U hoeft niet altijd
[ver van HUIS te
gaan)
En in de verte op een rots roept een sirene
Ook Zuid-Holland heeft veel schoons
Verre einders en een wijde wereld
WELKE DOCUMENTEN
ZATERDAG 22 JUNI 1957
DB LEIDSE COURANT
PAGINA
Met een variant op een bekend bijbelwoord zouden we deze beschouwing
willen beginnen: „Zuid-Holland, gij zijt geenszins de minste onder de pro
vincies van Nederland", en al moge deze stilistisch niet zeer schone, eigen
lijk nuchter-lelijke zin wel erg schril afsteken bij haar bijbels voorbeeld,
de waarheid wordt althans geen geweld in aangedaan.
Want Zuid-Holland is schoon, dat zij U nu eens tnet alle stelligheid ge
zegd. En dan bedoel ik niet de klassiek-genoemde schoonheid van onmete
lijke paarse heidevelden, van machtige berglandschappen en maagdelijke
wouden; het bergt landschappen binnen haar administratieve en natuur
lijke grenzen die voor geen ander landschap van buiten onze einders be
hoeven onder te doen, sterker nog: een eigen, dus unieke schoonheid be
zitten, een schoonheid die, waar ook ter wereld, wèl anders geaard kan
zijn doch niet daarmee te vergelijken. Anders zou het trouwens geen eigen,
unieke schoonheid zijn.
Zuid Holland hééft iets eigens en dat eigene is zelfs velerlei. De polders
zijn er anders dan in haar noordelijke of zuidelijke naburen. De dorpse
steedjes en de stedelijke dorpen hebben er een eigen sfeer. Het felle hart,
Rotterdam, klopt er zijn eigen ritme. Langs de roerige wateren kloppen de
hamers, staal op staal, met fel takketakketak en over de brede stromen
zeilen de oude tjalken, tjoeken de driftige motorboten onder een hemel,
grauw of blauw, met stapelende wolkenkantelen of jagende hemelzeilen.
Alleenen dat is de grote „maar"we moeten het zien kunnen
zien willen zien.
We gaan het proberen!
De oude Rijn, nijver en knus.
JA, dat is nu toch wat met die Rijn.
Ontsproten op de machtige hel
lingen van 't Zwitserse St. Gotthard—
massief, woelend en schuimend tot
hij, bij Schaffhausen, pardoes een
tuimeling maakt, bij Basel noord
waarts buigt, verderop de voeten v. d.
blondlokkige en hysterisch lokkende
Loreley besproeit, het spiegelbeeld
van de Deutsche Dom in de oude
keurstad Keulen met z'n grauwrol-
lende golven in splinters scheurt,
komt hij bij Lobith ons land binnen.
Oef, dat was me een repetitie van
oude schoolkennis. Ik sla nu een groot
deel van zijn loop door de lage lan
den over nademaal mijn opdracht
luidt: „Schrijf wat over Zuid-Hol
land" en waar ik me dus aan te hou
den heb.
En nu kan het me geen sikkepit
schelen óf de Oude Rijn in onze pro
vincie nog wel echt de Rijn is
boze tongen beweren, dat er geen
druppel Zwitsers of Duits water meer
langs -zijn oevers „stroomt" hij
heet nog altijd Rijn, onze eigen Zuid-
Hollandse oude en nieuwe Rijn, en
daarmee basta. We trekken dit stuk
gekanaliseerde oudheid van uit onze
goede Sleutelstad stroomopwaarts.
Geen Leidenaar behoef ik te ver
tellen waar Leiderdorp ligt en ik wil
hem dus ook niet vragen of hij er
al eens is geweest. Maar toch begint
hier onze speurtocht. Als tegenwoor
dig verlengstuk van onze stad treft
ons toch nog het landelijk karakter,
smalle straatje, smalle bruggen en
een „lage" en „hoge" kant;. De na
men op oude gemetselde inrijhekken
zullen het U wel vertellen dat we by
de Rijn zijn maar ook dat Leiderdorp
heeft U nodig voor een buitenlandse reis?
Betreffende de persoon van de reiziger
Voor nagenoeg ieder te bezoeken vreemd land heeft de Nederlandse toerist
een geldig paspoort nodig, met uitzondering van België en Luxemburg,
waar men volstaan kan met een verlopen paspoort, mits daarvan de geldig
heidsduur niet langer dan vijf jaren is verstreken óf een bewijs van Neder
landerschap. Voor Spanje en Joego-Slavië is voorts een visum noodzakelijk.
Reist men per auto of motor dan worden vereist:
Autoradio
te vermel
den op:
Kente- Interna- Rij-bewijs W.A.-
kenbe- tionaal Ned. verzeke-
wijs? bewijs? Intern, ring?
België
Denemarken
Duitsland-West
Frankrijk
Griekenland
Gr. Brittannië
Italië
Joego-Slavië
Luxemburg
Noorwegen
Oostenrijk
Portugal
Spanje
Zweden
Zwitserland
Ident. bew.
earn, of Tr.
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja Ja
Ja Ja
in voorbij eeuwen een geliefde fo
rensenplaats voor rijke Leyenaeren
moet zijn geweest en langs de grote
brug- en viaduktwerken in Rijksweg
4A, door Koudekerk (aan de Ryn)
op Alphen aantrekkend, komen we
reeds na luttele kilometers voorbij
de typische oude kerk van OuJs-
hoorn, de invals- (of uitvals) poort
van de Vierambachtspolder, een kerk
met een hele serie goed geconser
veerde ramen met wapenschilden,
voor de heraldicus en de genealoog
om van te watertanden. Alphen zelf
is een nijver stedeke dat met zijn
pannebakkerij e en aardewerkfa
brieken langs de waterboorden een
eigen typisch cachet heeft. Veel oud
stedenschoon moeten we er niet
(meer) zoeken,* daarvoor moeten we
wijder op naar Zwammerdam en Bo
degraven, het land van de kaas, en
Woerden, het verste punt van onze
tocht, nog maar half Hollands, voor
de andere helft al Stichts. Want
Woerden is de marktplaats voor een
wijde omgeving aan beide kanten van
de gewestgrenzen en zowel die uit
Holland als van Uytert slijten er een
deel van hun handel en wandel.
LAAT dat Woerden toch vooral niet
links liggen! Vooral gij, liefheb
ber van oud stedenschoon komt er
aan uw trekken. En dan wijs ik U
alleen nog maar op het oude Raad
huis uit 1500, op de Stadswaag en
op het oude „Slot", dat u zoeken
moet, maar met vragen komt U in
Rome. Vergeet dan ook niet te vra
gen naar „Het Gemeenlandshuis", de
zetel van het Grootwaterschap van
Woerden en kijk ook eens uit naar de
resten van de oude omwalling.
Nu wilt U weer terug, toerist per
trap- of bromfiets, vóór de avond
valt, als gij teminste niet de vroege
uurtjes voor uw start hebt gekozen,
hetgeen overigens heel erg verstan
dig zou zijn geweest. Neem in dat
geval een goede raad van mij aan:
ga nooit of te nimmer dezelfde weg
terug maar zoek de route op huis
aan langs de binnenweggetjes door
dorpen, vlekken en gehuchten. De
landkaart staat vol met namen en de
wegwijzers van onze onvolprezen
A.N.W.B. „staan overaloveral,
m'n vrinden, 't is de vraag maar wie
ze al, wie ze niet kan vinden".
En daarmee dwaalde ik, figuurlijk,
op zijwegen zoals u dat letterlijk
moet doen. Ten zuiden of ten noor
den van de rivier, dat moet U zelf
maar weten.
Langs de grote rivier ligt een
zilverstad.
Het is ondoenlijk, lezer, U aan de
hand te nemen en U kruiselings, over
dwars of diagonaal door Zuid-Holland
te voeren. Het zou misschien ook tot
conflicten leiden wanneer Uw hebbe
lijkheden en mijn onhebbelijkheden
met elkander in wellicht wat on
zachte aanraking zouden komen. Het
is dus uitgesloten dat ik U aan het
handje neem maar neem een goed
koper middel te baat goede raad.
Een goede raad, ja. Ga ook eens de
kant van de grote rivieren uit naar
Schoonhoven b.v., het zilverstadje.
En omdat ik niet van U verlangen
mag dat u alles wat ik zeg maar
voor zoete koek belieft aan te nemen
ga ik nu wat plagiaat plegen:
„Daar ligt, vlak op de grens, ach
ter de dijk en binnen een krans van
groen geboomte het stille Schoon
hoven; een oude stad, saamgekropen
rond een indrukwekkende toren, die
waakt over de huizen aan zijn voet,
krachtig zich aftekent in het mooie
stadssilhouet; die uitziet over de rode
en blauwe daken, over de singelbo
men, over de vlakke landen daar
buiten heen naar de verre verwaasde
kring van de slechts hier en daar ver
broken einder. Er is een smal gracht
je, een haven met een paar tjalken;
er zijn smalle kronkelstraatjes en
dromende pleintjes, sierlijke gevel
tjes en een paar heel mooie oude ge
bouwen; en telkens weer strooit een
carillon wat klokkeklanken over Jit
alles uit, als ware het om hier, waar
't leven immers zo rustig gaat en
niets zich haast met het moderne la
waaiige gejacht, de mensen met een
paar tonen van een oud melodietje er
aan te herinneren, hoe de tijd steeds
verder snelt. Och, een rustig vredig
plattelandsstadje, zoals er meer in ons
Zuid-Holland van de wateren en de
weiden bestaan. Schoonhoven, de zil
verstad van Holland".
ZO staat het er geschreven met een
fijner versneden veder dan de
mijne. En nu zou ik natuurlijk kun
nen gaan opsommen wat er al zo in
dat kleine wonder van oud-Hollands
stedeschoon te zien is. Ik zou U kun
nen wijzen op kerk en stadhuis, op
waag en veerpoort, op het zilver
museum, de talrijke kleine werk-
Slaatsj es en een paar grotere ate-
ers van de vele zilversmeden en
-smidjes. Het zou een dorre opsom
ming worden.
Schoonhoven is een stede om stil
en bewonderend door te wandelen,
er te verwijlen in een droomhoekje,
af te dwalen naar de Lekdijk bij het
veerpont en te zien naar de overkant,
naar Nieuwpoort, waar ook weer zil
versmeden en -smidjes leven en wer
ken.
U drinkt er in een oud kroegje een
goed geschonken vaderlandse borrel
o feen wèlgetapt schuimend glas pal-
lieteriaans bier. Niet te veel net
genoeg voor de smaak want U wilt
nog verder op. Langs de Lekdijk naar
Rotterdam of oostelijk naar Vianen,
noordelijk naar het gebied van de
Hollandse -Jssel en Gouda, ook al zo'n
oer-Hollandse stad, maar we kunnen
nu eenmaal niet alles gaan beschrij
ven.
U moet zelf zoeken, zien en pionie
ren. Dat is trouwens de meest ideale
vorm van toerisme: „Zo de wind
waait, waait mijn jasje".
Tussen Krammer en
Haringvliet.
IJET zuid-westelijke deel van ons
waterrijke landje is als een leg
kaart waar reeds al te veel mee is
gepuzzeld; op den duur raken er
stukjes weg en slijten de randjes af.
Pal zuidelijk van Neerlands eerste
havenstad is er nog wel wat fatsoen
in te krijgen maar het onderste dc 1
vertoont zulke scheuren dat de leg
kaart met de beste wil van de we
reld niet meer samen te voegen i:
zonder dat er gaten overblijven.
U kent het schooldreuntje óók nog
wel: Rozenburg, LJsselmonde, Voorne
en Putten, Beierland, Eiland van
Dordrecht, Tiengemeten, Goeree,
Overflakkee. Ik hoor het me ten
minste zelf nog opdreunen al was ik
soms in schooljongenshaast met mijn
antwoord al klaar vóór ik Goeree
Overflakkee had genoemd.
Dat had ik nooit mogen doen
ik weet het nu.
Want datzelfde Goeree-Overflakkee,
VERBOND VOOR VEILIG VERKEER
dat daar ligt te drijven in een grote
plas die aan alle kanten andere na
men draagt zee, Haringvliet, Vol
kerak en Krammer met contouren
als van een reuachtige geplukte eend,
is niet gemakkelijk te vergeten
noch te bereiken, want U moet over
breed water en er zyn geen bruggen,
al schijnt het wel zó te zyn dat er
binnen enkele jaren een zijn zal naar
het vasteland van Brabant over het
Volkerak.
Men zegt dat Goeree-Overflakkee
het stukje grond is met de groot
ste bodemopbrengst van de wereld en
als „men" het zegt dan zal het ook
wel waar zijn maar dat interesseert
ons op het ogenblik geen zier. Wat
ons wel interesseert is dat wij dit
zuidelijkste punt van het zuidelijke
der beide Hollanden kennen als een
eiland waar de zilte wind van wijd
open water je altijd omwaait, waar
je in enkele uren van zee naar zee
kunt wandelen al zijn net dan maar
binnenzeetjes, waar „De Stad" offi
cieel „Stad aan 't Haringvliet" heet al
is dat dan maar een groot dorp en
waar de inboorlingen, als ze het heb
ben over „De Plaat", Ooltgensplaat
bedoelen als U dat nog niet wist.
'pUSSEN de welige groene akkers
kronkelen de wegen en weggetjes
van dorp naar dorp. Zie Dirksland
liggen in het wijde land met de vier
kante toren en de veel smallere spits
boven de kleine woningen. Goederee
de met de zware toren als een don
jon en de hoge huizen er om heen
uit de tijd dat het waarlijk nog de
goede reede was voor vele rijkbeladen
Oostinjevaarders. Middelharnis met
het statige raadhuis op het steeds
aandoende maar toch dorps-knusse
plein. Bekijk ook het petieterige ha
ventje van Stellendam en zie hoe
fors de molen boven het dorp zijn
kruis slaat. Vergeet dan verder niet
de dorpen met de schoonklinkende
namens als Melissant en Sommelsdijk,
ga dan in een wijde boog over Oude
en Nieuwe Tonge naar Achtuizen, zet
U een poosje later aan de rand van
het wijde water en U heeft een
streek doorkruist die U, juist omdat
daar alles nog zo oerdegelijk en sim
pel is, niet licht zult vergeten.
fepgebroken
Kort pleidooi.
rvENK nu niet, lieve lezer, dat ik U
met voorgaande regelen wil
dwingen juist naar die plekjes te gaan
waar ik het altijd goed toeven heb
gevonden, want het zijn lang niet de
enige mogelijkheden die er zijn in
toeristisch Zuid-Holland. Het tegen
deel is waar.
DE RUIMTE IN DE WERELD
AANTAL INWONERS PER KM2
MONACO 22 000
NEDERLAND 33<
JA^AN 241
ENGELAND 210
VERSLATEN 21
SOVJET-UNIE 9
Ik heb het U gezegd: ik neem u niet
aan het handjmaar ik moest u
toch ergens op attenderen. En daarom
kunt U er van denken wat U wilt, U
kunt er heen gaan óf een tikkeltje re
calcitrant zeggen: Waarom zou ie juist
dóar heengaan. Het is mij om het
even waar U heengaat, beste lezer
en lieve lezeres, maar als U zegt dat
U Uw eigen provincie kent dan zeg
ik U ronduit, dat U het mis hebt.
En daarom dit laatste woord als 'n
kort pleidooi: ga eens zwerven door
de provincie. Zoek er een dag, twee
dagen, een week voor uit Ga per
pedes apostolorum, stap op uw fiets-al-
of-niet-brommend, het is U zelfs bij
voorbaat vergeven wanneer U per
auto gaat, overigens niet het beste
vervoermiddel „om wat te zien",
maar in ieder geval: Trek er op uit!
Ga dwalen door polders, lartgs ri
vier en plas, bezoek de oude stedekes
en de vriendelijke dorpen, ga eens
met de hand boven de ogen uit staan
zien over de brede stromen, laat geen
wind U daarbij deren al hoop ik dat
U mooi weer treft.
Eén ervaring zult u in elk geval
rijker worden: U hoeft niet altijd ver
van huis te gaan!
W. P.
OP de in groen en bloe
men gevatte wandel
kade, de esplanade van
Bonn, dicht bij dg wit Op
stekende nederzettingen
van de bondsregering aan
de boorden van de Rijn,
gaat in zuidelijke richting
een nieuwe wereld open.
De vreemdeling uit de lage
landen aan de zee, die voor
het eerst buiten de gren
zen van zijn eigen land met
de eindeloos wijde hori
zonten zijn stappen zet,
ziet hier 'zijn dromen wa-
zig-blauwe werkelijkheid
worden en ondergaat de
minutenlang durende ver
rukking van deze eerste
aanblik. Het Kopje van
Bloemendaal en de Hek-
senberg in Zuid-Limburg
liggen klein achter hem;
het goede vaderland is
mooi, hij heeft dit altijd
kunnen waarderen en zal
het nooit ontkennen, maar
het bos en de hei, de dui
nen en het strand, de door
sloten gesneden polders
zijn ver weg en thans uit
de gedachten.
Het Zevengebergte ligt
vóór hem en de Drachen-
fels is alleen voor hém op
nieuw de machtige sterkte
van waaruit roofridders de
eenzame reiziger als hun
prooi bespringen. En nog
verderop, achter de warm-
trillende blauwe nevels te
gen de bergmuren, weet hy
een rots, uitstekend in het
stromende Rijnwater, de
Lorelei. Het kost hem geen
moeite, de verlokkende
zaïng van de legendarische
sirene, een waternimf, te
horen klinken. In zijn en
thousiasme zou hij bereid
zijn, zich als argeloze
schipper te laten verschal
ken, daarbij vergetend, dat
aan zijn lang verbeide Rijn-
tocht een smartelijk en
voortijdig einde zou komen.
Maar deze fantasie zij
hem vergeven, de hele sfeer
hier vraagt er om. Hij staat
voor de poort van een
sprookje, 'n nieuw sprookje
van de natuur.
De kelen zijn chronisch droog en schreeuwen als het ware om bier. De blo emen en ballonnetjes
buiten gezet en het geestrijk vocht wordt alle eer aangedaan.