Toekomstbeeld van Rijksweg 4a bij Leiderdorp
Clan het viaduct en huig. haul geutciht
GROTE MOEILIJKHEDEN MET
STRUCTUUR VAN DE BODEM
Koningin liet te Rotterdam
een motorschip te water
Goede verbindingen met Leiden
Betekenis van de weg voor Leiden
VRIJDAG 15 MAART 1957
DE LETDSE COURANT
PAGINA 7
Dank zij de welwillende medewer
king van de Rljkswegenbouw zijn wij
in staat u een toekomstbeeld te ge
ven van de viaducten, en de brag van
de Rijksweg 4 A bij Leiderdorp.
Wie van Leiden uit in oostelijke richting naar huiten trekt en in
Leiderdorp de smalle brug over de Oude Rijn is overgestoken, ontwaart
enkele minuten gaans naar rechts grote bergen zand, opgestapeld betonijzer
en ander materiaal en aan beide kanten van het water, ook er in, een
chaotische wirwar van ijzer en beton en hout, het moeizame begin van
een grote, hoge brug over de niet zeer majestueuze waterloop, die echter
ook hier nog altijd de trotse naam draagt van de voornaamste slagader
van Europa's welvaart.
We zien hier de opbouw van een der omvangrijke kunstwerken in de
nieuwe Rijksweg 4 A, die geprojecteerd is naast een gedeelte van de oude
weg, topografisch bekend onder nummer 4, voerende van Amsterdam naar
Den Haag en vandaar verder naar de havenstad Rotterdam. Ligt echter de
„oude weg" bewesten Leiden, de nieuwe zal deze stad ten oosten passeren.
Begin- en eindpunt zijn Ypenburg in het zuiden en Burgerveen ijl het
noorden.
Als de nieuwe weg gereed is (verwacht wordt in het voorjaar van 1960)
zal hij 30 km lang zijn. Elke kilometer daarvan kost volgens de begroting
twee miljoen gulden (hetgeen betekend f2000.per strekkende meter)
zodat het gehele object de slordige som van rond zestig miljoen gulden
zal vergen.
Gevraagd: 250 bunder land.
Reeds spoedig na de openstelling
van de rijkswegen 4 (Den HaagLei.
den) en 13 (Den HaagRotterdam)
werd de noodzaak gevoeld het door
gaande verkeer tussen de beide groot
ste steden van ons land beoosten Den
Haag om te voeren. Men zal zich wel
licht afvragen waarom men dat dan
niet heeft gedaan bij de projectie van
4 en 13, maar dat is het nu eenmaal
niet en wij zullen ons het hoofd er
verder niet over breken.
De eerste plannen voor de nieuwe
weg, die van „Waterstaat" het num
mer 4 A kreeg, werden al voor de
laatste oorlog gemaakt; zelfs werd
in 1939 reeds een klein gedeelte van
het grondwerk nabij Leidschendam
uitgevoerd. De eerste jaren na de
Oorlog kon het werk begrijpelijker
wijze slechts weinig voortgang heb
ben, doch in 1953 is de uitvoering
met volle kracht ter hand genomen.
Zoals aan de automobilisten ter
dege bekend, loopt de tegenwoordi
ge route van Ypenburg lanes de Rijs.
wijkse weg of lang de Vliet door
Voorburg en Den Haag en langs de
met veel ander verkeer belaste Leidse
Weg. Behoudens een verdubbeling
voorbij den Deyl is eerst enkele kilo
meters voorbij de Haagse Schouw
weer een dubbelbanige autosnelweg
aanwezig.
De lena-te van de tegenwoordige
route YnenburgBurgergeen is 38
km.; als Rijksweg 4 A klaar is wordt
die afstand met rond 8 km. vermin
derd, terwijl bovendien een niet on
aanzienlijke tijdwinst wordt verkre
gen doordat de stadsroute door Den
Haag en Rijswijk kan worden ver
meden.
De nieuwe weg loopt bijna recht
in de richting noord vanaf Ypenburg
langs Leidschendam en Leiderdorp
naar de ringvaart van de Haarlem
mermeer (waar hij onderdoor wordt
gevoerd) en verenigt zich dan on
geveer ter hoogte van Leimuiden met
de bestaande auto-snelweg naar Am
sterdam. Voor de gehele weg zal on
geveer 250 H.A. grond nodig zijn.
Structuur van de bodem geeft
grote moeilijkheden.
De structuur van de ondergrond,
de bodem dus waar de nieuwe weg
op komt te rusten, is zeer wisselend.
Uit het grote aantal boringen dat
moest worden verricht om van km.
tot km. deze structuur vast te stellen
bleek, dat met uitzondering van een
klein gedeelte op gTote schaal grond
verbetering moest plaats hebben.
Sommige delen waren al heel sleoht,
daar bedroeg de dikte van de slappe
onderlaag zelfs 914 meter. Uit tech
nische, doch ook economische over
wegingen kon van algehele verwijde
ring geen sprake zijn, maar toch
moest in totaal 4.3 miljoen m3 wor
den weggebaggerd.
De aansluiting met de Provincale
weg naar Woubrugge is nabij Hoog
made uitgevoerd als een aarden baan
op z.g.n. zandpalen. Dat is zo'n suc
ces gebleken, dat de Provinciale Wa
terstaat heeft besloten een deel van
de verbindingsweg tussen de wegen
van Hoogmade naar Woubrugge en
van Leiden naar Alkemade, eveneens
gedeeltelijk op zandpalen aan te leg
gen.
Voor de gehele weg is niet min
der dan V/2 miljoen m3 zand nodig.
Dat zand wordt gewonnen uit zand-
putten bij Nootdorp, in de Roompol-
der en in de Kalkpolder, alsmede uit
het Braassemermeer.
De diepte van deze laatste „put"
is ruim 30 meter; daarvan moest
eerst 2 miljoen m3 grond worden af-
gebaggerd, welke echter t.z.t. weer
als afdekking van de kaden en de
putwanden wordt teruggestort. Dit
is nodig teneinde verziltings- en in
filtratiegevaar voor de omliggende
polders te voorkomen.
Het zijn bükans astronomische cij
fers, die miljoenen kubieke meters.
Ze geven echter een duidelijk beeld
tie met veenvórming ontwikkelde. Op
deze wijze ontstond uiteindelijk het
grote veenpakket van West-Neder
land.
Tengevolge van een bodemdaling
drong de zee omstreeks het begin van
onze jaartelling weer door de duinen
heen. Op vele plaatsen werd veen
weggeslagen en zeeklei afgezet ter
wijl de rivieren, wier bedding daar
door ook was verlegd, plaatselijk
rivierklei aanvoerden. Door het stij
gende, gedeeltelijk zoute grondwater
werden de wouden die zich bovonden
in het gebied dat thans Leiden tot
middenpunt heeft, vernietigd. Tij
dens baggerwerk voor de nieuwe weg
zijn nog gave overblijfselen van 1 tot
2 meter dikke bomen boven gehaald,
het z.g.n. kienhout, vooral in het ge
deelte nabij Zoeterwoude.
Op grond van deze summiere uit
eenzetting zal het de lezer duidelijk
zijn hoe het komt dat de structuur
van de onderlaag langs het wegtra-
cée zo verschillend is.
Bij de tekening:
Hier komt ook voor Leiden een
van de belangrijkste verbindingspun
ten met deze hoofdslagader van het
verkeer te liggen. Links het viaduct
over de Lage Rijndijk, daarnaast de
basculebrug over de Rijn, in het mid
den van de tekening: het viaduct
over de Hoge Rijndijk. Verderop de
toevoer- en afvoerwegen van deze
Rijksweg.
Plechtigheid op de
werf P. Smit
„Ik doop o „Prins der Nederlan
den" en wens u behouden vaart".
Met deze woorden heeft koningin
Juliana gistermiddag het m.s. „Prins
der Nederlanden" gedoopt. H.M. was
daarna genoodzaakt het haar aange
boden boeket even weg te leggen,
omdat zij haar beide handen moest
gebruiken om aan het touw te trek
ken, waarmee de laatste beletselen
werden weggehaald.
De „Prins der Nederlanden"
slingers van groen rond de boeg
gleed daarna in zijn element en
sleepboten lagen gereed om het schip
naar zijn ligplaats te slepen.
Deze plechtigheid geschiedde op de
van de ontzaglijke omvang van het
object, een omvan? waarvan de geo- werf ^nT'smTt" E7TdTjOMO
lr»tricnHa nnhnmn var» HaL wifprpnlro 10.000
ton metende motorschip werd ge
bouwd voor de Kon. Ned. S to om-
logische opbouw van het waterrijke
Holland grotendeels de schuld draagt.
Een stukje geologie.
Voor de lezers die zulks interres-
seert laten we van deze geologische
opbouw zeer in het kort het verloop
volgen. Om het allereerste begin te
vinden gaan we maar liefst 20.000
jaar in de geschiedenis van onze pla
neet terug.
Voordien was een groot gedeelte
van ons huidige land bedekt met een
ijskap, het z.g.n. landjjs. 180 Eeuwen
voor onze jaartelling begon dit ijs
zich in noordelijke richting terug te
trekken.
Men heeft berekend, dat de zee
spiegel in die tijd 60 meter lager
stond dan thans, maar door de af
smelting van het ijs steeg het water,
langs de kust kwam daardoor een
moerasvegetatie in de plaats van de
bestaande wouden, waardoor in de
loop der eeuwen een metersdikke
veenlaag ontstond. Na de duinvor
ming werd dit gebied langzamerhand
van de open zee afgesloten. Hierdoor
werd een lagune gevormd met een
zeekleibodem van enkele meters dik
waarop zich weer een moerasvegeta-
vaart Mij.
Daarna werden verschillende em-
ployé's van de werf aan de Konin
gin en de Prins voorgesteld. De Ko
ningin droeg een grijze japon, een
kort bont jasje en een gebloemde
toque, de Prins een donker costuum
met een fijn streepje, een anjer in
het knoopsgat
Ir. Giljam bracht zijn diepe erken
telijkheid onder woorden voor het
feit, dat de Koningin de doop en de
tewaterlating had willen verrichten.
Alles was geheel naar weng verlopen.
Hij wees op de goede gewoonte in de
scheepsbouw wereld, de doopvrouwe
een geschenk aan te bieden en hij
overhandigde haar twee cheques.
Daarna wilde hij haar een meer
persoonlijk souvenir in de vorm van
een presse-papier geven, maar spr.
moest onder hilariteit bekennen: „Ik
zou het u wel willen geven, maar
het staat nog boven". Gelukkig was
het geschenk direct present en kon
alsnog worden aangeboden.
Jhr. Van Lennep richtte zich in
zijn toespraak ook tot de prins „en
In en over de weg zullen 23 via
ducten en vaste bruggen worden ge
bouwd en vele duikers en tunnels.
Een tunnel komt onder de ringvaart
van de Haarlemmermeer met een
aquaduct voor dat kanaal, zodat het
water over de weg zal worden geleid.
Bij Leiderlorp wordt een grote bas
culebrug over de Oude Rijn gebouwd.
Voor Leiden heeft de nieuwe weg
bijzondere betekenis, omdat in deze
omgeving niet minder dan vijf aan
sluitingen zijn ontworpen, waardoor
zeer gunstige verbindingen met het
,,achteland" ontstaan. Vier van
deze aansluitingen worden thans uit
gevoerd, één is toekomstmuziek daar
ze voorlopig niet wordt gemaakt.
Er komt een provinciale weg( nr.
17) naar Zoeterwoude, een aanslui
ting van rijksweg nr. 11 bij Leider
dorp en de provinciale wegen naar
Roelofarendsveen (nr. 5) en Hoog
made (nr. 6). Rekent men daarbij de
bestaande verbinding met de oude
snelweg bij Oegstgeest dan ligt in de
nabije toekomst de Sleutelstad als
een spin in haar web met goede we
gen naar elke richting en op korte af
stand van twee snelwegen.
Onvoorziene omstandigheden voor
behouden zal het gedeelte van Ypen
burg tot aan het nieuwe verkeers
plein bij Voorburg in de loop van dit
jaar worden opengesteld, gevolgd in
1958 door het gedeelte van Voorburg
naar Hoogmade. Men verwacht dat
het gehele project in het voorjaar van
1960 zal zijn voltooid, waardoor het
westen van het land dan oen snelweg
van allermodernste makelij rijker zal
zyn.
Zestig miljoen gulden, of nog meer
zal het dan hebben gekost, elke strek
kende meter van de weg die onder de
snelle autowielen wèg zal schuiven j
twee mille. Toch zal al dat geld ééns 1
zfin rente gaan afwerpen al zal dat
niet zijn in klinkende guldens. I
Ook tijd kost geld, nietwaar, steeds
méér geld. 1
als het schip", zo zeide hij, „zich
evengoed thuis voelt in het water als
u in de lucht, dan zal het met de
gelukkige vaart wel gaan". Ook her
innerde spr. aan het vergaan vorige
week van de ,.Amor", maar de droef
heid over het materieel verlies wordt
overheerst door het feit, dat er geen
mensenlevens te betreuren zijn ge
weest.
Tenslotte heeft de Koningin nog
het woord gevoerd en zij sprak over
de bijzonder aangename taak, die zij
verricht had en waarvoor zij werf
en rederij dank bracht. H.M. bracht
in verband met de haar aangeboden
cheques het gezegde, dat het beter
geven dan ontvangen is, in herinne
ring. Zü wilde „deze werkelijk schit
terende gift" bestemmen voor land
genoten in de West. Eén der cheques
gaf zij aan de minister-president
van de Nederlandse Antillen ten be
hoeve van het prinses Beatrixfonds
voor de nazorg van tbc-patiënten in
Curagao en de andere aan de minis
ter-president van Suriname voor de
uitbreiding en inrichting van een
crèche voor kinderen van werken
de moeders te Paramaribo.
Nadat de erewijn geserveerd was
vertrokken Koningin en Prins, har
telijk uitgeleide gedaan met een drie-
Bij de tewaterlating van de „Prins
der Nederlanden" ontving H.M. de
Koningin namens de directie van de
werf een tweetal cheques, die zij la
ter op haar beurt overhandigde aan
de premiers van Suriname en de Ne
derlandse Antillen. We zien hier het
moment, waarop H.M. de Koningin
de cheques overhandigt aan dr. J. H.
E. Ferrier, premier van Suriname.
Achter deze, gedeeltelijk zichtbaar,
de heer E. Jonckheer, premier van de
Nederlandse Antillen.