Teleurstellende Lage Landen-derby
In een sfeerloze wedstrijd werden
de punten broederlijk gedeeld: 1-1
Tevreden debutanten bij Oranje
De gaande en de komende man
RODE DUIVELS NEMEN DE LEIDING ORANJE LEEUW MAAKT WEER GELIJK
MAANDAG 29 APRIL 1957
DE LETDSE COURANT
PAGINA 7
nrfS. -
ste de Nederlandse aanval volkomen,
zeker bij de aanvallen, die vanuit het
midden werden opgezet. Zijn koppen
was voortreffelijk en met zijn lange
benen maaide hij vele malen de bal
juist voor de voeten van zijn tegen
standers weg. Niettemin deed zijn op
treden zo nu en dan wat onsympathiek
aan, want hij ontzag zich helemaal
niet mét de bal ook-zijn tegenstander
weg te maaien.
De Oranje-verdediging was goed.
Het achtertrio had een goed kijk op
de soms geraffineerde Belgische aan
vallen en het feit, dat de verdediging
slechts eenmaal doorbroken werd, be
wijst zulks ook wel Doelman Pieters
Graafland heeft ir menige situatie
krachtdadig ingegrepen en aan het
ene doelpunt had hij weinig schuld.
Het schot van v. d. Bergh werd van
dichtbij afgevuurd, te ver van de
Oranje-doelman om de bal weg te
trappen, te dicht bij om met kans op
succes uit te vallen.
De uitslag van deze wedstrijd geeft
de verhouding vrij goed weer. Trou
wens geen van beide ploegen verdien
de eigenlijk de overwinning. Zoveel
verschil in spelpeil was er nu ook
weer niet, al was dat van de Belgi
sche aanval intelligenter dan van de
Oranje-voorhoede.
De stand na 84 wedstrijden is:
Nederland 84 39 18 2 202—166
België 84 27 18 39 166—202
Wanneer de Holland-België-wed-
strijd, gisteren in het Stadion te Am
sterdam gespeeld, geen Holland-Bei-
gië-wedstrijd ware geweest, maar een
doodgewone interland van Oranje te
gen Ierland of Luxemburg, men zou
er geen onderscheid tussen hebben
gezien. Dat tekent deze gehele wed
strijd: er was geen sfeer, zoals bij de
Holland-België-wedstrijden gebruike
lijk. Niets viel er te merken van dat
hartstochtelijk oplaaiende enthousias
me, dat de wedstrijden tussen deze
nabuurlanden bijna altijd kenmerkt.
Er zat geen spanning, geen fut in dit
spel, van beide zijden niet en.... er
werd maar weinig fraais te zien ge
geven ook. Neen, als we eerlijk onze
mening moeten zeggen, dan moeten
we concluderen, dat menig amateur-
Oranjeteam heel wat beter, heel wat
enthousiaster spel tegen de Rode Dui
vels te zien heeft gegeven dan giste
ren met de semiprofs het geval was.
Aan de nieuwelingen in de Oranje-
ploeg heeft het ditmaal zeker niet ge
legen, dat er zo futloos werd gespeeld.
Integendeel, van hen waren Pieters
Graafland en Van Wissen zeker nog
wel de besten. Zij hebben allerminst
teleurgesteld en Carlier op de links
buitenplaats deed het ook niet onver
dienstelijk.
Wat dan wel de grote oorzaak van
het falen van deze Nederlandse ploeg
is geweest? Men mag nog niet spre
ken van voetbalmoeheid, ook al zijn
de voetballers alweer acht maanden
achter elkaar elke zondag en vele da
gen in de week zelfs in touw. Neen:,
de grote oorzaak ligt o.i. meer in het
feit, dat de ploeg in deze samenstel
ling niet op elkaar was ingespeeld.
De zo noodzakelijk oefenwedstrijd en
het langere tijd met elkaar oefenen
was oorzaak, dat men elkaar niet be
greep, vooral niet in de voorhoede.
In verdediging en middenlinie weet
een speler, wanneer een mede-speler
een bal heeft vrijgemaakt, hi^ deze
wel zal terugspelen, wanneer hij geen
kans ziet hem vrij weg te trappen.
Doch in de voorhoede bleek dit niet
goed mogelijk. Men begreep elkaar
veelal niet en daardoor liep menige
aanval dood op de tegenpartij, die
dan heel gemakkelijk kon ingrijpen.
Er werden in de Oranje-voorhoede
zo nu en dan wel aardige dingen ge
daan, maar het was óf te individueel
óf te weinig effect sorterend als aan-
valslinie.
Als wij de keuze-commissie voor
het volgend seizoen een raad mogen
geven, dan is het deze: kies onmiddel
lijk een aantal spelers, die op elkaar
ingespeeld kunnen raken in oefen
wedstrijden en desnoods offfciëele
wedstrijden. Laat desnoods die oefe
ningen van de geregelde training
maar wat korter zijn, doch laat de
Hoe het eerste doelpunt voor de Bel
gen in hun strijd tegen het Oranje
team ontstond. Een harde schuiver
schiet voorbij doelman Pieters Graaf
land, zonder dat de Amsterdammer
in staat is de bal te stoppen.
jongens spelen, zich op elkaar instel
len. Een clubelftal krijgt men niet
alleen door training, niet alleen door
het puikje van het puikje van de spe
lers naast elkaar te poten, maar al
leen door oefening in het verband,
waarin men elkaar in de wedstrijd
nodig heeft. Men moet elkaar leren be
grijpen, men moet eikaars fouten en
gewoonaen leren kennen, begrijpen en
aanvullen, eerst dan krijgt men een
homogeen elftal, dat strijdlustig ge
noeg is om met kennis van eikaars te
kortkomingen een goed geheel, een
elftal te vormen, dat de strijd tegen
elke tegenstander kan opvatten.
Na deze inleiding zal men allicht
begrijpen, dat het Oranje-elftal in ve
lerlei opzicht is tekort geschoten in
de taak, die een uitverkocht stadion
en de honderdduizenden luisteraars
aan de radio van deze ploeg hadden
verwacht. Evenals zaterdagmiddag de
wedstrijd van het B-elftal is ook deze
wedstrijd een teleurstelling geworden
en deze 84ste landen wedstrijd Hol-
land-België zal spoedig zijn vergeten.
Dat mogen we voor zeker aannemen.
Als we evenwel eerst het goede van
deze wedstrijd willen zeggen, dan
mogen we constateren, dat debutant
rechtshalf Van Wissen zich zeker een
plaats in het elftal heeft veroverd
door zijn fris en enthousiast spel,
maar vooral door de wijze, waarop hij
blijk gaf- te durven en te kunnen
doorzetten. Zo zelfs, dat waar de voor
hoede blijk gaf in schutterscapacitei-
ten te kort te schieten, hij er zelf een
schot op waagde. Van Wissen stak in
deze wedstrijd met kop en schouders
boven de anderen uit en gaarne had
den we Notermans. als hij linkshalf
was, naast hem gezien, want de voor
hoede zou dan ten aanval gejaagd
zijn. Misschien had de aanvalslijn het
er toch niet beter af gebracht en dat
tekent juist de fout in deze linie.
Vooropgesteld zij, dat Van der Gijp
zich tot heden nog steeds niet de goe
de aanvalsleider heeft getoond. Van
spelverdelen is bij hem nauwelijks
sprake en zijn schietcapaciteiten zal
hij ook nog eens moeten tonen. De
binnenspelers Timmermans en Bosse-
laar speelden individueel soms heel
verdienstelijk, doch het nuttig effect
van hun werk bleef door wanbegrip,
hetzij door verkeerd aangeven hetzij
door niet b|grepen te worden, vaak
zonder enig nuttig effect. Van de bui
tenspelers trad Carlier het meest op
de voorgrond, al stelde Van der Kuil
niet geheel teleur.
Toegegeven moet echter worden,
dat de voorhoede ditmaal in de nieu
we Belgisch midhalf Nelissen een ge
ducht struikelblok vond. Hij beheer-
EDDY PIETERS GRAAFLAND
IN DE KLEEDKAMERS t
Henk Pellikaan, lid van de K.C.,
bleek niet erg voldaan over het spel
van de Nederlandse ploeg als geheel.
Toen wij de oud-internationaal na
afloop van de wedstrijd in de kleed
kamer naar zijn mening vroegen, zei
hij ons, dat een kleine overwinning
mogelijk was geweest, wanneer ten
minste de voorhoede iets doortasten
der was geweest. Dit inzicht werd
vrijwel gedeeld door de voorzitter
van de T.C. de heer Kruyver, de heer
Hoolboom, voorzitter van de K.C., en
de heer Steinvoorte, lid van de K.C.
„Maar denk er wel aan", zei deze
laatste nog, „wij zijn nog aan het
experimenteren".
En bijna alle spelers vonden die
11 iets te weinig. Men had op een
gunstiger uitslag gehoopt enge
rekend.
Wij tekenden de volgende reacties
op:
Roel Wiersma (aanvoerder): „Ik
was bang voor die stemming van „we
gaan winnen", temeer daar Cop-
pens, Piters en Orlans toch gevaar
lijke spelers zijn. Misschien was een
kleine overwinning verdiend, maar ik
ben ook met die 11 tevreden".
Cor van der Hart: „Of Coppens het
duel zoekt of mijdt maakt weinig ver
schil. Eén maal moet hij toch komen.
En nu had ik tenminste tijd om me
te herstellen. Ik heb „lekker ge
speeld".
Theo Timmermans: „Wij hebben
iets minder gekregen dan er in heeft
gezeten. Ik geloof, dat de Belgen wel
van geluk mogen spreken, dat zij de
nederlaag zijn ontgaan".
Kees Kuys: „Het was moeilijk voor
ons achter; vooral de Belgische vleu
gelspelers Orlans en Piters, en na
tuurlijk Coppens vond ik goed".
Terwijl bijna allen in de Nederland
se kleedkamer onvoldaan over de
mocht houden. „Het ging prima", zei
de blonde MW'er ons, „ja, eerst had
ik wel last van zenuwen, maar al
heel gauw was dat voorbij. Het ging
fijn
Eddy Pieters Graafland vond het
heel natuurlijk, dat hij die schoten
van dichtbij had gekeerd. „Als kee
per heb je daar nu eenmaal oog op.
Je voelt als het ware wat een speler
gaat doen. Vandaar dat ik zo snel kon
reageren."
Rustig was George Hard wick, de
coach van het Nederlandse elftal,
bezig de voetbalkleding van zijn pu
pillen te vergaren, toen wij hem
aanspraken. ,Er zat meer verband
in de ploeg dan tegen Duitsland en
misschien hadden wij kunnen winnen.
En of ik tevreden bon over de de
butanten? Natuurlijk. In het bijzon
der natuurlijk over Van Wissen, die
jongen kan er zeker komen", waren
de prijzende woorden van de sym
pathieke Brit.
IN DE BELGISCHE KLEEDKAMER.
Ook in de Belgische kleedkamer
was de stemming rustig bijna be
rustend. De spelers knikten enkele
keren goedkeurend naar doelman
Van der Stappen, van wie juist door
een tekenaar een caricatuur werd
ontworpen, en toonden belangstel
ling voor spil Nelissen, die met een
dikke knie pijnlijk naar de douche
cellen strompelde.
Maar opwinding neen. Het leek
wel, alsof de wedstrijd reeds verge
ten was. Alleen Rik Coppens sputter
de nog een beetje na.
,,'t Is een geluksploeg, dat Holland.
Iedere keer weerals dat schot
van Van den Bergh niet tegen de lat
was gegaanen dat terrein, ach
dat was geen terrein meer
uitslag waren, zaten daar rustig op hard in het middenje kon haast
de bank de twee debutanten, voor wie
de uitslag van minder belang scheen
en die moe, maar zeer voldaan en
gelukkig, in gedachten, de wedstrijd
nog eens „beleefden". Van Wissen
streelde het oranje-shirt, dat hij
niets met de bal doenOf het
leuk wasach ja, ik heb op m'n
gemakje gespeeldDe andere
spelers luisterden haast onverschillig
toe. Maar in hun ogen was toch
een bewonderende blik voor de man,
JAN KLAAS SENS
ALPHONS VAN WISSEN
Het spel van Van Wissen kan, nemen wij aan, wel eens noodlottig wor
den voor Klaassens, die gistermiddag zijn „zilveren" interland speelde.
Naarmate de tijd vorderde „groeide" het spel van de MW-er. Hij was on
betwist onze beste veldspeler. Niet alleen door de wijze, waarop hij onze
verdediging assisteerde en het middenveld beheerste, maar bovenal door
de manier, waarop hij de voorhoede steun schonk en stimuleerde. Na het
Nederlandse doelpunt, dat voor de ploeg aanleiding was om eindelijk de
schroom en loomheid van zich af te schudden, kon men hem vaak dicht
achter de voorhoede aantreffen en in de slotfase liet hij zelfs enkele goede
schoten los, waarmee doelman Van der Stappen alle moeite had.
Naar het zich laat aanzien zal Van Wissen in een volgende wedstrijd
niet gepasseerd worden. En als Notermans terug is door waterpokken
was hij verhinderd deze middag te spelen kan Jan Klaassens het wel
eens bij zijn 25 wedstrijden moeten laten.
Advertentie
die In zijn 39ste interlandwedstrijd
voor een opmerkelijke „come back"
had gezorgd.
IN VIJF WEDSTRIJDEN
ONGESLAGEN.
Het Nederlandse elftal is voor de
vijfde achtereenvolgende keer onge
slagen gebleven tegen België. Geen
aanleiding evenwel om te veronder
stellen, dat onze nationale formatie
na de wedstrijden tegen Luxem
burg en Duitsland de „stijgende
lijn" weer te pakken heeft.
De Oostenrijker Grill, die het duel
leidde, was kennelijk met angst voor
de „derby-sfeer" het veld in gestapt.
In de eerste fase onderbrak hij de
strijd te vaak. Maar over het alge
meen heeft hij het in deze wedstrijd
niet moeilijk gehad.