Wie puzzelt mee
De Ringelingsch
ZATERDAG 13 APRIL 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA fl
Horizontaal: 1. meubelstuk, 4. wel
riekende stof, 7. plechtige gelofte, 8.
keurig, 9. opstootje, 10. aanwijzend
voornaamwoord, 11. deel van een
boom, 13. treurspel, 15. achting, 17.
rijde van het voorhoofd, 19. interest,
22. boom, 24. bezem, 26. deel van het
oor, 27. vis, 28. adellijke titel, 30.
«luisklok, 32. deel van de dag, 35.
gehande, 37. rivier in Nederland, 39.
goort kers, 40. wolvlokje, 42. bundel,
43. lichaamsdeel, 44. hemellichaam,
45. groente, 46. volk, 47. zijtak Seine.
Verticaal: 1. voorzetsel, 2. maat-
«chap, 3. bloem, 4. giftslangetje, 5.
fern, in N.H., 6. bedorven, 8. korter,
2. vrijbuiter, 14. voorzetsel, 16. zij
tak Donau, 18. wiersoort, 20. voordat,
21. telwoord, 22. priem, 23. stap, 24.
cirkelvorming baksel, 25. telwoord,
28. kleur, 29. wees-gegroet-gebed, 31.
vaarwel, 33. uitroep, 34. geestelijke,
36. strookje, 37. gem. in Z.H., 38. tent,
39. deel van een huis, 41. kookvat,
44. grote uitgestrektheid zout water.
Alle abonnees, die voor vrijdag
morgen een goede oplossing op hier-
bijgaande kruiswoord-puzzel aan de
Puzzelredaktie van de Leidse Courant
hebben doen toekomen, dingen deze
week weer mee naar een sigaretten
koker, een sieraad of een boek.
OPLOSSING VAN VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. toen, 5. bark, 9.
aver, 11. aria, 12. ben, 13. rob, 15.
mep. 16. Dover, 20. tak, 22. tegel, 26.
akal, 27. koe, 29. aak, 31. lade, 32.
net, 33. dompelaar, 35. ten, 36. kr.,
37. kamp, 38. knol, 39. N.S., 40. rank,
41. s.s., 43. sip, 44. ras, 45. om, 46.
laan, 48. Rs, 50. lomp, 52. Siam, 53.
Sr, 55. aal, 57. Geervliet, 00. Rai, 61.
adel, 63. ree, 64. eer, 65. taan, 66.
dolik, 68. ren, 70. artis, 71. tap, 73.
pek, 74. dra, 75. elan, 77. nona, 78.
Rika, 79. trog.
Verticaal: 1. tabel, 2. over, 3. een,
4. Nr, 5. ba, 6. arm, 7. riet, 8. kapel,
Aetherklanken
ZONDAG.
HILVERSUM I. 402 m.
8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO
17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nieuws en weerber.
8,15 Orgelconc. IKOR: 8.30 Vroeg
dienst. KRO: 9.30 Nieuws. 9.45 Palm-
wijding, Palmprocessie en Hoogmis.
11.45 Gram. 12.20 Apologie. 12.40
Lichte muz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00
Nieuws en kath. nieuws. 13.10 Ball-
roomork. 13.35 Gram. 13.45 Boek
bespreking. 14.00 Voor de jeugd. 14.30
Ork.conc. 15.20 Gram. 15.30 De Vlie
gende Hollander, caus. 15.40 Gram.
15.50 Chansons. 16.15 Sport. 16.30
Vespers. NCRV: 17.00 Ger. Kerk
dienst. 18.30 Vocaal Dubbelkwart.
19.00 Kerkelijk nieuws. 19.05 Gewij
de muz. 19.25 „De angst in het le
ven van de mens, diskussie. KRO:
19.45 Nieuws. 20.00 Voor de strijd
krachten 20.30 Act. 20.45 De gewone
man. 20.50 Cabaret 21.20 U bent
toch ook van de partij?, caus. 21.30
„Simon van Cyrene, hoorsp. 22.05
Gram. 22.45 Avondgebed en liturg,
kalender. 23.00 Nieuws. 23.15 Strijk
kwartet. 23.4524.00 Gram.
HILVERSUM 298 m..
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
11.45 VPRO. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO
17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO.
t VARA: 8.00 Nieuws en postdui-
ven'oerichten. 8.18 Weer of geen weer
9.45 Geestelijk leven, caus. VPRO:
10.00 Voor de jeugd. IKOR: 10.30
Hervormde kerkdienst. 11.30 Vragen,
beantw. VPRO: 11.45 Tussen kerk en
wereld, caus. AVRO: 12.00 Matthaus.
Passion, Bach. In de pauze: 13.30
Nieuws. 13.40 Boekbespr. 14.00 Caril-
lonspel. 16.00 Het Gulden Vlies, hoor.
spel. 16.25 Gram. 16.30 Sportrevue.
VPRO: 17.00 Opnieuw naar Honga
rije, caus. 17.15 Het platteland nu.
VARA: 17.30 Hoorsp. voor de jeugd.
17.50 Nieuws en sportuitsl. 18.05
Sportjourn. 18.30 Strijkens. 19.00 Op
de keper beschouwd. 19.30 Koorzang.
AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar.
muz. 20.45 De Gouden Vlinder,
hoorsp. 21.20 Lichte muz. 21.40 Ca
baret. 22.10 Gram. 22.40 Journ. 22.50
Gram. 23.00 Nieuws. 23.15—23.55 Met
de Franse slag.
TELEVISIEPROGRAMMA.
Gezamenlijk progr. v. AVRO,
KRO, VARA en VPRO: 15.00—15.45
Eurovisie: Internat, motorbootraces
te Monaco.
MAANDAG.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10
gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een1
woord voor de dag 8.00 Nws. en weer-1
ber. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 j
Voor de zieken. 9.25 Voor de huisvr.
9.30 Gram. 9.35 Waterstanden. 9.40
Mastklimmen. 10.10 Gram. 10.30 Theo-
gische Etherleergang, 11.100 Gram.
11.20 Gevar. progr. 12.25 Voor boer en
tuinder. 12.30 Land- en tuinb.meded.
12.33 Gram. 12.45 Wox'dt uw vakantie
een succes?, caus. 13.00 Nws. 13.15
Instr. Trio. 13.40 Gram. 14 05 School
radio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de
j vrouw. 15.15 Gram. 15.50 Idem. 16.00
Bijbellezing. 16.30 Kamermuziek
117.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de
•jeugd. 17.30 Kinderkoor. 17.40 Beurs-
ber. 17.45 Regeringsuitz.: Jan Goderie:
Idioot. Op een goede dag vroeg
Lodewijk zijn baas te spreken.
Ik zou graag een week vacantie
hebben, zei hij. Ik ga trouwen.
Trouwen? Ik zou Ie idioot wel
eens willen zien, die zijn kind wil
geven aan een bediende, die maar
honderdvijftig gulden in de maand
verdient!
Ik trouw met uw dochter me
neer.
Zij: Als het morgen mooi weer is,
zou ik grapg wat inkopen gaan doen.
Wat zegt de krant?
Hij: Regen, hagel, storm en on
weer!
10. tot, 14. baal, 16. dank, 17. oker, 18.
vat, 19. lomp, 21. kaak, 23. gat, 24.
eden, 25. lens, 27. komkommer, 28.
e.p., 30. kanselier, 33. Dan, 34. ros,
37. kap, 40. ris, 42. ban, 44. ram. 45.
oog, 47. aat, 48. raad, 49. saldo, 51.
peer, 52. sier, 53. saai, 54. rins, 56.
lel, 58. reep, 59. Ie, 60. rat, 62. liter,
65. traag, 67. kali, 69. nes, 70. Arno,
72. pak, 74. dor, 76. na, 77. N.T.
De uitgeloofde taart ging deze
week naar L. S. van Hees, Sint Ja-
cobsgracht 20 te Leiden. De heer N.
A. M. v. d. Krogt, wonend aan de
Hoolboomstraat 19 te Oude Wetering,
won het sieraad en het boek belandde
bij C. van Leeuwen, Dinsdagse We
tering 12 te Voorhout.
De winnaars en winnaressen krij
gen hun prijzen thuisbezorgd.
De B.B. van binnen en van bulten. Beursber. 14,00 Voor de vrouw. 14.45
18.00 Orgelconc. 13.30 Sport. 18.40 En
gelse les. 19.00 Nws. en veerber. 19.10
Paasliederen. 19.30 Volk en Staat,
caus. 19.45 Beiaardconc. 20.00 Radio-
krant. 20.20 Amus.muz. 20.50 „De
woekeraar van Jeruzalem, hoorsp.
21.35 Gram. 21.45 Boekbespr 21.55
Gevar. muz. 22.10 Strijkkwart. 22.45 zending: Landb.rubr. 1. Het machl-
Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15
Gram. 23.4024.00 Evangelisatieuitz.
HILVERSUM H. 298 M.
7.00- 24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20
Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.10 Voor
de vrouw. 9.15 Gram. 9.40 Morgen
wijding. 10.00 Gram. 11.00 Hersen-
gym. 11.20 Gram. 11.45 Voordr. 12.00
Amus. muz. 12.30 Land- en cuinb.
meded. 12.33 Voor 't platteland. 12.43
Lichte muz. 13.00 Nws. 13.15 Meded.
of gram. 13.20 Promenade-ork. 13.55
Sopr. en piano. 15.15 Heymans als
geleerde, caus. 15.30 Gram. 17.00
Orgel en -ang. 17.30 Voor de jeugd.
17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. 18.15
Dansmuz. 18.50 Openbaar Kunstbe
zit. 19.00 Koorconc. 19.20 Muz. caus.
19.30 Orgelspel. 19.45 Regeringsuit
naai poten van aardappelen. 2. Atoom
energie in de landbeuw. IV. De melk-
controle-verenigingen. 20.00 Nws.
20.05 Radioscoop. 22.40 Volksmuz. met
toelichting. 23.00 Nws. 23.15 Koersen
van New York. 23.16 Onze buitenl.
correspondenten melden. 23.30—23.55
Frontloge.
TELEVISIEPROGRAMMA.
KRO: 20.30 Kath. nws. 20.35 Pop
penkast. 20.43 Filmrubriek. 21.20
Rechter van Lier vertelt, één-acter
21.55 Epiloog.
Harde ^koppen. Dit type kogel,
aldus de' sergeant instructeur, dringt
tot dertig centimeter in het hardj.'.a
eikenhout. Onthoudt dus, jongelui,
dat je je koppen weghoudt!"
held. Een man werd gebeten door
zijn hond, hij wijdde er geen aan
dacht aan, maar toen het wondje
maar niet mooi wilde genezen, ging
hij er mee naar de dokter. De dokt*ïr
keek naar de wond en liet de houd
binnen brengen. Hij constateerde
hondsdolheid Omdat het te laat bleek
om de man er tegen in te enten, bleef
de dokter geen mogelijkheid ovor,
dan hem te vertellen, dat hij aan
hydrophobia zou overlijden.
De arme kereld zette zich aan da
schrijftafel van de dokter en begon
te schrijven. De dokter, die hem op
zijn gemak wilde stellen, meende:
„Misschien is het niet zo erg, dat u
nu uw testament al behoeft te ma
ken."
„Ik maakt mijn testament ook nog
niet", antwoordde het slachtoffer.
„Ik stel een lijst op van mensen, die
ik voordien nog ga bijten."
Moeilijk. Mevrouw in de boek
winkel: Heeft u geen prentbriefkaart
met „dank u" er op, en die toch op
een bescheiden wijze laat voelen, dat
ze wel wat mooiers hadden kunnen
sturen?
Nee, dank u! Ik heb juist aan te
levisietoestel aangeschaft.
ONS KORT VERHAAL
„Ga uit mijn ogen Roodbaard en ver
laat onmiddellijk dit paleis en het
kabouterland", riep de kabouterkoning
woedend. „Ik wil je nooit meer zien."
Ja. 't was dan ook heel erg, wat er
gebeurd was.
Roodbaard was ontzettend driftig.
Meermalen had hij ruzie gehad met de
oude kabouter. Grijsbaard, 't Ging
meestal om kleine dingen en ook nu
zat hij aan tafel Grijsbaard maar te
plagen. De oude kabouter, die geen al
te beste ogen meer had, morste wel eens
wat met zijn eten en drinken en toen
opeens was het gekomen. Grijsbaard was
het plagen moe en wilde naar de koning
gaan om hulp, maar voor het zo ver
kwam, had Roodbaard zijn krukje, waar
hij op zat, genomen en sloeg Grijsbaard
er mee boven op zijn hoofd. Een sner
pend gilletje klonk op en het werd aan
tafel doodstil. Met een diepe hoofdwond
viel Grijsbaard op de grond en bleef
onbeweeglijk liggen. De andere kabou
ters droegen hem voorzichtig naar zijn
bed. maar de koning wees Roodbaard
de deur.
Daar stond hij nu en wist niet waar
heen. 't Is zo moeilijk voor kabouters
om tussen de mensen te wonen. Omdat
het feest was, had Roodbaard zijn beste
rode pakje aan. dat was dan ook alles
dat hij had. Hij ging op een tak zitten
om diep na te denken wat hij nu wel
doen zou. Daar dacht hij aan Katrien, die
in een klein huisje aan de rand van het
bos woonde. Katrien had een eekhoorntje
daar kon hij zo prettig mee babbelen en
mee eten van de nootjes, die in zijn kooi
lagen. Ja. hij zou naar het huisje van
Katrien gaan en eens zien of hij daar
kon wonen. Met vlugge pasjes trippelde
hij langs de kortste weg naar het einde
van het bos. Daar zag hij het huisje al,
de deur stond open. De deur stond over
dag altijd open. want Katrien was stok
doof en ze hoorde geen bellen of klop
pen. Met een sprongetje stond hij in de
gang en keek naar de trap. Wat was die
trap oud. Overal grote kieren. Hij kroop
door een kier en kwam toen in een
donkere ruimte onder de trap. Een
prachtige schuilplaats. Vlug kroop hij er
weer uit om zachte bladeren te zoeken
voor zijn bed. Hij liep zo verscheidene
keren in en uit zonder dat Katrien er
iets van merkte. Toen Roodbaard honger
en dorst begon te krijgen, ging hij naar
zijn vriend, de eekhoorn en snoepte van
de beukenootjes mee en dronk ook het
heldere water uit het bakje, dat Katrien
had neergezet.
Toen het donker begon te worden,
kroop hij weer door de kier en ging
slapen op de fijne zachte bladeren. Hij
hoorde nog hoe Katrien de trap afslofte
en de deur op slot deed Roodbaard
Srinnikte zachtjes van plezier, dat hij
et zo goed hier getroffen had.
De volgende morgen al heel vroeg
werd hij wakker door het gestommel van
Katrien op de trap. Ze ging zeker de
deur open maken. Oei. oei. wat was dat?
Het regende straaltjes water door de
kleren op het bedje van Roodbaard,
want Katrien was de trap aan het
schrobben. Och hemel, wat zag zijn
feestpakje er vies uit allemaal modder-
strepen. Gelukkig maar, dat de koning
het niet zag. Eindelijk was Katrien
klaar, de deur stond weer open en het
felle zonlicht kwam door de kieren.
Roodbaard wipte er uit en liep recht het
bos in om zich te laten drogen. De hele
dag bleef hij in het bos en vond er
heerlijke eikels en paddestoelen. Des
avonds sloop hij weer door de kier naar
zijn bed. Dat bleef zo verscheidene dagen
goed gaan. De dove Katrien wist niet
welk§ logé zij onder de trap had en ze
wist ook niet, dat ze iedere morgen, met
het boenen van de trap het mooie pakje
van Roodbaard zo vol spatte met vieze
moddervlekken. Na een paar weken was
het rode pakje veranderd in een zwart
vod. 't Was op 't laatst zó erg, dat Rood
baard haast niet meer te voorschijn
durfde komen. Hoe moest hij aan een
nieuw pakje komen. Naar de koning
durfde hij niet te gaan.
Eens op een morgen, toen Katrien weer
bezig was de trap te poetsen, kwam er
door de kier een punt van haar groene
sjaal gewapperd. Roodbaard trok en trok
en had al een hele punt binnen, toen
Katrien ook begon te trekken. Maar de
kabouter hield vol. 't Was een prachtlap
voor een nieuw pakje en dan nog wel
een groen, juist wat hij altyd zo mooi
vond. Met z'n scherpe tandjes beet hij
de draadjes snel door en lachend hield
hij een mooie lap in zijn handen.
De arme Katrien keek niet vrolijk toen
ze haar sjaal bekeek. Een hele punt er
af en ze schudde haar grijze hoofd, -om
dat ze niet begreep waar die punt ge
bleven was.
,Ik moet maar gauw de timmerman
laten komen, om de trap te laten maken",
dacht ze.
Roodbaard sprong even later met de
mooie groene lap de trap af en ging
naar het bos om naald en draad te zoe
ken. Met zijn scherpe oogjes vond hij
een fijne dennenaald en een soepel gras
sprietje diende als draad. Na een morgen
flink werken, was het groene pakje kant
en klaar. Z'n oude vuile jasje verborg
hij in een kuiltje en wandelde daarna,
de koning te rijk, met zijn nieuwe jasje
naar de eekhoorn, die het al even
prachtig vond.
„Nu zal ik me verstoppen in het verste
hoekje, als Katrien gaat schrobben",
dacht Roodbaard, toen hfj 's avonds in
zijn bedje lag.
De volgende morgen stond hij al vroeg
op en drong zich stijf tegen de kanten
toen hij stappen hoorde. Hij wachtte al
op de modderstralen maar niets hoor.
Een oorverdovend geraas, deed hem
rillen en sidderen. Daar kwam zowaar
een vlijmscherpe zaag op en neer door de
trap heen. Opeens een plons, een stuk
hout viel weg en een verblindend licht
scheen in het holletje van Roodbaard. Hij
zag de timmerman precies de maat
nemen van het gat en een plankje juist
passend zagen. Nu kreeg ons kaboutertje
het benauwd. Nog enige ogenblikken en
hij zou hier opgesloten zitten.
Daar riep Katrien de timmerman voor
een kop koffie en van die gelegenheid
maakte Roodbaard gebruik om weg te
vluchten. Waarheen? Wel, naar zijn oude
huls. De koning ontving hem vriendelijk,
toen hij met tranen in de ogen om ver
giffenis smeekte en beloofde voortaan
niet meer driftig te zijn.
De oude kabouter Grijsbaard kwam
hem al lachend tegemoet. Hij was ge
lukkig weer genezen, 's Avonds was ei
weer feest over de terugkeer van Rood
baard. die nog wel het blijste was van
allemaal.
WE GAAN
HELPEN DE I
VERSIEEEN.
E PAASTAFEL
En dan denken we het eerst aan de
versierde eieren- Natuurlijk hopen we
allemaal met Pasen eieren te hebben
om de paasvreugtJe te verhogen en het is
dan aardig om efie eieren te kleuren of
te versieren. We vragen moeder om haar
te mogen helpen. We kijken eerst de
eieren goed na of de schaal niet stuk
is en nemen ze dan af met een vochtig
doekje. Willen we de eieren een zachte
kleur geven, dan koken we ze in
groentewater. Zijn ze goed hard ge
kookt, dan wrijven we ze glimmend met
>n spekzwoerdje.
We maken de eieren:
bruin in water met uien;
groen in water met spinazie;
rood in water met rode koolbladen en
iets azijn of rode biet;
paars in water met rode koolbladen
zonder azijn.
Ook kan men een mooie kleur krijgen
door de eieren in een kleurafgevend
papier te wikkelen en dat aan beide
uiteinden met een touwtje dicht te
binden. Maak dan b.v. een kleine ronde
opening in het papiertje, zodat de eieren
op die plaats wit blijven. Men zet de
eieren op met koud water en brengt
dit aan de kook en kookt ze hard. Ver
wijder nu het papiertje en wrijf ze weer
glimmend op het witte plekje na. Dit kan
men benutten voor een of ander teke
ningetje of letter.
Nog eenvoudiger is het de eieren te
beplakken met plakplaatjes (overdTuk-
sels). Men maakt de overdruksels nat,
laat ze even op het koude gekookte ei
zitten en trekt ze er dan voorzichtig
af. Om het plaatje heen wrijft men de
eieren glimmend.
Ook kan men ep de schoongemaakte
hardgekookte eieren een gezicht, een
haasje, een paaSklok enz. met waterverf
of kleurpotlood tekenen. Bij een gezicht
past een mutgje, dus we maken er een
papieren mutsje bij.
Veel succes hoor!
Correspondentie
Greta de Groot. Ter Aar. Ja Greetje,
vandaag is er een plaatsje voor je ver
haaltje
HET MOOIE GESCHENK
Er was eens een koning met tien ka
bouters. Op een avond telde de koning
de kabouters en toen waren er nog maar
negen. De koning koos dadelijk twee
kabouters om te gaan zoeken. Het werd
avond en nog waren ze niet in het
paleis. Het werd al donkerder en don
kerder. Het werd wéér licht en nog
waren ze niet terug. Eindelijk tegen de
avond kwamen Tim en Pom terug. De
ene had een schoen van Pam en de
andere had een muts van Pam. maar
Pam zelf hadden ze niet. De koning
liet nu op alle muren een plakkaat plak
ken waarop stond, dat degene, die de
verloren kabouter zou vinden, een grote
beloning zou krijgen en die beloning
zou een grote, mooie paddestoel zijn,
Na tien dagen kwam er een kabouter
die Pam gevonden had. Er werd een
groot feest gevierd. Ze kregen gebraden
slakken en de kabouter kreeg de- grote
mooie paddestoel.
Anton Homan, Sassenheim, vertelt op
zijn manier het lijdensverhaal van J
op Witte Donderdag. Goede Vrij
Paaszaterdag en Pasen. De dag van de
ongedesemde broden waarop het paaslam
geslacht moest worden, was aangebroken.
Jezus zond Petrus en Johannes naar
de stad Jeruzalem om het Avondmaal
klaar te maken. Zij moesten een man
achterna gaan, die een kruik op zijn
schouders droeg. Zij moesten dan het
huis in gaan en hem vragen naar een
zaal om het avondmaal Waar te maken.
Toen het uur gekomen was. gingen ze
aan tafel. Jezus nam het brood, zegende
het en zei: „Dit is mijn lichaam, doe
dit tot mijn gedachtenis". Daarna nam
Hij de kelk met wijn, zegende die ook
en sprak; „Drinkt allen hier uit. want
dit is mijn bloed, dat voor u zal ver
goten worden. Eén is er die me zal ver
loochenen."
De apostelen keken elkaar aan om te
vragen wie het was en ze vroegen het
ook aan Jezus maar Hij zei van „nee".
Toen ging Jezus de voeten van zijn
leerlingen wassen en ook die van Petrus
r Petrus zei: „Dat kan ik zelf wel
doen", maar Jezus zei: „Voordat de haan
driemaal gekraaid zal hebben, zult gij
me driemaal verloochend hebben."
Petrus zei toen aan Jezus, dat hij dat
nooit zou doen.
Het uur was gekomen en Jezus ging
naar de Olijfberg om te bidden. Toen hij
er was aangekomen, nam Hij drie
apostelen. Petrus, Johannes en Jacobus
mee. verder de hof in. De andere aposte
len bleven vooraan en beloofden
zullen bidden.
Jezus ging alleen nog wat verder en
toen begon er een hevige zielestrijd,
zodat hij druppels bloed zweette. Twee
maal was Jezus bij de drie apostelen
geweest en alle twee de keren sliepen
ze. Telkens vroeg Hij of ze dan niet
even met Hem konden bidden. Voor de
derde keer kwam Jezus zeggen, dat ze
nu wel konden gaan. want de soldaten
met Judas voorop, kwamen al aan. Judas
kwam op Jezus toe en kuste Hem De
soldaten grepen Jezus vast en bonden
Hem. Ze brachten Hem naar de Hoge
Raad.
In die tussentijd was Petrus op de
binnenplaats gaan zitten om zich bij het
vuur te warmen. Er kwam een bediende
langs, die zei: „Ben jij er ook niet een.
die altijd bij Jezus was?" maar Petrus
zei: „Ik ken Hem niet eens". Tot drie
maal toe zei hij dat. Daarna kwam Jezus
langs en de haan kraaide driemaal.
Petrus holde weg. Hij had berouw omdat
hij Jezus driemaal verloochend had en
hij schaamde zich diep.
Jezus werd in die tUd gespuwd, ge
slagen en nog meer ellendige dingen ge
daan. maar Jezus verdroeg het.
Later op de dag werd Jezus naar
Pilatus gezonden. Deze verhoorde Hem
maar kon geen schuld in hem vinden.
Toen zond deze Hem naar Herodes en
die was blij want hij hoopte, dat Jezus
een wonder zou doen, maar Jezus deed
niets. Toen werd Hij weer naar Pilatus
gezonden en Herodus en Pilatus werden
van die dag af. goede vrienden van
elkaar.
Op de feestdag mocht er een misda
diger vrijgelaten worden. Ze hadden te
kiezen tussen Jezus en Barrabas en de
mensen kozen Barrabas. Pilatus liet
Jezus geselen en nog kozen de mensen
Barrabas. De Joden namen Jezus mee
en de reis naar Calvarië werd klaar ge
maakt. Langs de weg weenden de
vrouwen. Toen ze op de berg aan
kwamen. werd Jezus gekruisigd met nog
twee moordenaars. De Joden spotten met
Hem en riepen: „Kom er af als je kunt.
Je kan anderen wel helpen, maar voor
Jezelf kan je niets doen."
Ook de ene moordenaar spotte met
Hem maar de andere had berouw en
vroeg: „Heer, gedenk mij, als Gij Uw
Rijk binnenkomt."
En Jezus antwoordde: „Voorwaar, ik
zeg u. nog heden zult gij met mij in het
paradijs zijn."
Het was ongeveer het derde uur toen
Jezus riep: „Vader, vergeef het hun
want zij weten niet wat ze doen" en
kort daarna stierf Hij. Het gordijn van
de tempel scheurde open. de zon ver
duisterde, een hevig onweer brak los.
de doden stonden uit hun graf op en
vele mensen aanbaden Jezus, want nu
zagen ze dat Hij echt God was.
Jezus werd van het kruis afgehaald en
in een nieuw stenen graf gelegd. Het
graf werd verzegeld en bewaakt door
Romeinse soldaten.
Toen de Paasmorgen was aangebro
ken is Jezus uit het gesloten graf opge
staan en van die dag af was Jezus ver
heerlijkt.
Anneke v. d. Vlugt, Sassenheim.
Leuk Anneke, dat je voortaan met ons
mee doet. Dat portretje heb je aardig
getekend. Heb je een paardestaart? Laat
de kinderen maar eens gauw genieten
van je aardige verhaaltje.
„HARDER MENEER!"
Er was eens een ondeugend jongetje,
dat Johnnie heette. Pas had hij weer een
ondeugende streek uitgehaald. Met voet
ballen had hij een ruit bij de bakker
gebroken. HU was heel hard weggerend
en dacht: „Daar ben ilc mooi ven af
gekomen".
Maar o. wee! de politie kwam 's avonds
bij hem thuis.
„Morgen op het politiebureau komen",
zei hij.
Wat zat hij in angst
De volgende morgen raapte hU alle
moed bij elkaar en ging naar het bureau.
Toen hij op het politiebureau kwam,
moest hij zeggen hoe zijn voornaam was.
Hij antwoordde: „Johnnie".
„En je achternaam?" vroeg de agent.
„Harder meneer"
„Ik vraag hoe je achternaam is", vroeg
de agent een beetje harder.
„Harder meneer", was 't antwoord.
„Ik vraag naar je achternaam", brulde
de agent.
Nu. daar had Johnnie gauw genoeg
van en zei vlug:
„Eh, eh, ik heet Johnnie Harder".
Hè. hè. eindelijk begreep de agent het.
Nu moest Jhonnie voor straf 100 regels
schrijven en kwam er verder goed af.
Mlen Opdam, Oud Ade. Was dit je
eerste briefje? Goed gedaan Mien. Hier
j komt je verhaaltje.
DAT KWAM EB VAN
Twee Jongens gingen naar school.
Moeder had gezegd, dat ze niet op het
ijs mochten, want het was nog niet 6terk
genoeg. De jongens beloofden niet te
zullen gaan. Maar ze waren ongehoor
zaam en gingen toch. In het begin ging
alles goed tot ze bij een wak kwamen:
ze zagen die niet en zakten er door.
Kees kwam er nog uit maar Gijs niet.
Hij verdronk. Kees ging naar huis en
kreeg een flink pak slaag, maar Gljs
werd na een paar dagen begraven. O.
wat was dat een droeve dag Ze huilden
allemaal. Maar het was zijn eigen schuld,
dan had hij maar naar zijn moeder
moeten luisteren.
Ziezo kinders. voor vandaag is het
weer genoeg.
Dag allemaal.
TANTE JO EN OOM TOON.
(77)
lufKi.vfijnm
norma um
too HiEio.zm iü-
ïmmKFmH.
arnrkmom
ïcBtmrmeam
mm hf ftMRim-
noroixmnr.