40 Jaar geleden verscheen O. L V/rouw/ van de Rozenkrans aan 3 herderskinderen te Fatima Kinderlijke verlangens gingen in vervulling Een licht als u/aarschuu/ing van de hemel ZATERDAG 11 MEI 1957 DE LEID SE COURANT PAGINA 9 We schrijven januari 1938. Het is weliswaar fris maar toch nog zacht voor de tijd van het jaar. Het regent niet en er is weinig wind. In de donkere maar onbewolkte avondhemel flonkeren duizenden sterren, waarvan er van tijd tot tijd een lijkt te verschieten om dan uit te doven, een volkomen duisternis achterlatend. Dan schijnt het heelal te trillen. Zachtjes gloeit een licht op, dat duidelijk de contouren doet aftekenen van de daklijsten, schoorstenen en nokken. Een late voorbijganger kijkt verwonderd op en loopt nieuwsgierig wat sneller door: waar zou die brand zijn? Het lijkt wel of de stad in lichter laaie staat. Bij een zijstraat staat de man stil en kijkt in de lucht. Als de plooien van een gordijn, bewogen door de wind, hangt een groot licht in het zwerk. Rose, rood en gelig wit wuift het zachtjes heen en weer, dooft uit en licht weer op. In de ochtendbladen verschenen de volgende dag berichten over de pracht van een licht aan de hemel, waarvan men aannam, dat het het noorderlicht was, en dat over geheel Europa zichtbaar was als een groot, geheimzinnig vuur. Nog iedere dag gebeuren er wonderen. Men moet niet wensen een wonder te aanschouwen, want dat verlangen komt meestal voort uit zelfzucht of 1 hang naar sensatie. God zelf kent het best plaats, tijd en grond, die het meest geschikt zijn om op mirakuleuze manier een boodschap aan de men sen te zenden. Offeren en lijden tot eerherstel aan Maria Meermalen reeds heeft Hij kinde ren gebruikt om zijn plannen uit te werken. Kinderen, die door hun on bevangenheid nog vrij zijn van zelf zucht of andere eigenschappen, die volwassenen te zeer in beslag nemen. In Midden-Portugal, 130 kilometer ten noorden van Lissabon, ligt een dorpje dat vóór veertig jaar zelfs in het eigen land nog onbekend was. Het was een plaatsje in de ber gen, waar de bevolking zijn schapen weidde op de kale, warme hellingen. Drie gewone kinderen. Totdat, op 13 maart 1917, de H. Maagd Maria verscheen aan drie her derskinderen, Lucia de JesuS dos San tos, Jacinta Marto en haar broertje Francisco, had zelfs bisschop van het diocees waartoe Fatima hoort, nog nooit van het plaatsje gehóórd. De kinderen waren bijzonder op el kaar gesteld maar onderscheidden zich verder in niets van hun dorpe- lingetjes. Ze gingen niet op school en konden dus lezen noch schrijven. Wel vermeldt hun levensbeschrijving, dat ze zeer godsdienstig waren. Ze waren vrolijk en gevoelig. Toen de kinderen het was in ok tober 1916 schuilend voor de regen in een spelonk in de Cabego de olij vengaard, wat zaten te bikkelen, ver scheen hun de Engel van de Vrede, die hun verzocht bidden. Hij bad hen voor en zei: „Bidt aldus. De Harten van Jezus en Maria luisteren naar de stem van uw gebeden." Voortdurend herhaalde de engel zijn bezoek en bracht de kinderen - hoewel Jacinta en Franco nog niet oud genoeg waren om te mogen com municeren zelfs de ieilige Eucha ristie. Dat veroorzaakte een sterke omme keer in de kinderen. Droomden ze vroeger alleen van hun werk en hun spel, sedert de komst van de Engel van Portugal ging hun belangstelling geheel uit naar het welzijn van hun vaderland en van de gehel» wereld. Er staan, hoe klein ze ook zijn, nog maar twee dingen in het middelpunt var de be langstelling van de kinderen: bidden en offeren. „Wat betekent dat toch". De twee kleintjes vroegen honderd uit aan hun nichtje, dat immers al tien jaar was. Wat betekent dat toch: De drie begenadigde kinderen. HET GEKROONDE BEELD VAN DE VERSCHIJNING. „De Harten van ezus en Maria?" En hoewel Lucia ha^j best doet om haar twee leerlingen tevreden te stellen, moet ze hen op vele vragen het ant woord schuldig blijven. Ze kan haar moeder niet raadplegen omdat de engel haar heeft gezegd, dat de ver schijningen geheim moet blijven. Toen, op 13 mei 1916, kozen de kin deren, die er met de kudde op uit wa ren getrokken, de „Cova da Iria" om hun schaapjes te weiden, een ondiepe, cirkelvormige vallei met een door snede van ongeveer 500 meter. Het was het lievelingsplekje van de kinderen, een kilometer of drie buiten het eigenlijke dorp. De kinderen gaan huisje spelen en als ze bezig zijn, stenen, houi. en aar de aan te dragen, waaruit ze hun droomkasteel zullen opbouwen, lijkt het of het bliksemt. Ze hebben nog nooit een bliksem flits gezien bij heldere hemel en voe len zich niet op hun gemakj maar we tend dat een onweer in mei op de hoogvlakte verschrikkelijk kan zijn, besluiten ze, de veilige zekerheid te kiezen en naar huis te gaan met de dieren. Dan, wanneer ze de helling afdalen om de vallei over te steken, een tweede bliksemflits. De kinderen schrikken en willen hard weglopen maar ze mogen de kudde niet in de steek laten. In hun ontsteltenis en paniek zien ze plots links van hen op een kleine steeneik van een meter hoogte een lichtende gestalte. „In het licht dat haar omgaf, zag men een dame van volmaakte schoonheid. Wij waren er al zo dicht bij, dat wij enigszins bin nen de lichtkrans stonden, die haar omgaf", zo getuigde Lucia later. Voordat de klc^ien weg konden vluchten, stelde de schone dame zich voor „Vree :t niet. Ik doe u helemaal geen kwaad.. De kinderen kwamen naderbij, werden onweerstaanbaar aangetrok ken door de schoonheid van de dame. Ik ben van de hemel. Met een uitdrukl-ing van onzegba re goedheid keek de dame op hen neer en dat gaf de oudste van de kin deren d° moed om te vragen waar ze vandaan kwam. „Ik ben van de hemel", was het antwoord. „En wat komt u hier doen?" vraagt Lucia opnieuw. „Ik kom u vragen zes maanden achtereen de dertiende van de maand hier naar toe te komen op hetzelfde uur. In oktober zal ik u zeggen wie ik ben en wat ik verlang." Op hun vragen vol heimwee en hartstocht jf z° i.i de hemel zul len komen, antwoordt de dame haast plechtig met „Ja!" Alleen van ""rancisco zegt de vrouw n et vriendelijke strengheid: >rHij ook, maar eerst moet hij veel rozehoedjes bidden". Maar ook de dame heeft iets te vra gen aan de kinderen: „Wilt ge u aan God aanbieden om offers op te dragen en gaarne alle beproevingen te aan vaarden die Hij u wil overzenden, tot eerherstel voor de godslasteringen en voor alle beledigingen aangedaan aan het onbevlekt Hart van Maria". De kinderen, die hartstochtelijk verlangen naar de hemel, antwoor den natuurlijk, dat ze lat graag doen willen, zelfs, wanneer de dame waar schuwt: „Ge zult dus veel te lijden hebben, maar de genade van God zal u kracht geven". De beproeving van de kinderen be gint al dadelijk. Jacinta, vol van de heerlijke verschijning, die ze zojuist gehad heeft, praat haar mond voor- I bij tegen haar moeder. Eerst moesten de kinderen de spot thuis verduren, maar Fatima tel niet meer dan 2500 inwoners en spoedig weet iedereen van het wonderbaar lijk gebeuren. Mensen gelovig en vooral ook ongelovig gaan met de kinderen rnee als ze weer naar de Cova da Iria gaan. Ze storen hen in hun concentratie en brengen hen zelfs in hevige twijfel. Dan gaan ook gees- (De bij dit artikel gepubliceerde foto's werden welwillend afgestaan door mevrouw A. SchramaVan Nobelen te Sassenheim). telijke en wereldlijke overheden zich met het geval inlaten. Pastoor en bis schop onderwerpen de kinderen aan een zwaar onderzoek en de districts chef van de politie laat de kleinen zelfs in de gevangenis op sluiten en dreigt hen met de dood, als ze hem niet vertellen dat het verhaal van die verschijningen een leugen is. Zesmaal verschijnt hun echter de wonderschone dame, die ze troost, ze moed inspreekt en ze deelgenoot maakt van grote geheimen. Hun verlangen naar de hemel en naar offeren voor de zondaars zou hen de marteldood doen verkiezen boven een gemakkelijker leven en uiteindelijk wordt de onmenselijke Het einde van de oorlog had de H. Maagd reeds bij de derde verschij ning in juli beloofd, toen ze ook het grote geheim aan de kinderen mede deelde, dat eerst op 31 augustus 1941 gedeeltelijk door Lucia is geopen baard. Zij liet de kinderen toen de hel zien en zeide hun: „Om ze („de zie len van de arme zondaars") te red den, wil God in de wereld de gods vrucht vestigen tot mijn onbevlekt hart. Als ze doen, wal ik u zal vragen, zullen vele zielen gered worden en zal er vrede komen. De oorlog gaat eindigen, maar als de mensen nirtt op houden God te beledigen, zal onder het pontificaat van Pius XI een an dere, erger dan deze, beginnen. Als gij een nacht verlicht zult zien door een onbekend licht, weet dan, dat dit het grote teken is, dat God u geeft dat Hij de wereld gaat straffen voor haar misdaden, door middel van oorlog, honger en vervolgingen van de Kerk en de H. Vader. Om dat te verhinderen, zal ik de toewijding van de wereld aan mijn onbevlekt hart komen vragen, alsook de com munie van eerherstel op de eerste zaterdag van de maand. Als ze naar mijn verlangens luiste ren, zal Rusland zich bekeren en zal er vrede komen. Zo niet, dan zullen grote dwalingen over de wereld ver spreid worden, oorzaak van oorlogen en kerkvervolgingen. De goeden zul len gemarteld worden; de H. Vader zal veel te lijden hebben; verschil lende naties zullen vernietigd wor den. Tenslotte zal mijn onbevlekt hart triomferen. De H. Vader zal mij De kerk der verschijningen. Het ziekenhuis te Fatima. behandeling van de zienertjes door het gehele land bekend. Onverschil ligen krijgen sympathie voor de kin deren en ontelbaren bewonderen hun moed. 25 a 30.000 mensen zijn bij de Cova da Iria bijeen, wanneer op 13 september de schone dame opnieuw de drie kinderen bezoekt. Ze zijn ge tuigen van een bloemenregen, die duurt, zolang als de verschijning met hen spreekt. De zon verduistert en een wolk houdt de steeneik en de kleinen verborgen. Dan kondigen kinderen aan, dat op de 13de oktober een wonder zal gebeuren, dat iedereen geloven moet. .Hetgebeurt.50 a70.000 mensen aan- I schouwen op die datum gedurende tien minuten met grote angst het dan sen van de zon. Te midden van de gespannen stilte had men even voordat het wonder begon Lucia de vraag horen stellen. „Wie bent ge en wat verlangt ge van mij?" Wat ze niet horen is het antwoord van de verschijning: „Ik ben O. L. Vrouw van de Rozenkrans". „Ik ben gekomen om de gelovigen aan te sporen van leven te verande ren; O. L. Heer, die beledigd wordt, niet meer te bedroeven; de heilige ro zenkrans te bidden; zich te beteren en boete te doen voor hun zonden". „Ik verlang op deze plaats een kapel te mijner ere" en ten slotte belooft ze de kinderen: „Als de mensen zich beteren, zal deze oorlog (19141918) de wereld toewijden; Rusland zal zich bekeren en er zal aan de mens heid een tijd van vrede geschonken worden." Deze belofte, die het tweede uit maakte van een drietal geheimen het visioen van de hel was het eerste werd op 31 augustus 1941, ruim drie jaar na het vurige teken aan de hemel, „uit zuivere gehoorzaamheid en met verlof van de hemel" door Lu cia aan de bisschop van Leiria mede gedeeld. In haar brief van 31 aug. 1941, waarin zij het geheim eindelijk open baarde, schreef Lucia: „Uw hoogw. excellentie weet, hoe God. enkele jaren geleden te teken gaf, dat de sterrenkundigen geliefden aan te duiden met de naam van nooderlicht. God bediende zich daarvan om mij te doen begrijpen, dat Zijn Ge rechtigheid op het punt stond de vrije loop te laten aan de straf, vastgesteld Qver de schuldige vol keren. Daarom begon ik met aan drang te vragen om de communie van eerherstel op de eerste zater dagen en de toewijding van Rus land. Mijn doel was niet alleen barmhartigheid en vergiffenis te bekomen voor de gehele wereld, maar vooral voor Europa. God, in Zijn oneindige Barmhartigheid, deed mij voelen, hoe dat vreselijk ogenblik naderde. En uw hoogw. excellentie weet, hoe ik, wanneer de gelegenheid zich voordeed, het zei". Waarom moest dit geheim zo lang verborgen blijven? In dezelfde brief als boven, beantwoordt Lucia ook deze vraag: „Het kan zyn, hoogw. excellen tie, dat de een of ander meent, dat ik die lingen al langer had moeten bekend maken. Dan hadden ze bij hun verwezenlijking, enige jaren geleden, dubbel waarde gehad. Zo zou het zijn, als God mij aan de wereld had willen voorstellen als profetes. Maar ik geloof, dat dit Gods bedoeling niet was, toen Hij mij dat alles openbaarde. In het tegenovergestelde geval, dunkt me, toen Hij mij in 1917 gebood te zwijgen gebod dat bevestigd werd door Zijn plaatsvervangers had H:'. mij wel geboden te spreken. Daarom meen ik, hoogw. excellentie, dat God zich enkel van mij heeft willen bedienen om de wereld te herinneren aan de noodzakelijkheid om de zonde te vermijden en door middel van ge bed en boete, eerherstel aan God te brengen, die beledigd wordt." Wanneer het meisje vermoedt dat het geheimzinnige licht, dat geheel Europa bezighield, Gods waarschu wing is geweest, dan mogen wij toch zeker deze mening delen. Vergelijken we daarbij de gang van de geschiedenis in Europa en over de gehele wereld, zoals die van af dat ogenblik gelopen is, met de voorspellingen van de Verschijning, ofschoon die niet altijd duidelijk wa ren, over oorlog, honger, vervolgin gen en over het itsterven van ge hele volkeren, dan moeten we erken nen, dat er reed veel van is uitgeko men. (Portugal echter, dat zich be keerde, bleef buiten het oorlogsge weld en is een welvarend land ge worden). Bij eenzelfde vergelijking moet het opvallen, dat verschillende punten, met name die van de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria, de beke ring van Rusland en de tijd van vre de, nog niet zijn bewaarheid: sinds 1939 is er geen ogenblik van vrede meer op de wereld geweest. Nog dreigt Gods toorn, die volgens Zijn Moeder alleen is af te wenden door boetvaardigheid en eerherstel. Het kan toch niet bezwaarlijk zijn, mede te werken, de godsvrucht die God wilde vestigen tot het Onbevlekt Hart van Maria te bevorderen, dikwijls het rozenkransgebed te bidden en op de eerste zaterdag van de maand te communiceren tot eerherstel van de gesmade Harten van Jesus en Maria. Een bedevaart door de basiliek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 9