KOPPENSNELLEN - x 1 4 v 4 ISCHE De dood loert in de regenwouden van N. Guinea De man uit het stenen tijdperk moet zijn denkwijze veranderen DE LEIDSE COURANT IJET OERWOUD VAN NIEUW GUINEA heeft niets van die romantiek,ze niet op hun vergeten plek grond waarvan men in het Westen vaak droomt. Onmetelijke wouden met j in vrede naast elkander leven? Als u hoge bomen en vol weelderig groen worden in de verbeelding graag be- dat aan een Papoea zoudt vragen^» —„1Irl -4 1.11_ J 1 I u:; 1.1.U volkt met kleurige vogels, vreemde dieren en behendige mannen, die in de stralende zon en in zalige onwetendheid van alle narigheden der beschaafde w^j-eld, onbekommerd en in vrede daar rondscharrelen, precies zoals ze zelf willen. In de regenwouden van Nieuw Guinea komt niet de vrede van de Stilte en de rust, maar loert de angst aan alle kanten. Dit is het land van de modder en van de moerassen, waar verkeer slechts mogelijk is met kleine bootjes of met inlandse prauwen; het land van de muskieten en de vliegen, bloeddorstige insecten; het land ook van de kannibalen en de koppensnel lers. Want in dat land, dat volgens westerse begrippen volmaakt onbewoon baar is, wonen mensen, barbaarse wilden, de minst beschaafden van alle volkeren ter wereld, die geen uur zeker zijn van hun leven. Missionarissen arbeiden met veel tact en eindeloos geduld r\K LANDSTREEK, WELKE wli nu speciaal op het oog hebben, is de Asmat, het meest barbaarse ge bied van Nieuw Guinea, waar het driehonderd dagen per jaar regent en de mensen nauwelijks nog de naam van mens schijnen te verdie nen, omdat zij slechts twee hoofdge dachten kennen: snellen en kanni balisme. In de overige delen van het nog weinig bekende binnenland mag het al hier en daar iets beter zijn, maar veel beter en vredelievender is het er ongetwijfeld njet. Ook de sneltochten mogen door het binnen landse bestuur zoveel mogelijk wor den onderdrukt en niet zonder succes verdwenen zijn ze nog geensrins. In de Asmat kwamen verleden Een kanton van het Nederlandse be stuur ergens in Nieuw-Guinea. jaar nog gefegeld sneltochten voor, welke aan het Nederlandse bestuur en de Missie bekend werden, en men vraagt zich af, wrat er nog voorvalt in die ontoegankelijke gebieden, waar een blanke een onbekende ver schijning is. Wanneer een moordpar tij gemeld wordt, kan 't Nederlands bestuur er soldaten heenzenden, maar zij kunnen er zeker van zijn, dat bij hun aankomst de kampong verlaten is en de bevolking in hun snelle prauwen verdwenen is in de kreken en de watertjes van het bos, waar men dagen en maanden zou kunnen zoeken zonder er één in boorling te vinden. Een beschaafd mens vraagt zich onwillekeurig af, wat die Een Papoea, die er nogal vriendelijk uitziet, maar niettemin aan een snel- tocht heeft deelgenomen. hij u een eerlijk en rechtstreeks antwoord zou willen geven, zou hij ongetwijfeld zeggen, dat het maat schappelijk leven toch onmogelijk is zonder gesnelde koppen! De Papoea's moorden doorgaans niet uit louter moordzucht, maar omdat het kop pensnellen nu eenmaal de basis vormt van hun maatschappelijk stel sel, van hun adat, van "hun rechts bestel. Daar is bijv. de maatschappelijke plicht van de weerwraak. ZoaLs men weet, vormen de Papoea's geen ho mogeen volk, maar vallen zij uiteen in talloze stammen, die weinig con tact met elkaar hebben (begrijpelijk trouwens in zo'n land) en die zelfs elkanders taal niet verstaan. Komt iemand van de ene stam op één van zijn tochten met de prauw toevalli gerwijze met lieden van een andere stam in aanraking, dan is de kans groot, dat hij om welke reden dan ook vermoord wordt. Zo'n moord moet gestraft worden en die plicht rust op de familie van de vermoorde. Het kan jaren duren, maar op een gegeven moment wordt de moord ge wroken. Hetgeen weer de plicht van de desbetreffende familie oproept om weerwraak te nemen. En zo gaat dat door, waarbij de wederzijdse moord partijen niet beperkt blijven tot de direct betrokkenen. TTULKE WRAAKOEFENINGEN zijn op zich nog begrijpelijk, maar erger gaat het worden als men bedenkt, dat pas het doden van een mens iemand in de ogen van zijn mede-stamgenoten tot man maakt. Een jonge Papoea, die nog niets ge presteerd heeft, is geen kerel; en die prestatie is officieel: een andere te hebben verslagen en wel op een snel- tocht. Vooral in de ogen van de vrou wen is een man, die nog niet op snel- tocht geweest is, een slappeling en zij zullen hem op alle mogelijke ma nieren tarten en uitdagen, totdat ook hii met een gesnelde kop thuis komt. Men heeft wel eens gezegd, dat het Nederlandse bestuur bij het .te gengaan van de sneltochten, liever de vrouwen dan de mannen moest straffen. En dat is begrijpelijk, want zij zijn het doorgaans, die de man nen ophitsen. Missionarissen, die al jaren onder de Papoea's hebben ge leefd, weten te vertellen, dat de mannen liever lui dan moe zyn en dat zij als regel helemaal geen zin hebben om te gaan snellen, omdat zo'n sneltocht weliswaar roem en eer en heel wat napret in de vorm van feesten en lekker vlees oplevert, maar ook gevaarlijk is, want het ri sico, dat men z'n eigen leven erbij inschiet is niet denkbeeldig. Van daar dat de mannen van de stam veelal door de vrouwen geprest moe ten worden om er op uit te trekken. HTER VERONTSCHULDIGING van de Papoea-dames mag wel wor den aangevoerd, dat haar ophitserij ook niet altijd wordt ingegeven door bloeddorst of door hun ijdel'heid om een knappe „moordman" te bezitten. In vele gevallen is het te doen om de koppen. Volgens de oude gebrui ken kan een jongen niet tot man worden als hij niet het z.g. initiatie ritueel meemaakt en daarbij is een vers gesnelde kop onmisbaar. Hij moet dan althans zo gaat het bij de primitieve Asmatters met zo'n afgehouwen mensenhoofd op zijn knieën twee dagen blijven zitten en mag zijn ogen er niet vanaf hou den. opdat de kracht van de kop in hem overga en hij zodoende bewij zen kan die eigenschappen van durf en uithoudingsvermogen te bezitten, welke onontbeerliik ziin om later een dapper en onversaagd man te wor den. Voorts zijn er koppen nodig voor het sluiten van een huwelijk. Pater Meuwissen, die jarenlang onder de Mappiërs (een iets hoger staancte stam dan de Asmatters) heeft ge werkt, heeft eens verteld, dat hij zijn mensen van het koppensnellen pro beerde af te houden en ten antwoord kreeg:: „Maar pater, hoe kunnen on ze jongens en meisjes dan trouwen?'' Zonder vers gesnelde koppen ging dat eenvoudig niet, ze zouden nooit kinderen krijgen. Bij de dood van een gezinshoofd behoort de weduwe een rouwgewaad aan te trekken. Dat rouwgewaad be staat uit boomschors, wat een mate riaal is. dat niet bepaald aantrekke lijk is; het is onzacht in het dragen en de draagster ziet er niet appetij telijk uit Zij mag dat gewaad niet eerder afleggen dan nadat er een bepaalde ceremonie is gehouden, waarbij ook alweer een kop onmis baar is. Wanneer er een paar we duwen in het dorp rondlopen, rullen zij alle mogelijke moeite doen om de mannen te bewegen verse koppen te gaan halen. Zo is het hele maatschappelijke leven van de Papoea verweven met rituele gebruiken, waarbij koppen onontbeerlijk zijn. Wanneer de vrou wen dus aandringen op het ver schaffen van verse koppen, vindt dat voor een groot deel z'n oorzaak ook in de grotere gehechtheid van ae vrouwen aan traditie en rituele ge bruiken. Onlangs werd melding gemaakt van onlusten onder de inboor lingen van Nieuw Guinea in het vrijwel ontoegankelijke gebied ran de Wisselmeren. De onrust is thans weer verdwenen en bleek te zvn ontstaan door het verzet van de ouderen tegen af schaffing van vroegere en voor het Nederlandse bestuur niet meer toelaatbare gebruiken. Of schoon het hier in dit geval geen koppensnellerij betrof, is deze lugubere gewoonte wel één van de oude tradities, welke met kracht worden tegengegaan. Het onderdrukken daarvan is even wel uiterst moeilijk, juist omdat het koppensnellen gebaseerd is op de maatschappelijke begrip pen en tradities van deze inboor lingen. Wij vertellen er in bijgaand artikel meer van. De illustraties zijn ontleend aan het boek van Anthony van Kampen „Wijkende Wildernis". ¥7 EN SNELTOCHT IS VOOR DE Papoea-mannen altijd een pe riode van een doorlopende roes. Op het woord van een tovenaar, die de leider is bij rituele plechtigheden, wordt (letterlijk) van wal gestoken en zingend pagaaien de snellere, in hun uitgeholde boomstammen staan de, de rivier op. Om een al te vlugge weerwraak en al te gemakkelijke herkenning te voorkomen, kiest men bij voorkeur geen stam of kampong in de allernaaste omgeving uit, maar maakt men liever een roeitocht van een paar dagen. Op de plek aange komen wordt niet tot een openlijke aanval overgegaan, maar verbergt men zich in het bos. Een Papoea- krijger is geen ridderlijke soldateske figuur, maar hij sluipt bij nacht na der. Het uur vlak voor de ochtend schemering is het beste ogenblik om de kampongbewoners te overvallen, want dan slapen ze vast. De eigen lijke overval geschiedt razend snel Om het element van verrassing zo veel mogeliik uit te buiten. Schild wachten bij de mannenhuizen kent men niet, zodat men volop gebruik kan maken van de zorgeloosheid van de slapenden. Op het moment, dat de snelhoorn geblazen wordt, als sein van de aanval, geschiedt alles blik semsnel. Met hun speren, knotsen en dolken van geslepen beenderen wor den de door schrik verlamde arme drommels gedood, waarbij ook vrou wen en kinderen niet gespaard wor den. Wanneer alles wat niet vluchten kon, gedood is, begint het ritueel van de onthoofding en vervolgens het kannibalistische eetfestijn. Wat niet direct opgegeten kan worden, wordt meegenomen naar huis en daar begint het feest nog eens op- De neusversiertng van deze Papoea Is van mensenbeen. Een hele vloot van vlugge prauwen. nieuw. Alles gaat volgens van ouds overgeleverd ritueel, al verloopt dat ritueel bij de ene stam anders dan bij andere stammen. IUIST DE OMSTANDIGHEID, dat al die moordpartijen door het adat der inlanders rijn geregeld en ge wettigd en steunen op hun overi gens nog vrjj duistere religieuze en maatschappelijke opvattingen, maakt het uitroeien van deze lugu bere practijken zo ontzettend moei lijk. Jaren en jaren van moeizame be schavingsarbeid door de missiona rissen is nodig om deze mensen het besef bij te brengen, dat het moor den een misdrijf is, en dikwijls is de vrees voor een (voor hen onbegrij pelijke) straf door het gouvernement het enige middel om er van af te zien. Zij zijn nu eenmaal opgegroeid in een bepaald rechtsbestel, dat door hen het enig mogelijke en het enig juiste wordt geaoiht en men kan hun deze grondslag voor hun leven moei lijk afnemen zonder er iets andere voor in de plaats te geven. Dat andere moet dan zijn de Wes terse levensbeschouwing, liefst de Christelijke moraal en de Westerse begrippen omtrent eerbied voor het leven en eerbied voor de wet en het princiep van nooit ofte nimmer eigen rechter te spelen, doch de wraak li'ifrÜVi'Üdai! over te laten aan een voor hen vreem de overheid. Dat vereist een omscha keling van mentaliteit, welke zelfs voor een man uit de 20c eeuw te veel zou kunnen z\jn, laat staan voor iemand, die zó uit het stenen tijdperk opduikt. Hier is veel geduld. voe4 begrip en veel volharding nodig en het vinden van de juiste metbode van opvoeding. Onze missionarissen zijn al jarenlang aan het zoekèn naar de beste methode; zij trachten ook langs wetenschappelijke weg (o.a. door het uitzenden ven ethnologen) door te dringen in de primitieve maar moeilijk te doorgronden ge dachten gang van de inboorlingen '*n hen te wennen aan geregelde arbeid; zij trachten met behoud van wat bruikbaar is een aanpassing te vin den. Pas wanneer na veel mislukte experimenten die aanpassing vol tooid zal zijn, zal dc gedachte aan sneltochten en kannibalisme uitge roeid zijn. I vestigen zich In de BELGISCHE CONGO Op 2 maart en op 31 maait zullen telkens twee Medische Missiezusters naar de Belgische Congo vertrekken, om er in het apostolisch vicariaat van Inongo (even boven Leopoldstad) een kraamkliniek en later een zie kenhuis te vestigen. Dit is de eerste nederzetting van de Medische Missiezusters uit Im- stenrade in de Congo in een zeer arm en achterlijk gebied, waar de kindersterfte ongeveer 75 is. Als plaats van vestiging werd Pendzwa gekozen, waar reeds een kleine kraamkliniek tot stand komt. Deze werkelijk zware onderneming van de Medische Missiezusters vindt steun bjj de Ned. Vrouwelijke Jeugd beweging, die op verschillende ma nieren haar functie als Thuisfront zal uitoefenen, zoals de Kajotters de le ken in Tanganyika in de rug steunen. De jeugd van Oosterhout heeft b.v. op zich genomen de lakens voor de zusters te verzorgen. Daar de vestiging op Belgisch grondgebied geschiedt, nebben de zusters aan de toelatingseisen van de Belgische Regering moete n voldoen. Zij hebben een voorbereidende cur sus aan het Tropisch Instituut te Ant werpen gevolgd. Op zijn beurt steunt het Belgische gouvernement de aan bouw van de nederzetting, zonder nochtans reeds een b(jdra;:e te leve ren in de honorering der ziekenver pleging. De provinciale overste der Medische Missiezusters, <!ie dc voor bereidende besprekingen met Mgr. J van Cauwelaert gevoerd heeft, heeft tot deze vestiging besloten, omdat er in dit gebied van 246.843 inwoners geen enkele vorm van deskundige ziekenverpleging bestaat. Het aantal katholieken in het vi cariaat bedraagt 65,796. Het afscheid van de zusters, Gu- lielma van Hövell van Wezcnfeld vn Westerflier (Maastricht). Jacinta Pauwels (Herwen), Christma Zoon tjes (Tilburg) en Barbara Vernoov (Colken) geschiedt tijdens de avond mis, welke op 1 maart in de St. Pan- eratiuskerk te Heerlen wordt opge dragen. Dan ontvangen de zusters bet mis- iekruls; pater P. Wessehng C.ssR. preekt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 7