GULDENS U goedkoper...
PeektCloppenburg
39.75
29.75
8.
9.
39.75
»e.Cvata"tóejK
4.
7.
SPOOK'KANO
Voor Uw tochteh door
bergen en bossen
Voor het bezoeken van grote steden
Voor oprecht genoegen
aan zee en strand
wat in iedere
nog hoort
VRIJDAG 21 JUNI 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 11
Sporlcolberis
wollen travel - tweeds
Sportpanlalons
zulyer wollen kamgaren
Sportshirts
ons exclusieve me
"Sunshine" garana«._rt U
een prachtige kwaliteit
uni-poplin in zonnige
kleuren
met lange met korte
mouwen mouwen
Sturka - ijzersterke satijn
drill, met extra horjoge-
zakje
Fieldjackets
comfortabel reismodel.
Colbert-
costuums
9J
95
95
uitsluitend zuiver wollen
kamgaren met het al
lerbeste binnenwerk. In
lichte zomerdessins..
Toscane shirts
het laagst geprijsde merk-
overhemd, vervaardigd
van krimpvrije super-
poplin
95
Regenjassen
Vlotte autocoat modellen
Fijn geweven katoenen
gabardine
WcWeei va"
Kr
Zwembroeken
de meest uitgebreide
speciaal-collectie uit bin
nen* en buitenland, vanaf
95
Strandshorts
de grote Italiaanse mode
in originele badstof
95
Sport - singlets en slips
van zuiver katoenen
garens, per stuk vanaf
Ankiets
Stretch nylon
per paar 2. 45
per 2 paar
4.65
Soft cotton
per paar 1. 45
per 2 paar
2.
65
IFaitde! door de wereld
der mode by
LEIDEN Breesfrdat 78
Beieren ycedkofter/
DOOR WILLIAM BYRON MOWERY
41).
Hun beloften, hun plannen dat zij
hem zou volgen, schenen haar op
dat ogenblik niet buitengewoon fan
tastisch. In de nachtelijke stilte, in
het zilveren maanlicht, dat stroom
en bergen in toverachtige glans
hulde, leek niets onmogelijk.
De wolk was tot een smalle wol-
kensliert geslonken, Maar toch dik
genoeg om de rivier te verduisteren,
en naderde reeds de maan. Joan
hield die in het oog, en ook de pa
trouillerende kano. De laatste gleed
haar voorbij, stroomaf varend; de
wolk verduisterde de maan haar
kans was gekomen.
Snel sleepte zij de berkenbastka-
no door dê struiken, over de oever,
naar de waterkant. Toen rende zij
terug om roeispanen, en bagage en
dekens, wierp ze in de kano, ped
delde uit de ondiepte, over dat hon-
Iderd meter brede kanaal, werkte de
boot tussen de biezen en wilgestrui
ken van het eilandje, en was in vei
ligheid!
Zij verborg de kano veilig onder
een stapel drijfhout. Rondzoekend,
vond tij ondec het andere drijfhout
een kleine holte, waar de bodem
betrekkelijk droog was. Na die wat
uitgediept en rondom takken gesta
peld te hebben, zodit tg onzicht
baar zou zijn als het licht werd,
spreidde zij hierin haa: dekens en
nestelde zich op haar gemak.
De vochtigheid, de geur van mod
derwater, de biezen en het golf
geklots herinnerden haar aan de
schuilhoek onder het drijfhout,
waarin Alan en zij aan de Teluwa-
ceet een dag hadden doorgebracht
Wat hadden zij op hun vlucht al een
wonderlijke woningen gehad, hout-
stap
holen! En toch had zij er zich ge
lukkig gevoeld. Vanwege de
jaarsregens en de moeilijKheid, in
het donker een goede plek te vin
den, waren weinig van hun ver
blijfplaatsen zo comfortabel geweest
als dit holletje, dat 2ij gevonden
had. En toch kwam deze, haar laat
ste schuilplaats, haar, bij die andere
vergeleken, onuitsprekelijk akelig
en eenzaam voor.
Een deken om de schouders ge
slagen, leunde zij tegen een stuk
hout en tuurde door de takken naar
de patrouillerende kano. Zij geloof
de niet, te kunnen slapen met die
echo nog steeds in de oren; zij vrees
de als zg insliep, door kuchen de aan
dacht te trekken, want haar ver
koudheid was teruggekomen. Dus
probeerde zg wakker te blijven.
Maar de spanning der laatste uren
had haar sterker aangegrepen dan
zij vermoedde, en zij had de laatste
nachten slechts weinig geslapen.
Binnen het uur begonnen haar oog
leden zwaar te worden. Opschrik
kend, at zij wat van het voedsel, dat
Alan haar meegegeven had, kroop
naar de oever om haar gezicht met
koud water te wassen en zette zich
vastbesloten weer in haar hoekje.
Doch haar vermoeidheid, het wie
gelied der golfjes, het fluisteren van
de wind in het riet, bleken haar te
machtig. Haar oogleden vielen steeds
verder dicht en ze zakte verder en
verder weg, tot ze eindelijk insliep.
Toen Joan ontwaakte, was de och
tendschemering al aangebroken. Zij
was stijf en verkleumd; de maan en
haar betovering waren verdwenen
en de Sulteena, nog zo kort geleden
een sprookjesland, was nu een naar
geestig kille rivier.
Het was een ruwe, zonloze dag.
Een scherpe wind gierde door het
dal en de uit het Noorden aanruk
kende wolken voorspelden soedige
regen of sneeuw.
Inplaatg van tegen de morgen aan
te leggen, zoals gewoonlijk, bleven
de patrouillerende kano's nog op het
water. Op afstanden van telkens
duizend meter hadden zij zich mid
den op de rivier opgesteld, zich nu
en dan met een slag tegen de stro
ming afzettend.
Zij vroeg zich af wat zij daar de
den; waarop zij wachtten.
In het nuchtere daglicht waren
de gebeurtenissen van de vorige
avond als een droom, een fantasie,
die reeds begon te verbleken. De
grauwe werkelijkheid rees dreigend
voor haar op. de belofte, door Alan
en haar gewisseld, waren dwaasheid,
geboren uit het maanlicht en de
smart van het afscheid. Haar belof
te om op hefn te wachten en zich
eenmaal bij hem te voegen in een of
ander ver land, was onmogelijk na te
komen. Ze zou naar het afgelegen
Lac L'Outre terugkeren. De maan
den zouden voorbijkruipen. Zij kon
het onvermijdelijke misschien een
jaar of wat uitstellen, maar het zou
niet Alan zijn, met wie zij tenslotte
zou trouwen.
Zij had een. hekel aan mensen, die
namen en namen zonder er ooit iets
voor terug te geven zoals er zo
velen zijn. Zij verafschuwde klap-
lopen in elke vorm of gestalte. Twee
jaar lang had zij hulp en steun aan
genomen van Eric Norman, in het
helder besef dat de man dit alles
deed omdat hij van haar hield, om
dat hij hoopte haar tot vrouw te
winnen. Als zij die schuld niet be
taalde, zou ook zij een klaploopster
zijn
Even na zonsopgang zag zij wat
blauwe rook boven de boomtoppen
op de Oosthelling opstijgen, dicht bij
de engte. Bijna gelijktijdig begon
nen, overal langs de helling meer
rookspiralen zich te verheffen.
Het droge hout, het tapijt van den
nennaalden en droge herfstbladeren,
en vooral de stijve bries vormden
een wreed bondgenootschap. In wei
nige minuten schoten de vlammen
boven de bomen uit; de vuren be
gonnen zich een weg naar elkaar toe
te vreten en kwamen op haar af.
Nu begreep ze waarom die kano's
op de Sulteena geschaard lagen
te wachtten erop, dat Alan en zij
naar het water gedreven zouden
worden.
Door de wind aangewakkerd, smol
ten de afzonderlijke brandjes wel
dra samen tot één muur van laaiend
vuur en dichte rook, die van de
oever tot aan de boomgrens reikte.
De honderd meter brede water-
strook tussen haar en de wal gaf
haar de veilige overtuiging, dat het
vuur haar eilandje met bereiken
zou. Ze zou misschien wat last krij-
fen van de hitte en de rook, maar
at zou wel alles zijn.
(Wordt vervolgd).