze bestedingsbeperkende tijd kunnen gemeente naren, die niet tevreden zijn over de snelle afbouw van hun gebouwen, een voorbeeld nemen aan het ge duld, waarmede onze voorouders him werken voltooi den. Door het hoofd een halve slag te draaien krijgt de toerist het volle zicht op het stadhuis aan de over zijde van het marktplein, dat uit de 15e eeuw dateert, maar dat de schrikkelijke brand van 1018 op de toren na niet overleefd heeft. Het stadhuis is te klein, maar men heeft er toch nog plaats kunnen vinden voor een voortreffelijke verzameling schilderijen van Delftse meesters. Recht voor u indien» u tenminste plaats heeft ge nomen, waar wij gezeten waren, kruisen uw blikken die van Hugo Grotius, de grote Delftenaar, die on getwijfeld nog meer in zijn leven heeft gepresteerd dan te ontsnappen in boekenkisten. Het loont de moeite de Nieuwe Kerk binnen te wandelen. U vindt er een sluimerende Prins Willem van Oranje, die eigenlijk niet de gewenste onverdeelde aandacht krijgt, door de aanwezigheid van het ont roerende hondje, dat door na de dood van zijn mees ter elk voedsel te weigeren in de geschiedenis wel haast nog beroemder dan zijn meester is geworden. U vindt in deze kerk ook het 2.000 kilo zware metalen beeld „De Faam", waarvan door de gids als bijzon derheid wordt verteld, dat het rust uitsluitend op de tenen van de linkervoet. Deze vermoeiende stand is niet zonder ongelukken gebleven. Het beeld is tijdens de bouw enkele malen gevallen met het gevolg, dat de kosten met 6000 gulden werden vermeeerderd. Let ook op de gebrandschilderde ramen van de ja ren 19271936 en op het prachtig gerestaureerde koor. In de koninklijke grafkelder waar u niet inkomt zijn 39 Oranjes bijgezet. Goede trappenlopers kunnen wij aanraden de toren te beklimmen, u krijgt weer eens een andere kijk op deze stad. Het zal u gemakkelijker vallen een juist beeld te krij gen van- de oude en nieuwe aspecten van Delft. De wijdheid van het polderland benadrukt de intimiteit van de Middeleeuwse binnenstad. Het schijnt alsof de heldere, hoge luchten iets van hun properheid mee delen aan de langgerekte smalle grachten, straatjes en steegjes. Wij zetten onze wandeling voort over een beroemde gracht: de Oude Delft, die nog de rust en bezonken heid van de oude tijd heeft. Maar de studenten, die in deze omgeving geen kamer onbezet laten, bren gen toch weer leven en vertier. Links en rechts nippend van een aardig doorkijkje of een tekenachtig geveltje, passeren wij het „Meis jeshuis voor Wezen" welks naam voor jongelieden op vrijersvoeten al te veelzeggend is; een gedeelte van de uit haar krachten gegroeide administratie van de ge- Een kermis op het marktplein met de toren van de Nieuwe Kerk als een vermanende vinger. meente is er ondergebracht en het schone Ge meen landshuis, dat in 1520 uit bergsteen is opgetrok- ken. Doel van deze wandeling is de Oude Kerk oftewel Scheve Jan, die tegenover het Prinsenhof de toren van Pisa staat te imiteren. Het is wel zinvol in dit ver band er aan te herinneren, dat de prior van het St. Agatha-klooster die onder de overhangende toren woonde in zijn tijd al naar elders verhuisde, omdat hij bang was, dat hij door de toren bedolven zou worden. Conservatieve burgers moeten toen gezegd hebben: dat zal zijn tijd wel duren en zij hebben gelijk ge kregen. Het stichtingsjaar der kerk ligt omstreeks het midden van de dertiende eeuw. Minnaars van graftomben een sombere liefheb berij komen ook in deze kerk aan hun trek: daar zijn er drie, één voor Elisabeth Morgan, dochter van Philips Marnix van St. Aldegonde, één voor Piet Heyn en één voor Maarten Harpertsz. Tromp, uitgevoerd door Rombout Verhulst. Mochten uw eksterogen na dit alles nog een mu- seumbezoek toelaten, het rijksmuseum „Huis Lam bert van Meerten" aan de Oude Delft biedt u een rijke verzameling tegels, porcelein en schilderijen, het mu seum „Paul Tetar van Elven" bevat de interieurs van een kunstzinnig verzamelaar en schilder. Hier vindt men vele kunstschatten bijeen in een ongekunstelde rangschikking, als voor het gebruik gereed. Bij de -Porceleijne Flesch" kan de vreemdeling gaan zien noe het Delfts Blauw gemaakt wordt. Geheim Tenslotte willen wij u met een geheimzinnig vraag stukje, dat in Delft op oplossing ligt te wachten naar huis sturen. U zult hiertoe tot het Kalverbos dóór moe ten wandelen om een grafsteen te vinden met het vol gende opschrift: ICI REPOSE LOUIS XVII CHARLES LOUIS DUC DE NORMANDIE ROI DE FRANCE ET DE NAVARRE NE A VERSAILLES LE 27 MARS 1785 DECEDE A DELFT LE 10 AO UT 1845 (Hier rust Lodewijk XVTI, Charles Louis, Hertog van Normandië, koning van Frankrijk en Navarre, geboren te Versailles 27 maart 1785, gestorven te Delft 10 augustus 1845). De vraag is: ligt hier werkelijk begraven Lodewijk de zeventiende, zoon van Lodewijk de zestiende en Marie Antoinette of slechts Naundorff, een Duitse op lichter en fantast? Het is een probleem, dat u kan bezighouden in de tijd dat u zich huiswaarts spoedt. Als elke verleidelijke vrouw plaatst ook Delft u gaarne voor een onoplosbaar raadsel. In Delft wordt aan het kweken van burgerzin gedaan. Krijgen de Delftenaren niet vóór iedere raadszitting een populaire agenda, die een vertaling geeft van de ambtelijke volzinnen der stadhuisbewoners? Worden problemen als het spoorwegplan niet aan de omwo nenden voorgelegd, zodat iedere burger het gevoel heeft, dat hij persoonlijk een vinger heeft in de Delftse pa*p? Tja, de publiciteitsambtenaar, de heer Voorwinde, gaf ons met jeugdig enthousiasme een andere kijk op de stad van de slaolie, spiritus en dé blauwe borden. We horen een geluid, dat ons als Leidenaar bekend voorkomt: meer ruimte voor een groeiende gemeen schap. Een derde van de oppervlakte binnen de wal len heeft men buiten de wallen af moeten staan aan een angstwekkend snel uitdijende universiteit. Eigen grond biedt nog slechts plaats aan tienduizend mensen. Is het dan niet billijk van den Haag een extra rantsoen grond toe te wijzen? Maar gelukkig heef} Delft wel goed door, dat zij de stad de glans van haar mid deleeuwse binnenstad niet mag ontnemen. Goed, er zal wat gesleuteld moeten worden, de slo pershamer zal er aan te pas komen, indien de stad aan de Schie niet eeuwig met het verkeer in de knoop wil blijven zitten. De Delftenaren willen ook meer koeien en varkens op de veemarkt zien; de stad heeft wat het bezoek van de veeboeren betreft in vroeger tijd betere jaren gekend. Het oude Delft Doel is de Oude Kerk, ofwel de Scheve Jan. Maar niet getreurd. De stad heeft de bezoeker nog zoveel te bieden, dat hem de ernstige woorden van de gemeente-ambtenaar snel doet vergeten. In Delft wordt aan het kweken van burgerzin gedaan. Op de publieke tribune savoureren de burgers de vraagstukken der vroede vaderen met een kopje koffie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 7