Wie puzzelt mee l
De R'mgelingsch
ZATERDAG 18 MEI 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Horizontaal: 1. handvat aan machi
nes, 5. visroede, 10. eer, 12. familie
lid, 13. nauwe opening, 15. ieder, 17.
soort hond, 18. huisdier, 20. voeg
woord, 22. spil van een wiel, 23.
voegwoord, 25. hangt aan de mast,
26. lidwoord, 27. onthaal, 31. uitroep,
32. slede, 34. gem. in N.-H., 41. voor
zetsel, 42. familielid, 43. voegvoegsel,
44. term bij het boksen (afk.), 45. af
stammeling, 47. iedere, 49. hemel
lichaam, 51. voegwoord, 53. artikel
van een wet, 55. tijdrekening, 58. ont
kenning (spreektaal), 59. bloem, wit
te viool, 60. predikstoel.
Verticaal: 1. jongensnaam, 2. vlak
temaat, 3. kneep, 4. afnemend getij,
6. maanstand, 7. gem. in Over., 8.
gem. in Gelderl., 9. gelogen kwaad,
11 oude lengtemaat, 14. op die tijd,
15. boom, 16. lengtemaat, 17. paar-
devlieg, 19. stek, spruit, 21. ver
ouderd woord voor kwaad, 24. voor
zetsel, 27. familielid, 28. huisdieren,
29. spitse bek van een vogel, 30. deel
van een boom, 33. water in N.-Brab.,
35. dorp in Z.-Limb., 36. laagvlakte,
37. familielid, 38. pret, 39. vloeistof,.
40. wilde bij, 45. opgegeven werk,
40. gebod, 47. hoogliggend bouwland
ener gemeente in Drente en Overijsel,
48. eenmaal, 50. vogel, 52. muziek
noot, 54. soort van hert, 56. ontken
ning (Eng.). 57. bergplaats.
De puzzel-enthousiasten, die zor
gen, dat een goede oplossing op het
kruiswoordraadsel van deze week
vóór vrijdagmorgen in het be
zit is van de Puzzelredaktie dingen
in de gebruikelijke verloting mee
naar een sigarettenkoker, een sie
raad en een boek.
OPLOSSING VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. taart, 5. amper, 9.
Georgië, 10. Ao, 12. nl., 13. is, 14.
hé, 15. Ans, 17. Kro, 19. les, 20. stap,
22. gort, 23. al, 24. do, 25. Ares, 28.
mode, 31. gil, 32. kok, 34. pen, 35.
go, 36. er, 37. li, 39. sg, 40. platina,
42. roest, 43. sabel.
Verticaal: 1. thans, 2. Ag, 3. ren,
4. tolk, 5. agio, 6. mis, 7. p.e., 8. roest,
11. Ontario, 14. Herodes, 16. sa, 18.
rij, 19. L.O., 21. pas, 22. gom, 25.
agger, 26. el, 27. Po, 29. op, 30. engel,
32. krat, 33. klis, 36. els, 38. Ina, 40.
p.e., 41. A.B.
De taart, waarmee we onze puzze
laars de vorige week lekker hebben
gemaakt is, na loting, toegewezen aan
mej. M. van Galen, Van Hogendorp-
straat 15 te Leiden. Het sieraad kwam
terecht bij mej. A. A. v. d. Klugt,
Zuidhoek in Roelofarendsveen en het
boek gaat deze week naar C. de
Groot, Hoge Rijndijk 275 te Leider
dorp.
Aetherklanken
ZONDAG.
TELEVISIEPROGAMMA.
Eurovisie: 14.25—15 50 Hockeywed
strijd Duitsland-Nederland. IKOR:
17.00—18.00 Kerkdienst.
i
HILVERSUM I. 402 M.
8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO.
17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00
KRO.
KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25
Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws. en water
standen. 9.45 Kamerkoor. 10.00 Geref.
Kerkdienst. 11.30 Gram. 11.45 Sopr.
en orgel. KRO: 12.15 Gram. 12.20 Apo
logie. 12.40 Lichte muz. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nws. en Kath. nws.
13.10 Radio dansconcours. 13.45 Boek
bespreking. 14.00 Kamerork. en solist.
14.50 De Vliegende Hollander, caus.
15.00 Viool en clavecimbel. 15.45 Muz.
caus. 16.15 Sport. 16.30 Vespers.
IKOR: 17.00 Jeugddienst. 18.00 De
kerk aan het werk, caus. 18.20 Film
rubriek. 18.30 Muz. caus. 18.35 Over
peinzingen van een dorpsdominee.
18.45 Pastorale rubriek. NCRV: 19.00
Kerkelijk nws. 1905 Gram. 19.25 Zon
dagavondgesprek. KRO: 19.45 Nws.
20.00 Gevar. progr. v. d. sold. 20.30
Act. 20.45 Cabaret. 21.15 U bent toch
ook van de partij, caus. 21.25 De Berg
der Verschrikking, hoorsp. 22.15 Pro
menade ork. en sol. 22.45 Avondge
bed en liturg, kal. 23.00 Nws. 23.15—
24.00 Gram.
HILVERSUM II. 298 M.
8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA.
18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00
AVRO.
AVRO: 8.00 Nws en postduivenber.
8.18 Voor het platteland. 8.30 Weer of
geen weer. 10.0C Geestelijk leven,
caus. 10.15 Amus. muz. 10.40 Met en
zonder omslag. 11.05 Gitaarspel. 11.20
Cabaret. AVRO: 12.00 Lichte muz.
12.30 Sportspiegel. 12.35 Even afre
kenen, Heren! 12.45 Jeugdens. 13.00
Nws. 13.05 Meded. of gram. 13.10
Voor de strijdkrachten. 14.00 Boekbe
spreking. 14.20 Hockeywedstr. Duits-
land-Nederland. 16.00 Dansmuziek.
16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 Gram.
17.30 Voor de jeugd. 17.50 Nws. en
sportuitslagen. 18.05 Sportjournaal.
VPRO: 18.30 Korte kerkdienst. IKOR:
19.00 Kerkdienst v. d. jeugd. 19.30 Ra
diozondagsblad. AVRO: 20.00 Nws.
20.05 Radio Bridge drive. 2C.10 Amus.
muz. 20.35 De gouden vlinder hoorsp.
21.15 Gram. 21.25 Voordr. 22.05 Gram.
22.30 Hersengym. 22.50 Journ. 23.00
Nws. 23.15 Radio Bridge drive. 23.25
23.55 Gram.
MAANDAG.
TELEVISIEPROGRAMMA.
AVRO: 20.3( Televizier. 20.40 Mu
ziek voor U, TV-film. 20.5b Dokumen-
tair progr. over de gang van zaken
in een jeugdgevangenis. 21.25—22.00
Verloren zonen, spel. NTS: 22.00
22.10 Kon. bezoek aan Zweden.
HILVERSUM I. 402 M.
7.0024.00 NCR
NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gewijde muz
7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de
dag. 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Sport
uitslagen. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zie
ken. 9.25 Voor de vrouw. 9.30 Gram.
9.35 Waterstanden. 9.40 Mastklimmen.
10.10 Gram. 10.30 Theologische Ether
leergang. 11.15 Gram. 11.20 Gevar.
programma. 12.25 Voor boer en tuin
der. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33
Gram. 12.45 Wordt uw vakantie een
succes?, caus. 13.00 Nws. 13.15 Goed-
zo-toer-tocht. 13.35 Grim. 14.05
Schoolradio. 14.31 Gram. 14.45 Voor
de vrouw. 15.15 Gram. 16.00 Bijbelle
zing. 16.30 Kamermuz. 18.50 Gram.
17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de
jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Beursber,
17.45 Regeringsuitz.: Jan Goderie: De
B.B. van binnen en vr buiten. 18.00
Orgelconcert. 18.30 Sport. 18.40 Engel
se les. 19.00 Nws. en weerbeiv 19.10
Kamermuz. 19.30 Volk en staat, caus.
19.45 Houtblazersens. 20.00 Radio
krant. 20.20 De leegte, hoorsp. 21.20
Gtfxm. 21.35 Vraaggesprek. 21.45 Or
gelconcert. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nws. en SOS-ber. 23.15 Gram.
23.4024.00 Evangelisatie-uitz. in de
Franse taal.
HILVERSUM II. 298 M.
7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00
VARA.
VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20
Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.50 Voor
de vrouw. VPRO: 10.00 Voor de oude
dag, caus. 10.05 Morgenwijding. VA
RA: 10.20 Gram. 10.55 Lichte muz.
11.20 Houtblazersens. 11.40 Voordr.
12.00 Promenade-ork. 12.30 Land- en
tuinb.meded. 12.33 Voor het platte
land. 13.00 Nws. 13.15 Voor de Mid
denstand. 13.20 Orgelspel. 13.45 Voor
de vrouw. 14.00 Pianorecital. 14.30 De
Redder, hoorsp. 15.30 Zestig minuten
voor boven de zestig. 16.30 Koor en
ork. 17.00 Gram. 17.25 Amus. muz.
17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. en comm.
18.20 Politiekapel. 18.50 Cursus Open
baar Kunstbezit. 19.00 Strijkkwartet.
19.35 Act. 19.45 Regeringsuitz. Land-
„Ik ben wijs genoeg om mijn man ot
dom om zijn raad op te volgen".
Concurrentie. Een haan kwam
de kippenren binnen met een struis
vogel-ei onder zijn vleugel.
„Dames", zo sprak de haan, „niet
dat ik kritiek wil uitoefenen, maar
ik wil u toch even laten zien, wat op
ons gebied in het buitenland gepres
teerd wordt.
Te lange week. „Wat is het
grootste probleem van de tegen
woordige hulsvrouw?"
„Dat zij te veel week over heeft
aan het eind van haar geld".
Kindervraag. „Vader, waarom
eten generaals niet zo als iedereen
met vork en mes?"
„Maar, jongen, dat doen ze toch.
Hoe kom je aan die vraag?"
„Omdat zo vaak in de kranten
staat: „De generaal gebruikte het
middagmaal met zijn staf!"
rubr.: 1. De streekontwikkeling in Ne
derland. 2. De melkcontrole-vereni-
gingen. 20.00 Nws. 20.05 Amus. muz.
20.50 Horen en bezorgen. 21-30 Lichte-
muz. 21.50 De grote kans van 1957:
De gemeenschappelijke Europese
markt. caus. 22.05 Gram. en toeristi
sche indrukken over Zweden. 22.35
Sopr. en piano. 23.00 Nws. 23.1524.00
i raad te vragen, maar ik ben niet z«
„Paris-Dimanche")
Etiquette. Een ontdekkingsreizi
ger ontmoette bij een expeditie een
kannibaal, die zijn opvoeding had
genoten aan een universiteit in En
geland.
„Hoe is het mogelijk?" riep de ont
dekkingsreiziger uit, „dat je nog
steeds mensenvlees eet?"
„Maar tegenwoordig gebruik ik
een vork", antwoordde de kannibaal.
Vraag en wedervraag. Een nogal
ingebeeld heer was uitgenodigd om
bij een dame uit zijn kennissenkring
te komen dineren.
Enige dagen later kwam hij haar
op straat tegen en zei zo vriendelijk
mogelijk:
„Heeft u mij de vorige week niet
uitgenodigd om te komen dineren?"
De dame antwoordde: „Inderdaad,
dat is waar ook. Enbent u ge
komen?"
Ervaring. „Maar mijn beste
man", zei de dame achter het stuur,
„het is helemaal je eigen schuld. Ik
rijd al tien jaar, en heb zelfs een
keer de tulpcnrallye gewonnen".
„Nou mevrouw', antwoordde de
man, ,ik ben ook niet direct een be
ginneling: ik loop al veertig jaar!"
Joke v. d. Krogt, Zoeterwoude, maakte:
DE EERSTE BEWONERS VAN
DE MAAN.
In een heel groot bos. tussen de dui-
zende oude eikebomen stond één holle
boom. Daarin zag je een klein rood
deurtje en achter die deur was een
grote zaal. Jullie begrijpen het al. In
die holle boom woonden de kabouters
en in die grote zaal werden de verga
deringen gehouden. Op een dag had de
koning een vergadering bij elkaar ge
roepen. Toen alle kabouters er waren,
tikte hij met een gouden hamertje op
een zilveren tafeltje en toen verstomde
plotseling het geroezemoes.
„Luister", zei koning Goedhart, „er Is
iets ergs gebeurd. In het bos loopt een
grote reus, die alle bomen om wil
hakken."
„Oooooh", riepen nu alle kabouters.
„Stil kabouters. Denk allemaal goed
na. om die reus weg te krijgen."
Het werd doodstil, want iedereen zat
diep na te denken.
Opeens riep kabouter Denkgraag: „Ik
weet wat, ik weet wat!"
„Wat is dat?" vroeg kabouter Nieuws-
gierigaard.
„Laat hij het maar eens aan mij komen
vertellen", zei de koning en ging naar
zijn kamer, gevolgd door kabouter
Denkgraag.
„Nu, vertel het maar", drong de
koning aan.
Heel geheimzinnig begon de kabouter:
„We maken eerst een pss, pss klaar, dan
doen we hem daarin. We sluiten de pss,
pss, pss, en binnen drie dagen is de reus
foetsie."
De koning lachte om het hele geval,
vooral om dat pss, pss, pss. Hij begreep
er niet veel van, maar toch zouden ze
het proberen.
De volgende morgen hoorden de ka
bouters een donderend geraas. Hè. wat
was dat? De kleinste kabouter Piepeling
kroop verschrikt helemaal terug onder
de dekens.
Twinko. de hofkabouter. die juist met
een blad heerlijk gestoofde paddestoeltjes
en bekertjes morgendauw aan kwam
dragen, liet pardoes alles vallen.
Opeens voelden de kabouters, dat ze
met een ruk in de hoogte getrokken
werden. De kabouters kropen verschrkt
in hoeken en gaten. Weet je wat er ge
beurd was?
Reus Bibbelebom had met één zwaai
hun boom de lucht in gegooid. De maan
scheen enze kwamen precies met
boom en al op de maan terecht. Daar
plantte de boom zich meteen In een
diepe kuil. Toen de kabouters wat van
de schrik bekomen waren, keken ze hun
offen uit. Ze vonden het best gezellig, zo
alleen op de maan te wonen. En ze
bleven er.
Wat zeg Je? Geloof je dit verhaal met?
Nou, het is ecjit gebeurd, reken maar
van „ja". Want ze landden precies op
1 april op de maan.
Hans Pierrot, Lelden. Dat was net
en keurig werk. In welke klas zit Je?
Gerrie Pouw, R'veen. Zeg eens
eerlijk: Heb je dat versje zelf gemaakt?
Misschien heb je het niet overgeschre
ven, maar wel zó dikwijls gelezen, dat
je het uit je hoofd kende.
DOMME HANS.
Hansje, gansje, deed niet wijs,
Hij wou lopen op het ijs.
Moeder zei: het draagt je niet,
Vader zei: je waagt het niet.
Maar diezelfde middag nog
Deed die Hans het toch.
Maar daar kwam hij bij een wak
En daar hoorde hij een krak.
Plomp schoot Hans het water ln.
Maar toch kwam de 6toute guit
Levend nog het water uit.
Cllla Meeuwlssen, Sasscnheim. Leuk.
dat je ons nichtje wilt worden en ook
aardig, dat je vriendinnetjes bij Jou
zaten te schrijven. Het postpapier vind
ik erg mooi. Je eerste verhaaltje komt
hier achter.
ONGEHOORZAAM
Het was woensdagmiddag, dus Piet en
Jan hadden vrij van school. Ze waren
dikke vrienden.
„Wat zullen we gaan doen?" vroeg Piet.
Ze dachten even na.
„Laten we gaan roeien", 2ei-Jan.
„Das is een goed idee. maar ik weet
niet of ik mag. Ik zal het vragen."
Toen hij thuis kwam vroeg hij: „Moe
der. mag ik gaan roeien met Piet."
„Nee hoor, dat is veel te gevaarlijk",
zei moeder.
Jan ging verslagen naar Piet.
„Ik mag niet", zei hij.
„En ik mag wel", zei Piet blij.
„Joh, ga mee, je moeder ziet het toch
niet."
„Zal ik het wel doen?"
„Wel ja, wat geeft het."
„Vooruit dan maar", zei Jan.^ „en dan
goed uitkijken."
Even later zaten ze in de boot en
roeiden weg.
„Wat gaat het fijn hèl" zei Piet na een
kwartiertje,
„Nou en of", gerioot Jan en ze gingen
verder. Plotseling wees Piet naar het
water en ging over de rand hangen om
beter te kunnen zien.
„Wat zie Je?" vroeg Jan.
„Ik zie een vis."
„Laat mij ook eens kijken", en hij ging
bij Jan staan.
„Daar, daar zie ik hem", wees Piet.
Nu gingen ze alle twee over de rand
hangen, de boot ging scheef en Jan ver
loor zijn evenwicht. Hij duikelde in het
water.
„Help! Help!!" gilde Jan. Hij begon te
spartelen en kreeg veel water binnen.
Piet probeerde hem over de rand te
hijsen en echt. het lukte met veel moeite.
Druipend liep hij naar huis. Moeder
schrok heel erg en ze stopte hem gauw
in bed.
„Dat waag ik nooit meer", zei Jan.
En hij heeft woord gehouden.
Astrid Verhoef. Oegstgeest. Schrijf
eens een klein briefje Astrid. Het zal
best gaan.
Bert en Ton Weyermars, Oegstgcest.
Met plezier heb ik weer jullie briefjes
gelezen. Zeker een fijne vakantie gehad?
Dag jongefls.
Plet Koek, Zoeterwoude, stuurde:
IETS OVER CHRIS.
Toen Chris nog heel klein was, lag
hij in de wieg. Hij lag zó hard te huilen,
maar daar kwam moeder al aan. Ze was
naar de stad geweest en had een ram
melaar gekocht. In de stad was ze bij
oom Piet geweest en die was nu mee
gekomen.
Moeder heeft aan Chris de rammelaar
gegeven en begint nu thee te zetten. Ze
heeft de kopjes al op tafel gezet en
onder de hand heeft oom Piet zijn Jas
uitgetrokken en zit nu gezellig bij de
tafel. De thee is nu al klaar en moeder
schenkt de kopjes vol. Oom Plet bleef
nog een poosje praten en is dan weer
naar huls gegaan. Chrlsje was weer zoet.
Ineke van Wlerlngen, Lelden, komt ons
een klein verhaaltje vertellen over:
PAASHAAS T1PPIE.
In een heel groot bos woonde eens een
haas. Hü heette Tippie en hij was een
paashaas. Hij had ook nog twee zusjes,
die Top en Tap heetten. Ze waren ook
paashazen. Ze hadden druk werk met het
klaar maken van de eieren, want nog
zeven dagen en dan was het Pasen. Ze
moesten ze dan in de tuinen leggen,
netjes tussen het gras.Dat denken de
kinderen tenminste, maar het is niet
waar.
Joke van Tongeren, Warmond, kwam
met:
DE VERJAARDAG VAN MARIJKE
„Wat zal het morgen een feest zijn",
dacht Marijke hardop, want ze was
morgen jarig. Ze moest van moeder iets
doen, maar ze werkte helemaal niet door.
„Schiet toch op Marijke, anders ben Je
morgen niet Jarig", had moeder al een
keer gezegd.
Eindelijk was het dan zo ver. Des
morgens stond Marijke al vroeg op en
ging om zeven uur naar de H. Mis. Toen
ze uit de kerk kwam kreeg ze van
vader en moeder een fiets. Wat was ze
blij! Van Mien kreeg ze een vulpotlood
en van Frans en Piet een boek. Het was
een grappig boek en heette: „Saskia en
Jeroen", 's Middags kwamen de vrien
dinnen. Ze deden allerlei leuke spelletjes.
Het was een fijne dag.
Annelies van Hoorn, Leiden, verraste
ons met:
VOOR HET EERST NAAR PIANOLES
nu. Ze hadden leesles. Anders vond Riek
dat de fijnste les, maar vandaag vond
ze er niets aan. Ha, eindelijk, daar ging
de bel. Vlug kleedde ze zch aan en rende
de gang op. Even was het nog een ge
drang bij het fietsenhok, maar toen
fietste ze met een flinke vaart naar huis.
Moeder had het eten al vlug klaar, zodat
ze nog wel even met de pop kon spelen.
Om kwart voor twee ging ze op weg
naar pianoles. Daar was ze er al. Op
de deur stond:
C. A. PINGEL,
pianist.
Ze belde een beetje bibberig aan en
er werd opengedaan. Ze ging naar bin
nen en kwam terecht ln een kamer,
waar de lespiano stond. Wat duurde dat
uur vreselijk lang .en wat had ze het
wax-m. Er was ook zoveel te onthouden.
Het was moeilijk, dat begreep ze al
gauw. Na een uur ging ze naar huis
met een pianoboek achter op de fiets.
Onder het eten vertelde Riek alles ln
geuren en kleuren.
„En nu maar iedere dag studeren", zei
vader, en Riekje knikte van „ja".
Fien Alkemade, Noordwijk. Je kunt
met ons meedoen tot je 14 jaar bent, dus
je hebt nog 2 jaren de tijd. Blijf maar
trouw je verhaaltjes sturen, dan kunnen
de andere kinderen mee genieten.
EEN ANGSTIGE DROOM
„Piet nu naar bed", zei moeder.
„Ja moeder, maar dt mag ik toch wel
even aflezen."
„Nee. Piet, niet zeuren, naar bed", zei
vader.
En als vader dat zei, deed hij het maar
gauw. Toen Piet op bad lag, sliep h|j|
spoedig in.
„Schrik maar niet, ik ben Jan Klaas-
sen uit jullie poppenkast", zei het man
netje.
„Kun Je dan lopen?"
„Ja. ja, heel goed", zei Jan Klaassen.
„Maar nu goed luisteren. In het land
waar ik en mijn vrouwtje vroeger woon
den, daar is nu een heel groot monster.
Zou jij het aandurven om dat monster
gevangen te nemen. Maar wees voor-
zo ging hij met Jan Klaassen mee in een
vliegtuigje. Piet was veel te groot
maar rrrrrrrt. werd hij klein ge
maakt en weg vlogen ze.
Toen ze ginds aankwamen, kon Jan
Klaassen z'n poedertje niet meer vinden
om Piet weer groter te maken, dus
moest hij, jammer genoeg, zo klein
blijven. Maar wat een schrikdaar
kwam het monster al aan en gihg meteen
naar Piet. Deze zette zich schrap, gaf
hem een zet endaar viel hij van de
hoge berg af. de afgrond in.
„Help, help", riep hij, „moederrrr!
„Wat is er jongen?"
Plet werd wakker van de lieve stem
van z'n moeder. Hè. hoe kon dat nu? Hij
lag in zijn eigen bed.
„O, moeder, ben ik door het dak ge
komen?" vroeg Plet.
„Door het dak?" zei moeder verwon
derd. „Maar jongen, je hebt zeker ge
droomd. Hier drink eens wat."
Daar friste hij van op. „Zo. ga nu
maar lekker slapen en haal niet meer
van die fratsen uit", zei moeder lachend.
Na een paar minuten sliep Piet al weer,
maar nu zonder angstig dromen.
Jeannette Oudshoorn, Rljpweterlng.
Jij hebt zeker een broertje die mis
dienaar is. want je weet het keurig te
vertellen.
POTVERTEREN
„We gaan een dag uit", zei de kape
laan op een mooie dag tegen zijn mis
dienaars.
„Wanneer?" vroegen de jongens.
„We zullen overmorgen naar de speel
tuin gaan en daarna naar het strand.
Wie heeft er zin?"
Natuurlijk ledereen.
„Maar op één voorwaarde", zei
kapelaan, „dat jullie het eerst aan je
vader en moeder gaan vragen en het
dan aan mij komen zeggen."
Daarna holden ze naar huls en geluk
kig allemaal mochten ze mee.
Toen ze de dag met de bus weggingen
stond iedereen ze na te wuiven en de
jongens deden het terug. Allemaal had
den ze melk of limonade en brood bij
zich. Sommigen ook snoep.
Eerst gingen ze naar de speeltuin. Daar
hadden ze voel pret. Je kon er schom
melen, klimmen, glijden en nog veel
meer. Toen ze uitgespeeld waren, gingen
ze hun boterhammen opeten en toen
naar het strand.
Met z'n allen bouwden ze een groot
kasteel op een berg.
„Weél Jc wat", zei de kapelaan, „we
gaan rovertje spelen. Jan is de ridder
en die ridder heeft een schat ln lijn
kasteel. Dc helft van de jongens zijn
soldaten en de andere jongens zijn
dieven, die de schat gaan stelen."
De ridder koos nu zijn soldaten en die
bewaakten de schat.
„In plaats van geweren, gebruiken
jullie kogels, dat wil zeggen, zandballen
en nu zullen we eens zien. wie het wint",
zei de kapelaan tot de jongens.
Ze begonnen allemaal zandballen te
maken en het duurde nog een hele poos
eer het kasteel veroverd was.
Toen dat spel was afgelopen, gingen
ze pootje baden.
Opeens zei de kapelaan, toen hij op
zijn horloge keek: „Jongens, het is al
3 uur en we moeten half zes thuis zijn.
We gaan gauw naar de bus."
Toen gingen ze op een draf naar de
bus en kwamen precies op tijd thuis.
Het was een prettige dag geweest.
Joke v. d. Pouw, RUpwctcring. Nou
maar Joke. dat heb jc kranig gedaan,
zelf een versje gemaakt en dat komt
natuurlijk ln de krant. Volgende week
komt het verhaaltje van je zusje aan
de beurt. Wat leuk zeg. dat jullie in een
molen wonen.
LENTE
O. wat ben ik blij.
Want het wordt Lente weer.
Het lam is weer in de wel.
De vogels gaan op en neer.
Ja de vogols zingen een lied,
De kinderen spelen zo vrij.
De eendjes zitten ln het riet,
O, wat ben lk toch .blij!
Dat alles komt van O.L. Heer.
Die laat alles groeien voor mij.
Ik zeg dan: Donk jc Lieve Heer
Want o, ik ben zo blij!
al die aardige verhaaltjes
wil graag oen beurt hebben.
Dag kinderen. Tot dc volgende week
maar weer
TANTE JO en OOM TOON.
(104)
mik heb het relt tenen m teimnd&t he! m
hortn letten heeft 'fris een hm inde grensnw
Vendérs nm temt gekomen om U ellen op h roe
pen voor öt slród.' B/ektned mk/r de schil stelen,
meer urn dood en
li vuülwetnbeest "Nee beste mensen 'In het.
las/iel sluipt een ttnrnktrdr.
schuld is willes .'fluit Bobudop 'Ik ei nar)
Q nmurrimomi
nma Immor mm
m kiuoiLimsLor
tirwanmnr.
mn HSmttwa
Kvnsnuoone
nrovradeoeHm
nrnocoemm
KZiropvoroom
Bipr Kamt om
ncm ranupir
WMSVMUM
om.
tn nam vin Rekfntd,m stat er ml on
lat likken die der tb ut
bnjg'j^ lmrtnk