Wie puzzelt mee l De R'mgelingsch ZATERDAG 18 MEI 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 Horizontaal: 1. handvat aan machi nes, 5. visroede, 10. eer, 12. familie lid, 13. nauwe opening, 15. ieder, 17. soort hond, 18. huisdier, 20. voeg woord, 22. spil van een wiel, 23. voegwoord, 25. hangt aan de mast, 26. lidwoord, 27. onthaal, 31. uitroep, 32. slede, 34. gem. in N.-H., 41. voor zetsel, 42. familielid, 43. voegvoegsel, 44. term bij het boksen (afk.), 45. af stammeling, 47. iedere, 49. hemel lichaam, 51. voegwoord, 53. artikel van een wet, 55. tijdrekening, 58. ont kenning (spreektaal), 59. bloem, wit te viool, 60. predikstoel. Verticaal: 1. jongensnaam, 2. vlak temaat, 3. kneep, 4. afnemend getij, 6. maanstand, 7. gem. in Over., 8. gem. in Gelderl., 9. gelogen kwaad, 11 oude lengtemaat, 14. op die tijd, 15. boom, 16. lengtemaat, 17. paar- devlieg, 19. stek, spruit, 21. ver ouderd woord voor kwaad, 24. voor zetsel, 27. familielid, 28. huisdieren, 29. spitse bek van een vogel, 30. deel van een boom, 33. water in N.-Brab., 35. dorp in Z.-Limb., 36. laagvlakte, 37. familielid, 38. pret, 39. vloeistof,. 40. wilde bij, 45. opgegeven werk, 40. gebod, 47. hoogliggend bouwland ener gemeente in Drente en Overijsel, 48. eenmaal, 50. vogel, 52. muziek noot, 54. soort van hert, 56. ontken ning (Eng.). 57. bergplaats. De puzzel-enthousiasten, die zor gen, dat een goede oplossing op het kruiswoordraadsel van deze week vóór vrijdagmorgen in het be zit is van de Puzzelredaktie dingen in de gebruikelijke verloting mee naar een sigarettenkoker, een sie raad en een boek. OPLOSSING VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. taart, 5. amper, 9. Georgië, 10. Ao, 12. nl., 13. is, 14. hé, 15. Ans, 17. Kro, 19. les, 20. stap, 22. gort, 23. al, 24. do, 25. Ares, 28. mode, 31. gil, 32. kok, 34. pen, 35. go, 36. er, 37. li, 39. sg, 40. platina, 42. roest, 43. sabel. Verticaal: 1. thans, 2. Ag, 3. ren, 4. tolk, 5. agio, 6. mis, 7. p.e., 8. roest, 11. Ontario, 14. Herodes, 16. sa, 18. rij, 19. L.O., 21. pas, 22. gom, 25. agger, 26. el, 27. Po, 29. op, 30. engel, 32. krat, 33. klis, 36. els, 38. Ina, 40. p.e., 41. A.B. De taart, waarmee we onze puzze laars de vorige week lekker hebben gemaakt is, na loting, toegewezen aan mej. M. van Galen, Van Hogendorp- straat 15 te Leiden. Het sieraad kwam terecht bij mej. A. A. v. d. Klugt, Zuidhoek in Roelofarendsveen en het boek gaat deze week naar C. de Groot, Hoge Rijndijk 275 te Leider dorp. Aetherklanken ZONDAG. TELEVISIEPROGAMMA. Eurovisie: 14.25—15 50 Hockeywed strijd Duitsland-Nederland. IKOR: 17.00—18.00 Kerkdienst. i HILVERSUM I. 402 M. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws. en water standen. 9.45 Kamerkoor. 10.00 Geref. Kerkdienst. 11.30 Gram. 11.45 Sopr. en orgel. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apo logie. 12.40 Lichte muz. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nws. en Kath. nws. 13.10 Radio dansconcours. 13.45 Boek bespreking. 14.00 Kamerork. en solist. 14.50 De Vliegende Hollander, caus. 15.00 Viool en clavecimbel. 15.45 Muz. caus. 16.15 Sport. 16.30 Vespers. IKOR: 17.00 Jeugddienst. 18.00 De kerk aan het werk, caus. 18.20 Film rubriek. 18.30 Muz. caus. 18.35 Over peinzingen van een dorpsdominee. 18.45 Pastorale rubriek. NCRV: 19.00 Kerkelijk nws. 1905 Gram. 19.25 Zon dagavondgesprek. KRO: 19.45 Nws. 20.00 Gevar. progr. v. d. sold. 20.30 Act. 20.45 Cabaret. 21.15 U bent toch ook van de partij, caus. 21.25 De Berg der Verschrikking, hoorsp. 22.15 Pro menade ork. en sol. 22.45 Avondge bed en liturg, kal. 23.00 Nws. 23.15— 24.00 Gram. HILVERSUM II. 298 M. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA. 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00 AVRO. AVRO: 8.00 Nws en postduivenber. 8.18 Voor het platteland. 8.30 Weer of geen weer. 10.0C Geestelijk leven, caus. 10.15 Amus. muz. 10.40 Met en zonder omslag. 11.05 Gitaarspel. 11.20 Cabaret. AVRO: 12.00 Lichte muz. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Even afre kenen, Heren! 12.45 Jeugdens. 13.00 Nws. 13.05 Meded. of gram. 13.10 Voor de strijdkrachten. 14.00 Boekbe spreking. 14.20 Hockeywedstr. Duits- land-Nederland. 16.00 Dansmuziek. 16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 Gram. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Nws. en sportuitslagen. 18.05 Sportjournaal. VPRO: 18.30 Korte kerkdienst. IKOR: 19.00 Kerkdienst v. d. jeugd. 19.30 Ra diozondagsblad. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Radio Bridge drive. 2C.10 Amus. muz. 20.35 De gouden vlinder hoorsp. 21.15 Gram. 21.25 Voordr. 22.05 Gram. 22.30 Hersengym. 22.50 Journ. 23.00 Nws. 23.15 Radio Bridge drive. 23.25 23.55 Gram. MAANDAG. TELEVISIEPROGRAMMA. AVRO: 20.3( Televizier. 20.40 Mu ziek voor U, TV-film. 20.5b Dokumen- tair progr. over de gang van zaken in een jeugdgevangenis. 21.25—22.00 Verloren zonen, spel. NTS: 22.00 22.10 Kon. bezoek aan Zweden. HILVERSUM I. 402 M. 7.0024.00 NCR NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gewijde muz 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Sport uitslagen. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zie ken. 9.25 Voor de vrouw. 9.30 Gram. 9.35 Waterstanden. 9.40 Mastklimmen. 10.10 Gram. 10.30 Theologische Ether leergang. 11.15 Gram. 11.20 Gevar. programma. 12.25 Voor boer en tuin der. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.45 Wordt uw vakantie een succes?, caus. 13.00 Nws. 13.15 Goed- zo-toer-tocht. 13.35 Grim. 14.05 Schoolradio. 14.31 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 16.00 Bijbelle zing. 16.30 Kamermuz. 18.50 Gram. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber, 17.45 Regeringsuitz.: Jan Goderie: De B.B. van binnen en vr buiten. 18.00 Orgelconcert. 18.30 Sport. 18.40 Engel se les. 19.00 Nws. en weerbeiv 19.10 Kamermuz. 19.30 Volk en staat, caus. 19.45 Houtblazersens. 20.00 Radio krant. 20.20 De leegte, hoorsp. 21.20 Gtfxm. 21.35 Vraaggesprek. 21.45 Or gelconcert. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws. en SOS-ber. 23.15 Gram. 23.4024.00 Evangelisatie-uitz. in de Franse taal. HILVERSUM II. 298 M. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. VPRO: 10.00 Voor de oude dag, caus. 10.05 Morgenwijding. VA RA: 10.20 Gram. 10.55 Lichte muz. 11.20 Houtblazersens. 11.40 Voordr. 12.00 Promenade-ork. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Voor het platte land. 13.00 Nws. 13.15 Voor de Mid denstand. 13.20 Orgelspel. 13.45 Voor de vrouw. 14.00 Pianorecital. 14.30 De Redder, hoorsp. 15.30 Zestig minuten voor boven de zestig. 16.30 Koor en ork. 17.00 Gram. 17.25 Amus. muz. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. en comm. 18.20 Politiekapel. 18.50 Cursus Open baar Kunstbezit. 19.00 Strijkkwartet. 19.35 Act. 19.45 Regeringsuitz. Land- „Ik ben wijs genoeg om mijn man ot dom om zijn raad op te volgen". Concurrentie. Een haan kwam de kippenren binnen met een struis vogel-ei onder zijn vleugel. „Dames", zo sprak de haan, „niet dat ik kritiek wil uitoefenen, maar ik wil u toch even laten zien, wat op ons gebied in het buitenland gepres teerd wordt. Te lange week. „Wat is het grootste probleem van de tegen woordige hulsvrouw?" „Dat zij te veel week over heeft aan het eind van haar geld". Kindervraag. „Vader, waarom eten generaals niet zo als iedereen met vork en mes?" „Maar, jongen, dat doen ze toch. Hoe kom je aan die vraag?" „Omdat zo vaak in de kranten staat: „De generaal gebruikte het middagmaal met zijn staf!" rubr.: 1. De streekontwikkeling in Ne derland. 2. De melkcontrole-vereni- gingen. 20.00 Nws. 20.05 Amus. muz. 20.50 Horen en bezorgen. 21-30 Lichte- muz. 21.50 De grote kans van 1957: De gemeenschappelijke Europese markt. caus. 22.05 Gram. en toeristi sche indrukken over Zweden. 22.35 Sopr. en piano. 23.00 Nws. 23.1524.00 i raad te vragen, maar ik ben niet z« „Paris-Dimanche") Etiquette. Een ontdekkingsreizi ger ontmoette bij een expeditie een kannibaal, die zijn opvoeding had genoten aan een universiteit in En geland. „Hoe is het mogelijk?" riep de ont dekkingsreiziger uit, „dat je nog steeds mensenvlees eet?" „Maar tegenwoordig gebruik ik een vork", antwoordde de kannibaal. Vraag en wedervraag. Een nogal ingebeeld heer was uitgenodigd om bij een dame uit zijn kennissenkring te komen dineren. Enige dagen later kwam hij haar op straat tegen en zei zo vriendelijk mogelijk: „Heeft u mij de vorige week niet uitgenodigd om te komen dineren?" De dame antwoordde: „Inderdaad, dat is waar ook. Enbent u ge komen?" Ervaring. „Maar mijn beste man", zei de dame achter het stuur, „het is helemaal je eigen schuld. Ik rijd al tien jaar, en heb zelfs een keer de tulpcnrallye gewonnen". „Nou mevrouw', antwoordde de man, ,ik ben ook niet direct een be ginneling: ik loop al veertig jaar!" Joke v. d. Krogt, Zoeterwoude, maakte: DE EERSTE BEWONERS VAN DE MAAN. In een heel groot bos. tussen de dui- zende oude eikebomen stond één holle boom. Daarin zag je een klein rood deurtje en achter die deur was een grote zaal. Jullie begrijpen het al. In die holle boom woonden de kabouters en in die grote zaal werden de verga deringen gehouden. Op een dag had de koning een vergadering bij elkaar ge roepen. Toen alle kabouters er waren, tikte hij met een gouden hamertje op een zilveren tafeltje en toen verstomde plotseling het geroezemoes. „Luister", zei koning Goedhart, „er Is iets ergs gebeurd. In het bos loopt een grote reus, die alle bomen om wil hakken." „Oooooh", riepen nu alle kabouters. „Stil kabouters. Denk allemaal goed na. om die reus weg te krijgen." Het werd doodstil, want iedereen zat diep na te denken. Opeens riep kabouter Denkgraag: „Ik weet wat, ik weet wat!" „Wat is dat?" vroeg kabouter Nieuws- gierigaard. „Laat hij het maar eens aan mij komen vertellen", zei de koning en ging naar zijn kamer, gevolgd door kabouter Denkgraag. „Nu, vertel het maar", drong de koning aan. Heel geheimzinnig begon de kabouter: „We maken eerst een pss, pss klaar, dan doen we hem daarin. We sluiten de pss, pss, pss, en binnen drie dagen is de reus foetsie." De koning lachte om het hele geval, vooral om dat pss, pss, pss. Hij begreep er niet veel van, maar toch zouden ze het proberen. De volgende morgen hoorden de ka bouters een donderend geraas. Hè. wat was dat? De kleinste kabouter Piepeling kroop verschrikt helemaal terug onder de dekens. Twinko. de hofkabouter. die juist met een blad heerlijk gestoofde paddestoeltjes en bekertjes morgendauw aan kwam dragen, liet pardoes alles vallen. Opeens voelden de kabouters, dat ze met een ruk in de hoogte getrokken werden. De kabouters kropen verschrkt in hoeken en gaten. Weet je wat er ge beurd was? Reus Bibbelebom had met één zwaai hun boom de lucht in gegooid. De maan scheen enze kwamen precies met boom en al op de maan terecht. Daar plantte de boom zich meteen In een diepe kuil. Toen de kabouters wat van de schrik bekomen waren, keken ze hun offen uit. Ze vonden het best gezellig, zo alleen op de maan te wonen. En ze bleven er. Wat zeg Je? Geloof je dit verhaal met? Nou, het is ecjit gebeurd, reken maar van „ja". Want ze landden precies op 1 april op de maan. Hans Pierrot, Lelden. Dat was net en keurig werk. In welke klas zit Je? Gerrie Pouw, R'veen. Zeg eens eerlijk: Heb je dat versje zelf gemaakt? Misschien heb je het niet overgeschre ven, maar wel zó dikwijls gelezen, dat je het uit je hoofd kende. DOMME HANS. Hansje, gansje, deed niet wijs, Hij wou lopen op het ijs. Moeder zei: het draagt je niet, Vader zei: je waagt het niet. Maar diezelfde middag nog Deed die Hans het toch. Maar daar kwam hij bij een wak En daar hoorde hij een krak. Plomp schoot Hans het water ln. Maar toch kwam de 6toute guit Levend nog het water uit. Cllla Meeuwlssen, Sasscnheim. Leuk. dat je ons nichtje wilt worden en ook aardig, dat je vriendinnetjes bij Jou zaten te schrijven. Het postpapier vind ik erg mooi. Je eerste verhaaltje komt hier achter. ONGEHOORZAAM Het was woensdagmiddag, dus Piet en Jan hadden vrij van school. Ze waren dikke vrienden. „Wat zullen we gaan doen?" vroeg Piet. Ze dachten even na. „Laten we gaan roeien", 2ei-Jan. „Das is een goed idee. maar ik weet niet of ik mag. Ik zal het vragen." Toen hij thuis kwam vroeg hij: „Moe der. mag ik gaan roeien met Piet." „Nee hoor, dat is veel te gevaarlijk", zei moeder. Jan ging verslagen naar Piet. „Ik mag niet", zei hij. „En ik mag wel", zei Piet blij. „Joh, ga mee, je moeder ziet het toch niet." „Zal ik het wel doen?" „Wel ja, wat geeft het." „Vooruit dan maar", zei Jan.^ „en dan goed uitkijken." Even later zaten ze in de boot en roeiden weg. „Wat gaat het fijn hèl" zei Piet na een kwartiertje, „Nou en of", gerioot Jan en ze gingen verder. Plotseling wees Piet naar het water en ging over de rand hangen om beter te kunnen zien. „Wat zie Je?" vroeg Jan. „Ik zie een vis." „Laat mij ook eens kijken", en hij ging bij Jan staan. „Daar, daar zie ik hem", wees Piet. Nu gingen ze alle twee over de rand hangen, de boot ging scheef en Jan ver loor zijn evenwicht. Hij duikelde in het water. „Help! Help!!" gilde Jan. Hij begon te spartelen en kreeg veel water binnen. Piet probeerde hem over de rand te hijsen en echt. het lukte met veel moeite. Druipend liep hij naar huis. Moeder schrok heel erg en ze stopte hem gauw in bed. „Dat waag ik nooit meer", zei Jan. En hij heeft woord gehouden. Astrid Verhoef. Oegstgeest. Schrijf eens een klein briefje Astrid. Het zal best gaan. Bert en Ton Weyermars, Oegstgcest. Met plezier heb ik weer jullie briefjes gelezen. Zeker een fijne vakantie gehad? Dag jongefls. Plet Koek, Zoeterwoude, stuurde: IETS OVER CHRIS. Toen Chris nog heel klein was, lag hij in de wieg. Hij lag zó hard te huilen, maar daar kwam moeder al aan. Ze was naar de stad geweest en had een ram melaar gekocht. In de stad was ze bij oom Piet geweest en die was nu mee gekomen. Moeder heeft aan Chris de rammelaar gegeven en begint nu thee te zetten. Ze heeft de kopjes al op tafel gezet en onder de hand heeft oom Piet zijn Jas uitgetrokken en zit nu gezellig bij de tafel. De thee is nu al klaar en moeder schenkt de kopjes vol. Oom Plet bleef nog een poosje praten en is dan weer naar huls gegaan. Chrlsje was weer zoet. Ineke van Wlerlngen, Lelden, komt ons een klein verhaaltje vertellen over: PAASHAAS T1PPIE. In een heel groot bos woonde eens een haas. Hü heette Tippie en hij was een paashaas. Hij had ook nog twee zusjes, die Top en Tap heetten. Ze waren ook paashazen. Ze hadden druk werk met het klaar maken van de eieren, want nog zeven dagen en dan was het Pasen. Ze moesten ze dan in de tuinen leggen, netjes tussen het gras.Dat denken de kinderen tenminste, maar het is niet waar. Joke van Tongeren, Warmond, kwam met: DE VERJAARDAG VAN MARIJKE „Wat zal het morgen een feest zijn", dacht Marijke hardop, want ze was morgen jarig. Ze moest van moeder iets doen, maar ze werkte helemaal niet door. „Schiet toch op Marijke, anders ben Je morgen niet Jarig", had moeder al een keer gezegd. Eindelijk was het dan zo ver. Des morgens stond Marijke al vroeg op en ging om zeven uur naar de H. Mis. Toen ze uit de kerk kwam kreeg ze van vader en moeder een fiets. Wat was ze blij! Van Mien kreeg ze een vulpotlood en van Frans en Piet een boek. Het was een grappig boek en heette: „Saskia en Jeroen", 's Middags kwamen de vrien dinnen. Ze deden allerlei leuke spelletjes. Het was een fijne dag. Annelies van Hoorn, Leiden, verraste ons met: VOOR HET EERST NAAR PIANOLES nu. Ze hadden leesles. Anders vond Riek dat de fijnste les, maar vandaag vond ze er niets aan. Ha, eindelijk, daar ging de bel. Vlug kleedde ze zch aan en rende de gang op. Even was het nog een ge drang bij het fietsenhok, maar toen fietste ze met een flinke vaart naar huis. Moeder had het eten al vlug klaar, zodat ze nog wel even met de pop kon spelen. Om kwart voor twee ging ze op weg naar pianoles. Daar was ze er al. Op de deur stond: C. A. PINGEL, pianist. Ze belde een beetje bibberig aan en er werd opengedaan. Ze ging naar bin nen en kwam terecht ln een kamer, waar de lespiano stond. Wat duurde dat uur vreselijk lang .en wat had ze het wax-m. Er was ook zoveel te onthouden. Het was moeilijk, dat begreep ze al gauw. Na een uur ging ze naar huis met een pianoboek achter op de fiets. Onder het eten vertelde Riek alles ln geuren en kleuren. „En nu maar iedere dag studeren", zei vader, en Riekje knikte van „ja". Fien Alkemade, Noordwijk. Je kunt met ons meedoen tot je 14 jaar bent, dus je hebt nog 2 jaren de tijd. Blijf maar trouw je verhaaltjes sturen, dan kunnen de andere kinderen mee genieten. EEN ANGSTIGE DROOM „Piet nu naar bed", zei moeder. „Ja moeder, maar dt mag ik toch wel even aflezen." „Nee. Piet, niet zeuren, naar bed", zei vader. En als vader dat zei, deed hij het maar gauw. Toen Piet op bad lag, sliep h|j| spoedig in. „Schrik maar niet, ik ben Jan Klaas- sen uit jullie poppenkast", zei het man netje. „Kun Je dan lopen?" „Ja. ja, heel goed", zei Jan Klaassen. „Maar nu goed luisteren. In het land waar ik en mijn vrouwtje vroeger woon den, daar is nu een heel groot monster. Zou jij het aandurven om dat monster gevangen te nemen. Maar wees voor- zo ging hij met Jan Klaassen mee in een vliegtuigje. Piet was veel te groot maar rrrrrrrt. werd hij klein ge maakt en weg vlogen ze. Toen ze ginds aankwamen, kon Jan Klaassen z'n poedertje niet meer vinden om Piet weer groter te maken, dus moest hij, jammer genoeg, zo klein blijven. Maar wat een schrikdaar kwam het monster al aan en gihg meteen naar Piet. Deze zette zich schrap, gaf hem een zet endaar viel hij van de hoge berg af. de afgrond in. „Help, help", riep hij, „moederrrr! „Wat is er jongen?" Plet werd wakker van de lieve stem van z'n moeder. Hè. hoe kon dat nu? Hij lag in zijn eigen bed. „O, moeder, ben ik door het dak ge komen?" vroeg Plet. „Door het dak?" zei moeder verwon derd. „Maar jongen, je hebt zeker ge droomd. Hier drink eens wat." Daar friste hij van op. „Zo. ga nu maar lekker slapen en haal niet meer van die fratsen uit", zei moeder lachend. Na een paar minuten sliep Piet al weer, maar nu zonder angstig dromen. Jeannette Oudshoorn, Rljpweterlng. Jij hebt zeker een broertje die mis dienaar is. want je weet het keurig te vertellen. POTVERTEREN „We gaan een dag uit", zei de kape laan op een mooie dag tegen zijn mis dienaars. „Wanneer?" vroegen de jongens. „We zullen overmorgen naar de speel tuin gaan en daarna naar het strand. Wie heeft er zin?" Natuurlijk ledereen. „Maar op één voorwaarde", zei kapelaan, „dat jullie het eerst aan je vader en moeder gaan vragen en het dan aan mij komen zeggen." Daarna holden ze naar huls en geluk kig allemaal mochten ze mee. Toen ze de dag met de bus weggingen stond iedereen ze na te wuiven en de jongens deden het terug. Allemaal had den ze melk of limonade en brood bij zich. Sommigen ook snoep. Eerst gingen ze naar de speeltuin. Daar hadden ze voel pret. Je kon er schom melen, klimmen, glijden en nog veel meer. Toen ze uitgespeeld waren, gingen ze hun boterhammen opeten en toen naar het strand. Met z'n allen bouwden ze een groot kasteel op een berg. „Weél Jc wat", zei de kapelaan, „we gaan rovertje spelen. Jan is de ridder en die ridder heeft een schat ln lijn kasteel. Dc helft van de jongens zijn soldaten en de andere jongens zijn dieven, die de schat gaan stelen." De ridder koos nu zijn soldaten en die bewaakten de schat. „In plaats van geweren, gebruiken jullie kogels, dat wil zeggen, zandballen en nu zullen we eens zien. wie het wint", zei de kapelaan tot de jongens. Ze begonnen allemaal zandballen te maken en het duurde nog een hele poos eer het kasteel veroverd was. Toen dat spel was afgelopen, gingen ze pootje baden. Opeens zei de kapelaan, toen hij op zijn horloge keek: „Jongens, het is al 3 uur en we moeten half zes thuis zijn. We gaan gauw naar de bus." Toen gingen ze op een draf naar de bus en kwamen precies op tijd thuis. Het was een prettige dag geweest. Joke v. d. Pouw, RUpwctcring. Nou maar Joke. dat heb jc kranig gedaan, zelf een versje gemaakt en dat komt natuurlijk ln de krant. Volgende week komt het verhaaltje van je zusje aan de beurt. Wat leuk zeg. dat jullie in een molen wonen. LENTE O. wat ben ik blij. Want het wordt Lente weer. Het lam is weer in de wel. De vogels gaan op en neer. Ja de vogols zingen een lied, De kinderen spelen zo vrij. De eendjes zitten ln het riet, O, wat ben lk toch .blij! Dat alles komt van O.L. Heer. Die laat alles groeien voor mij. Ik zeg dan: Donk jc Lieve Heer Want o, ik ben zo blij! al die aardige verhaaltjes wil graag oen beurt hebben. Dag kinderen. Tot dc volgende week maar weer TANTE JO en OOM TOON. (104) mik heb het relt tenen m teimnd&t he! m hortn letten heeft 'fris een hm inde grensnw Vendérs nm temt gekomen om U ellen op h roe pen voor öt slród.' B/ektned mk/r de schil stelen, meer urn dood en li vuülwetnbeest "Nee beste mensen 'In het. las/iel sluipt een ttnrnktrdr. schuld is willes .'fluit Bobudop 'Ik ei nar) Q nmurrimomi nma Immor mm m kiuoiLimsLor tirwanmnr. mn HSmttwa Kvnsnuoone nrovradeoeHm nrnocoemm KZiropvoroom Bipr Kamt om ncm ranupir WMSVMUM om. tn nam vin Rekfntd,m stat er ml on lat likken die der tb ut bnjg'j^ lmrtnk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 11