Voorz. v. d. Veer over bereikte resultaten, verlangens en plichten Bestrijding van pijn belangrijk verbeterd! Chefarine4 Prof. dr. L. Rogier over: „Een onvergetelijk mens" Wegen en openbare gebouwen nodig in Haagse binnenstad Menselijke verhoudingen in de Horeca-sector WOENSDAG 27 MAART 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 5 Bondsraad „St. Antonius" In het „Studiecentrum" te Culem.dat voorgangers bezielde, veel ver borg wordt vandaag en morgen de' Bondsraad 1957 gehouden van de Ned. Kath. Bond van hotel-, café- en restaurantgeëmployeerden „St. Antonius", waarvoor als steeds veel belangstelling bestond. De bondsvoorzitter, de heer J. J. v. d. Veer, herinnerde in zijn ope ningsrede aan het afscheid in de vo rige bondsraad van de heer J. F. Bfjiterveld in hotel „De Wittebrug" te Den Haag, ter gelegenheid waar van de activiteiten van de bond in zijn 45-jarig bestaan uitvoerig werden belicht. Daarom kon spr. vol staan met een overzicht van het afge. lopen jaar. Na eraan herinnerd te hebben, dat pater C. H. v. d. Leemputte, O.E.S.A., zijn medewerking aan de bond en het orgaan „Servio" is gaan verle nen, wees spr. erop, dat de structuur van de K.A-.B., het onderwijs in het horecabedrijf en de ondernemings raad de volle aandacht van het be stuur heeft. Daarom zijn vooraan- staaande sprekers uitgenodigd om op dit bondsraadcongres over deze on derwerpen te spreken. In samenwerking met het bestuur van de Nederlandse Bioscoopbond werd voor het personeel werkzaam in het bioscoop- en theaterbedrijf be reikt, dat de 3% over het jaarloon van 1955 werd uitbetaald, plus ver hoging van vakantie, vakantiegeld en vakantietoeslag. Tevens zal met in gang van 1 juli 1957 het bedrijfs- pensioen voor het film-, bioscoop- en theaterbedrijf gaan draaien. Voor het personeel werkzaam in de pensfonbedrijven, die onder geen enkele loon- en andere arbeidsvoor waardenregeling vallen, is men doen de een regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden te creëeren. Op 19 februari 1957 is de collec tieve arbeidsovereenkomst voor het Horeca- en aanverwant bedrijf alge meen verbindend verklaard. Hier is een flink stuk vakbondswerk aan voorafgegaan. Met grote voldoening zag spr. te rug op de enorme ledenwerfactie, die de Katholieke Arbeiders Beweging tot ver boven do 415.000 leden bracht. Ook de bond „St. Antonius" had hiervan voordelen. Ondanks de vele inschrijvingen als lid, is het verloop betreurenswaardig. Na de oorlog in 1945 werd begonnen ieder lid een nieuw stamboeknummer te geven, Thans is men aan stamboeknummer 11.040. Dit betekent, dat er ruim ieder jaar 1.000 inschrijvingen ge middeld waren. Het dagelijks bestuur heeft dan ook een uitgebreide studie gemaakt naar de reden van het aan tal afschrijvingen en is tot de con clusie gekomen, dat in afdelingen waar een behoorlijke bode is, prac- tisch geen afschrijvingen voorkomen. Waar een bode is die niet regelma. tig de contributie ophaalt, of in af delingen waar dikwijls verandering van bode of penningmeester plaats vindt, is het verloop het ergst en wel zeer tot nadeel van de georganiseer - den van de bond. Tevens constateerde het dagelijks bestuur, dat er een tendens is waar te nemen dat verschillende ongeorga. niseerden bij zichzelf denken: ..Waar om nu reeds lid worden bij „St. An tonius: als ik in de puree zit helpen ZÜ mij toch wel". Het dagelijks bestuur is daarom van mening, dat door het hoofdbe stuur en ook door de afdelingsbe stuurders de belangen dienen behar tigd te worden van de leden, die geen contributie-achterstand hebben en vanaf het moment, dat men lid wordt. De bedrijfsgeneeskunde. Het laat zich aanzien, dat er een wetsontwerp komt op het gebied van de bedrijfsgeneeskunde en reeds wor. den ini ons land op het gebied hier van belangrijke onderzoekingen ge daan door het Nederlands Instituut van Praeventieve Geneeskunde te Leiden. Ook voor het horecabedrijf maakt het dagelijks bestuur zich ern stige zorgen over de toeneming van beroepsziekte. Gelukkig is men reeds begonnen met de keuring van toe komstige leerlingen voor de horeca- nijverheidsscholen. Uniformiteit in deze keuring zou zeer gewenst zijn, hetgeen men kan bereiken door een onderzoek te laten instellen door het eerdergenoemde instituut, zodat alle facetten en eisen, die gesteld moeten worden door deskundigen, kunnen geplaatst worden op een keurings vragenlijst, welke iedere dokter dan als leiddraad kan gebruiken. Regelmatig komen in het Horeca bedrijf gevallen voor van platvoeten of spataderen, ruggegraatsziekten, mensen die maaglijder zijn of over spannen geraken en zenuwziek wor den. De oorzaak is hiervan in de meeste gevallen de te lange arbeidstijd. Op papier is de arbeidstijd reeds geregeld tot 55 uur per week en is er een wetsvoorstel om de arbeidstijd nog verder terug te brengen als over gangsmaatregel naar de 48-urige werkweek. Echter op papier, want (goede werkgevers en werknemers zijn er ook) er wordt op een minder waardige wijze met de arbeidstijd geknoeid en vooral in seizoenbedrij- ven zowel door werkgevers en werk nemers en wel ten koste van de ge zondheid der mensen en onheil van hun gezinnen. Loonstructuur schuld van de lange arbeidstijd. De loonstructuur in het horeca bedrijf is de schuld van de lange ar beidstijd. Geheel vroeger sprak men van drinkgeld, daarna van fooi en nu van bedieningsgcld en van garantielonen. Op zich waren het alle grote verbe teringen en er is door het idealisme, beterd op dit terrein. Wil men ech ter tot een behoorlijke arbeidstijd komen, dan dient het wisselvallige van de bedieningsgeld-ontvangsten totaal te verdwijnen en moet nier voor in de plaats komen een behoor lijk vast loon, evenals geschiedt in de keuken. Daar worden lonen be taald met dispensatie van over de 125.en de lonen /oor de chef koks zijn met een behoorlijk mini mum volkomen vrij. Het is daarom een grote noodzaak dat de leden, werkend op bedienings- geld, er van overtuigd raken, dat er een grondige verandering in de loon structuur van het horecabedrijf dient te komen, dat het bedieningsgeld wordt gecalculeerd in de verkoop prijs van de consumptie, dat voor het bedieningsgeld in de plaats een be hoorlijk vast loon komt. Evenals dit het geval is in andere bedrijven waar men behoorlijke lo nen verdient cn geen belang heeft om langer te blijven staan. Moet men in andere bedrijven noodzakelijk overwerken, dan krijgt men het ook betaald en weet men waar men voor overwerkt en dit kost de werkgever geld. Zonder dringende noodzaak wordt er dus geen lange arbeidstijd gemaakt. Dit is de oplossing om tot een ge reglementeerde arbeidstijd en die dan ook wordt nageleefd te ko men. Spr. hoopt, dat allen in het horecabedrijf hieraan medewerken om dit te verwezenlijken. Spr. wees er verder op, dat er nog zoveel ver langens zijn: herziening van dc werk loosheidswet, de invaliditeitswet, de kinderbijslagwet en de instelling van een weduwen, en wezenverzekering en een bedrijfspensioen voor werkne mers in het horecabedrijf, zaken, die vooral in deze bedrijfrtak de aan dacht opnieuw vragen. De huurver hoging zal een nieuwe wijziging in de lonen brengen. Spr. vroeg zich af hoe het weer zal gaan met de loons verhogingen voor het op bedienings geld werkende pers '.eel, terwijl hij er verder op wees, dat de bestedings beperking de volle aandacht zal vra gen voor het veilig stellen van de werknemersbelangen. Ook plichten. De werknemer moge tal van ver langens hebben, daar tegenover staat dat hij ook plichten heeft, aldus ver volgde de heer v. d. Veer. Door de enorme toename van het gemotoriseerde wegverkeer is het voor een buitenlander in de laatste tjjd veel gemakkelijker geworden ons land te bezoeken. Dit betekent, dat het van een enorm belang is, dat het personeel in het horecabedrijf zich kan uitdrukken in de taal, die een buitenlander spreekt. Men heeft dus de plicht te zorgen, dat men met zijn tijd meegaat en zonodig verschillen de talen leert spreken. Men vergete Vier werkelijk betrouwbare middelen helpen eikeer en doen wonderen I Geleerden hebben ontdekt, dat bepaalde combinaties van geneesmiddelen een bij zonder weldadig effect hebben. Ofschoon de werking van elk middel afzonderlijk bekend was, bleek zulk een combinatie ae iaien ieeri spreKen. Men vergeie niet het oud spreekwoord: „Men is; ""htiger te werken dan kon worden verwacht. De vier middelen verenigd in Chefarine„4"- elk afzonderlijk al beroemd werken tezamen nóg beter. Ze helpen ook dan, wanneer andere middelen falen en doen werkelijk wonderen nooit te oud om te leren". De tijd, waarin wij leven en waar in wij dus ook moeten werken brengt echter voor velen geen tevredenheid. De reden hiervan is veelal, dat men niet tevreden is met het loon dat men ontvangt. De oorzaak hiervan is, de velen teveel willen profiteren van hetgeen in deze moderne tijd van mechanisatie en industrialisatie gebo. den wordt. Men is doorgaans niet meer tevreden met een fiets, het moet een bromfiets zijn en men is niet T*g«n pijn*n en griep. Geschikt voor gevoeligste meer tevreden met een radio, het. diewordtbeschermd i" moet een televisietoestel zijn Kan men het niet contant kopen, dan doet men het op afbetaling. Op zich genomen kan men door op afbe taling te kopen er it ee gebaat zijn, maar jammer genoeg zijn er velen,, die buiten hun begroting, dus buiten de draagkracht van hun loon, gaan. Men heeft daarom in deze tijd en dit is een gevaarlijke tijd, o zo snel iets gekocht; alles is geweldig aanlok, kend, maar men vergete niet, dat men verantwoording heeft en dat de begroting moet kloppen. Spr. besloot met een opwekking tot alle leden vooruit te zien naar het einddoel van de mens, want bij alle materiële belangen mag men de geestelyke niet verwaarlozen. Een monument voor de Kardinaal Jaarverslag bondssecretaris. Het uitgebreide verslag van de bondssecretaris, de heer Joh. M. van Asperdt, gaf een overzicht van de veie activiteiten van de bond in het afgelopen jaar, waarvan vele reeds door de voorzitter onder de loupe waren genomen. Hij deed voorts mededelingen over de vakscholen, de stichting vakon derwijs, de Kath. stichting vakonder wijs, het leerlingwezen en de Kath. middelbare hotelvakschool te Maas tricht. Dankbaar memoreerde hij daarbij de van vele zijden ondervonden me dewerking en wees vervolgens op hetgeen t.a.v. de wachtgeld- en werk. loosheidsverzekering, de kinderbij slag en de ziektewet is tot stand ge komen, terwijl de werkzaamheden van het hoofdbestuur uitvoerig wer den vermeld. In zijn radiotoespraak heeft prof. dr. L. J. Rogier ten behoeve van de Stichting Kardinaal De Jong-monu- ment gesproken over de onvergetelij ke Kardinaal De Jong. Wie Kardinaal De Jong gekend heeft zal hem nooit vergeten. Er is in heel dit verdeelde land geen mens, die hem niet met eerbied gedenkt. De leden van ons Koninklijk Huis doen het en toch was hij geen figuur om furore te maken aan het Hof. Staaslieden van links en rechts doen het en toch liet hij zich nooit met de staatkunde in dan om te pleiten voor de katholieke zelfhandhaving. Zijn leerlingen van het Rijsenburgs heTbVilVnddeJcJïbVo9.' Theologicum doen het en toch ste- M btii.nddeei lhei.ro». ken njet onderstoelen of banken, Advertentiei dat zijn onderwijstrant opvallende Slopershamers in de Hofstad Doorsanering 4000 huizen minder Inleiding Pater v. d. Leemputte op het Bondscongres van „St. Antonius" Op het Bondscongres van „St. An tonius" te Culemborg heeft heden morgen pater C. H. Van der Leem putte, plaatsverv. geest, adviseur van de bond een inleiding gehouden over „menselijke verhoudingen in de Ho reca-sector". De behoefte aan verbetering der menselijke verhoudingen op practisch alle gebieden van de menselijke sa menleving wordt hoe langer hoe be ter beseft en de aandacht voor dit probleem is groeiend, aldus pater van der Leemputte. Ook in de Horeca-sector is dit pro bleem van de menselijke verhoudin gen reeds enige jaren onderkend, het geen spr. toelichtte met enige aanha lingen uit het rapport van prof. dr A. Chorus, dat hij naar aanleiding van een onderzoek naar de psychologische structuur van het Horecabedrijf uit bracht in verband met de opzet van de Kath. Middelbare Hotelschool te Maastricht. Prof. Chorus zegt daar: „Psycholo gisch, lettend vooral op de MENS in het bedrijf zijn mij enige punten op gevallen, waar reëele tekorten aan wezig zijn en verbetering aangewe zen lijkt". Van de zeven punten citeerde spr. vervolgens een tweetal citaten om er volgens op te wijzen, dat, waar vroeger sprake was van mis-toestan- den, thans sprake is van reële tekor ten. die om verbetering vragen. Het verleden steeyt nl. tegen het heden gunstig af. Statistieken hierover had spr. niet, maar het gemis ervan maakt z.i. het zoeken naar een oplossing van ge noemd probleem toch niet onmoge lijk. Spr. ging dus uit van de reële, wer kelijke samenleving in de Ilorecasec- tor en vroeg zich af, of die feitelijke verhoudingen gezond te noemen zijn. Gezonde menselijke verhoudingen dienen overeenstemmend te zijn met het wezen van de mens, m.a.w. het moeten zulke verhoudingen zijn, waaraan ieder mens behoefte heeft, om zijn mens-zijn te ontplooien. Ter verduidelijking van wat hij met het Wezen van de mens bedoelt zij ge zegd, dat hij het concrete wezen van de mens op het oog had. Hierin nu ontdekte spr. een drievoudig aspect; het aspect van zijn individueel-zijn. 2. Het aspect van zijn anders-zijn dan de ander m.a.w. zyn bijzondere geaardheid en 3 tenslotte, dat deze mens zijn mens-zijn met alle andere mensen ge meenschappelijk heeft. Overal waar arbeid betaald wordt, hebben wij met de verhouding tussen mensen te maken en deze tussen menselijke verhouding neemt dan ook een zeer aparte plaats in in onze sa menleving. Zo is het in do feitelijke samenleving gesteld. Op de v-aag: „Moet deze verhou ding als minderwaardig, ongezond of i.d. bestempeld worden óf is het een gezonde verhouding?, zegt spr., dat het antwoord speciaal voor hen. die op de hoogte zijn van de geschiedenis van het H.C.R. bedrijf niet moeilijk kan zijn: denken wij slechts aan het vroegere mens-onwaardige fooien stelsel. Geen enkel onbevooroordeeld mens zal de onlangs in de C.A.O. vast gestelde contractuele verhoudingen ongezonde menselijke verhoudingen noemen. Integendeel. Hier zitten we op 't gebied en in sfeer van de rechtvaardigheid en rechtvaardigheid is een deugd. Recht vaardig is: ieder het zijne geven: geeft de geëmployeerde dus de dienst, waarop de hotelhouder recht heeft en geeft de hotelier 't loon, waarop de geëmployeerde recht heeft, dan zijn beiden in deze rechtvaardig. Houden beiden zich hieraan, dan is er minstens sprake van verdraag zaamheid. Pas als er rechten geschonden wor den, als er machtsverhoudingen op treden, waarbij persoonlijk voordeel zo wordt nagejaagd, dat de rechten van de ander geschonden worden, zal ieder weldenkend mens spreken van ongezonde, ev. immorele verhoudin gen. De zelfhandhaving van de indivi duele persoon en de beveiliging van zijn eigen belang, als deze samengaan met de waarachtige erkenning van de bedrijfsgenoot, i.e. contractant, maakt een zedelijke zinvolle vorm van tus senmenselijke verhoudingen mogelijk, lijk. De zelfhandhaving van de indivi duele mens komt ook in eei. andere verhouding in 't horecabedrijf sterk naar voren, n.l. waar 't gaat om de gast, de bezoeker. Heeft het perso neel immers niet ten zeerste er reke ning mede te houden, dat de grens van de persoonlijke sfeer van de be zoeker niet door hen overschreden wordt? Is niet de grootste fout, die een geëmployeerde kan maken t.o.v. de gast, dat hij deze te na komt? De te bewaren afstand behoeft niet persé oppervlakkigheid in te sluiten. Het is te wensen zelfs, dat het even tuele gesprek tussen b.v. hotelhouder en gast niet behoeft te blijven steken bij 'n praatje over het weer. 'n Zeke re culturele vorming is daarvoor on misbaar. 'n Tweede aspect van 't concrete wezen van de mens is, dat hij niet al leen niet de ander is, maar dat hij ook anders is dan de andere. Iedere mens blijkt een bijzondere geaard heid te hebben, een eigen aanleg, een neiging, een geschiktheid tot het ver vullen van een bepaalde functie. Van belang is, dat de functie, die men vervult, bepalend is voor de plaats die men in het geheel van 't bedrijf inneemt en wat in de om gangsvormen ook tot uiting komt. Ook de verhoudingen van „functio narissen" zijn zinvol, want onmis baar voor 't grote geheel en de eigen, bijzondere geschiktheid van "n be paalde oersoon kan juist in en door zijn functie tot uiting komen. Dat organisatie, taakverdeling cn de daarmede gepaard gaande functio nele verhoudingen zinvol zijn, blijkt het beste daar, waar een situatie is In 1962 zal Den Haag geen eigen bouwgrond meer hebben. De agglo meratie zal, naar de Haagse stede bouwkundigen verwachten in 1967 volgebouwd zijn. De huidige stad Den Haag zal dan 180.000 woningen hebben en met Rijswijk en Voor burg samen ongeveer 205.000 wonin gen. Deze prognose wordt echter door kruist door saneringsplannen, voor namelijk voor de oude Haagse bin nenstad, waar hier en daar vierhon derd mensen op één hectare grond wonen. Het sociaal aanvaardbare maximum bewoners per hectare achten de stedebouwers slechts de helft. Dit betekent, dat door sane ring tussen 1962 en 1970 de Haagse woningvoorraad met 4.000 stuks zal verminderen. Sanering duurt tien jaar. Tien jaar later, zo wordt berekend, kan de gehele binnenstad gesaneerd zyn. Deze saneringsplannen houden in een scheppen van ruimte, die zal worden opgeslokt door scholen,* kan toren, wegen en spoorwegen. Den Haag zal dan 14 a 15.000 woningen „armer" zijn, dan indien geen sane ring had plaats gehad. Met sanering der slechte wijken wordt begonnen, zodra de samenwoning minder erg geworden is, dan de woonomstan digheden in de te saneren woonblok ken. Sommige woningen op deze ter reinen zijn krotten. Zij zullen het eerst worden afgebroken. Volgens de directie van de ge meentelijke woningdienst woekert Den Haag met zyn bouwgrond. Ner gens worden minder eengezinswo ningen gebouwd, dan in Den Haag, Een rem op de hoogbouw is het ver bod om woningwetwoningen met liften te bouwen. In deze groep kan men niet verder dan 4 woonlagen gaan. In de partikuliere sektor, waar in bij meer dan drie woonlagen lif ten moeten zijn. begint de hoogbouw tot stand te komen. De aannemers krijgen in dit bouwtype steeds meer ervaring. Een Den Haag met 800.000 inwoners. Wanneer Den Haag volgebouwd en gesaneerd is, zullen binnen de te- waar deze ontbreken en alles in het honderd loopt. In onze tijd, waar rationalisatie en planning aan de orde van de dag zijn, wilde spr. er op wijzen, dat hier gren zen kunnen worden overschreden. Nooit mag de organisatie gaan domi neren, dan zou ze het persoonlijke en 't menselijke vernietigen, de mens is nu eenmaal geen radertje van een machine en de praktijk bevestigt, dat iemand bij een te straffe werk- en functieverdeling het op de duur niet i Ithoudt in zulk 'n bedrijf om de doodeenvoudige redenen, dat zyn mens-zijn zich ertegen verzet. En hiermede kwam de inleider tot het derde aspect: het mens-zijn, dat we allen gemeenschappelijk hebben en dat hier wel het laatste genoemd, doch daarom nog niet het minst be langrijke aspect is van 't concrete we zen van de mens. Integendeel zelfs. En naarmate ook in onze secto- de a- tionalisatie en organisatie sterker naar voren treden, zal met des te meer nadruk op ons aller mens-zijn gewezen moeten worden. We weten, dat dit aspect van ons mens-zijn vooral in de goede gezonde gezinssfeer tot uiting komt en al is een hotel geen gezin, er zal toch een gemeenschapszin moeten heersen waardoor een saamhorig verbonden heid de afstandscheppende indivi dualiteit en functiebeldeding over brugt. Alleen een door liefde gedra gen, levend gemeenschapsbesef, da4 eerbied en respect voor het mens-zyn van iedere persoon insluit, maakt ech- mensel'jke verbondenheid noge- lyk, zodat 'n zekere onmiddellijkheid van tussen-nvm 'yk samen :yn en samenwerken van alle bedrijfs&eno- ten plaats kan hebben. Dit saamhorig samenwerken is het zelfde als wanneer er gesproken wordt van: „In dit bedrijf heerst 'n voortreffelijke team-geest." Aan be paalde vormei van zelfhandhaving van „ik" zal (soms) verzaakt moeten worden; dit eist inderdaad zelfopof fering, maar 't gemeenschappelijk be lang kan, omdat het praevaleert bo- het individuele belang, dit soms van ons vragen. genwoordige grenzen 800.000 mensen kunnen wonen en werken. Men hoopt dan ook voldoende recreatie ruimte te hebben, evenals scholen, kerken en andere openbare gebou wen. Uitbreiding en sanering zullen Den Haag tevens voldoende in- en uitvalswegen geven, alsook meer verbindingen met het strand voor het jaarlyks angstwekkend gToeiende aantal zonne. en/of zeebaders. Burgemeester van Zijpe: Geen gevaar atoomreactor In zijn gisterochtend voor de ge meenteraad van Zijpe (N.H.) gehou den rede, heeft dr ir R. Houwink, technisch directeur van het reactor centrum Nederland, duidelijk ge maakt, dat er aan de vestiging van een kernreactor voor wetenschappe lijke doeleinden in de duinen bij Petten, geen gevaren verbonden zijn voor de bevolking en de badgasten. De verantwoording voor „de te vroeg verschenen en onjuiste berich ten in de bladen daarover" wees hij van zich af. Ir Houwink vertelde dat „de te Petten te bouwen kernreac tor een tiende of een twintigste kleiner zal zijn dan de grote energie reactoren die binnen drie jaren in ons land hier en daar voor routine- bedrijven gebouwd zullen worden voor de opwekking van electrische energie". Evenmin'als er gevaar verbonden is aan de atoomreactor die op de tentoonstelling „Het Atoom'* te zien zal zijn en daarna in Delft een de finitieve plaats zal krijgen, is er ge vaar verbonden aan de reactor die in de duinen komt. Deze zal boven dien niet elke dag in bedrtff zyn. Er is geen aanleiding, aldus ir Hou wink, voor de leuze „Hoedt u voor Petten". Er is voor de bewoners en badgasten evenmin gevaar als voor de 300 employees waaronder 80 aca demici, die dag en nacht bij het be drijf zullen wonen. De kans dat de reactor uit de hand loopt, is één op de tienduizend, doch dan gebeurt er nog niets verontrustends. „De afvalstoffen met hoge radio activiteit worden in een loden huls de oceaan op gebracht om daar in de diepte te verdwijnen. Dat is geen probleem meer. De afvalstoffen met een lage radio-activiteit, die in gro tere volumina vrij komen, gaan in zee. Badgasten en visserij zullen daar geen hinder van ondervinden. Uit de gemeente 7üpe zullen geen of zeer weinig arbeiders op het cen trum te werk worden gesteld. Be halve de 60 academisch ge vormden zullen er ongeveer 240 meest middel baar technisch geschoolden te werk worden gesteld. Tenslotte deelde de burgemeester nog mede, dat daar in de duinen niet gebouwd mag wor den de raad binnenkort een voor stel zal bereiken tot wijziging van het uitbreidingsplan. LIMBURGSE BEDEVAART NAAR LOURDES. De Stichting Limburgse Bedevaart naar Lourdes zal in 1957 twee bede vaarten naar Lourdes organiseren en wel de 34e „Limburgse" van 28 mei tot en met 5 juni (zes dagen verblijf in Lourdes) met ongeveer 300 zieken en de 35e „Limburgse" van 20 tot' en met 27 september (vijf dagen ver blijf in Lourdes) met ongeveer 200 zieken. Ruim 300 zieken zullen in 1957 door het Liefdewerk van Onze Lieve Vrouw van Lourdes en de samen werkende ziekenfondsen in de gele genheid gesteld worden de troost rijke bedevaart te maken. Z(i zijn reeds aangewezen, evenals de hen vergezellende verpleegsters en me dewerksters. Vele pelgrims zullen dit jaar naar Lourdes gaan. Voor de zomerbede- vaart zijn reeds vele aanmeldingen binnengekomen. Voor zieken is de inschrijving gesloten. Tot 15 april kan men zich als pelgrim nog aan melden. Het Centraal Bureau der Limburg se Bedevaart, Breedestraat 13 Maas tricht, zendt gaarne volledig pros pectus of geeft telefonisch inlichtin gen K 4400—5715. Zijne Hoogwaardige Excellentie mgr dr J. H. G. Lemmens hoopt bei de Limburgse Bedevaarten in 1957 weer te begeleiden. gebreken vertoonden. Zy, die hem hebben zien pontificeren of optreden bij meer wereldlijke plechtigheden, hebben er niet de indruk van over. gehouden, dat hij daarbij in zijn ele ment was en niemand van ons denkt aan zyn preken of speechen terug als aan een staal van voorname welspre kendheid. En toch, niets van dit alles doet afbreuk aan de zeer hoge ach ting, die wij allen hem toedragen. Voor zover daarin iets geheimzinnigs steekt, is de verklaring vrij ipel. Het gaan ën staan van de prelaat illustreerde tastbaar de waarheid dat 's mensen betekenis niet in uiterlijke schittering ligt. Kardinaal De Jong was een man, die niet poseren kon en dat had zijn bezwaren, want de gewaden, waarin onze Moeder de H. Kerk haar Bisschoppen uitdost, zyn nu eenmaal op poseren berekend. Hij was een man uit één stuk, die niet veinzen kon, ik geloof zelfs niet liegen en dat is nu eenmaal een van de nuttigste kundigheden in de dagelijkse omgang. Voluit geldt voor hem het woord dat Joost van den Vondel voor de oude Hooft ijkte: „Van binnen was hij juist, gelijk hij buiten scheen". Hy deed niet een. voudig, maar hij was het. Hij behoef de zich niet minzaam tot luisteren naar andermans nood te zetten, want hij bezat die belangstelling als warm- voelend christenmens. Hij veinsde geen aandacht voor sprekers, die hij ambtshalve moest aanhoren, want terecht schrijft een van zijn leerlin gen dat hij belang stelde in vrijheid voor alles. Zijn informaties, aldus deze ingewijde, op de gebieden die hem lagen waren eindeloos, en op de gebieden, die hem niet lagen kon hij onuitputtelijk bewonderen. Be wondering voert bij een beschouwe lijke en evenwichtige natuur tot aan. dachtige bespiegeling en een harmo nisch oordeel en dat is wat wij sinds de Grieken wijsheid noemen. Wijs heid en eenvoud, dat zijn weer pre cies de twee eigenschappen die Von del in de modelbestuurder prees. Zij zijn het, die deze nederige pre laat hebben doen uitgroeien boven het niveau van allerrians deunheid, die hem, juist hem, de boerenjongen uit Ameland, gemaakt hebben tot de held van een uitzonderlijke tijd. Was die tijd niet uitzonderlijk geweest, ik geloof, dat deze Aartsbisschop zelfs niet zou voortleven als een ge slaagd bestuurder. Of iemands talen ten tot hun recht komen, hangt im mers af van de omstandigheden, waarin hij te leven heeft. Dit staat tenminste boven het graf van Adriaan VI in het Anima te Rome en boven het graf van een Paus zet ten ze nu eenmaal geen leugens. Aan Aartsbisschop De Jong werd dit woord bewaarheid. Terwijl allerlei vlotte regenten de tramontane kwijt raakten en hun veel geprezen beleid in opportunis me ontaardde, vonden Kerk en Va derland in deze tot dusverre nauwe lijks opgemerkte prelaat een leider, die in het bijna onaandoenlijke be slissingen op zijn antwoorden en ad viseren een plechtanker werd voor miljoenen, een rots om op te steu nen voor de ontelbaren, die niet tot zijn kudde behoorden. Wie vroeger vóór de zware periode van 1940— 1945 van helden sprak, zag wuiven de vederbossen en hoorde hoogdra vende retorica. Wij weten nu beter en glimlachen wat om de valse ro mantiek van de cultus der fiere hel den. Zo meesmuilde ook de Kardi naal als iemand van zijn heldenmoed uithaalde. „Wat wilt U? Er blyft mij niets anders over", verklaarde hij doodnuchter als men hem zijn on verzettelijkheid prees. En inderdaad, hij leek een granieten muur, een ba- zalten steenwering en bezat toch geen strijdbare natuur. Hij was slechts een waarachtig man, die niet veinzen kon. De heldenmoed, waar mee hij heel ons volk heeft ge schraagd, was het product van die waarheidsliefde. Zeker behoorde deze Kardinaal tot de groten, de onsterfe- lijken van ons volk, maar hij wist het zelf niet en zou verwonderde ogen opgezet hebben als iemand het hem verteld had. Hij vond zichzelf zo gewoon the common placed man Wij weten dat hij dat niet was en wij willen dit het nageslacht inprenten. Wij die Kardinaal De Jong gekend hebben, zullen hem niet vergeten. Een duurzaam gedenkte ken, naar zijn hart beraamd, en door de verenigde offerbereidheid van ge heel de vaderlandse, katholieke ge meenschap tot stand gebracht, zal de faam van zijn heldhaftige deugd overdragen aan degenen, die na ons komen. OUD-VOORZITTER NCRV OVERLEDEN. Bij een auto-ongeluk op rijksweg 12 onder Maarsbergen zijn gistermid dag de 67-jarige Bennekomse advo caat en procureur mr. A. van der Deure, oud-voorzitter van de NCRV, en zijn echtgenote om het leven ge komen. Het ongeluk gebeurde om vyf over half twee. Kort voordat mr. van der Deure een voor hem rijdende vracht auto met aanhangwagen zou passe ren, sprong zijn rechtervoorband. De auto botste daardoor tegen de lin ker achterzyae van de aanhangwa gen en werd geheel vernield. De heer en mevrouw Van der Deure waren op slag dood. De vrachtwagen, eigen dom van het expeditiebedrijf Frans Maas n.v. te Venlo en bestuurd door de heer P. G. Peters te Venlo, kreeg geen noemenswaardige schade. Het spoor van de gesprongen band was over een afstand van ongeveer honderd meter te zien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 10