H
El
r AARDS PARADIIS
IS
Bil
HAARL
EMI
11 VER IE ZOEKEN
Stad met ueCe fciuaCiteitea en eig.en~awcdig.(leden
Geïsoleerde
schouwburg
ZATERDAG 13 JULI 1957
DE LETDSE COURANT
PAGINA 9
een kleine dertig kilometer ten noorden van onze goede stad Leiden
begint bij Vogelenzang een schitterende gordel van groen, welke zich uit
strekt tot Velsen, waar rond de monding van het Noordzeekanaal de grote
industrieën in steeds toenemende mate de land- en tuinbouw verdringen
en waar energiek werkende mensen in een opkomende metropolis zich een
toekomst gaan trachten te verschaffen. Het is 'n aaneenrijging van verrukkin
gen voor 't oog en 't hart, daar aan „de Westkust" van Haarlem; bossen, duin
landschappen met de hoogste heuvels van onze ganse vaderlandse kust, van
waaraf men ongemeen schilderachtige vergezichten heeft over de langge
rekte stad en haar omgeving tot aan Amsterdam toe. Men kan er zwerven
door een natuurreservaat, „De Kennemerduinen", waar de fauna en flora
nog wettelijk beschermd zijn, hoewel ook hier op sommige drukke dagen
proppen papier en ander afval, her en der verspreid, er op duiden, dat de
massa niet te weerhouden is en meer en meer doordringt in de stille gehei
men der onvolprezen natuur, die helaas steeds weer terrein moet prijsge
ven, zowel letterlijk als in de figuurlijke'betekenis. En temidden van deze
heerlijkheden liggen dan de villaparken van Aerdenhout, Overveen en Bloe-
mendaal, voortgezet in Santpoort en Driehuis, waar iedere sterveling wel
bijzonder graag zijn levensdagen zou willen slijten en waar hij bij zijn wan
deling door de lommerrijke lanen op de zoele avond van een dag, welke
zonnig en goed is geweest, begeleid wordt door de zang van de merel en de
verre roep van een koekoek. En toch is het niet dit aards paradijs, waarop
wij in de eerste plaats uw aandacht zouden willen vestigen. Wij willen u
feitelijk meenemen naar de stad, die tegen dit lustoordelijk kussen ligt neer
gevlijd en die aan deze omgeving zoveel van haar faam te danken heeft:
Haarlem. Een stad, die een menigte van vreemdelingen trekt, maar die toch
zeker waard is, dat de bewoners van eigen land een oogje aan haar wagen.
De Leidenaar zal er veel in terugvinden van zijn eigen stad: dicht bij zee, oud
centrum met smalle straten en druk verkeer, enkele mooie grachten en vaar
ten met prachtige straten, een degelijke bevolking; alles echt Hollands en
een tikkeltje provinciaals, maar dan in de goede zin: gezeilig, doch op haar
voorkomen gesteld, de eisen der moderne tijd wel verstaande, maar gebon
den door tradities. Toch zal bij nader inzien een vergelijking weldra op de
achtergrond geschoven worden en zullen de Haarlemse kwaliteiten zich voor
doen als „typisch Haarlems".
Janszoon Coster, volgens ons wel de
beste papieren heeft (maar zeg dat
niet tegen een Haarlemmer). Het
grafische vak neemt in Haarlem
echter nog steeds een zeer voorname
plaats in, getuige o.a. de firma En
schedé en Zn, die ons allen van de
(brood) nodige bankpapieren voor
ziet. Dan zijn er de Haarlemmer
Halletjes, die geconsumeerd, en de
Haarlemse hofjes, welke bezocht
kunnen worden
Enfin, zo kunnen we door gaan.
Het zou ons echter in dit kort bestek
te ver voeren, al deze verschijnselen
aan een nadere beschouwing te on
derwerpen.
Haarlems rijke en levende hart: de
Grqte Markt. Twee monumenten van
schoonheid en ouderdom, de oude
Sint Baaf en de Vleeshal liggen hier
aan een plein, waar de auto's zich
verdringen en de terrasbezoekers een
toevlucht gezocht hebben bij „Loutje"
Coster, die vanaf zijn voetetuk deze
toneeltjes onverstoorbaar blijft ga
deslaan, de hand met de letter ge
heven.
Fleurige kwaliteiten
IJET MEEST BEKEND is Haarlem
wel als de Bloemenstad. Vooral
in de „Bloemenweek" worden uit al
le windstreken de bloemen aangedra
gen en wordt de stad fleurig opge
tooid met deze producten, welke
echter niet van Haarlemse bodem
zijn, want al is de titel „bloemen
stad" suggestief, bloemen zijn er in
Haarlem net zoveel te vinden als in
plaatsen, welke niet als bloemen
stad staan aangeschreven. Maar
Haarlem weet zich evenwel op hoog
tijdagen de sier te geven, die haar
ere-naam volkomen wettigt. Even
fleurig en zonnig als de bloemen zijn
de Haarlemse meisjes, die de naam
hebben de mooiste meisjes van Ne
derland te zijn. Op zich vormen ze
geen typisch Haarlemse bezienswaar
digheid, die meisjes, maar dat ze er
zijn mogen blijkt wel uit het feit,
dat er in Haarlem zeer weinig vrij
gezellen zijn.
Zo zouden we kunnen doorgaan met
het opnoemen van feiten, Haarlem
se feiten. We zouden kunnen vertel
len van de eeuwenoude strijd tussen
Haarlem en Mainz in Duitsland, die
beide pretenderen de bakermat vaD
de boekdrukkunst te zijn, hoewel
de heer Gutenberg uit de zestiende
eeuw, de concurrent van Laurens
ÏIAARLEM HEEFT ALTIJD al een
grote aantrekkingskracht op de
vreemdeling uitgeoefend; we hebben
het reeds eerder gezegd. Opmerkelijk
is b.v. dat de vroede vaderen van
deze stad, zowel de burgemeester als
de wethouders, geen van allen gebo
ren Haarlemmers zijn, maar de be
langen van de stad desalniettemin
fanatiek voorstaan. Dat gemeente
belangen niet altijd het gewenste ge
hoor vinden bij de regering is o.a.
een verklaring voor de langgerekte
vorm van de stad. Het is nooit de
bedoeling van de Haarlemmers ge
weest, zulk een bijkans onmetelijke
afstand te scheppen van het zuiden
naar het noorden. Bij de annexatie
van 1929 bestonden er plannen, de
len van de gemeente Bloemendaal
in te lijven, doch deze plannen wer
den prompt door Den Haag (en ook
door het betrokken Blo'emendaal)
getorpedeerd omdat Bloemendaal,
^elf al zo'n lang geval, anders in
tweeën geknipt zou worden. Dies zei
men in Haarlem: nou ja, dan zó
maar, en begon de uitbreiding van de
stad in noordelijke richting.
Zo is Haarlem een stad geworden,
waanian h#Hft met een kleine
honderdduizend zielen na 1930
gebouwd is.
Een hart, rijk aan historie
C*EN CITY ZULT U in Haarlem te-
vergeefs zoeken. Er is geen ont
volkt centrum met bank- en kantoor
gebouwen, er is geen aparte wijki
waar dagbladen of andere publici-
teitsorganen verschijnen en er is geen
regeringscentrum, of het moest het
Prinsenhof zijn, waar de gemeente
lijke bestuursinstanties en adminis
traties zijn ondergebracht. Niets van
dit alles. En toch heeft Haarlem een
hart; een monumentaal hart zelfs.
Het is de Grote Markt met als domi
nerend punt de Grote Kerk, de oude
St. Bavo-kerk, Haarlems eerste ka
thedraal, die de oude Haarlemmers
„Jan met de hoge schouders" noem
den als ze vanuit de richting Over
veen de stad naderden en de gothi-
sche pracht boven de huizen zagen
uitrijzen. Een kerk met een rijke
historie, waar eertijds, in 1572, de
eerste vlagen van de beeldenstorm
doorheen woedden; en de gewijde stil
te werd nogmaals wreed verbroken
op 29 mei 1578, toen de hervormden
tijdens een liturgische plechtigheid
de kerk binnendrongen en er pries
ters molesteerden en altaren en
beelden grondig vernielden. Hierop
trokken de priesters en monniken
uit de stad en werd de katholieke
godsdienst officieel gestaakt. Aan
deze afgesloten periode uit dat roe
rige verleden herinneren thans weer
enkele kruiswegstaties, welke van
achter de witgepleisterde muren te
voorschijn zijn gehaald en nu als een
curiosum aan de bezoekers van de
kerk getoond worden; van de uit
steen gehouwen beeldjes van de sta
ties ontbreken alle hoofden! Hoog in
de gevel van de zuider zijbeuk prijkt
onbereikbaar nog een beeld uit de
tijd van vóór de beeldenstorm. Onbe
reikbaar of vergeten? Vaag kunnen
we de figuur onderscheiden. Hij
heeft een vogel in de hand. Men zegt,
dat het de patroon is van de stad, de
H. Bavo. Een verweerd en half ver
gaan symbool
Dan behoort verder tot Haarlems
hart het prachtige stadhuis, dat als
woonplaats voor de Graven van Hol
land gebouwd is en reeds sinds onge
veer 1400 als raadhuis dienst doet.
Respectabele ouderdom. Dan ont
waart men nog, behalve de groen uit
geslagen Jansz. Coster op zijn sok
kel, de magnifieke in renaissance
stijl gebouwde Vleesbal van Lieven
de Key uit de 17e eeuw.
U kunt deze cultuurrijkdommen op
uw gemak beschouwen, als u plaats
neemt op het ruime terras van res
taurant Brinkmann. Helaas zijn er
in Haarlem niet zoveel van deze ge
legenheden, althans niet in het cen
trum. Maar Brinkmann is dan ook
iets heel aparte. In de morgenuren
druppelen hier de huismoeders bin
nen om onder het genot van een kop
je geurige koffie de dingen van de
dag te bespreken en de kleinen te
laten zonnen, als de zon tenminste
wil schijnen, 's Middags is er het
rendez-vous van journalisten, advo
caten en bankmensen, die dan op
hun beurt en op hun eigen manier
een uurtje gedachten gaan uitwisse
len; de koffie blijft hierbij door
gaans achterwege. Na de middag ko
men weer de huismoeders nu op
de thee om hun onderbroken be
schouwingen voort te zetten. Ten
slotte is de avond gereserveerd voor
de biljartende middenstand en voor
de stoere, ietwat snobistische jonge
lui, die wel graag willen weten, dat
ze er zijn, te oordelen naar het soms
doelloos en nutteloos heen en weer
lopen door de grote ruimten, waar
een gegons van zacht gevoerde ge
sprekken hangt.
Haarlemse zuinigheid
IJET KUNSTLEVEN staat in Haar-
lem op een hoog peil. Er worden
regelmatig concerten gegeven. Zo is
onlangs, van 8 tot en met 12 juli
weer het internationaal orgelconcours
gehouden, dat inmiddels grote be
faamdheid heeft gekregen en waar
aan de beste organisten ter wereld
elk jaar deelnemen. Ook toneeluit
voeringen zijn er veelvuldig en van
de beste soort. De grootste Neder
landse toneelgroepen zijn vaste be-
speelsters van de stadsschouwburg.
Een tijd terug heeft de Spaarnestad
zelfs zijn eigen ensemble gehad, maar
het zat niet erg goed met de finan
ciën dus was tot verdwijnen ge
doemd. Een avondje „uit" in de
schouwburg kan hier echter moeilijk
afgesloten worden met een gezellig
zitje, want in de nabije omgeving
van deze tempel der muzen is geen
enkele gelegenheid waar men bij een
kop, glas of glaasje de emoties van
de avond nog even de revue kan la
ten passeren.
In het zuiden van de stad ligt dan
de beroemde Haarlemmer Hout. Dat
dit parkachtige bos of wellicht
bosachtige park zo'n grote ver
maardheid heeft gekregen, is niet in
eeringe mate te daifken aan een van
Haarlems grootste en bekendste zo
nen, Nicolaas Beets, die als Hilde-
brand in zijn Camera Obscura zijn
lier in alle toonaarden de lof der
Hout laat zingen. En onaangename
mensen vindt men nog maar weinig
in de Haarlemmerhout, of het moest
een doodenkele keer een vader zijn,
die met het kroost naar het herten
kamp gestuurd wordt. Maar zij. die
zich dan laten kennen, moeten toch
wel echte nurksen zijn. Thans is het
wachten op het Hildebrandmonument,
waar men nu al 50 jaar over aan
het zeuren is. Het is gereed (nu al),
en de plek, een groen gazon van
waaraf men een schitterende door
kijk heeft op het voormalige paleis
van koning Lodewijk Napoleon, ligt
daar open en wel om het te ontvan
gen. Er zijn reeds proefplaatsingen
geweest, doch staan doet het monu
ment er nog niet. Men vindt het
blijkbaar veel te prettig zo. Lekker
lang aarzelen. Als we het goed heb
ben, kan er binnenkort een jubileum
gevierd worden, waarvoor nu reeds
een fonds kan worden opgericht. De
gelden kunnen dan gedeponeerd wor
den bij de commissie „Tot instand
houding van de verhindering tot
plaatsing van het Hildebrandmonu
ment". En na het feest maar weer
op naar de volgende mijlpaal. Er zit
nog van alles in!
Aan dergelijke hofjes bezit Haarlem rug. Dit is het hofje, eigenlijk een
een grote keur. Ze vormen een oasegrote hof, achter het Proveniershuis
van rust in de drukke binnenstad en bij de splitsing van Grote Houtstraat
zetten voor de bezoeker, die hier op en Gierstraat. Op de achtergrond de
adem wil komen na een lange wan-j uitermate sierlijke Nieuwe Kerks-
deling, de tijd een paar eeuwen te-1 toren van Henrick de Keyser.
Neer lands intiemste
museum
1I7ANNEER U in Haarlem bent,
mag u niet verzuimen het Frans
Halsmuseum te bezoeken. In 1608
werd het gebouwd als oudemannen
huis en in 1810 namen de Haarlemse
weeskinderen er hun intrek. Sinds
mei 1913 doet het eerbiedwaardige
complex dienst als museum, Neer-
lands intiemste museum, dat een keur
aan kunstschatten herbergt, zoals de
schutters- en regentenstukken van
Hals en voorts werken van de ver
schillende Haarlemse landschap-,
portret-, genre- en stillevenschilders.
Deze doeken en specimina van beeld
houwkunst en kunstnijverheid zijn
alle ondergebracht in stijlkamers en
zalen met 17e- en 18e-eeuws inte
rieur, welke vanaf 20 juli a.s. elke
zaterdagavond tot en met 7 septem
ber in kaarslicht zullen baden, ter
wijl dan ook de binnenhof feeëriek
belicht zal zijn en met bloemen ver
sierd. Deze kostelijke sfeer wordt
bovendien nog verhoogd door de
weergave van muziek van Oude
Meesters, die zacht gevloeid komt
uit verdekt opgestelde luidsprekers.
U kimt hier enkele uren doorbren
gen om nooit te vergeten.
En vergeet u ook niet Teylers
Stichting aan het zich door de stad
kronkelende Spaarne binnen te gaan.
Behalve curieuze natuurkundige in
strumenten, een wetenschappelijke
Licht en donker spelen hun contras
terend spel aan het oude Spaarne.
Feest op de wal en feest op het
spiegelende watervlak
bibliotheek en oudheidkundige en
mineralogische collecties, vindt men
er tekeningen en grafieken van grote
kunstenaars als Michelangelo, Rem
brandt, Raphael enz. Niet de eersten
de beste, zoals u ziet.
Er blijft in de stad zelf nog heel
veel te zien en te genieten. Maar wij
vragen ons af, of u wel aan één dag
genoeg heeft. Wij weten zeker van
nietU zult u dus moeten beper
ken of.weer spoedig terugkomen,-
en dat is, dunkt ons, het beste wat
u kunt doen. Maakt u dan eens een
wandeling langs het Spaarne, naar
het zuiden over Schalkwijk. Of gaat
u eens naar boven, naar het idyllisch
gelegen Spaarndam met zijn houten
huisjes en hoge dijkjes. Over het
oude sluisje (alles is hier klein en
popperig) kunt u het wijde polder
land intrekken of de richting van de
nieuwe Velsertunnel kiezen. Om maar
niet te spreken over een wandeling
door de duinen, die hier mooier zijn
dan waar ook in Nederland. Even
voorbij Overveen, ruim een half uur
lopen van Haarlem, ligt aan een
eeuwenoude eikenlaan een historische
herberg met een naam, die u wellicht
zult kennen: Kraaitje Lek. Hier
zouden wij allemaal onze oorsprong
hebben, want volgens een oud Haar
lems gezegde komen wij allen van
Kraantje Lek".
Hiermede bedoelt men dan de
stokoude holle boom, die genera
ties lang deze volkswijsheid tot
voedsel heeft gediend. Hij staat er
nog steeds en wordt door de kinde
ren eerbiedig ontzien. Misschien
trekt ons hart hierom alleen al steeds
weer naar deze uitspanning, maar
waarschijnlijk is dit niet.
Vervolg op pag. 10.