Wie puzzelt mee De Ringelingsch ZATERDAG 13 APRIL 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA fl Horizontaal: 1. meubelstuk, 4. wel riekende stof, 7. plechtige gelofte, 8. keurig, 9. opstootje, 10. aanwijzend voornaamwoord, 11. deel van een boom, 13. treurspel, 15. achting, 17. rijde van het voorhoofd, 19. interest, 22. boom, 24. bezem, 26. deel van het oor, 27. vis, 28. adellijke titel, 30. «luisklok, 32. deel van de dag, 35. gehande, 37. rivier in Nederland, 39. goort kers, 40. wolvlokje, 42. bundel, 43. lichaamsdeel, 44. hemellichaam, 45. groente, 46. volk, 47. zijtak Seine. Verticaal: 1. voorzetsel, 2. maat- «chap, 3. bloem, 4. giftslangetje, 5. fern, in N.H., 6. bedorven, 8. korter, 2. vrijbuiter, 14. voorzetsel, 16. zij tak Donau, 18. wiersoort, 20. voordat, 21. telwoord, 22. priem, 23. stap, 24. cirkelvorming baksel, 25. telwoord, 28. kleur, 29. wees-gegroet-gebed, 31. vaarwel, 33. uitroep, 34. geestelijke, 36. strookje, 37. gem. in Z.H., 38. tent, 39. deel van een huis, 41. kookvat, 44. grote uitgestrektheid zout water. Alle abonnees, die voor vrijdag morgen een goede oplossing op hier- bijgaande kruiswoord-puzzel aan de Puzzelredaktie van de Leidse Courant hebben doen toekomen, dingen deze week weer mee naar een sigaretten koker, een sieraad of een boek. OPLOSSING VAN VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. toen, 5. bark, 9. aver, 11. aria, 12. ben, 13. rob, 15. mep. 16. Dover, 20. tak, 22. tegel, 26. akal, 27. koe, 29. aak, 31. lade, 32. net, 33. dompelaar, 35. ten, 36. kr., 37. kamp, 38. knol, 39. N.S., 40. rank, 41. s.s., 43. sip, 44. ras, 45. om, 46. laan, 48. Rs, 50. lomp, 52. Siam, 53. Sr, 55. aal, 57. Geervliet, 00. Rai, 61. adel, 63. ree, 64. eer, 65. taan, 66. dolik, 68. ren, 70. artis, 71. tap, 73. pek, 74. dra, 75. elan, 77. nona, 78. Rika, 79. trog. Verticaal: 1. tabel, 2. over, 3. een, 4. Nr, 5. ba, 6. arm, 7. riet, 8. kapel, Aetherklanken ZONDAG. HILVERSUM I. 402 m. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR. 9.30 KRO 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nieuws en weerber. 8,15 Orgelconc. IKOR: 8.30 Vroeg dienst. KRO: 9.30 Nieuws. 9.45 Palm- wijding, Palmprocessie en Hoogmis. 11.45 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Lichte muz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en kath. nieuws. 13.10 Ball- roomork. 13.35 Gram. 13.45 Boek bespreking. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Ork.conc. 15.20 Gram. 15.30 De Vlie gende Hollander, caus. 15.40 Gram. 15.50 Chansons. 16.15 Sport. 16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Ger. Kerk dienst. 18.30 Vocaal Dubbelkwart. 19.00 Kerkelijk nieuws. 19.05 Gewij de muz. 19.25 „De angst in het le ven van de mens, diskussie. KRO: 19.45 Nieuws. 20.00 Voor de strijd krachten 20.30 Act. 20.45 De gewone man. 20.50 Cabaret 21.20 U bent toch ook van de partij?, caus. 21.30 „Simon van Cyrene, hoorsp. 22.05 Gram. 22.45 Avondgebed en liturg, kalender. 23.00 Nieuws. 23.15 Strijk kwartet. 23.4524.00 Gram. HILVERSUM 298 m.. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 11.45 VPRO. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. t VARA: 8.00 Nieuws en postdui- ven'oerichten. 8.18 Weer of geen weer 9.45 Geestelijk leven, caus. VPRO: 10.00 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Hervormde kerkdienst. 11.30 Vragen, beantw. VPRO: 11.45 Tussen kerk en wereld, caus. AVRO: 12.00 Matthaus. Passion, Bach. In de pauze: 13.30 Nieuws. 13.40 Boekbespr. 14.00 Caril- lonspel. 16.00 Het Gulden Vlies, hoor. spel. 16.25 Gram. 16.30 Sportrevue. VPRO: 17.00 Opnieuw naar Honga rije, caus. 17.15 Het platteland nu. VARA: 17.30 Hoorsp. voor de jeugd. 17.50 Nieuws en sportuitsl. 18.05 Sportjourn. 18.30 Strijkens. 19.00 Op de keper beschouwd. 19.30 Koorzang. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. muz. 20.45 De Gouden Vlinder, hoorsp. 21.20 Lichte muz. 21.40 Ca baret. 22.10 Gram. 22.40 Journ. 22.50 Gram. 23.00 Nieuws. 23.15—23.55 Met de Franse slag. TELEVISIEPROGRAMMA. Gezamenlijk progr. v. AVRO, KRO, VARA en VPRO: 15.00—15.45 Eurovisie: Internat, motorbootraces te Monaco. MAANDAG. HILVERSUM I. 402 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nws. en SOS-ber. 7.10 gewijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een1 woord voor de dag 8.00 Nws. en weer-1 ber. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 j Voor de zieken. 9.25 Voor de huisvr. 9.30 Gram. 9.35 Waterstanden. 9.40 Mastklimmen. 10.10 Gram. 10.30 Theo- gische Etherleergang, 11.100 Gram. 11.20 Gevar. progr. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Gram. 12.45 Wox'dt uw vakantie een succes?, caus. 13.00 Nws. 13.15 Instr. Trio. 13.40 Gram. 14 05 School radio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de j vrouw. 15.15 Gram. 15.50 Idem. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Kamermuziek 117.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de •jeugd. 17.30 Kinderkoor. 17.40 Beurs- ber. 17.45 Regeringsuitz.: Jan Goderie: Idioot. Op een goede dag vroeg Lodewijk zijn baas te spreken. Ik zou graag een week vacantie hebben, zei hij. Ik ga trouwen. Trouwen? Ik zou Ie idioot wel eens willen zien, die zijn kind wil geven aan een bediende, die maar honderdvijftig gulden in de maand verdient! Ik trouw met uw dochter me neer. Zij: Als het morgen mooi weer is, zou ik grapg wat inkopen gaan doen. Wat zegt de krant? Hij: Regen, hagel, storm en on weer! 10. tot, 14. baal, 16. dank, 17. oker, 18. vat, 19. lomp, 21. kaak, 23. gat, 24. eden, 25. lens, 27. komkommer, 28. e.p., 30. kanselier, 33. Dan, 34. ros, 37. kap, 40. ris, 42. ban, 44. ram. 45. oog, 47. aat, 48. raad, 49. saldo, 51. peer, 52. sier, 53. saai, 54. rins, 56. lel, 58. reep, 59. Ie, 60. rat, 62. liter, 65. traag, 67. kali, 69. nes, 70. Arno, 72. pak, 74. dor, 76. na, 77. N.T. De uitgeloofde taart ging deze week naar L. S. van Hees, Sint Ja- cobsgracht 20 te Leiden. De heer N. A. M. v. d. Krogt, wonend aan de Hoolboomstraat 19 te Oude Wetering, won het sieraad en het boek belandde bij C. van Leeuwen, Dinsdagse We tering 12 te Voorhout. De winnaars en winnaressen krij gen hun prijzen thuisbezorgd. De B.B. van binnen en van bulten. Beursber. 14,00 Voor de vrouw. 14.45 18.00 Orgelconc. 13.30 Sport. 18.40 En gelse les. 19.00 Nws. en veerber. 19.10 Paasliederen. 19.30 Volk en Staat, caus. 19.45 Beiaardconc. 20.00 Radio- krant. 20.20 Amus.muz. 20.50 „De woekeraar van Jeruzalem, hoorsp. 21.35 Gram. 21.45 Boekbespr 21.55 Gevar. muz. 22.10 Strijkkwart. 22.45 zending: Landb.rubr. 1. Het machl- Avondoverdenking. 23.00 Nws. 23.15 Gram. 23.4024.00 Evangelisatieuitz. HILVERSUM H. 298 M. 7.00- 24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.00 Nws. 8.15 Gram. 9.10 Voor de vrouw. 9.15 Gram. 9.40 Morgen wijding. 10.00 Gram. 11.00 Hersen- gym. 11.20 Gram. 11.45 Voordr. 12.00 Amus. muz. 12.30 Land- en cuinb. meded. 12.33 Voor 't platteland. 12.43 Lichte muz. 13.00 Nws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Promenade-ork. 13.55 Sopr. en piano. 15.15 Heymans als geleerde, caus. 15.30 Gram. 17.00 Orgel en -ang. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nws. 18.15 Dansmuz. 18.50 Openbaar Kunstbe zit. 19.00 Koorconc. 19.20 Muz. caus. 19.30 Orgelspel. 19.45 Regeringsuit naai poten van aardappelen. 2. Atoom energie in de landbeuw. IV. De melk- controle-verenigingen. 20.00 Nws. 20.05 Radioscoop. 22.40 Volksmuz. met toelichting. 23.00 Nws. 23.15 Koersen van New York. 23.16 Onze buitenl. correspondenten melden. 23.30—23.55 Frontloge. TELEVISIEPROGRAMMA. KRO: 20.30 Kath. nws. 20.35 Pop penkast. 20.43 Filmrubriek. 21.20 Rechter van Lier vertelt, één-acter 21.55 Epiloog. Harde ^koppen. Dit type kogel, aldus de' sergeant instructeur, dringt tot dertig centimeter in het hardj.'.a eikenhout. Onthoudt dus, jongelui, dat je je koppen weghoudt!" held. Een man werd gebeten door zijn hond, hij wijdde er geen aan dacht aan, maar toen het wondje maar niet mooi wilde genezen, ging hij er mee naar de dokter. De dokt*ïr keek naar de wond en liet de houd binnen brengen. Hij constateerde hondsdolheid Omdat het te laat bleek om de man er tegen in te enten, bleef de dokter geen mogelijkheid ovor, dan hem te vertellen, dat hij aan hydrophobia zou overlijden. De arme kereld zette zich aan da schrijftafel van de dokter en begon te schrijven. De dokter, die hem op zijn gemak wilde stellen, meende: „Misschien is het niet zo erg, dat u nu uw testament al behoeft te ma ken." „Ik maakt mijn testament ook nog niet", antwoordde het slachtoffer. „Ik stel een lijst op van mensen, die ik voordien nog ga bijten." Moeilijk. Mevrouw in de boek winkel: Heeft u geen prentbriefkaart met „dank u" er op, en die toch op een bescheiden wijze laat voelen, dat ze wel wat mooiers hadden kunnen sturen? Nee, dank u! Ik heb juist aan te levisietoestel aangeschaft. ONS KORT VERHAAL „Ga uit mijn ogen Roodbaard en ver laat onmiddellijk dit paleis en het kabouterland", riep de kabouterkoning woedend. „Ik wil je nooit meer zien." Ja. 't was dan ook heel erg, wat er gebeurd was. Roodbaard was ontzettend driftig. Meermalen had hij ruzie gehad met de oude kabouter. Grijsbaard, 't Ging meestal om kleine dingen en ook nu zat hij aan tafel Grijsbaard maar te plagen. De oude kabouter, die geen al te beste ogen meer had, morste wel eens wat met zijn eten en drinken en toen opeens was het gekomen. Grijsbaard was het plagen moe en wilde naar de koning gaan om hulp, maar voor het zo ver kwam, had Roodbaard zijn krukje, waar hij op zat, genomen en sloeg Grijsbaard er mee boven op zijn hoofd. Een sner pend gilletje klonk op en het werd aan tafel doodstil. Met een diepe hoofdwond viel Grijsbaard op de grond en bleef onbeweeglijk liggen. De andere kabou ters droegen hem voorzichtig naar zijn bed. maar de koning wees Roodbaard de deur. Daar stond hij nu en wist niet waar heen. 't Is zo moeilijk voor kabouters om tussen de mensen te wonen. Omdat het feest was, had Roodbaard zijn beste rode pakje aan. dat was dan ook alles dat hij had. Hij ging op een tak zitten om diep na te denken wat hij nu wel doen zou. Daar dacht hij aan Katrien, die in een klein huisje aan de rand van het bos woonde. Katrien had een eekhoorntje daar kon hij zo prettig mee babbelen en mee eten van de nootjes, die in zijn kooi lagen. Ja. hij zou naar het huisje van Katrien gaan en eens zien of hij daar kon wonen. Met vlugge pasjes trippelde hij langs de kortste weg naar het einde van het bos. Daar zag hij het huisje al, de deur stond open. De deur stond over dag altijd open. want Katrien was stok doof en ze hoorde geen bellen of klop pen. Met een sprongetje stond hij in de gang en keek naar de trap. Wat was die trap oud. Overal grote kieren. Hij kroop door een kier en kwam toen in een donkere ruimte onder de trap. Een prachtige schuilplaats. Vlug kroop hij er weer uit om zachte bladeren te zoeken voor zijn bed. Hij liep zo verscheidene keren in en uit zonder dat Katrien er iets van merkte. Toen Roodbaard honger en dorst begon te krijgen, ging hij naar zijn vriend, de eekhoorn en snoepte van de beukenootjes mee en dronk ook het heldere water uit het bakje, dat Katrien had neergezet. Toen het donker begon te worden, kroop hij weer door de kier en ging slapen op de fijne zachte bladeren. Hij hoorde nog hoe Katrien de trap afslofte en de deur op slot deed Roodbaard Srinnikte zachtjes van plezier, dat hij et zo goed hier getroffen had. De volgende morgen al heel vroeg werd hij wakker door het gestommel van Katrien op de trap. Ze ging zeker de deur open maken. Oei. oei. wat was dat? Het regende straaltjes water door de kleren op het bedje van Roodbaard, want Katrien was de trap aan het schrobben. Och hemel, wat zag zijn feestpakje er vies uit allemaal modder- strepen. Gelukkig maar, dat de koning het niet zag. Eindelijk was Katrien klaar, de deur stond weer open en het felle zonlicht kwam door de kieren. Roodbaard wipte er uit en liep recht het bos in om zich te laten drogen. De hele dag bleef hij in het bos en vond er heerlijke eikels en paddestoelen. Des avonds sloop hij weer door de kier naar zijn bed. Dat bleef zo verscheidene dagen goed gaan. De dove Katrien wist niet welk§ logé zij onder de trap had en ze wist ook niet, dat ze iedere morgen, met het boenen van de trap het mooie pakje van Roodbaard zo vol spatte met vieze moddervlekken. Na een paar weken was het rode pakje veranderd in een zwart vod. 't Was op 't laatst zó erg, dat Rood baard haast niet meer te voorschijn durfde komen. Hoe moest hij aan een nieuw pakje komen. Naar de koning durfde hij niet te gaan. Eens op een morgen, toen Katrien weer bezig was de trap te poetsen, kwam er door de kier een punt van haar groene sjaal gewapperd. Roodbaard trok en trok en had al een hele punt binnen, toen Katrien ook begon te trekken. Maar de kabouter hield vol. 't Was een prachtlap voor een nieuw pakje en dan nog wel een groen, juist wat hij altyd zo mooi vond. Met z'n scherpe tandjes beet hij de draadjes snel door en lachend hield hij een mooie lap in zijn handen. De arme Katrien keek niet vrolijk toen ze haar sjaal bekeek. Een hele punt er af en ze schudde haar grijze hoofd, -om dat ze niet begreep waar die punt ge bleven was. ,Ik moet maar gauw de timmerman laten komen, om de trap te laten maken", dacht ze. Roodbaard sprong even later met de mooie groene lap de trap af en ging naar het bos om naald en draad te zoe ken. Met zijn scherpe oogjes vond hij een fijne dennenaald en een soepel gras sprietje diende als draad. Na een morgen flink werken, was het groene pakje kant en klaar. Z'n oude vuile jasje verborg hij in een kuiltje en wandelde daarna, de koning te rijk, met zijn nieuwe jasje naar de eekhoorn, die het al even prachtig vond. „Nu zal ik me verstoppen in het verste hoekje, als Katrien gaat schrobben", dacht Roodbaard, toen hfj 's avonds in zijn bedje lag. De volgende morgen stond hij al vroeg op en drong zich stijf tegen de kanten toen hij stappen hoorde. Hij wachtte al op de modderstralen maar niets hoor. Een oorverdovend geraas, deed hem rillen en sidderen. Daar kwam zowaar een vlijmscherpe zaag op en neer door de trap heen. Opeens een plons, een stuk hout viel weg en een verblindend licht scheen in het holletje van Roodbaard. Hij zag de timmerman precies de maat nemen van het gat en een plankje juist passend zagen. Nu kreeg ons kaboutertje het benauwd. Nog enige ogenblikken en hij zou hier opgesloten zitten. Daar riep Katrien de timmerman voor een kop koffie en van die gelegenheid maakte Roodbaard gebruik om weg te vluchten. Waarheen? Wel, naar zijn oude huls. De koning ontving hem vriendelijk, toen hij met tranen in de ogen om ver giffenis smeekte en beloofde voortaan niet meer driftig te zijn. De oude kabouter Grijsbaard kwam hem al lachend tegemoet. Hij was ge lukkig weer genezen, 's Avonds was ei weer feest over de terugkeer van Rood baard. die nog wel het blijste was van allemaal. WE GAAN HELPEN DE I VERSIEEEN. E PAASTAFEL En dan denken we het eerst aan de versierde eieren- Natuurlijk hopen we allemaal met Pasen eieren te hebben om de paasvreugtJe te verhogen en het is dan aardig om efie eieren te kleuren of te versieren. We vragen moeder om haar te mogen helpen. We kijken eerst de eieren goed na of de schaal niet stuk is en nemen ze dan af met een vochtig doekje. Willen we de eieren een zachte kleur geven, dan koken we ze in groentewater. Zijn ze goed hard ge kookt, dan wrijven we ze glimmend met >n spekzwoerdje. We maken de eieren: bruin in water met uien; groen in water met spinazie; rood in water met rode koolbladen en iets azijn of rode biet; paars in water met rode koolbladen zonder azijn. Ook kan men een mooie kleur krijgen door de eieren in een kleurafgevend papier te wikkelen en dat aan beide uiteinden met een touwtje dicht te binden. Maak dan b.v. een kleine ronde opening in het papiertje, zodat de eieren op die plaats wit blijven. Men zet de eieren op met koud water en brengt dit aan de kook en kookt ze hard. Ver wijder nu het papiertje en wrijf ze weer glimmend op het witte plekje na. Dit kan men benutten voor een of ander teke ningetje of letter. Nog eenvoudiger is het de eieren te beplakken met plakplaatjes (overdTuk- sels). Men maakt de overdruksels nat, laat ze even op het koude gekookte ei zitten en trekt ze er dan voorzichtig af. Om het plaatje heen wrijft men de eieren glimmend. Ook kan men ep de schoongemaakte hardgekookte eieren een gezicht, een haasje, een paaSklok enz. met waterverf of kleurpotlood tekenen. Bij een gezicht past een mutgje, dus we maken er een papieren mutsje bij. Veel succes hoor! Correspondentie Greta de Groot. Ter Aar. Ja Greetje, vandaag is er een plaatsje voor je ver haaltje HET MOOIE GESCHENK Er was eens een koning met tien ka bouters. Op een avond telde de koning de kabouters en toen waren er nog maar negen. De koning koos dadelijk twee kabouters om te gaan zoeken. Het werd avond en nog waren ze niet in het paleis. Het werd al donkerder en don kerder. Het werd wéér licht en nog waren ze niet terug. Eindelijk tegen de avond kwamen Tim en Pom terug. De ene had een schoen van Pam en de andere had een muts van Pam. maar Pam zelf hadden ze niet. De koning liet nu op alle muren een plakkaat plak ken waarop stond, dat degene, die de verloren kabouter zou vinden, een grote beloning zou krijgen en die beloning zou een grote, mooie paddestoel zijn, Na tien dagen kwam er een kabouter die Pam gevonden had. Er werd een groot feest gevierd. Ze kregen gebraden slakken en de kabouter kreeg de- grote mooie paddestoel. Anton Homan, Sassenheim, vertelt op zijn manier het lijdensverhaal van J op Witte Donderdag. Goede Vrij Paaszaterdag en Pasen. De dag van de ongedesemde broden waarop het paaslam geslacht moest worden, was aangebroken. Jezus zond Petrus en Johannes naar de stad Jeruzalem om het Avondmaal klaar te maken. Zij moesten een man achterna gaan, die een kruik op zijn schouders droeg. Zij moesten dan het huis in gaan en hem vragen naar een zaal om het avondmaal Waar te maken. Toen het uur gekomen was. gingen ze aan tafel. Jezus nam het brood, zegende het en zei: „Dit is mijn lichaam, doe dit tot mijn gedachtenis". Daarna nam Hij de kelk met wijn, zegende die ook en sprak; „Drinkt allen hier uit. want dit is mijn bloed, dat voor u zal ver goten worden. Eén is er die me zal ver loochenen." De apostelen keken elkaar aan om te vragen wie het was en ze vroegen het ook aan Jezus maar Hij zei van „nee". Toen ging Jezus de voeten van zijn leerlingen wassen en ook die van Petrus r Petrus zei: „Dat kan ik zelf wel doen", maar Jezus zei: „Voordat de haan driemaal gekraaid zal hebben, zult gij me driemaal verloochend hebben." Petrus zei toen aan Jezus, dat hij dat nooit zou doen. Het uur was gekomen en Jezus ging naar de Olijfberg om te bidden. Toen hij er was aangekomen, nam Hij drie apostelen. Petrus, Johannes en Jacobus mee. verder de hof in. De andere aposte len bleven vooraan en beloofden zullen bidden. Jezus ging alleen nog wat verder en toen begon er een hevige zielestrijd, zodat hij druppels bloed zweette. Twee maal was Jezus bij de drie apostelen geweest en alle twee de keren sliepen ze. Telkens vroeg Hij of ze dan niet even met Hem konden bidden. Voor de derde keer kwam Jezus zeggen, dat ze nu wel konden gaan. want de soldaten met Judas voorop, kwamen al aan. Judas kwam op Jezus toe en kuste Hem De soldaten grepen Jezus vast en bonden Hem. Ze brachten Hem naar de Hoge Raad. In die tussentijd was Petrus op de binnenplaats gaan zitten om zich bij het vuur te warmen. Er kwam een bediende langs, die zei: „Ben jij er ook niet een. die altijd bij Jezus was?" maar Petrus zei: „Ik ken Hem niet eens". Tot drie maal toe zei hij dat. Daarna kwam Jezus langs en de haan kraaide driemaal. Petrus holde weg. Hij had berouw omdat hij Jezus driemaal verloochend had en hij schaamde zich diep. Jezus werd in die tUd gespuwd, ge slagen en nog meer ellendige dingen ge daan. maar Jezus verdroeg het. Later op de dag werd Jezus naar Pilatus gezonden. Deze verhoorde Hem maar kon geen schuld in hem vinden. Toen zond deze Hem naar Herodes en die was blij want hij hoopte, dat Jezus een wonder zou doen, maar Jezus deed niets. Toen werd Hij weer naar Pilatus gezonden en Herodus en Pilatus werden van die dag af. goede vrienden van elkaar. Op de feestdag mocht er een misda diger vrijgelaten worden. Ze hadden te kiezen tussen Jezus en Barrabas en de mensen kozen Barrabas. Pilatus liet Jezus geselen en nog kozen de mensen Barrabas. De Joden namen Jezus mee en de reis naar Calvarië werd klaar ge maakt. Langs de weg weenden de vrouwen. Toen ze op de berg aan kwamen. werd Jezus gekruisigd met nog twee moordenaars. De Joden spotten met Hem en riepen: „Kom er af als je kunt. Je kan anderen wel helpen, maar voor Jezelf kan je niets doen." Ook de ene moordenaar spotte met Hem maar de andere had berouw en vroeg: „Heer, gedenk mij, als Gij Uw Rijk binnenkomt." En Jezus antwoordde: „Voorwaar, ik zeg u. nog heden zult gij met mij in het paradijs zijn." Het was ongeveer het derde uur toen Jezus riep: „Vader, vergeef het hun want zij weten niet wat ze doen" en kort daarna stierf Hij. Het gordijn van de tempel scheurde open. de zon ver duisterde, een hevig onweer brak los. de doden stonden uit hun graf op en vele mensen aanbaden Jezus, want nu zagen ze dat Hij echt God was. Jezus werd van het kruis afgehaald en in een nieuw stenen graf gelegd. Het graf werd verzegeld en bewaakt door Romeinse soldaten. Toen de Paasmorgen was aangebro ken is Jezus uit het gesloten graf opge staan en van die dag af was Jezus ver heerlijkt. Anneke v. d. Vlugt, Sassenheim. Leuk Anneke, dat je voortaan met ons mee doet. Dat portretje heb je aardig getekend. Heb je een paardestaart? Laat de kinderen maar eens gauw genieten van je aardige verhaaltje. „HARDER MENEER!" Er was eens een ondeugend jongetje, dat Johnnie heette. Pas had hij weer een ondeugende streek uitgehaald. Met voet ballen had hij een ruit bij de bakker gebroken. HU was heel hard weggerend en dacht: „Daar ben ilc mooi ven af gekomen". Maar o. wee! de politie kwam 's avonds bij hem thuis. „Morgen op het politiebureau komen", zei hij. Wat zat hij in angst De volgende morgen raapte hU alle moed bij elkaar en ging naar het bureau. Toen hij op het politiebureau kwam, moest hij zeggen hoe zijn voornaam was. Hij antwoordde: „Johnnie". „En je achternaam?" vroeg de agent. „Harder meneer" „Ik vraag hoe je achternaam is", vroeg de agent een beetje harder. „Harder meneer", was 't antwoord. „Ik vraag naar je achternaam", brulde de agent. Nu. daar had Johnnie gauw genoeg van en zei vlug: „Eh, eh, ik heet Johnnie Harder". Hè. hè. eindelijk begreep de agent het. Nu moest Jhonnie voor straf 100 regels schrijven en kwam er verder goed af. Mlen Opdam, Oud Ade. Was dit je eerste briefje? Goed gedaan Mien. Hier j komt je verhaaltje. DAT KWAM EB VAN Twee Jongens gingen naar school. Moeder had gezegd, dat ze niet op het ijs mochten, want het was nog niet 6terk genoeg. De jongens beloofden niet te zullen gaan. Maar ze waren ongehoor zaam en gingen toch. In het begin ging alles goed tot ze bij een wak kwamen: ze zagen die niet en zakten er door. Kees kwam er nog uit maar Gijs niet. Hij verdronk. Kees ging naar huis en kreeg een flink pak slaag, maar Gljs werd na een paar dagen begraven. O. wat was dat een droeve dag Ze huilden allemaal. Maar het was zijn eigen schuld, dan had hij maar naar zijn moeder moeten luisteren. Ziezo kinders. voor vandaag is het weer genoeg. Dag allemaal. TANTE JO EN OOM TOON. (77) lufKi.vfijnm norma um too HiEio.zm iü- ïmmKFmH. arnrkmom ïcBtmrmeam mm hf ftMRim- noroixmnr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 11