Concentratie van het kath. organisatieleven mag niet leiden tot opheffing „St. Christoffel" Ledenvergadering Wit-Gele Kruis Z.-Holland %LüSjS SPOOK-KANO Structuurverandering blijkt dreiging Wijkverpleging in moeilijkheden door bestedingsbeperking weeckelykse CRonycke ZATERDAG 25 MEI 1957 DE LETDSE COURANT r\E VOORZITTER van de katholieke vereniging van handelsvertegen- U woordigers St. Christoffel, de heer J. (VI. de Graaf uit Amsterdam, bracht op de vandaag In Utrecht gehouden jaarvergadering de eventuele wijziging van de structuur van de katholieke sociale organisaties ter sprake. „Bij velen, aldus de voorzitter, zal de vraag zijn gerezen of misschien bin nenkort een uitspraak hierover te verwachten is van het episcopaat" De heer De Graaf zei, dat zijn vereniging dan zal komen te staan voor de vraag in welke structuur op de meest doelmatige wijze de doelstellingen en belangenbehartiging van de leden van St. Christoffel zullen zijn gewaar borgd zonder afbreuk te doen aan de zo gewenste totale invloed van de katholieke stands- en vakorganisaties van de katholieke werknemers. den van beambten voorshands niet zover mag gaan, dat dit de opheffing van St. Christoffel zou betekenen. Handelsreizigers een aparte groep Ove de positie van St. Christoffel in deze, meer in het bijzonder ten opzichte van de bedrijf&taksgewijze organisatie, gaf de voorzitter een uit eenzetting. De ontwikkeling van de maatschappelijke verhoudingen, o.a. de opbouw van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en het in toene mende mate tot stand brengen van regelingen voor de arbeidsverhoudin gen per bedrijfstak, heeft er toe ge leid dat ook een zekere aanpassing van de werkwijze van de hierbij be trokken vakorganisaties zo niet nood zakelijk, dan toch zeker gewenst is. Maatschappelijke ontwikkeling Was deze ontwikeling in de maat schappelijke verhoudingen niet ge komen, dan was er naar alle waar schijnlijkheid ook geen sprake ge weest van een wijziging der struc tuur van de stands- en vakorganisa ties, althans zeker niet van de vak organisaties. In 1946 heeft een com missie (waarin vertegenwoordigers van het N.V.V., de K.A.B. en C.N-V.) tot onderzoek van het vraagstuk een rapport uitgebracht. Een meerder heid van deze commissie adviseerde over te gaan tot het vormen van be- drijfsbonden. d.w.z. tot vakorganisa ties waarbij alle werknemers in een bepaalde bedrijfstak zijn aangesloten. Uiteraard met inachtneming van het in ons land bestaande onder scheid van de op levensbeschouwe lijke basis werkzame vakorganisaties. Er zouden dan geen beroepsorgani saties meer blijven bestaan voor het administratieve, toezichthoudende en leidinggevende en/of technische per soneel. Een uitzondering heeft de commis sie gemaakt voor de handelsreizigers. In verscheidene opzichten toch, met name door de meer zelfstandige be roepsuitoefening en bepaalde afzon derlijke wettelijke regelingen, be staan in dit beroep zo bijzondere om standigheden dat het voor de be- drijfsbonden niet wel doenlijk zou zijn, de belangen van deze veelal slechts kleine groep behoorlijk te be hartigen. Niet onverschillig Dat wil, aldus de voorzitter, zeker niet zeggen, dat het al of niet tot stand komen van bedrijfsbonden ons onverschillig kan laten. Dat is zeker niet het geval, omdat wij ons moe ten afvragen bij welke structuur de algemene belangen van de beambten- groeperingen en een invloed in de te vormen .schappen" voor de leden het meest gewaarborgd zouden zijn. Toen nu in 1951 de katholieke bond van administratief personeel etc-, de katholieke bond van werkmeesters en de katholieke bond van technici zich verzetten tegen de vorming van bedrijfsbonden en er een mogelijk heid aanwezig bleek om door een sterke concentratie van resp. bonden te kunnen voldoen aan de eisen die de nieuwe maatschappelijke ontwik keling stelt, en anderzijds de alge mene belangen van de beambten- groeperingen hierdoor het meest ge waarborgd werden, heeft St. Chris toffel zich voor die oplossing uitge sproken. Er is volgens de voorzitter In de afgelopen jaren geen aanleiding ge weest van deze gedragslijn af te wij ken, al is er na de ontwikkeling van het laatste jaar wel aanleiding om te zeggen, dat een eventuele sterke con centratie van de vier katholieke bon- Er zijn z.i. wel mogelijkheden de doelstellingen van een sterke con centratie te bereiken zonder dat een opheffing van deze bonden daarvoor noodzakelijk is. Hij hoopt dat een oplossin.^ zal worden gevonden die niet alleen alle hierbij betrokken par tijen zal bevredigen, maar ook een waarborg zal inhouden voor een zo sterk mogelijke eenheid van optre den naar buiten. Hij ziet niet in, waarom centralisatie de alleenzalig makende oplossing zou zijn. Geldomzetten gestegen Sprekende over de economische situatie, zei de voorzitter dat 1956, door gestegen geldomzetten voor de handelsvertegenwoordigers een goed jaar is geweest. Er was een omzet stijging van 19 procent in de meubel- handel, schoenenzaken 16 procent, textielhandel 14 procent, slijterijen 12 procent, boekhandel en huishoude lijke artikelen 11 procent, kruide niers, banketbakkers, melk. en zui velhandel 8 procent en tabakszaken 5 procent. De voorzitter deelde mede, dat de handelsreizigers een verhoging heb ben weten te verkrijgen van de be dragen genoemd in de minimum ga rantieregeling en wel ingaande 1 mei 1957. Hij noemde deze regeling een erkenning dat de arbeid van de han delsreiziger, ook al resulteert deze niet direct in het afsluiten van or ders, beloond dient te worden. Iets wat voordien nimmer het geval is geweest. Volgens de voorzitter dient er ern stig voor te worden gewaakt, dat bij pogingen om deze regeling gewijzigd te krijgen, deze niet zodanig van ka rakter verandert, dat daardoor een loonregeling voor handelsreizigers zou komen. Naar zijn oordeel zouden met een loonregeling de belangen van de handelsreiziger niet zijn gediend. KOENE VERGISSING Te Hoorn maakt de burger- zich ernstig zorgen over een drukfout, die in de nieuwe Beneluxgids van Mi- chelin zou zijn geslopen. In deze gids zou voor Hoorn namelijk als grote bijzonderheid genoemd wor den: geboorteplaats van de grondleg ger van het vroegere grote Neder landse koloniale rijk Jan Pieterszoon Cohen. KONINGIN EN PRINS IN NEDERLAND TERUGGEKEERD Hare Majesteit de Koningin en Z. K. H. de Prins der Nederlanden zijn gistermiddag per regerings-Dakota van hun statiebezoek aan Zweden in ons land teruggekeerd. Het toestel, dat bestuurd werd door de Prins, landde om 15.07 uur op het vliegveld Soesterberg. waar 'e auto's gereed stonden, die Koningin en Prins naar Soestdijk brachten. De Katholieke Werkgever van deze week berekent in zijn hoofdartikel, dat de voorgenomen huurcompensatie de ondernemers een last van 320.— miljoen zal opleggen, doch dat in werkelijkheid slechts 156.mil joen aan huurverhoging wordt be taald. Het verschil vloeit grotendeels in de kas van de overheid, omdat over de compensatie ook meer be lasting betaald moet worden. Maar ook die belasting moet door de werk gever betaalt worden, zonder dat een verhaal in de prijzen geoorloofd is. Een ondernemer b.v. in een grote stad met 300 man personeel moet per jaar f 50.000 meer uitbetalen, doch krijgt daar niets voor in de plaats. De „Kath. Werkgever" meent dat deze belastingverhoging, hoewel formeel gedekt door het Besluit Bui tengewone arbeidsverhoudingen, bij de wet hoort te worden opgelegd. Het blad besluit: „De vraag lijkt nu op haar plaats of de Regering oij hei nemen van haar beslissing, niet te veel illusies heeft gehad over het ge duld, waarmede de ondernemers zich zullen laten uitschudden. Bij het oversteken van de rijks weg bij St. Philipsland is de 77-ja- rige C. W. uit Anna Jacobapolder met zijn bromfiets door een hem achteroprijdende auto aangereden en op slag gedood. Nieuwe stadswijken van hulp verstoken De maatregelen van het ministerie van Sociale Zaken op het gebied van de gezondheidszorg in verband met de bestedingsbeperking, vormen een ernstige bedreiging voor de wijkver pleging der Kruisverenigingen in Ne derland. Mr. G. J. M. Stulemeijer, voorzitter van de Zuid-Hollandse Bond van het Wit-Gele Kruis, ver klaarde op de algemene ledenverga dering van de bond hierover ernstig bezorgd te zijn. „Juist nu het Kruiswerk in het be lang van de gezondheidszorg een steeds breder en meer omvattende taak heeft gekregen", aldus mr. Stule. meijer, „dreigen deze belangen ten gevolge van de bestedingsbeperking ernstig in het gedrang te komen. Met name kan de volledige bevrie zing van het aantal wijkverpleegsters met de toestand van eind januari in Tandartsen gaan weer voor ziekenfondsen aan de slag Waarschijnlijk zullen de tandartsen binnenkort weer de ziekenfondspa tiënten in behandeling nemen. Gistermiddag zijn de bestuurders van de artsenorganisaties en de afge vaardigden van de ziekenfondsen door minister Suurhoff op het depar tement ontvangen. Beide partijen hebben in principe de arbitrage in hun geschil aan vaard. Voor de tandartsen betekent dit, dat zij de staking zullen moeten op geven. De afgevaardigden van de tand artsen hebben bericht, dat zij voor nader beraad naar de Maatschappij voor Tandheelkunde zijn terugge keerd. De minister is het met de de legatie van de ziekenfondsorgansa- ties direct eens kunnen worden. een provincie als Zuid-Holland met zijn snel groeiende bevolking geen ander gevolg hebben dan dat vele nieuwe wijken van de onmisbaar ge worden zorg van een wijkverpleeg ster verstoken blijven. De nationale Kruisverenigingen hebben tegen deze beperking bij de minister van Sociale Zaken en Volks gezondheid geprotesteerd. Vanuit de randstad Holland, meen ook ik op de# absolute onaanvaardbaarheid van' deze maatregel te moeten wijzen. De heer Stulemeijer behandelde verder in zijn rede talrijke facetten van 't Wit-Gele Kruiswerk, Met name wees hij op de verantwoordelijkheid der autonome, plaatselijke ver enigingen inzake de tbc-bestrijding. Ofschoon de tuberculose als volks ziekte zeer sterk is teruggedrongen, doen zich de laatste tijd, vooral op middelbare scholen en internaten heftige tbc-explosies voor, waarbij blijkt, dat vele leerlingen door deze ziekte besmet zijn. Hij spoorde de plaatselijke vereni gingen dan ook krachtig aan tot een nauwe samenwerking in de tbc-be strijding. Deze samenwerking laat momenteel nog te wensen over, aldus mr. Stulemeijer. Tijdens deze ledenvergadering, die overigens een huishoudelijk karak ter had, sprak nog de heer Th. M. van der Kley, districts-kinderarts van het Wit-Gele Kruis, over de moderne kleuterzorg en de eisen, die daaruit voor het Kruiswerk ontstaan. Trein greep motorrijder De 24-jarige monteur B. W. uit Doetinchem is vrijdagavond om kwart voor zeven op een onbewaakte over weg te Gaanderen bij Terborgh door een trein gegrepen. Het slachtoffer reed op en motorrijwiel, dat aan het achterwiel werd gegrepen. R. liep lichte verwondingen aan zijn hoofd op en zware kneuzingen aan zijn nek. 'Hij is in het Wilhelminaziekenhuis in Doetinchem opgenomen. De trein had ongeveer tien minuten vertra ging. De trein reed in de richting Terborgh en was al aan het afrem men om over honderd meter te kun nen stoppen op het spoorstation in Terborgh, Het zicht terplaatse is zeer goed. Het slachtoffer heeft zijn le ven te danken aan het feit, dat hij vol gas heeft gegeven op het aller laatste moment, toen hij de trein zag aankomen. De nieuwe Duitse marine zal midden-juni haar eerste duikboot hebben. Het is de U-2365, die een jaar geleden voor het Deense eiland Anholt uit 56 meter diep wate: ge borgen is. Het schip is in Kiel ge repareerd. is berekend voor be manning van 14 koppen er ils lesvaartuig dienst doen. 24 olifanten omringen één man Een van de grootste persoonlijkheden die de circuswereld ooit gekend heeft, Hans Stosch Sarrasani, was de direc teur van het wereldberoemde circus Sarrasani. Persoonlijk leidde hij altijd zijn grootste nummer, de 24 olifanten! Wat een dressuur; wat pen geduld en toewijding moet Sarrasani niet gehad hebben om met al de beslommeringen die hij door zijn circus had, met deze enorme dieren zo'n prachtig nummer te geven, dat nooit meer geëvenaard is. Lees de geschiedenis van het circus vanaf de saltimbanques tot Barnum and Bailey, Strassburger en Carré. Zie de fantastische rij van grote ar tiesten en beroemde circus-sensaties aan u voorbijtrekken in het prachtige circusalbum „De Bonte Droom van het Circus". Een boeiend en afwisse lend verhaal met talloze pentekenin gen, vele prachtige kleurenplaten en plaatjes; geschreven door de_ circus- kenners bij uitstek J. v. Dovèren en Fred Thomas. Voor slechts f 2.50 kunt u dit boekwerk kopen bij uw roomboterleverancier of rechtstreeks bestellen per brief of briefkaart b:j Kantoor „Roomboteralbum", Postbus 47, 's-Gravenhage. U krijgt het album dan per omgaande toegezonden onder rembours. Vermeld vooral duidelijk uw naam en volledig adres. De bijbe horende plaatjes ontvangt u gratis voor rijksbotermerken. U vindt zo'n merk op elk pakje roomboter. Neem een pakje extra voor de zondag! (Advertentie) Ia, leeser, 'k kan er nix aen doen, 't begint maer weer met feesten. Het leeven lyckt één feestbanquet en wat men hoort en leest en meemaeckt, het isser „Heyl" en proosten. Haest leeft men enckel nogh maer voor een seeghenwensch en toasten. In Warmond was het proffenfeest. Een drietal jubilaeren die waeren nu eens aen de beurt van „Vijff en twintich jaeren". Sy leeven langh, sy leeven hoogh, 't Io Vivat moet klincken. Ick gaender al is 't nae de tyd nogh gauw een glas op drincken. Een nieuwe ridder isser oock in 't bloemenvleckjen Lisse, waer één man van de Keuckenhoff nogh moest syn lintjen missen. Daeraen quam deese weeck een end nu Zwetsloot aen de beurt was. So langsaemaen wordt daer de pldegh van Keuckenhoff een keurklas. In Alphen wasser oock weer gdud dat een en frack versierde, waer Valk (van Bcot, de bootenman) syn jubilaeum vierde. Een gouden Vall< by booten-Boot dat klinckter toch wel aerdigh. Een valckenklasse van formaet en Alphens scheepsbouw waerdigh. We hielden Leyden voor het lest, daer viel wat te beleeven dat, aen vergeetelheyd ontruckt, ick hier een plaets moet geeven. Eerst H. van Oerle, die kreegh t cruys van Sint Gregoir de Groote omdat ghants Leyden van syn werek sinds jaer en dagh genooten. Een nonne van Elisabeth magh oock een plaetse kryghen omdat sy vyfftich jaer tot heyl en seeghen quam te ryghen aen elkaer. In 't kranckenhuys was vreughde waer elck endeen sich om het feest van deese non verheughde. Suster Thaddea is haer naem. Sy isser dus niet sonder soals sulx syn sal met een straet, dat vind ik wel bysonder. Ons Leyden is so vrees'lyck oud en vond men al die jaeren van haer bestaen geen enckle naem? Dat is nauw te verklaeren. Ick ben (geluckkig) weer aen 't end van 't weecklyks cronyqueeren. Myn veeder is welhaest so bot dat sy het sou verleeren. Dus leeser, tot een volgend' mael, ick wensche U ten leste veel sor.neschyn en nog wat meer. Wat? Weet U self het beste. WILLEM VAN HORSTENDAEL Waarom lach je? Ik denk alleen maar even, hot onze arme collega's nu achter hun j bureau zitten te zweten. 't Gaat goed. Een dokter wend de zich tot do verpleegster toen hij binnenkwam. „En hoe maakt de patiënt het?" vroeg hij belangstellend. „Uitstekend, zei de verpleegster op gewekt. „Hij gaat geweldig vooruit. Wij trouwen morgen." Iets aan te geven. Bij de douane op het vliegveld komen twee Ameri kanen. Een ambtenaar vraagt: „Koffie, Thee, Whisky?" „Graag twee koppen thee", ant woord de ene. Onder vrienden. A: „Mijn vrouw kan uren over éénzelfde onderwerp doorpraten". B.: „De mijne heeft er niet eens een onderwerp voor nodig." 't Kan gebeuren. Mijn aanstaan de vrouw is verschrikkelijk doof en dat heeft me bijna in moelijkheden gebracht. Hoe dat zo? Nou, toen ik haar ten huwelijk vroeg, moest ik zo hart schreeuwen, dat een juffrouw, die boven haar woonde me wilde aanklagen wegens het verbreken van trouwbeloften! Twijfelachtig. Secretaris: „Mijn heer, daar is iemand, die U iets over uw succes in zaken wil vragen." Bankier: „Hm, is het een journalist f is hij van de politie." De Individualist. DE DOOR WILLIAM BYRON MOWERY 22). Diepongelukkig liep hij terug. De Bereden Politie was zijn ideaal, zijn tien beste jaren van zijn leven had hij dit Wapen gewijd en de politie verlaten zou zenn alsof hij zijn rechterorm miste. Hij overwoog een beroep op hoofd inspecteur Merritt, de divisie-com mandant te Edmonton, maar begreep dat hem dit niet bou baten. Merritt had hem altijd graag mogen lijden, maar was blijkbaar tenslotte voor het aandringen van zijn staf bezwe ken, want dit korte telegram kwam van Merritt zelf. Kon hi) Laramie maar vatten, vóórdat inspecteur Bernard Lac L'Outre bereiktemaar dat zou niet lukken. Hij wist, dat Laramie en Joan zich ergens aan de beneden loop van Teluwaceet verscholen hadden: maar de hemel wist Waar precies. Geholpen door Joan's ter reinkennis kon de volhardende stu dent nog wekenlang een gevangene ming vermijden. Nog nooit had hij een zo hopeloze achtervolging geleid als deze. Als geesten gleden ze mid den door zijn patrouilles en hun ber kenkano passeerde als een schim zijn wachtposten; de „spookkano" noem den deze het onvindbare vaartuig. Hij zette zich op een steen en zon op een manier, ora zijn vijanden te treffen en zichzelf van de ondergang te redden. Plotseling viel hem iets in, een mogelijkheid. De kans op succes was niet heel groot, maar hij kon niets beters bedenken, en als het gelukte was hij gered. Het hielp hem uit de klem, maakte zijn bevordering ze ker en zou Raoul Bernard als een stoomwals verpletteren. Met vlugge schreden keerde hij naar het kampvuur terug. „Knight", gaf hij zijn bevelen. „Je moet mij naar Lac L'Outre brengen. Dadelijk. Monteer dat zoeklicht in de boot. Clancy, jij hebt het bevel over deze achtervolging.' Als iemand Laramie en Joan ontdekt, leidt jij zelf de groep die hen omsingelt, en je neemt enkel vertrouwde mannen mee, die gehoorzamen. Ik zou niet willen, dat Joan iets overkwam.... Laramie trouwens ook niet". Knight en hij vertrokken terstond. Naast de Beredens gezeten, be diende Norman het zoeklicht zodat Knight kon sturen, maar zijn ge dachten waren met dat schitterende plan bezig. Van de beginne af had hij geen ogenblik geloofd, dat Alan Laramie de hóófdschuldige was aan de moord op Grindley, maar de duidelijke be wijzen tegen de student hadden hem. aanvankelijk althans, oprecht over tuigd, dat Laramie in de zaak be trokken was. Doch ook die overtui ging was aan het tanen; al dagen lang groeide de gedachte, dat Alan Laramie met de hele zaak niets had uit te staan. Een van de oorzaken van deze ver anderde mening slechts één van vele was, dat hij van een gebaarde oude goudzoeker vernomen had, dat Laramie die zomer inderdaad goud gewassen had in het Grizzly-géberg- te. Dit was geen overtuigend bewijs van schuld of onschuld, want Lara mie had de daad heel goed kunnen begaan, nadat hij uit de bergen was gekomen. Maar de morele betekenis van het feit pleitte voor zijn on schuld. Iemand, die een hele zomer zand groef in die verlaten bergen, was een ernstig en arbeidzaam mens, niet het soort om te roven en te moorden; maar iemand, die eerlijk voor zijn brood werkte. Na de vlucht uit de gevangenis was het echter zijn plicht als dienaar van de Wet, de ontsnapte student weer gevangen te nemen. Bovendien nam h(j het Alan kwalijk, dat deze hem door zijn vlucht in een slecht dag licht stelde bij zijn superieuren, juist nu de zuur-verdiende promotie voor de deur stond. En het besef, dat Joan Laramie vergezelde, maak te hem brandend jaloers. Waarom zij een gevangenisstraf en haar leven riskeerde voor iemand, die zij slechts oppervlakkig kende dat begreep hij evenmin als Alan; maar het feit bleef en hij zette de achtervolging met kracht voort. Doch dit telegram uit het hoofd kwartier wierp een heel ander licht op de zaak. Bernard kwam, Bernard zou de achtervolging voortzetten en de lof oogsten voor de gevangene ming, die onvermijdelijk was. Met een bittere glimlach stelde Norman zich de verbluffende ge volgen van zijn plan voor de ge volgen voor hemzelf en voor Raoul Bernard. Iedereen hield Laramie voor schuldig, wegens die overtuigende bewijzen. De moord op Seth Grindley had eerst weinig belangstelling ge wekt; maar nu de „Zwervende Rots" in de zaak betrokken was, met zijn sensationele vlucht, hadden alle kran ten de zaak op de frontpagina ge plaatst en publiceerden dagelijks verhalen over de achtervolging, de jeugdige vluchtelingen en hun myste rieuze kano, de „spookkano". Bernard, een roemruchtig man, zou een schilderachtige mensenjacht or ganiseren, alle hulpmiddelen van het Wapen te baat nemen en zich koes teren in de schijnwerpers der publi- citei, wanneer Laramie eindelijk ge- at werd. „Laat heml", peinsde Norman wraakzuchtig. „Ik zal hem bij de ge hele Macht belachelijk maken. Hoe meer drukte hij maakt, hoe beter. Hoe ongunstiger rapporten hij over mij indient, des te harder komen zij later op zijn hoofd neer". Hij besloot in het geheim te werk te gaan, ondanks al die bewijzen en de publieke opinie, de werkelijke moordenaar të vatten en hem geheel alleen binnen te brengen, terwijl Bernard poseerde en gewichtig deed. Het zou een donderslag zijn, die Ber nard en de andere bureaustoel-vij anden verpletterde en hem tot serge ant, misschien wel inspecteur bevor derde. Tegen de morgen bereikte hij Lac L'Outre, haastte zich naar zijn bu reau en toog aan het werk, zich nog geen tijd gunnend om de bemodder- de uniform te verwisselen. Nu hij wist dat die vreemdeling aan de Dunbar inderdaad de moorde naar was, speet het hem, niet meer aandacht te hebben geschonken aan Laramie's beschrijving van de man. Hij herinnerde zich nog slechts en kele bijzonderheden. Hoe gering ook, bewezen deze aan wijzingen hem toch onschatbare diensten. Een ervan bracht de zaak verder dan alle onderzoekingen van hem en zijn manschappen: de onbe kende was een blanke, had Laramie uitdrukkelijk verklaard. Deze in lichting schakelde meteen de vijftig mestiezen en honderd Tndianen uit, wier gangen hij en zijn mannen ver geefs hadden gepoogd te controle ren! (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 10