Biologen verlangden de mens- etende boom te ontdekken Ze vandeti ötecfitö aCeea-etendepCanten S.Uaat&cfiaoie'itje BLOEMETJES ZATERDAG 9 MAART 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 De plaatsbepaling was niet erg nauwkeurig maar ergens ln het zuidoosten ▼an Madagascar, een eiland zo groot als heel Frankrijk, in het rijk van de Mkodos, stond op een open plek in het bos de vlees-etende boom, waarover dr. Carle Liche aan dr. Omelius Fredlowski schreef. Men nam zijn waarnemingen zeer serieus en in een nummer van het Wetenschappelijk Dagblad voor Karlsruhe uit 1878 wordt de briefwisseling gepubliceerd: De vreemde schors gaf de bijna drie meter hoge, tonvormige stam het aanzien van een reuzen-ananas. Het ding werd afgedekt door een grote schotel, waar vanaf acht opmer kelijk grote bladeren hingen, die bezet waren met venijnige doorns en die uitliepen ln een vlijmscherpe punt. Op de schotelrand groeide een krans van doorschijnend-lijkende voelhorens. „Het schijnt, dat het schotel-achtige ding op de stam een soort dikke, zoete stroop bevat", aldus dr. Liche, „die waarschijnlijk bedoeld is om er vogels mee te vangen. Deze vloeistof wordt door de boom zelf afgescheiden en is in hoge mate bedwelmend. Zelfs een kleine hoeveelheid veroorzaakt al een dodelijke slaap. Bij godsdienstige plechtigheden wordt een jonge vrouw gedwongen in de boom te klimmen en van de stroop te drinken. Als de duivel, die daarbinnen woont; een goede zin heeft, zal het meisje veilig weer naar beneden kunnen komen. Is hij niet goed geluimd, dan ziet het er voor het meisje niet zo mooi uit". Van de evenaar tot de poolcirkel In volle ernst beschrijft hij daar na hoe hij getuige is geweest van een mensenoffer aan deze boom- Rond dezelfde tijd, nauwelijks tach tig jaar geleden dus, komen ook van de Philippijnen geruchten over een vleesetende boom, waaraan een nieuwsgierige reiziger bijna ten prooi viel; men ontdekt een ^Apenval- boom", die in apen een speciale lek kernij vindt en in de woestijn van Arizona wordt een dronken voerman door een vleesetende plant opgepeu zeld: het dinig spuwt zelfs munten, knopen een een zakmes uit. De ge tuigen van dit bedroevend ongeval waren echter beschonken.... Met het voortschrijden van de (se rieuze) wetenschap over onze aarde, welke vooruitgang vooral de laatste tachtig jaren een verbazingwekkende snelheid heeft ontwikkeld, werd het wiitte gebied op de wereldatlas voort durend kleiner en nam de mogelijk heid om de vlees-etende boom te ontdekken, steeds af. Nu de wereld voor ons is openge legd, blijkt de mensenetende boom helemaal niet meer te bestaan. Wel bestaan zij het bescheidener van omvang en volkomen ongevaarlijk de vleesetende planten. Zelfingenomenheid beschaamd. Het is een kenmerkende eigenschap van mensen, om, wanneer ze iets nieuws hebben uitgedacht, te den ken dat nu iets is, dan nog nooit is getoond. Dat dachten onze voor ouders waarschijnlijk al, toen ze de valkuil, de berenklem en de visfuik hadden uitgevonden. Voor hun ontdekking bestonden over de gehele wereld echter reeds vlees-etende planten, die, waar het er op aan kwam hun prooi te be machtigen, „slimmer" bleken dan de redelijke wezens. Neem bijvoorbeeld de talrijke fa milie der Nepenthes, die in Indone sië leeft: van een aantal bladeren groeit de hoofdnerf uit tot een zak, die tijdens het rijpingsproces lang zaam gevuld wordt met een eiwit- verterend sap. Op de bovenrand ont wikkelen zich enkele rijen stevige haartjes, die naar binnen wijzen. Wanneer de toegang tot de holte voor de nieuwsgierige insekten ge opend wordt, kunnen ze wel naar binnen, maar eenmaal over de rand, verliezen ze op de gladde wand hun honvast en vallen in het enzymen- houdende vocht, dat hen omzet in een bijvoeding voor de plant. Men mag niet aannemen, dat de insekten het hoofdvoedsel vormen van de „vlees eters", die zich immers tot volwas sen planten hebben ontwikkeld zon der ooit één vlieg kwaad te doen. Een vergroting van een vang-cel van het Blaasjeskruid. In de cel zijn twee watervlooien te zien, die door het valluik, links zijn binnengekomen. Onder: links een onder-aanzicht van de cel-opening. Niet alleen in de tropen vinden we vlees-etende planten; onder de sneeuw van Canada overwintert de Sarracenia purpurea, een plant met een krans van holle bladeren, die aan de binnenzijde zijn afgezet met haar-versperringen, die de beschut ting zoekende vliegen en mugjes ver. hindert weer naar buiten te gaan. De natuurlijke toepassing dus van de fuik. Ook de pitcher-plant en de Darlingtonia californica, die in de Verenigde Staten voorkomen, wer ken volgens het „fuik-systeem". Het „Amerikaanse Vliegenvangertje" daarentegen, is te vergelijken met een berenklem: aan het uiteinde van elk der blaadjes zitten twee lepelvor- mige vergroeiingen, waarvan de ran den zijn bezet met stevige punten. l/ele raadsels nog onbeantwoord Studie-object. Op elk der helften bevinden zich drie voelbaren. Wanneer een insect over het blad loopt, dat op de aarde ligt, en daarbij de tentakels raakt, slaan de beide helften naar elkaar en is het diertje gevangen. Het ver haal wordt eentonig, want alweer gaan de beide bladhelften een eiwit- verterend sap afscheiden, waardoor de gevangene wordt verteerd. Het is door de biologen nog niet uitgemaakt, of de vlees-etende plan ten reageren door chemische- dan wel door mechanische prikkeling. Doch we behoeven niet eens zo ver te gaan om het wonder van een vlees etende plant te aanschouwen: ons land wordt bewoond door drie van hun families. Het Vetblad, dat een beetje eenzaam is naast de Zonne dauw, die vertegenwoordigd is met drie soorten en een bastaard en het Blaasjeskruid, waarvan vijf soorten geteld zijn. Het Vetblad (Pinguicula vulgtria is te vinden op blauwgraslanden en moerassige heidevelden. Het wordt echter zeer zeldzaam. Zijn bladeren, waarvan de randen licht omhoog zijn gebogen, liggen op de aarde. Komt een insect af op het dunne laagje verraderlijk vocht (dat het blad een vettig aanzien geeft) dan krullen de bladeren onmiddellijk op en het dier is een kind der doods. Gewone verschijningen. De Zonnedauw (Drosera rotündi- folia) komt voor in vochtige heide en veenplassen. Het plantje heeft geen chlorophyl of groene kleurstof en valt dadelijk op door zijn roodach tige kleur. De bladeren zijn bezet met klierharen, aan het uiteinde waar van als dauwdruppeltjes, fijne drup peltjes kliervocht hangen. De tentakels aan de bladranden zijn langer dan die op het blad. Wan neer een mug of vliegje het blad raakt, vouwen de lange haren zich naar elkaar toe en trekt het hele blad hol, waardoor de ongelukkige meegesleept wordt naar het centrum van het blad, waar hjj door het klier vocht wordt ontleed. Bij het blaasjeskruid (Utricularla vulgaris) dat in alle fatsoenlijke slo ten te vinden is, bevinden zich in de lange, stevige ranken tal van kleine celletjes, die een ingang hebben, waarvoor minuscule haartjes een soort geleider vormen. De eigenlijke opening is afgesloten door een val luik, dat alleen naar binnen open gaat. Wanneer kleine wezentjes, als raderdiertjes, infusorien of water vlooien de haartjes raken opent zich de deur, om zich onmiddellijk achter de indringer te sluiten, die daardoor ten dode is opgeschreven. Scheppingswonder. Hoe verschillend de werkwijze van de verschillende vlees-etende families ook moge zijn, ze hebben de prooi en ze beschermen hun eigen voort planting. De bloemstengel van de verschillende planten is daartoe vol komen vrij van voetangels of klem men. Wanneer dus vliegje, mot of mugje een bezoek brengt aan de bloem, loopt het geen enkel gevaar. Wanneer het daarna nog verder op onderzoek trektMaar dan is de bestuiving al geschied. Heel merkwaardig zijn, uit het oogpunt van de voortplanting, wel de gewone, wilde Aaronskelk en een van de ficus-soorten. Het zijn geen van beide vlees-etende planten maar eenslachtigen, die insecten vangen om zich van hun voortplanting te verzekeren. Door een nauwe opening in de bloembodem vinden de gevangenen hun weg naar het vruchtbeginsel en ze kunnen niet eerder terug naar de vrijheid, voordat de haren, die de in gang afsluiten, zijn verwelkt. De beestjes kunnen dan naar hun vol gende klant vliegen, die ze door hun bezoek van nageslacht verzekeren. Deze vorm van vliegen afvangen, lijkt al veel op symbiose of noodza kelijke samenleving. Maar daarover hebben we het een volgende keer. ZO wordt men MILJONAIR VERGAARDE FORTUIN EN GAF HET WEER UIT AAN LIEFDADIGHEID Toen zijn bankdirecteur hem kon gelukwensen met de eerste mil joen lire die op zijn rekening ston den wilde Gasldni wel eens naar huis terug. Zijn ouders waren gestorven en hun kinderen hadden zich elders gevestigd. Een speculant had het be drijf opgekocht. Hij kocht het terug, stichtte een inkoopcentrale met tal van filialen in Noord-Italië voor olie houdende vruchten en kocht met het geld, dat hij daarmee verdiende, fa brieken voor vaten en blikken kan nen, drukkerijen en andere bedrij ven. Hij rustte niet op zyn lauweren. Van negen uur 's avonds tot twee uur in de ochtend lag hij op bed, deed zijn uitgebreide correspondentie af tot vier uur, stond dan volgens een gewoonte, die hij in zijn kinder jaren had aangenomen op, en be sprak vanaf zes uur op zijn bureau allerhande kwesties met zijn afde lingschefs. Na jaren van voorspoed werd graaf Gerolamo Gaslini door een grote slag getroffen: een van zijn beide dochters stierf op elf-jarige Gerolamo Gaslini was rond de eeuwwisseling een klein schoffie ir. haveloze kleertjes, die de gewoon te van zijn vader had overgenomen, om nooit iets, dat nog enige waarde zou kunnen hebben, achteloos voor bij te gaan zonder het mee te ne men. Lege blikjes, kartonnen dozen, een vod nam Gerolamo mee naar •huis, waar zijn vader al klaar stond om van de versleten lap een sjaal, een das of een zakdoek te maken. De jongen dacht echter verder. Hij ver kocht gekleurde bonbons aan de middelbare scholen orn van het over gespaarde geld een reis naar de nieu we wereld te kunnen betalen. Maar hij strandde al in de havenstad Ge nua. Op zoek naar een kleine ver dienste om in het leven te kunnen blijven keek hij maar weer eens in het rond, ontdekte een paar jute zakken en maakte van drie wegge gooide zakken twee keurige nieuwe. Hij verkocht ze aan een aardappel handelaar en langzamerhand stegen zijn inkomsten. Zelfs zóver, dat hij een handel in gloednieuwe jutezak ken kon gaan beginnen. In de kassen van de Leidse Hortus Botanicus maakten we deze foto van een Nepenthes. Links op de voor grond een van de bekers, waarin de plant zijn slachtoffers vangt. Twee andere bekers zijn reeds verwelkt De pijn verdwijnt direct wanneer U Witte Kruispoeders inneemt. Afdoende tegen ze nuw- en rheumotUche pijnen. (Advertentie) leeftijd in enkele dagen aan buik- vliesontsteking. Met hun vermogen van 160 miljoen gulden richtten de diepbedroefde ouders Gerolamo en Lorenza het „Giannina Gaslini Fonds" op. Hun eigen villa stonden ze zelfs af aan de instelling en na men genoegen met een paar kanjers op de bovenverdieping. Ingenieurs, architecten en kinder artsen reisden jaren achtereen door de wereld. Plannen kwamen tot stand voor de polikliniek, het univer- siteitshospiaal, chirurgie en wat al niet meer voor een vondelingente huis en een inrichting voor buiten echtelijke kinderen en zuigelingen. In 1932 stonden in Nervi, een bad plaats aan Frankrtfk's zuidkust, 17 paviljoens met terrassen en woon huizen. 40 Artsen, zes professoren en 700 verzorgers (sters) stelden hun krachten ten dienste van duizend kinderen. De andere dochter van de Gaslini's brengt haar vrije tijd graag in het ziekenhuis door. Haar jonggestorven zus vormde tot het geheel de aanleiding en het vroegere schoffie uit het Italiaanse plaatsje Monza heeft aan zijn ver driet op bewonderenswaardige wijze gestalte gegeven. (Gegevens ontleend aan „Zo maakt men miljoenen", uitg. Ad. M. C Stok). Zo stelde de „American Weekkly" van 4 januari 1925 zich de ontsnapping voor van een reiziger, die in de binnenlanden van Mindanao in de ban was geraakt van een mensenetende boom. Met veel moeite gelukte het een van zijn dragers, de man weg te sleuren. Uit onze taaltuin Doorlopende voorstelling. 'cis uit 't hoofd zetten. Veestapel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 9