mocht winnaar weg en van de Wim van Est greep maandag zijn kans niet KHr! Piet de jongh held van de dag: reed 12 km met één pedaal JCael fteCd&c iuate% - £aiu tavetdmnfl WOENSDAG 10 JULI 1957 DE LEIDSE COURANT (Van een speciale A.N.P.-verslaggever) MARSEILLE, 9 juli. Een donderen de ovatie rolde van de tribune van het stadion van Marseille. Er kwam een Ne derlander binnen. Niet als eerste. De winnaar van de étappe CannesMar seille (239 km.), de Franse nationaal Jean Stablinski was al ruim 23 minu ten eerder langs het hokje van de tijd- waarnemers over de streep geschoten. Het was ook niet de Nederlander, want Wim van Est had zich in de eerste groep van het peloton gehandhaafd en was als negende, met 14 minuten achter stand, binnengekomen. Het was Piet de Jongh, die wij tien kilometer voor Marseille hadden inge haald, terwijl hij huilend en jankend van narigheid als een kreupele met één been fietsend over de hobbelige keien voortzwoegde. Even dachten wij aan een ernstige blessure van het toch al zo dik omzwachtelde linkerbeen. Maar toen we naast hem reden zagen we wat er was gebeurd. Twaalf kilometer voor de fi nish was zijn linkertrapper bij de as afgebroken en met het linkerbeen steun zoekend op het frame was de dappere Brabander met het andere been trap pend doorgegaan. Pellenaars was met zijn wagen voor aan gebleven en mecanicien Joossen had met zijn „Quatre Cheveaux" positie ge zocht in de buurt van Voorting en Ker sten, die een moeilijke rit reden. Er was geen hulp meer mogelijk voor De Jongh, er was geen radiowagen in PIET DE JONGH De winnaar van de 12e etappe van de Ronde van Frankrijk van Cannes naar Marseille, Jean Stablinski van de Franse nationale ploeg, was ook de eerste, die de 728 m. hoge l'Espigoulier passeerde. Op de foto ziet men hem als h(j de hoogte bereikt en men een emmer water over hem heen stort. staaltje doorzettingsvermogen, dat deze had getoond. Het was voor de Neder landers in de karavaan het dramatische element in deze étappe, die verder eigen lijk heel weinig bijzonders heeft ge bracht. Jean Stablinski, de man die nog niets anders had gedaan dan het verrichten van hulpdiensten aan zijn ploeggenoten, die wielen had afgestaan aan Forestier, aan Anquetil, aan Privat, wanneer deze plat reden, die water had gehaald en altijd maar weer naar achteren was gestuurd om eventuele achterblijvers naar het peloton terug te slepen, deze harde sterke renner, kreeg vandaag ver lof om het eens alleen te proberen Wat mocht het, hij stond in het algemeen klassement toch op 1 uur en 9 minuten achter Anquetil de buurt, die een oproep voor een nieu we fiets naar voren kon zenden. Piet de Jongh moest het alleen opknappen en hij deed het alleen. Hij bofte eigenlijk i nog, dat het maar 12 kilometer was. J Het Franse wielerpubliek, deskundig j en geestdriftig als hetis, onderkende het drama onmiddellijk en het begreep, I dat deze krachtsinspanning van een ren- I ner, die al een dikke 225 km. in de l hitte en over een aantal moeilijke klims i achter de rug had, iets bijzonders be tekende. Langs de weg wees men elkaar op de ongelukkig trappende oranjeman. Er weerklonken kreten en men juichte hem aanmoedigend toe. De politieman nen, die voor de afzetting zorgden, moesten velen tegenhouden, die de weg opstormden om Piet de Jongh te wil len duwen. Als een ploegpaard In het stadion hadden de toejuichin gen en het applaus voor de étappe winnaar en voor Anquetil, die de gele trui behield, over de pelouse geklonken. Maar toen de Jongh stampend en snui vend als een ploegpaard met het schuim op de mond zijn laatste ronde over de betonnen ellips reed, brak de hel los. Fotografen stormden toe, radiorepor'.ers j wilden alles van De Jongh weten en op het middenterrein stond Louison Bo- j bet, de ongekroonde wielerkoning van Frankrijk, die zojuist zijn broer Jean had zien binnenkomen, met de blik van de man, die weet wat een dergelijk defekt betekent, als een bezetene in zijn handen te kloppen, de gehele laatste1 ronde lang. Hij gunde de autogrammeh- boekjes, die hem van alle kanten onder j de neus werden geduwd geen blik, maar liep onmiddellijk op de Nederlander toe om hem te complimenteren met het Marseille, 9 juli. Kees Pellenaars was nóg kwaad hedenmorgen. Voor de start in Cannes liep hij stil en met een verbeten trek op zijn gezicht bij de jongens rond, tot hij einde lijk iemand vond, tegen wie hij zijn hart kon luchten. „Snap je dat nou van Wi'm van Est? Onbegrijpelijk man. Onbegrijpelijkdaar laat hij zo maar een overwinning schieten, gewoon omdat hij niet durfde De ploegleider duidde op de slotfase van de lange en zware etappe van Briangon naar Cannes. Wim van Est had mét Lauredi en Privat een beslissende voorsprong opgebouwd en hij trok zo hard aan kop, dat zijn beide concurrenten het tempo nau welijks meer konden volhou den. „Dat was de kans ge weest voor Wim", zei Pelle naars. „En vroeger zou hij die ook hebben gegrepen. Dan zou hij voortdurend ge demarreerd hebben, net zo lang tot de anderen eenvou dig terugvielen. Maar nee hoor, dat doet Wim niet meerhij durft het niet meer". De Fransman Montillot, de bekwame assistent van Pel lenaars, stond hoofdschud dend bij deze explicatie. Hij verstaat weliswaar geen Ne derlands, maar hij had de woorden van de chef d'équipe toch goed begrepen. „Psst", deed Montillot en maakte een flitsende bewe ging met zijn handen. „Wim- me Psstmais non stupide". Montillot haalde geërgerd de schouders op. „Ja hij zei het nog tegen mij, gisteren tijdens de rit", ver klaarde Pellenaars, „Wim had moeten wegspringen. Zoals het nu gegaan is win je nooit een etappe". Wim van Est was er niet bij, toen Pellenaars over hem sprak. Hij scharrelde nog wat rond op het terrein, bij de plaats voor de start en pas kort voor het vertrek liep hij naar zijn ploeggeno ten toe. Van Est had de situatie anders gezien en had zich 's avonds al fel ver weerd tegen de mening van Pellenaars. „Ach wat. je kunt toch niet weglopen met twee man aan je wielen, dan halen ze je toch onmid dellijk terug. Ik wilde liever mijn krachten bewaren voor de eindsprint, dat ik niet gewonnen heb, nou ja, de twee anderen waren sneller op de laatste meters". Toch had de Nederlandse kampioen zich de woorden van Pellenaars kennelijk aangetrokken. Grimmig en attent zat hij op zijn fiets vandaag, fel geconcentreerd om te reageren op iedere uitlooppoging van betekenis. Hij werd eetmaal dan ook weer onze best geplaatste Ne derlander (negende) en be hield daardoor zijn goede plaats in de algemene rang schikking. „Nu ben ik niet meer bang Heel anders dan Wim van Est zat gisteren Michel Stol- ker op de fiets. De Utrech ter was de rit bleek en zon der enig zelfvertrouwen be gonnen. Hij trapte moeizaam, stopte bij iedere tuinslang om water over zich heen te laten lopen en geraakte ach ter bij ieder heuveltje in het parcours, Het ging eenvou dig niet en niemand be seft dat beter dan Michel strijd met zichzelf uit. En hij won. Twintig kilometer ver der. tijdens de bestijging van de Col d'Espigouilier (een berg van de tweede ca tegorie) kwam opeens, tot onze grote verbazing, zijn hoofd lachend naast de wa gen. „Nu ben ik niet bang meer" zei hij bijna juichend. „Was je dat dan?", vroegen wij. „O man, ik was zo bang, zo bangen hij stoof weer verder. Michel Stolker was niet meer te houden. Alsof zij niet bestonden passeerde hij Baroni en Pintarelli, Nu vroegen de Italianen of zij aan zijn wiel mochten han gen. Stolker reageerde niet. Baroni en Pintarelli tracht ten daarop hun woede te uiten door hard met de vuis ten op het dak van onze wa gen te stompen: Een Hol lander hé, je hebt Stolker ge holpen", schreeuwden zij. Dat was beslist niet waar: Stol ker had alleen voor zijn op merkelijke come back ge zorgd. Wat hij daarna liet zien vervulde een ieder met verbazing en ontzag. Halver- Pellenaars: „Vroeger zou hij die wél gegrepen hebben bui van nervositeit. Dikke tranen dropen over zijn wan gen, De Jongh geneerde zich daar niet voor. Twaalf kilo meter had hij gefietst met één pedaal het was voor de toch reeds zo geteisterde knaap teveel geweest. Met zijn dikke laag verband op armen en benen en zijn „eenzijdig geduw" had hij slechts medelijdende blik ken ontmoet. Tot hij op de wielerbaan arriveerde, waar het impulsieve Franse pu bliek hem een ovatie bezorg de als was hij de winnaar. Iedereen in het rennerskwar tier wilde de pechvogel be kijken. Luison Bobet de grote, snelde op hem toe, nadat hij van zijn broer Jean had ge hoord wat de Nederlander was overkomen. De Jongh herstelde zich snel en pijn lijk lopend naast zijn be schadigde fiets verliet hij het stadion met een trots gevoel. Tour financieel gunstig voor de Franse ploeg. De Tour de France, waar van het parcours gisteren door de renners voor de helft was afgelegd is tot dusverre financieel zeer gunstig ge- En toen de Fransman er een kilo meter na de start in Cannes vandoor ging, en Henri Anglade van de Zuid- oostploeg, die in de étappe van zondag op het randje van opgeven was geweest, zijn wiel pakte, was er geen sterveling in het peloton, die reageerde; immers ook Anglade (op 1 uur en 12 min. achter de gele trui) kon geen kwaad doen. Het werd een vlucht van een stoere door zetter, want al is de hoofdmacht nog zo lankmoedig, men moet toch eigen lijk wel wat in zijn mars hebben om bijna 240 km. met aanvankelijk de steun van een zwakkere broeder, alleen het werk te doen en een voorsprong op een gegeven moment van 20 min. te verkrijgen. Eindelek strijd Dat deze voorsprong tenslotte tot 12 minuten werd teruggebracht, kwam door de strijd, die in de tweede fase van de étappe in het peloton eindelijk tus sen de groten losbrandde. Maar die strijd begon pas heel laat, niet eerder dan toen Toulon, waar de Mont Faron op zijn slachtoffers lag te wachten, in zicht kwam. En goed beschouwd begon ir. Toulon een étappe apart; maar wan neer we de rit door de zee-alpen en langs de vele kleine badplaatsjes aan de heerlijke groen-blauwe zee als een rit op zichzelf moeten bespreken, dan wordt het een verhaal, dat met een sportverslag niets meer te maken heeft. Wij hebben in deze dagen al enkele malen gesproken over een wandeltocht, welnu, dit was geen wandeltocht meer, dit was een fietstocht van een groep uitgelaten schooljongens, zonder leiding, die er op uit waren de boel eens heer lijk op stelten te zetten; zonder zich te bekommeren over de tijd die zij er voor nodig hadden. Terwijl Stablinsky en Anglade al na 15 km. een voorsprong van een minuut hadden en terwijl deze marge groeide tot 5, tot 10, tot 15 minuten, reed het peloton lachend voor de gapende, dom melende en puffende volgers uit Het was of de krekels in het struikgewas en de dennenbomen langs de stoffige, gloeiend hete wegen, mee lachten, of zij de gehele toer uitlachten en zo zij dit hebben gedaan men weet dit nooit bij krekels dan hadden ze gelijk Wij hebben de bekende Riviera-tonelen nu niet één, maar wel zes keér zien op voeren. Renners, die hun fietsen in groepen in de berm smeten om in vol ornaat, brillen en petten op, kopje on der te gaan in het water van de Mid dellandse Zee en om elkaar daarna nog wat met water te gooien en onderste boven te duwen en om vervolgens als druipende poedels weer grinnekend op het zadel te kruipen. Renners, die grap jes maakten met de voorbijgangers, ren ners, die bij de uitspanning van Mistin- guette, ergens bij La Mole (77 km.) elkaar verdrongen om in het vijvertje te gaan zitten. Hassenforder was bij al deze grollen natuurlijk weer de hoofd rolspeler en liet zich door de film- en fotomensen ook graag ompraten om bij de apenkooi zijn gelijkenis met de be woners te tonen. Niet alleen de renners ln de Tour de France worden vaak gekweld door dorst ook voor de supporters langs de stoffige wegen is de hitte vaak een kwelling, waaronder zy soms worden gesteund door. de renners. Deze foto laat zien hoe de Italiaanse renner Giancarlo Astrua tijdens een korte rustpauze on derweg twee kleine Franse supporters liet meegenieten van zijn kruikje koel water. Op de achtergrond kijken Wim van Est (links) en Michel Stolker glun derend toe. Speeltuin En na zo'n tien minuten in de speel tuin ging het weer verder. Was het wonder, dat Stolker die bij elke klim in moeilijkheden zat, steeds weer bij kon komen en dat dezelfde Hassenforder na zijn apenstreken het peloton niet al leen weer snel inhaalde, maar in het zelfde, heus niet hoge tempo, kon door gaan om een paar minuten voorsprong te nemen? Het was allemaal erg vermakelijk, maar het was geen Tour de France. Toen kwam de Mont Faron. „Hup Holland, laat je niet kisten, hup Wim van Est", stond ergens op een bord langs de weg in de buurt van een groepje vakantiegangers gekalkt. Wim zal zich van deze aanmoediging niet veel hebben aangetrokken, maar een feit was, dat hU steeds vooraan én het peloton was te vinden En hij klom mee met Jans- sens, Anquetil, Bergaud, Forestier, Nen- cini enz. de Mont Faron op. Hij hand haafde zich op de smalle, bochtige weg met een stijgingspercentage van soms 15. Hij ging met inbegrip van de eerste twee. Stablinsky en Anglade die met onderling verschil van 1 min. en 6 sec. en een voorsprong van 16 minuut op het peloton doorkwamen, als vijftiende met een kleine achtertsand op Bergaud over de top. De Mont Faron deed zijn plicht als scherprechter. De duizenden in de kleine straten van de marine- basis Toulon hadden een vrijwel com pact peloton het steile bergcircuit zien opgaan. Een paar honderd meter ver der, in dezelfde stad, aan dezelfde boulevard, zag men de renners in een ver uiteengerukte sliert weer terugko men van boven. Anglade lag toen 3 min. 30 achter op Stablinsky, het peloton op 18 min 45 sec Drie minuten later volg-, de een groepje met Hassenforder en IAdriaenssens; op 23»^ minuut kwamen Piet van Est en Piet de Jongh ln een klein peloton beneden, Gerrit Voorting en Jaap Kersten lagen op 24 minuten en Michel Stolker, helemaal achteraan, 1 op 27 minuten en 45 sec. De strijd was getekend. Bij de ravitaillering van Gemenos (186 km.) was de hoofdmacht nog bijeen, maar daarna, bij de beklimming van de „Espigoulier", een col van de tweede categorie, begon er licht te komen tus sen twee groepen. Voorin zat Wim van Est met o.a. Anquetil, Nencini, Fores tier, Janssens, Barone, Da Silva, Defi- lippis en Bauvin. Daarachter met steeds groter wordend verschil, een groep met Darrigade, Thomin, Adriaenssens, Jean Bobet, Privat en Mahé als hoofdfiguren. Intussen was Stolker over zijn diepte punt heengekomen en was hij over het groepje met Voorting en Kersten heen gegaan. Maar Piet van Est en Piet de Jongh bereikte hij niet meer. Hij werd 49ste op 9% minuut achter De Jongh en op 33 min. achter de winnaar. Voor ting en Kersten waren met een achter stand van 44 min. 50 sec. nog precies op tijd binnen. Verschuivingen Maar er zouden nog vele verschui vingen komen voor Marseille was be reikt Anglade werd ingelopen door de Duitser Friedrich en de klimspecialist van de nationale ploeg Bergaud en moest zich later in het peloton laten terug vallen. Terwijl Piet de Jongh en P et van Est op de soms vinnige hellingen van de volgende cols terugvielen en daarachter Voorting en Kersten met moeite de pedalen konden rondkrijgen, terwijl Michel Stolker meer tegen zich zelf dan tegen de kilometers en de ber gen vocht, begon het peloton te trekken. fit Alleen hel vaststellen v.d. route duurt al 3- 5maanden Het berekenen vddage- lijkseresultatenvraagl edere dag ca!,5uur de dag weerte kunnen laten rijden moetde leiding na elke etappe noq Muurwerken Tijdens deRondewert de leiding dagelijks 150-175 telefoonge- so rekken Tijdens de Ronde «order er door de leiding totaa 250-3QQ telegram me verzonden Na aflooovande Ronde heeft de leiding nog ca rl5weken nodigomal- I les af te handelen zelf. Dank zij hét wandel tempo langs de Rivièrakust kon hij zich nog ruim hon derd kilometer handhaven. Maar toen. bij de beklim ming van de Mont Faron, kreeg hij een hopeloze ach terstand: na de afdaling was deze bijna 28 minuten. Stol ker vroeg nog aan de Italia nen Baroni en Pintarelli of hij zich door hen mocht laten trekken. Zij weigerden dat bits. De rit werd daarna bij zonder moeilijk voor de Utrechter. Triest en moede loos worstelde hij voort. „Ik geloof nooit dat ik het haal, het is nog zo ver naar de finish!, zei hij toen wij langs hem reden. „Hoe groot is mijn achterstand eigen lijk? Kan ik nog op tijd bin nen zijn?" Wij beurden hem op, maar innerlijk vreesden wij voor hem. Michel Stolker vocht daar na eenzaam een moeilijke wege de beklimming bereikte Stolker het groepje renners, waarin o.m. Voorting en Kersten zaten, hij wachtte niet en reed hen, onbegrijpe lijk snel voor een man die juist een enorme inzinking had doorgemaakt, voorbij. Steeds meer renners liet hij achter zich en tenslotte reed hij alleen tussen de twee grootste groepen, waarin het peloton zich had geplitst. Stolker bereikte Marseille monter en fris: hij kent nu de moeilijkheden van de tour. Huilbui in Marseille. Stolker was dus blij toen hij op de baan in Marseille afstapte. Ook Piet de Jongh was dolgelukkig. Maar zijn reactie was geheel anders: de dappere coureur uit Made barstte opeens temidden van journalisten en renners in een huilbui los een huil- Bidot. De heer Goddet keer de in de eerste helft een be drag van 136.000 gulden uit. Ruim 50.000 gulden daarvan ging naar de Tricolores, het geen overeenkomt met 37 procent van het totaal. De Nederlandse winst was aanmerkelijk minder. Slechts 6900 gulden (vijf procent). Het geringste waren de ver diensten van de gemengde i Luxemburgse ploeg. Zij be- I droeg 1450 gulden. Gisteren heeft Jean Sta- j blinksi het saldo van zijn ploeg aanmerkelijk ver hoogd. Door zijn geslaagde vlucht kregen de Tricolores de prijs voor een etappe- j overwinning (2000 gulden), een bergprijs, (1000) voor Bergaud, de prijs voor het ploegen-etappe-dagklasse- I ment (2000 gulden) en talrij- ke premies. Daarbij komt nog de rente van de gele trui, die door Jacques An- j quetil wordt gedragen. De nationale ploeg is dus rijk na 1 deze ronde, want ook in de i De hitte in de Tour de France Is nog algemene rangschikking steeds niet veel verminderd, de mon- neemt zij overheersende po- sterrit blijft een zware beproeving sities in. waarbij koel helder water als een to verdrank werkt. De renners proberenvan Est, Forestier en Thomin langs de dan ook voortdurend in het bezit van route het geluk hadden een bi andspuit deze kostbare drank te komen. Deze met volop water te vinden. Wim van foto laat zien hoe v.l.n.r.: Picot, Wim1 Est nam de slang in de stoere knuisten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 7