Voorz. v. d. Veer over bereikte
resultaten, verlangens en plichten
Bestrijding van pijn
belangrijk verbeterd!
Chefarine4
Prof. dr. L. Rogier over:
„Een onvergetelijk mens"
Wegen en openbare gebouwen
nodig in Haagse binnenstad
Menselijke verhoudingen
in de Horeca-sector
WOENSDAG 27 MAART 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 5
Bondsraad „St. Antonius"
In het „Studiecentrum" te Culem.dat voorgangers bezielde, veel ver
borg wordt vandaag en morgen de'
Bondsraad 1957 gehouden van de
Ned. Kath. Bond van hotel-, café-
en restaurantgeëmployeerden „St.
Antonius", waarvoor als steeds veel
belangstelling bestond.
De bondsvoorzitter, de heer J. J.
v. d. Veer, herinnerde in zijn ope
ningsrede aan het afscheid in de vo
rige bondsraad van de heer J. F.
Bfjiterveld in hotel „De Wittebrug"
te Den Haag, ter gelegenheid waar
van de activiteiten van de bond in
zijn 45-jarig bestaan uitvoerig
werden belicht. Daarom kon spr. vol
staan met een overzicht van het afge.
lopen jaar.
Na eraan herinnerd te hebben, dat
pater C. H. v. d. Leemputte, O.E.S.A.,
zijn medewerking aan de bond en
het orgaan „Servio" is gaan verle
nen, wees spr. erop, dat de structuur
van de K.A-.B., het onderwijs in het
horecabedrijf en de ondernemings
raad de volle aandacht van het be
stuur heeft. Daarom zijn vooraan-
staaande sprekers uitgenodigd om op
dit bondsraadcongres over deze on
derwerpen te spreken.
In samenwerking met het bestuur
van de Nederlandse Bioscoopbond
werd voor het personeel werkzaam in
het bioscoop- en theaterbedrijf be
reikt, dat de 3% over het jaarloon
van 1955 werd uitbetaald, plus ver
hoging van vakantie, vakantiegeld en
vakantietoeslag. Tevens zal met in
gang van 1 juli 1957 het bedrijfs-
pensioen voor het film-, bioscoop- en
theaterbedrijf gaan draaien.
Voor het personeel werkzaam in
de pensfonbedrijven, die onder geen
enkele loon- en andere arbeidsvoor
waardenregeling vallen, is men doen
de een regeling van lonen en andere
arbeidsvoorwaarden te creëeren.
Op 19 februari 1957 is de collec
tieve arbeidsovereenkomst voor het
Horeca- en aanverwant bedrijf alge
meen verbindend verklaard. Hier is
een flink stuk vakbondswerk aan
voorafgegaan.
Met grote voldoening zag spr. te
rug op de enorme ledenwerfactie, die
de Katholieke Arbeiders Beweging
tot ver boven do 415.000 leden bracht.
Ook de bond „St. Antonius" had
hiervan voordelen. Ondanks de vele
inschrijvingen als lid, is het verloop
betreurenswaardig. Na de oorlog in
1945 werd begonnen ieder lid een
nieuw stamboeknummer te geven,
Thans is men aan stamboeknummer
11.040. Dit betekent, dat er ruim
ieder jaar 1.000 inschrijvingen ge
middeld waren. Het dagelijks bestuur
heeft dan ook een uitgebreide studie
gemaakt naar de reden van het aan
tal afschrijvingen en is tot de con
clusie gekomen, dat in afdelingen
waar een behoorlijke bode is, prac-
tisch geen afschrijvingen voorkomen.
Waar een bode is die niet regelma.
tig de contributie ophaalt, of in af
delingen waar dikwijls verandering
van bode of penningmeester plaats
vindt, is het verloop het ergst en wel
zeer tot nadeel van de georganiseer -
den van de bond.
Tevens constateerde het dagelijks
bestuur, dat er een tendens is waar
te nemen dat verschillende ongeorga.
niseerden bij zichzelf denken: ..Waar
om nu reeds lid worden bij „St. An
tonius: als ik in de puree zit helpen
ZÜ mij toch wel".
Het dagelijks bestuur is daarom
van mening, dat door het hoofdbe
stuur en ook door de afdelingsbe
stuurders de belangen dienen behar
tigd te worden van de leden, die geen
contributie-achterstand hebben en
vanaf het moment, dat men lid
wordt.
De bedrijfsgeneeskunde.
Het laat zich aanzien, dat er een
wetsontwerp komt op het gebied van
de bedrijfsgeneeskunde en reeds wor.
den ini ons land op het gebied hier
van belangrijke onderzoekingen ge
daan door het Nederlands Instituut
van Praeventieve Geneeskunde te
Leiden. Ook voor het horecabedrijf
maakt het dagelijks bestuur zich ern
stige zorgen over de toeneming van
beroepsziekte. Gelukkig is men reeds
begonnen met de keuring van toe
komstige leerlingen voor de horeca-
nijverheidsscholen. Uniformiteit in
deze keuring zou zeer gewenst zijn,
hetgeen men kan bereiken door een
onderzoek te laten instellen door het
eerdergenoemde instituut, zodat alle
facetten en eisen, die gesteld moeten
worden door deskundigen, kunnen
geplaatst worden op een keurings
vragenlijst, welke iedere dokter dan
als leiddraad kan gebruiken.
Regelmatig komen in het Horeca
bedrijf gevallen voor van platvoeten
of spataderen, ruggegraatsziekten,
mensen die maaglijder zijn of over
spannen geraken en zenuwziek wor
den.
De oorzaak is hiervan in de meeste
gevallen de te lange arbeidstijd. Op
papier is de arbeidstijd reeds geregeld
tot 55 uur per week en is er een
wetsvoorstel om de arbeidstijd nog
verder terug te brengen als over
gangsmaatregel naar de 48-urige
werkweek. Echter op papier, want
(goede werkgevers en werknemers
zijn er ook) er wordt op een minder
waardige wijze met de arbeidstijd
geknoeid en vooral in seizoenbedrij-
ven zowel door werkgevers en werk
nemers en wel ten koste van de ge
zondheid der mensen en onheil van
hun gezinnen.
Loonstructuur schuld van de
lange arbeidstijd.
De loonstructuur in het horeca
bedrijf is de schuld van de lange ar
beidstijd.
Geheel vroeger sprak men van
drinkgeld, daarna van fooi en nu van
bedieningsgcld en van garantielonen.
Op zich waren het alle grote verbe
teringen en er is door het idealisme,
beterd op dit terrein. Wil men ech
ter tot een behoorlijke arbeidstijd
komen, dan dient het wisselvallige
van de bedieningsgeld-ontvangsten
totaal te verdwijnen en moet nier
voor in de plaats komen een behoor
lijk vast loon, evenals geschiedt in
de keuken. Daar worden lonen be
taald met dispensatie van over de
125.en de lonen /oor de chef
koks zijn met een behoorlijk mini
mum volkomen vrij.
Het is daarom een grote noodzaak
dat de leden, werkend op bedienings-
geld, er van overtuigd raken, dat er
een grondige verandering in de loon
structuur van het horecabedrijf dient
te komen, dat het bedieningsgeld
wordt gecalculeerd in de verkoop
prijs van de consumptie, dat voor het
bedieningsgeld in de plaats een be
hoorlijk vast loon komt.
Evenals dit het geval is in andere
bedrijven waar men behoorlijke lo
nen verdient cn geen belang heeft
om langer te blijven staan. Moet men
in andere bedrijven noodzakelijk
overwerken, dan krijgt men het ook
betaald en weet men waar men voor
overwerkt en dit kost de werkgever
geld. Zonder dringende noodzaak
wordt er dus geen lange arbeidstijd
gemaakt.
Dit is de oplossing om tot een ge
reglementeerde arbeidstijd en die
dan ook wordt nageleefd te ko
men. Spr. hoopt, dat allen in het
horecabedrijf hieraan medewerken
om dit te verwezenlijken. Spr. wees
er verder op, dat er nog zoveel ver
langens zijn: herziening van dc werk
loosheidswet, de invaliditeitswet, de
kinderbijslagwet en de instelling van
een weduwen, en wezenverzekering
en een bedrijfspensioen voor werkne
mers in het horecabedrijf, zaken, die
vooral in deze bedrijfrtak de aan
dacht opnieuw vragen. De huurver
hoging zal een nieuwe wijziging in
de lonen brengen. Spr. vroeg zich af
hoe het weer zal gaan met de loons
verhogingen voor het op bedienings
geld werkende pers '.eel, terwijl hij
er verder op wees, dat de bestedings
beperking de volle aandacht zal vra
gen voor het veilig stellen van de
werknemersbelangen.
Ook plichten.
De werknemer moge tal van ver
langens hebben, daar tegenover staat
dat hij ook plichten heeft, aldus ver
volgde de heer v. d. Veer.
Door de enorme toename van het
gemotoriseerde wegverkeer is het
voor een buitenlander in de laatste
tjjd veel gemakkelijker geworden ons
land te bezoeken. Dit betekent, dat
het van een enorm belang is, dat het
personeel in het horecabedrijf zich
kan uitdrukken in de taal, die een
buitenlander spreekt. Men heeft dus
de plicht te zorgen, dat men met zijn
tijd meegaat en zonodig verschillen
de talen leert spreken. Men vergete
Vier werkelijk betrouwbare middelen
helpen eikeer en doen wonderen I
Geleerden hebben ontdekt, dat bepaalde
combinaties van geneesmiddelen een bij
zonder weldadig effect hebben. Ofschoon
de werking van elk middel afzonderlijk
bekend was, bleek zulk een combinatie
ae iaien ieeri spreKen. Men vergeie
niet het oud spreekwoord: „Men is; ""htiger te werken dan kon worden
verwacht. De vier middelen verenigd in
Chefarine„4"- elk afzonderlijk al beroemd
werken tezamen nóg beter. Ze helpen ook
dan, wanneer andere middelen falen en
doen werkelijk wonderen
nooit te oud om te leren".
De tijd, waarin wij leven en waar
in wij dus ook moeten werken brengt
echter voor velen geen tevredenheid.
De reden hiervan is veelal, dat men
niet tevreden is met het loon dat
men ontvangt. De oorzaak hiervan is,
de velen teveel willen profiteren van
hetgeen in deze moderne tijd van
mechanisatie en industrialisatie gebo.
den wordt. Men is doorgaans niet
meer tevreden met een fiets, het moet
een bromfiets zijn en men is niet T*g«n pijn*n en griep. Geschikt voor gevoeligste
meer tevreden met een radio, het. diewordtbeschermd i"
moet een televisietoestel zijn
Kan men het niet contant kopen,
dan doet men het op afbetaling. Op
zich genomen kan men door op afbe
taling te kopen er it ee gebaat zijn,
maar jammer genoeg zijn er velen,,
die buiten hun begroting, dus buiten
de draagkracht van hun loon, gaan.
Men heeft daarom in deze tijd en dit
is een gevaarlijke tijd, o zo snel iets
gekocht; alles is geweldig aanlok,
kend, maar men vergete niet, dat
men verantwoording heeft en dat de
begroting moet kloppen.
Spr. besloot met een opwekking
tot alle leden vooruit te zien naar
het einddoel van de mens, want bij
alle materiële belangen mag men de
geestelyke niet verwaarlozen.
Een monument voor de Kardinaal
Jaarverslag bondssecretaris.
Het uitgebreide verslag van de
bondssecretaris, de heer Joh. M. van
Asperdt, gaf een overzicht van de
veie activiteiten van de bond in het
afgelopen jaar, waarvan vele reeds
door de voorzitter onder de loupe
waren genomen.
Hij deed voorts mededelingen over
de vakscholen, de stichting vakon
derwijs, de Kath. stichting vakonder
wijs, het leerlingwezen en de Kath.
middelbare hotelvakschool te Maas
tricht.
Dankbaar memoreerde hij daarbij
de van vele zijden ondervonden me
dewerking en wees vervolgens op
hetgeen t.a.v. de wachtgeld- en werk.
loosheidsverzekering, de kinderbij
slag en de ziektewet is tot stand ge
komen, terwijl de werkzaamheden
van het hoofdbestuur uitvoerig wer
den vermeld.
In zijn radiotoespraak heeft prof.
dr. L. J. Rogier ten behoeve van de
Stichting Kardinaal De Jong-monu-
ment gesproken over de onvergetelij
ke Kardinaal De Jong.
Wie Kardinaal De Jong gekend
heeft zal hem nooit vergeten. Er is
in heel dit verdeelde land geen mens,
die hem niet met eerbied gedenkt.
De leden van ons Koninklijk Huis
doen het en toch was hij geen figuur
om furore te maken aan het Hof.
Staaslieden van links en rechts doen
het en toch liet hij zich nooit met
de staatkunde in dan om te pleiten
voor de katholieke zelfhandhaving.
Zijn leerlingen van het Rijsenburgs
heTbVilVnddeJcJïbVo9.' Theologicum doen het en toch ste-
M btii.nddeei lhei.ro». ken njet onderstoelen of banken,
Advertentiei dat zijn onderwijstrant opvallende
Slopershamers in de Hofstad
Doorsanering
4000 huizen minder
Inleiding Pater v. d. Leemputte op het
Bondscongres van „St. Antonius"
Op het Bondscongres van „St. An
tonius" te Culemborg heeft heden
morgen pater C. H. Van der Leem
putte, plaatsverv. geest, adviseur van
de bond een inleiding gehouden over
„menselijke verhoudingen in de Ho
reca-sector".
De behoefte aan verbetering der
menselijke verhoudingen op practisch
alle gebieden van de menselijke sa
menleving wordt hoe langer hoe be
ter beseft en de aandacht voor dit
probleem is groeiend, aldus pater
van der Leemputte.
Ook in de Horeca-sector is dit pro
bleem van de menselijke verhoudin
gen reeds enige jaren onderkend, het
geen spr. toelichtte met enige aanha
lingen uit het rapport van prof. dr A.
Chorus, dat hij naar aanleiding van
een onderzoek naar de psychologische
structuur van het Horecabedrijf uit
bracht in verband met de opzet van
de Kath. Middelbare Hotelschool te
Maastricht.
Prof. Chorus zegt daar: „Psycholo
gisch, lettend vooral op de MENS in
het bedrijf zijn mij enige punten op
gevallen, waar reëele tekorten aan
wezig zijn en verbetering aangewe
zen lijkt".
Van de zeven punten citeerde spr.
vervolgens een tweetal citaten om
er volgens op te wijzen, dat, waar
vroeger sprake was van mis-toestan-
den, thans sprake is van reële tekor
ten. die om verbetering vragen. Het
verleden steeyt nl. tegen het heden
gunstig af.
Statistieken hierover had spr. niet,
maar het gemis ervan maakt z.i. het
zoeken naar een oplossing van ge
noemd probleem toch niet onmoge
lijk.
Spr. ging dus uit van de reële, wer
kelijke samenleving in de Ilorecasec-
tor en vroeg zich af, of die feitelijke
verhoudingen gezond te noemen zijn.
Gezonde menselijke verhoudingen
dienen overeenstemmend te zijn met
het wezen van de mens, m.a.w. het
moeten zulke verhoudingen zijn,
waaraan ieder mens behoefte heeft,
om zijn mens-zijn te ontplooien.
Ter verduidelijking van wat hij met
het Wezen van de mens bedoelt zij ge
zegd, dat hij het concrete wezen van
de mens op het oog had. Hierin nu
ontdekte spr. een drievoudig aspect;
het aspect van zijn individueel-zijn.
2. Het aspect van zijn anders-zijn
dan de ander m.a.w. zyn bijzondere
geaardheid en
3 tenslotte, dat deze mens zijn
mens-zijn met alle andere mensen ge
meenschappelijk heeft.
Overal waar arbeid betaald wordt,
hebben wij met de verhouding tussen
mensen te maken en deze tussen
menselijke verhouding neemt dan ook
een zeer aparte plaats in in onze sa
menleving. Zo is het in do feitelijke
samenleving gesteld.
Op de v-aag: „Moet deze verhou
ding als minderwaardig, ongezond of
i.d. bestempeld worden óf is het een
gezonde verhouding?, zegt spr., dat
het antwoord speciaal voor hen. die
op de hoogte zijn van de geschiedenis
van het H.C.R. bedrijf niet moeilijk
kan zijn: denken wij slechts aan het
vroegere mens-onwaardige fooien
stelsel. Geen enkel onbevooroordeeld
mens zal de onlangs in de C.A.O. vast
gestelde contractuele verhoudingen
ongezonde menselijke verhoudingen
noemen. Integendeel.
Hier zitten we op 't gebied en in
sfeer van de rechtvaardigheid en
rechtvaardigheid is een deugd. Recht
vaardig is: ieder het zijne geven:
geeft de geëmployeerde dus de dienst,
waarop de hotelhouder recht heeft en
geeft de hotelier 't loon, waarop de
geëmployeerde recht heeft, dan zijn
beiden in deze rechtvaardig.
Houden beiden zich hieraan, dan is
er minstens sprake van verdraag
zaamheid.
Pas als er rechten geschonden wor
den, als er machtsverhoudingen op
treden, waarbij persoonlijk voordeel
zo wordt nagejaagd, dat de rechten
van de ander geschonden worden, zal
ieder weldenkend mens spreken van
ongezonde, ev. immorele verhoudin
gen.
De zelfhandhaving van de indivi
duele persoon en de beveiliging van
zijn eigen belang, als deze samengaan
met de waarachtige erkenning van de
bedrijfsgenoot, i.e. contractant, maakt
een zedelijke zinvolle vorm van tus
senmenselijke verhoudingen mogelijk,
lijk.
De zelfhandhaving van de indivi
duele mens komt ook in eei. andere
verhouding in 't horecabedrijf sterk
naar voren, n.l. waar 't gaat om de
gast, de bezoeker. Heeft het perso
neel immers niet ten zeerste er reke
ning mede te houden, dat de grens
van de persoonlijke sfeer van de be
zoeker niet door hen overschreden
wordt? Is niet de grootste fout, die
een geëmployeerde kan maken t.o.v.
de gast, dat hij deze te na komt?
De te bewaren afstand behoeft niet
persé oppervlakkigheid in te sluiten.
Het is te wensen zelfs, dat het even
tuele gesprek tussen b.v. hotelhouder
en gast niet behoeft te blijven steken
bij 'n praatje over het weer. 'n Zeke
re culturele vorming is daarvoor on
misbaar.
'n Tweede aspect van 't concrete
wezen van de mens is, dat hij niet al
leen niet de ander is, maar dat hij
ook anders is dan de andere. Iedere
mens blijkt een bijzondere geaard
heid te hebben, een eigen aanleg, een
neiging, een geschiktheid tot het ver
vullen van een bepaalde functie.
Van belang is, dat de functie, die
men vervult, bepalend is voor de
plaats die men in het geheel van 't
bedrijf inneemt en wat in de om
gangsvormen ook tot uiting komt.
Ook de verhoudingen van „functio
narissen" zijn zinvol, want onmis
baar voor 't grote geheel en de eigen,
bijzondere geschiktheid van "n be
paalde oersoon kan juist in en door
zijn functie tot uiting komen.
Dat organisatie, taakverdeling cn
de daarmede gepaard gaande functio
nele verhoudingen zinvol zijn, blijkt
het beste daar, waar een situatie is
In 1962 zal Den Haag geen eigen
bouwgrond meer hebben. De agglo
meratie zal, naar de Haagse stede
bouwkundigen verwachten in 1967
volgebouwd zijn. De huidige stad
Den Haag zal dan 180.000 woningen
hebben en met Rijswijk en Voor
burg samen ongeveer 205.000 wonin
gen.
Deze prognose wordt echter door
kruist door saneringsplannen, voor
namelijk voor de oude Haagse bin
nenstad, waar hier en daar vierhon
derd mensen op één hectare grond
wonen. Het sociaal aanvaardbare
maximum bewoners per hectare
achten de stedebouwers slechts de
helft. Dit betekent, dat door sane
ring tussen 1962 en 1970 de Haagse
woningvoorraad met 4.000 stuks zal
verminderen.
Sanering duurt tien jaar.
Tien jaar later, zo wordt berekend,
kan de gehele binnenstad gesaneerd
zyn. Deze saneringsplannen houden
in een scheppen van ruimte, die zal
worden opgeslokt door scholen,* kan
toren, wegen en spoorwegen. Den
Haag zal dan 14 a 15.000 woningen
„armer" zijn, dan indien geen sane
ring had plaats gehad. Met sanering
der slechte wijken wordt begonnen,
zodra de samenwoning minder erg
geworden is, dan de woonomstan
digheden in de te saneren woonblok
ken. Sommige woningen op deze ter
reinen zijn krotten. Zij zullen het
eerst worden afgebroken.
Volgens de directie van de ge
meentelijke woningdienst woekert
Den Haag met zyn bouwgrond. Ner
gens worden minder eengezinswo
ningen gebouwd, dan in Den Haag,
Een rem op de hoogbouw is het ver
bod om woningwetwoningen met
liften te bouwen. In deze groep kan
men niet verder dan 4 woonlagen
gaan. In de partikuliere sektor, waar
in bij meer dan drie woonlagen lif
ten moeten zijn. begint de hoogbouw
tot stand te komen. De aannemers
krijgen in dit bouwtype steeds meer
ervaring.
Een Den Haag met
800.000 inwoners.
Wanneer Den Haag volgebouwd en
gesaneerd is, zullen binnen de te-
waar deze ontbreken en alles in het
honderd loopt.
In onze tijd, waar rationalisatie en
planning aan de orde van de dag zijn,
wilde spr. er op wijzen, dat hier gren
zen kunnen worden overschreden.
Nooit mag de organisatie gaan domi
neren, dan zou ze het persoonlijke en
't menselijke vernietigen, de mens is
nu eenmaal geen radertje van een
machine en de praktijk bevestigt, dat
iemand bij een te straffe werk- en
functieverdeling het op de duur niet
i Ithoudt in zulk 'n bedrijf om de
doodeenvoudige redenen, dat zyn
mens-zijn zich ertegen verzet.
En hiermede kwam de inleider tot
het derde aspect: het mens-zijn, dat
we allen gemeenschappelijk hebben
en dat hier wel het laatste genoemd,
doch daarom nog niet het minst be
langrijke aspect is van 't concrete we
zen van de mens. Integendeel zelfs.
En naarmate ook in onze secto- de a-
tionalisatie en organisatie sterker
naar voren treden, zal met des te
meer nadruk op ons aller mens-zijn
gewezen moeten worden.
We weten, dat dit aspect van ons
mens-zijn vooral in de goede gezonde
gezinssfeer tot uiting komt en al is
een hotel geen gezin, er zal toch een
gemeenschapszin moeten heersen
waardoor een saamhorig verbonden
heid de afstandscheppende indivi
dualiteit en functiebeldeding over
brugt. Alleen een door liefde gedra
gen, levend gemeenschapsbesef, da4
eerbied en respect voor het mens-zyn
van iedere persoon insluit, maakt ech-
mensel'jke verbondenheid noge-
lyk, zodat 'n zekere onmiddellijkheid
van tussen-nvm 'yk samen :yn en
samenwerken van alle bedrijfs&eno-
ten plaats kan hebben.
Dit saamhorig samenwerken is het
zelfde als wanneer er gesproken
wordt van: „In dit bedrijf heerst 'n
voortreffelijke team-geest." Aan be
paalde vormei van zelfhandhaving
van „ik" zal (soms) verzaakt moeten
worden; dit eist inderdaad zelfopof
fering, maar 't gemeenschappelijk be
lang kan, omdat het praevaleert bo-
het individuele belang, dit soms
van ons vragen.
genwoordige grenzen 800.000 mensen
kunnen wonen en werken. Men
hoopt dan ook voldoende recreatie
ruimte te hebben, evenals scholen,
kerken en andere openbare gebou
wen. Uitbreiding en sanering zullen
Den Haag tevens voldoende in- en
uitvalswegen geven, alsook meer
verbindingen met het strand voor het
jaarlyks angstwekkend gToeiende
aantal zonne. en/of zeebaders.
Burgemeester van Zijpe:
Geen gevaar
atoomreactor
In zijn gisterochtend voor de ge
meenteraad van Zijpe (N.H.) gehou
den rede, heeft dr ir R. Houwink,
technisch directeur van het reactor
centrum Nederland, duidelijk ge
maakt, dat er aan de vestiging van
een kernreactor voor wetenschappe
lijke doeleinden in de duinen bij
Petten, geen gevaren verbonden zijn
voor de bevolking en de badgasten.
De verantwoording voor „de te
vroeg verschenen en onjuiste berich
ten in de bladen daarover" wees hij
van zich af. Ir Houwink vertelde dat
„de te Petten te bouwen kernreac
tor een tiende of een twintigste
kleiner zal zijn dan de grote energie
reactoren die binnen drie jaren in
ons land hier en daar voor routine-
bedrijven gebouwd zullen worden
voor de opwekking van electrische
energie".
Evenmin'als er gevaar verbonden
is aan de atoomreactor die op de
tentoonstelling „Het Atoom'* te zien
zal zijn en daarna in Delft een de
finitieve plaats zal krijgen, is er ge
vaar verbonden aan de reactor die
in de duinen komt. Deze zal boven
dien niet elke dag in bedrtff zyn.
Er is geen aanleiding, aldus ir Hou
wink, voor de leuze „Hoedt u voor
Petten". Er is voor de bewoners en
badgasten evenmin gevaar als voor
de 300 employees waaronder 80 aca
demici, die dag en nacht bij het be
drijf zullen wonen. De kans dat de
reactor uit de hand loopt, is één op
de tienduizend, doch dan gebeurt er
nog niets verontrustends.
„De afvalstoffen met hoge radio
activiteit worden in een loden huls
de oceaan op gebracht om daar in de
diepte te verdwijnen. Dat is geen
probleem meer. De afvalstoffen met
een lage radio-activiteit, die in gro
tere volumina vrij komen, gaan in
zee. Badgasten en visserij zullen
daar geen hinder van ondervinden.
Uit de gemeente 7üpe zullen geen
of zeer weinig arbeiders op het cen
trum te werk worden gesteld. Be
halve de 60 academisch ge vormden
zullen er ongeveer 240 meest middel
baar technisch geschoolden te werk
worden gesteld. Tenslotte deelde de
burgemeester nog mede, dat daar
in de duinen niet gebouwd mag wor
den de raad binnenkort een voor
stel zal bereiken tot wijziging van
het uitbreidingsplan.
LIMBURGSE BEDEVAART
NAAR LOURDES.
De Stichting Limburgse Bedevaart
naar Lourdes zal in 1957 twee bede
vaarten naar Lourdes organiseren
en wel de 34e „Limburgse" van 28 mei
tot en met 5 juni (zes dagen verblijf
in Lourdes) met ongeveer 300 zieken
en de 35e „Limburgse" van 20 tot'
en met 27 september (vijf dagen ver
blijf in Lourdes) met ongeveer 200
zieken.
Ruim 300 zieken zullen in 1957
door het Liefdewerk van Onze Lieve
Vrouw van Lourdes en de samen
werkende ziekenfondsen in de gele
genheid gesteld worden de troost
rijke bedevaart te maken. Z(i zijn
reeds aangewezen, evenals de hen
vergezellende verpleegsters en me
dewerksters.
Vele pelgrims zullen dit jaar naar
Lourdes gaan. Voor de zomerbede-
vaart zijn reeds vele aanmeldingen
binnengekomen. Voor zieken is de
inschrijving gesloten. Tot 15 april
kan men zich als pelgrim nog aan
melden.
Het Centraal Bureau der Limburg
se Bedevaart, Breedestraat 13 Maas
tricht, zendt gaarne volledig pros
pectus of geeft telefonisch inlichtin
gen K 4400—5715.
Zijne Hoogwaardige Excellentie
mgr dr J. H. G. Lemmens hoopt bei
de Limburgse Bedevaarten in 1957
weer te begeleiden.
gebreken vertoonden. Zy, die hem
hebben zien pontificeren of optreden
bij meer wereldlijke plechtigheden,
hebben er niet de indruk van over.
gehouden, dat hij daarbij in zijn ele
ment was en niemand van ons denkt
aan zyn preken of speechen terug als
aan een staal van voorname welspre
kendheid. En toch, niets van dit alles
doet afbreuk aan de zeer hoge ach
ting, die wij allen hem toedragen.
Voor zover daarin iets geheimzinnigs
steekt, is de verklaring vrij ipel.
Het gaan ën staan van de prelaat
illustreerde tastbaar de waarheid dat
's mensen betekenis niet in uiterlijke
schittering ligt. Kardinaal De Jong
was een man, die niet poseren kon
en dat had zijn bezwaren, want de
gewaden, waarin onze Moeder de H.
Kerk haar Bisschoppen uitdost, zyn
nu eenmaal op poseren berekend.
Hij was een man uit één stuk,
die niet veinzen kon, ik geloof zelfs
niet liegen en dat is nu eenmaal een
van de nuttigste kundigheden in de
dagelijkse omgang. Voluit geldt voor
hem het woord dat Joost van den
Vondel voor de oude Hooft ijkte:
„Van binnen was hij juist, gelijk hij
buiten scheen". Hy deed niet een.
voudig, maar hij was het. Hij behoef
de zich niet minzaam tot luisteren
naar andermans nood te zetten, want
hij bezat die belangstelling als warm-
voelend christenmens. Hij veinsde
geen aandacht voor sprekers, die hij
ambtshalve moest aanhoren, want
terecht schrijft een van zijn leerlin
gen dat hij belang stelde in vrijheid
voor alles. Zijn informaties, aldus
deze ingewijde, op de gebieden die
hem lagen waren eindeloos, en op
de gebieden, die hem niet lagen kon
hij onuitputtelijk bewonderen. Be
wondering voert bij een beschouwe
lijke en evenwichtige natuur tot aan.
dachtige bespiegeling en een harmo
nisch oordeel en dat is wat wij sinds
de Grieken wijsheid noemen. Wijs
heid en eenvoud, dat zijn weer pre
cies de twee eigenschappen die Von
del in de modelbestuurder prees.
Zij zijn het, die deze nederige pre
laat hebben doen uitgroeien boven
het niveau van allerrians deunheid,
die hem, juist hem, de boerenjongen
uit Ameland, gemaakt hebben tot de
held van een uitzonderlijke tijd. Was
die tijd niet uitzonderlijk geweest,
ik geloof, dat deze Aartsbisschop
zelfs niet zou voortleven als een ge
slaagd bestuurder. Of iemands talen
ten tot hun recht komen, hangt im
mers af van de omstandigheden,
waarin hij te leven heeft. Dit staat
tenminste boven het graf van
Adriaan VI in het Anima te Rome
en boven het graf van een Paus zet
ten ze nu eenmaal geen leugens. Aan
Aartsbisschop De Jong werd dit
woord bewaarheid.
Terwijl allerlei vlotte regenten de
tramontane kwijt raakten en hun
veel geprezen beleid in opportunis
me ontaardde, vonden Kerk en Va
derland in deze tot dusverre nauwe
lijks opgemerkte prelaat een leider,
die in het bijna onaandoenlijke be
slissingen op zijn antwoorden en ad
viseren een plechtanker werd voor
miljoenen, een rots om op te steu
nen voor de ontelbaren, die niet tot
zijn kudde behoorden. Wie vroeger
vóór de zware periode van 1940—
1945 van helden sprak, zag wuiven
de vederbossen en hoorde hoogdra
vende retorica. Wij weten nu beter
en glimlachen wat om de valse ro
mantiek van de cultus der fiere hel
den. Zo meesmuilde ook de Kardi
naal als iemand van zijn heldenmoed
uithaalde. „Wat wilt U? Er blyft mij
niets anders over", verklaarde hij
doodnuchter als men hem zijn on
verzettelijkheid prees. En inderdaad,
hij leek een granieten muur, een ba-
zalten steenwering en bezat toch
geen strijdbare natuur. Hij was
slechts een waarachtig man, die niet
veinzen kon. De heldenmoed, waar
mee hij heel ons volk heeft ge
schraagd, was het product van die
waarheidsliefde. Zeker behoorde deze
Kardinaal tot de groten, de onsterfe-
lijken van ons volk, maar hij wist
het zelf niet en zou verwonderde
ogen opgezet hebben als iemand het
hem verteld had. Hij vond zichzelf
zo gewoon the common placed
man Wij weten dat hij dat niet
was en wij willen dit het nageslacht
inprenten. Wij die Kardinaal De
Jong gekend hebben, zullen hem niet
vergeten. Een duurzaam gedenkte
ken, naar zijn hart beraamd, en door
de verenigde offerbereidheid van ge
heel de vaderlandse, katholieke ge
meenschap tot stand gebracht, zal
de faam van zijn heldhaftige deugd
overdragen aan degenen, die na ons
komen.
OUD-VOORZITTER NCRV
OVERLEDEN.
Bij een auto-ongeluk op rijksweg
12 onder Maarsbergen zijn gistermid
dag de 67-jarige Bennekomse advo
caat en procureur mr. A. van der
Deure, oud-voorzitter van de NCRV,
en zijn echtgenote om het leven ge
komen.
Het ongeluk gebeurde om vyf over
half twee. Kort voordat mr. van der
Deure een voor hem rijdende vracht
auto met aanhangwagen zou passe
ren, sprong zijn rechtervoorband. De
auto botste daardoor tegen de lin
ker achterzyae van de aanhangwa
gen en werd geheel vernield. De heer
en mevrouw Van der Deure waren
op slag dood. De vrachtwagen, eigen
dom van het expeditiebedrijf Frans
Maas n.v. te Venlo en bestuurd door
de heer P. G. Peters te Venlo, kreeg
geen noemenswaardige schade.
Het spoor van de gesprongen band
was over een afstand van ongeveer
honderd meter te zien.