Wie puzzelt mee
Ligt voet
V
De Ringelingsch
Mfc Sarco-globine
In de Krantentuin
ZATERDAG 23 FEBRUARI 1957
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 9
Horizontaal: 1. muur, 5. metalen
haak, 9. rivier in Engeland, 11. ma
nier van klederdracht, 12. gebrek in
gegoten ijzer, 13. zeehond, 15. sport-
term, 16. losgeraakte draad van een
weefsel, 20. doortochtgeld, 22. zyri-
vier van de Maas in België, 26. an
dere naam van Wodan, 27. gesloten,
29. familielid, 31. stad in Italië, 32.
zoon van Jacob, 33. gem. in N.H., 35.
laag, gering, 36. emeritus (afk.), 37.
lichte bedwelming, 38. vlug, 39. van
het teken af te herhalen (afk. in de
muziek), 40. boterton, 41. afkorting
van titanium, 43. vruchtje, 44. le
vensvocht in organische lichamen,
45. ontkenning (Eng.), 46. akelig, 48.
staat meestal boven drukwerk, 50.
3e zoon van Jacob en Lea, 52. gem.
in N.H., 53. familielid, 55. meisjes-
raam, 57. mooi gedeelte in Gelder
land behorende onder de gem. Groes-
beek (bestaat uit 3 woorden), 60.
Nederl. schilder, leerling van Rem
brandt, 61. gem. in Drente, 63. zot,
64. water in Utrecht, 65. soort ka
beljauw, 66. langzaam, 68. heeft een
haan, 70. interest, 71. tam, 73. bedekt
bloeiende plant, 74. waterkering, 75.
rivier in Nederland, 77. halsjuk van
een paard, 78. geneesheer, 79. meis
jesnaam.
Verticaal: 1. voertuig, 2. wissel
borgstelling, 3. zandheuvel, 4. afkor
ting van dyne, 5. lengtemaat (afk.),
6. roodachtig, 7. de gezamenlijke
edelen, 8. lengtemaat, 10. bedorven,
14. gereedschap om gaten te maken,
16. ontgonnen land, 17. byb. figuur,
18. Europeaan, 19. deel van de on
derarm, 21. Limburgse klei, 23. op
telling, 24. mannelijk beroep, 25. een
maal, 27. gem. zowel in Z.H. als in
Utrecht, 28. eerstvolgende (afk.), 30.
gem. in Groningen, 33. raamscherm,
34. maand van het jaar, 37. soort,
40. steen, 42. honigbij, 44. jongens
naam, 45. spitse bek van een vogel,
47. vis, 48. geweven band, 49. lip-
haren, 51. het oude Mesopotamië, 52.
lusthof, 53. overzetvaartuig, 54. wier-
soort, 56. vogel, 58. gewicht, 59. af
korting van neon, 60. mandje, 62.
toonladder, 65. devies, 67. genoeg
gekookt, 69. insektenetend zoogdier,
70. voorlichting, 72. huisdier, 74.
laagvlakte, 76. stoomschip (afk.), 77.
uitroep.
Alle abonnees, die deze week een
goede oplossing inzenden op bij
gaand kruiswoordraadsel, dingen
weer mee naar een taart, een sie
raad of een boek.
De oplossingen moeten daartoe
vóór donderdagavond in het bezit
zijn van de puzzleredaktie van dit
blad.
OPLOSSING VAN VORIGE WEEK.
Horizontaal: 1. overleg, 7. ressort,
13. lakei, 14. oraal, 15. maïs, 17.
dreef, 19. Pisa, 21. ert, 23. ook, 25.
ets, 26. nietig, 29. bonnet, 31. etui,
32. made, 33. kennel, 37. reseda, 41.
are, 42. tas, 44. log, 45. rats, 47. Si
mon, 49. sire, 50. tante, 52. lotus, 54.
grondel, 55. olifant.
Verticaal: 1. Ommen, 2. elite, 3.
ras, 4. L.K., 5. eed, 6. giro, 7. roek,
8. erf, 9. sa, 10. sap, 11. oliën, 12.
toast, 16. Ari, 18. Eos, 20. sté, 22. li
ter, 24. model, 27. ten, 28. gul, 29.
bar, 30. Nes, 33. karig, 34. era, 35.
netto, 36. ram, 38. Elisa, 39. dor, 40.
agent, 42. Tiel, 43. solo, 46. San, 47.
sté, 48. nol, 49. suf, 51. n.d., 53. Ti.
Er waren weer vele gegadigden
voor de beschikbaar gestelde prij
zen. De sigarettenkoker werd toebe
deeld aan Jac. Vork, v. d. Waals
straat 62, Leiden; het sieraad aan:
C. v. d. Voort, Miening 5, te Zoeter-
woude en het boek kwam terecht by:
A. Touw, Geerweg 13 in Langeraar.
De prijzen worden de gelukkige
winnaars toegezonden.
Aetherklanken
ZONDAG.
TELEVISIE-PROGRAMMA.
IKOR: 17.00—17.45 Kerkdienst uit
de Doopsgezinde kerk te Westzaan.
HILVERSUM I, 402 m.
8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA.
18.30 VPRO. 19.00 IKOR.
20.00—24.00 AVRO.
8.00 Nieuws. 8.18 Voor het platte
land. 8.30 Gevar. progr. 9.45 Geeste
lijk leven, caus. 10.00 Violen en cel
lo. 10.20 Met en zonder omslag. 10.50
Muzikale caus. 11.20 Cabaret. 12.00
Lichte muz. 12.30 Sportspiegel. 12.35
Even afrekenen, Heren! 12.45 Orgel
spel. 13.00 Nieuws. 13.10 Meded. of
gram. 13.15 Gevar. progr. v. d. stryd-
krachtcn. 14.00 Boekbespr. 14.20 Clt-
vecim bel recital. 14.30 Het Interna
tionale Geophysisch Jaar, caus. 14.50
Strykkwart. 15.40 Meisjeskoor. 15.55
Dansmuz. 16.30 Sportrevue. 17.00 Zi-
geunerork. 17.30 Voor de jeugd. 17.50
Nieuws en sportuitsl. 18.05 Sport-
journ. 18.30 Remonstrantse kerk
dienst. 19.00 Voor de kinderen. 19.30
Radiozondagsblad. 20 00 Nieuws. 20.05
Gevar. muz. 20.45 De man in de
schaduw, hoorsp. 21.10 Kamermuz.
Voordr. 21.45 Pianorecital. 22.00 Her-
sengym. 22.20 Gram. 22.50 Act. 23.00
Nieuws. 23.15 Ga nog niet weg! 23.35
24.00 Gram.
HILVERSUM II, 298 m.
8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO.
17.00 IKOR. 19.00 NCRV.
19.45—24.00 KRO.
8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 8.25 Hoog
mis. 9.30 Nieuws en waterst. 9.45
Geestelijke liederen. 10.00 Leger des
Heilssamenkomst. 11.30 Gram. 11.45
Kerkconcert. 12.15 Gram. 12.20 „De
wet van ons leven", klankb. 12.40
Lichte muz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00
Nieuws en kath. nieuws. 13.10 Dans
muziek. 13.45 Boekbespr. 14.00 Voor
de jeugd. 14.30 Promenade ork. en
solist. 15.15 Fries halfuur. 15.45 Mu
zikale caus. met illustr. 16.15 Sport.
16.30 Vespers. 17.00 Jeugddienst.
18.00 De Kerk aan het werk. 18.15
Filmrubriek. 18.25 Muz. caus. 18.30
Overpeinzingen van een Dorpsdomi
nee. 18.40 Radioschipperscatechisatie.
19.00 Kerkelijk nieuws. 19.05 Samen
zang. 19.25 Zondagsavondgesprek.
19.45 Nieuws. 20.00 Gevar. progr. v.
d. strijdkrachten. 20.30 Act. 20.45 De
gewone man. 20.50 Cabaret. 21.20 U
bent toch ook van de partij?, caus.
21.30 „De Witte Hel", hoorsp. 22.15
Gram. 22.45 Avondgebed en liturg,
kal. 23.00 Nieuws. 23.15 Sopr. en
piano. 23.4024.00 Gram.
MAANDAG.
TELEV1SIE-PROGRAMAL.1.
AVRO: 20.30 Filmportret van Joe
Pasternak. 20.55 Interview. 21.15
Modeshow. 21.4022.00 „Ontmoetin
gen in Afrika".
HILVERSUM I, 402 m.
7.00 VARA. 10.00 VPRO.
10.20—24.00 VARA.
7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de
vrouw. (9.35—9.40 Waterst.). 10.00
Voor de oude dag, caus. 10.05 Mor
genwijding. 10.2O Gram. 11.05 Idem.
11.30 Viool en clavecimbeL 12.00 Or
gel en zang. 12.30 Land- en tuinb.
TELEVISIE
GANGETJE 12
Advertentie»
meded. 12.33 Voor het platteland.
12.38 Lichte muz. 13.00 Nieuws. 13.15
Voor de middenstand. 13.20 Piano
trio. 13.45 Voor de vrouw. 14.00
Voordr. cn muz. 14.30 Je moet een
beetje van de mensen houden, hoor
spel. 15.25 Zestig minuten voor boven
de zestig. 16.25 Gram. 17.15 Dansmuz.
17.50 Mil. comm. 18.00 Nieuws en
comm. 18.20 Lichte muz. 18.40 Par
lementair overz. 18.55 Voor de jeugd,
19.05 Cellorecital. 19.35 Act. 19.45
Regeringsuitz.: Landb. rubr.: Ar-
beidsproduktiviteit in de landbouw.
20.00 Nieuws. 20.05 De familie Door
snee, hoorsp. 20.35 Gevar. muz. 21.15
Gevar. progr. v. d. strijdkrachten.
21.55 De Arabische wereld, caus.
22.10 Radiophilharm. ork. 23.00
Nieuws. 23.15 Lichte muz. 23.40
24.00 Gram.
HILVERSUM II, 298 m.
7.00—24.00 NCRV.
7.00 Nieuws cn SOS-ber. 7.10 Ge
wijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een I
woord voor de dag. 8.00 Nieuws en
weerber. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram.
9.00 Voor de zieken. 9.25 Voor de
vrouw. 9.30 Gram. 9.35 Mastklim-j
men. 10.05 Gram. 10.30 Theologische
Etherleergang. 11.10 Gram. 11.20 Ge-i
var. progr. 12.25 Voor boer en tuin-'
der. 12.30 Land- en tuinb. meded.
12.33 Vocaal ens. 12.53 Gram. en act.
13.00 Nieuws. 13.15 Metropole ork.
13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35
Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15
Promenade ork. en soliste. 15.50
Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Fil
harmonisch sextet. 17.00 Voor de
kleuters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30
Gram. 17.40 Koersen. 17.45 Rege
ringsuitz.: Rijksdelen Overzee: ir.
KRO en AVRO strijden
om zelfde programma
De heer SUn Haag heeft een Quii-
programma (vraag en antwoordspel)
voor de televisie bedacht, dat nu in
de hoogste kringen van de AVRO en
KRO een ernstig conflict heeft doen
ontstaan. Beide omroepen eisen n.l.
het alleen-opvoerlngsrecht van dit
TV-spel.
De heer Stan Haag heeft het n.l.
eerst aan de KRO aangeboden. Deze
bood echter een te laag bedrag.
Daarna is hy met zijn idee naar de
AVRO gewandeld en Ger Lugten-
burg, het hoofd van de programma-
sectie, bood hem een veel hogere som.
Vervolgens heeft hij het idee aan de
AVRO verkocht.
Beide omroepen hebben echter het
idee zich al eigen gemaakt en het
spel aan hun TV-kUkers aangekon
digd.
De KRO heeft het idee, dat men bij
een advocaat heeft gedeponeerd, al
in een reeds eerder opgezette quiz
verwerkt. De AVRO wil zich dit idee
echter niet meer laten ontnemen. Zij
geeft haar rechten niet op. Ook zij
zal het programma op de TV brengen.
Het plan behelst een soort wed
strijd, die de TV-kijkers direct bij
het programma interesseert. Zij kun
nen een cijfercode insturen, zoals bij
de voetbalpool en de uitslag wordt
beïnvloed door de loting van de drie
quiz-deelnemers. De kykers hebben
hierdoor de kans op mooie prijzen.
Wanneer II
ziek benl |ewee«l.„
en Uw oude krachten nog maar
niet willen terugkeren, gebruik dan x"
een« Sarco-globina. Dit KRACHT-
TONICUM bevat alle Mogen Hm-
voor hcntel en versterking nodig
A G I UW APOTNIKI* Of DBOCiST
ipacioia tomtntltlling
(Advertentie).
F. A. Langguth Oliviera: Polders in
Suriname. 18.00 Orgelspel. 18.30
Sport. 18.40 Engelse les. 19.00 Nieuws.
19.10 Sopr. en gitaar. 19.30 „Volk en
Staat", caus. 19.45 Ifoutblazersens.
20.00 Radiokrant. 20.20 Lichte muz.
20.45 „Jacht naar room cn fortuin",
hoorsp. 21 45 Koorzang. 22.10 Boek
bespr. 22,25 Clavecimbelrecital. 22.45
Avondoverdenking. 23.00 Nieuws.
23.15—24.00 Gram.
EEN TROUWE VRIEND
(Vervolgverhaal)
De volgende morgen was Robbie's
eerste gang naar het hondehok. Nog leeg!
Teneinde raad liep hij voor de zoveelste
maal naar het hek en zag buurman bezig
met het verzorgen van de planten. Robbie
dacht er niet meer aan. dat buurman
misschien nog boos zou zijn.
„Buurman, heeft u misschien Maxje
ook gezien. Hij is gisteren weggelopen",
vroeg Robbie met tranen in de ogen.
„Nee. jongen, niets gezien. Kom ook
maar eens in mijn tuin kijken", deed
buurman vriendelijk en hij had pret voor
tien. Hoe goed Robbie echter ook zocht,
geen spoor van Max te zien. Diep teleur
gesteld kwam hij weer thuis en aan tra
nen geen gebrek. Of moeder nu al zei:
„Jongen, Max komt vast en zeker weer
terug", het hielp allemaal niets. De dag
ging voorbij en de hond was en bleef
weg.
MAX OP DE BOERDERIJ
Niet zo gauw had buurman de bond
met kluif en al in de auto geduwd of
de boer zat al achter het stuur, gaf vol
gas en spurtte met een flinke vaart het
erf af, de hoofdweg op. Ze hadden nog
een lange tocht voor de boeg. Af en toe
keek de boer eens om. hoe de hond het
maakte en dan lachte hij tevreden. De
kluif was zó groot, dat Max er voorlopig
genoeg aan had. Hij knabbelde er aan,
dat het een lieve lust was en voorlopig
voelde hij het gemis van zijn baasje niet.
Toen de kluif zo goed als afgekloven
was. begon het dier eens rond te zien.
Hij sprong tegen zijn nieuwe baas aan
en begon kwaadaardig te grommen. De
boer voelde zich niet prettig, vooral niet
toen Max zijn sterke tanden liet zien.
Met zoete woordjes probeerde hU het
beest kalm te houden en dat lukte won
derwel. Bovendien had de hond slaap en
een lekker gevulde maag. Na korte tijd
sliep hij dan ook op de achterbank in en
de boer zuchtte van verlichting. Stel je
voor. dat de hond hem had aangevallen,
dan had hij hem vast en zeker de vrij
heid gegeven.
In razende snelheid reed de auto
verder. DeJ>oer wilde nog voor donker
thuis zijn. Plotseling merkte hij, dat de
benzinevoorraad op raakte en hij dus
nieuwe zou moeten innemen bij de eerst
volgende pomp. Zou Max blijven door
slapen? Kun je net denken. Zodra de
auto stopte, kwam er beweging in het
slapende dier. Hij rekte zich eens uit
en toen hij vreemde stemmen hoorde,
begon hij vervaarlijk te blaffen.
„Nou, dat is ook een kwAje", zei de
knecht bij de pomp en hij maakte dub
bele haast om maar vlug klaar te komen.
De boer betaalde en reed onmiddellijk
verder onder groot protest van Max, die
er uit wilde. Hij sprong blaffend tegen
het raampje op en keerde zich toen
tegen de boer, die het echt benauwd
kreeg. Hij voelde de hete adem van het
beest achter in zijn hals. Daar herinnerde
hij zich nog een zakje brood bij zich te
hebben. Hij haalde het brood er uit en
gooide het Max toe. De hond snuffelde
er aan. had blijkbaar nog honger en
begon het op te peuzelen.
„Ziezo, die is weer even stil", dacht de
boer gerustgesteld. Nu zou het niet zo
lang meer duren of ze waren thuis. De
rest van de weg moest hij nog verschei
dene malen zijn best doen om het snuf
felende en grommende dier van zich af
te houden. Onderweg zat de boer al te
verzinnen hoe hij Max uit de auto zou
kunnen krijgen, zonder hem de kans te
geven om te ontsnappen. Had hij maar
een stevig touw bij zich! In de auto was
nergens een touw te zien, dus zijn eerste
werk zou moeten zijn een touw of lange
riem te vragen.
De boerin had al geruime tijd naar
haar man uitgekeken. Toen ze dan ook
de auto hoorde aankomen, kwam ze al
naar buiten gelopen.
„Hoe kom je aan die hond?" vroeg ze
nieuwsgierig, toen ze het blaffende dier
hoorde.
„Dat vertel ik je dadelijk wel. Haal
vlug een stevig touw uit de schuur", riep
de boer door een kiertje van het raam.
Al gauw kwam de vrouw terug met
een lang, stevig touw. Ze reikte het haar
man aan en deze bond het snel aan de
halsriem van Max. die echter stevig
tegenstribbelde. Voor alle zekerheid had
de boer ook het touw aan zijn arm ge
bonden en dat was maar goed ook, want
niet zodra was het deurtje open, of de
hond, verlangend naar de vrijheid,
sprong wild en luid blaffend naar buiten.
Er was geen huis met hem te houden
toen hy merkte, dat hij nog vast zat.
De boerin had de schuurdeur al wijd
open gezet en met een handige beweging
wist de boer het dier binnen te krijgen.
Hij bond het touw stevig aan een dikke
paal en wist toen snel naar buiten te
lopen en de deur dicht te gooien. Wat
ging de hond te keer. Als een razende
begon hU te blaffen en aan het touw te
rukken, maar niets baatte. HU was en
bleef gevangen en de boer deed of hy
doof was. De boer durfde niet aan zyn
vrouw te vertellen op welke valse
manier hij aan die hond gekomen was en
maakte haar wys, dat hU hem van zyn
beste vriend gekregen had.
„Ik durf hem geen eten te geven", zei
de vrouw angstig, toen ze maar steeds
het wilde geblaf hoorde.
..O, voorlopig hoeft hU geen eten te
hebben. Onderweg heeft hU genoeg
gehad."
Die nacht sliepen de boer en zUn
vrouw niet veel, zó luid drong het blaf
fende geluid over het erf heen. En
MaxHoe maakte hU het die nacht?
Nu pas snapte het dier, dat hU niet by
zijn baasje was. Tot elke prijs moest hij
zien te ontsnappen. Maar hoe? Het touw
was behoorUJk dik en bovendien was het
pikdonker in de schuur. Moe van het
blaffen begon Max even rustig te worden
om met zUn hondenverstand na te den
ken en met zUn scherpe tanden begon hy
het touw stuk te knagen, 't Ging lang
zaam, maar tegen de morgen had hij het
door en woest begon hij de schuur op en
neer te rennen. Nu was hU bUna vry.
Alleen.... hoe kwam hij er uit? Tegen
de muur ontdekte hU een hoge ladder
en daar zou hU eens op gaan klimmen
om een uitgang te ontdekken.
(Wordt vervolgd.)
Correspondentie
Xelleke Pont, Lelden. Knap hoor,
Nelleke. om zelf al een briefje te schrij
ven. Mama mag gerust een handje
helpen. Je postpapier vind ik heel mooi.
Dag Nelleke. ook de groetjes aan mama.
Stuur je me nog eens een tekening?
Piet v. d. Berg, Sassen helm. Ik heb
heel wat aan je verhaaltje moeten ver
anderen. want de zinnen waren erg on-
duidelyk. Wil je voortaan alles eerst
goed overlezen?
HET IS WINTER
Ik ga een sneeuwpop maken. Ik ga
eerst een bal maken, dan een hoofd en
daarna de armen. Dan zet ik hem een
hoed op en geef hem een bezem in de
hand. Nu is hy klaar.
Ik ga sneeuwballen gooien. Daar komt
er een op zijn hoed. De hoed valt op de
grond. Nu gooi ik weer op zUn hoofd.
Op 't laatst is de sneeuwman weg. Daar
komt Kees aan. Hij vraagt of ik mee
ga glUden. Jan gaat ook mee en we
glijden op een mooie gladde baan. Kees
valt en hy bloedt. Nu gaat hy naar huis
en Jan en ik gaan ook naar huis want
het is tUd om te eten.
Tonnie Warnau. Leiden. Wanneer
Je geregeld de raadsels oplost, dan win
je ook vast en zeker wel eens een boek.
De boeken zyn altijd heel mooi. Meestal
winnen meisjes een meisjes- en jongens
een jongensboek. Je zusje Connie moet
ook beslist met ons meedoen.
DE KRAAI DIE VALS DEED
De kabouters waren allemaal druk
bezig om het bos zo mooi mogelyk te
maken, want de kabouterkoning was de
volgende dag jarig. Het zou een groot
feest worden. Ook de vogels zouden
meedoen. Alleen de kabouters wisten het
programma, maar verder niemand. Ein
delijk kwam de bewuste dag. De kabou
ters en dieren zaten allemaal te wachten
tot de koning zou komen. Eindelijk,
daar kwam hU aan in zijn rUtuig. Er
werd geklapt zoals nog nooit gedaan
was. 's Middags kwamen de wedstrijden.
Eerst waren de vogels aan de beurt.
Wie er het beste kon fluiten. Verschil
lende vogels waren al geweest. Nu was
de kraai aan de beurt. HU zat al te
wachten op een tak. Toen werd het
salvo gegeven en hU begon. Wat floot
hU mooi. Het was zó mooi. dat de ko
ning hem de eerste prUs toekende. De
koning vroeg hem wat hU het liefste
wou hebben, maar toen de kraai ant
woordde. viel er een fluitje uit zijn bek.
Wat was de koning boos! Hij mocht een
week niet in het bos komen. Na die
week vonden de kabouters hem dood op
het bospad liggen. HU was gevallen. Dit
was het einde van de kraal, die vals deed
MarUke Veen, Leiden maakte voor ona:
VACANTIE
Het was dinsdagmiddag. Ada kwam uit
school. Ze had gelukkig een mooi rap
port. Vader en moeder waren echt blij.
Vader had gezegd, dat ze een week naar
tante Els mocht als het rapport goed
was. Wat vond ze dat ttjn. Tante Els
woonde in Arnhem. Je moet dan een
heel eind met de trein en dat is leuk.
Ze ging naar haar kamertje om haar
koffertje te pakken. Toen dat klaar was
ging ze naar beneden, waar vader en
moeder al op haar zaten te wachten.
„Heb je goed aan alles gedacht?"
vroeg moeder.
„Ja, moeder", zei Ada.
„Goed, dan gaan we weg."
En daar gingen ze. Na een kwartiertje
lopen waren ze by bet station. Vader
kocht de treinkaartjes. Ze liepen naar
het perron en al gauw kwam de trein
binnen. Het was een lawaai van je
welste. Mensen gingen in en uit. Vader,
moeder en Ada troffen een lege coupé.
Ada ging meteen bij het raampje zitten.
De trein ging langs velden en weiden.
Wat was dat prachtig.
Daar stond de trein ineens stil en ze
moesten uitstappen. En wie stonden
daar? Tante Els en oom Bob. Wat een
verrassing. Ada heeft een fUne vacantie
gehad.
Marian Rooyakkers, Leiden. Alles
was prima in orde Marian.
Rla v. d. Geer, Voorhout. FUn, dat
je voortaan met ons meedoet. Vraag of
je vriendinnetje ook meedoet, dan kun
nen jullie eens samen een verhaaltje
maken. Wat zal moeder het druk hebben
met die negen jongenfe. JU hebt toch
zeker wel een handje? Dag Ria, groeten
ook aan je vriendin.
Idl Hoogenboom, R'veen, schreef een
verhaaltje over:
DOOR EIGEN SCHULD
Joke, een aardig klein meisje, woonde
in een drukke straat. Daar in die drukke
straat moest je het verkeer kennen.
Maar Joke kende dat niet. En als je het
niet kent, gebeuren er meestal onge
lukken.
Op een dag was ze met haar vrien
dinnetje Toosje aan het tollen op het
Kerkplein. Haar tol ging de rUweg op
en Joke liep de tol achterna. Ze keek
verder niet uit. Ze wilde weer terug met
haar tol naar het plein en lette weer
niet op het verkeer. Ze zag niet eens,
dat ze aan de linkerkant liep. Opeens.
daar kwam een auto aan cn Joke liep
pardoes tegen de auto op. Ze viel en
bleef liggen. Er kwam een man aan op
de fiets. De meneer uit de auto stapte
uit. HU belde een dokter op. De politie
stond er al gauw by. De dokter pakte
het kind op en zette het ln de auto. Toen
reed hy weg, maar de auto. waar Joke
tegenaan was gelopen, atond er nog. Die
meneer stor.d met de politie te praten.
Toen Joke thuis gebracht werd, schrok
moeder heel erg, maar toen ze hoorde,
dat het niet zo heel erg was, had ze
weer een beetje rust. Ze moest gauw in
bed en na drie weken was ze weer hele
maal beter. Ze kon nu weer lekker
tollen. Voortaan was ze toch wel voor
zichtiger.
Jeanette Ondshoorn, Rijpwrterlng,
vertelt ons een verhaaltje dat ze zeker
pas gehoord heeft en nu voor ons na
vertelt.
VAN EEN BOERIN. DIE „MAAR"
EEN BOERIN WAS.
In een coupé van een trein zat een
mUnheer en tegenover hem zat een
boerin. In de trein zaten veel reizigers,
die uit Lourdes kwamen.
„U komt zeker ook uit Lourdes". zei
de mynheer spottend en deed alsof hij
de wUsheid in pacht had. De boerin
voelde, dat die mijnheer een loopje met
haar wilde nemen en was dus op haar
hoede.
„Zeker", antwoordde de boerin.
„En heeft u daar veel gezien?"
„Ja, mijnheer en nog veel meer dan
ik gedacht had" en om te laten zien, dat
ze zich voor haar geloof niet schaamde,
nam ze haar rozenkrans en begon te
bidden.
„Hebt u daar ook de bron gezien?"
onderbrak de mUnheer onbeschaamd
haar gebed,
„Ja en ik heb ook van het water ge
dronken", zei de boerin.
„En hebt u ook de H. Maagd gezien",
vroeg hij spottend.
„Ja, en de hele H. Familie en ook de
herders en de Wijzen uit het oosten,
maar één ding ontbrak er."
„En dat was?"
„Dat was de ezel. maar dat kon niet
anders, want die ezel zit nu voor me."
De hele coupé schaterde. De mijnheer
kleurde en hield verder zUn mond dicht.
Annemleke de Groot, Bodegraven.
Wat zal je nichtje blij geweest zUn met
al die kaarten, die ze met Kerstmis van
de kinderen gekregen heeft. Leuk, dat
je nog een verhaaltje stuurde.
PIEP IN DE VAL
Piep was een klein muisje en leefde
tevreden met zUn vader en moeder op
de zolder bU boer Kielen, 's Nachts ging
hU altUd voorzichtig met zUn vader en
moeder naar de kelder. Daar lagen heer
lijke kazen en daar smulden ze heerlUk
van. Maar de boer had het gemerkt en
zette een val uit. Op een avonil ging
Piep weer naar de kelder. HU was erg
ondeugend en liep weg. Hij kwam vlak
bU de val. Daar zag hU een lekker brokje
spek. HU wou het pakken enhU
zat in de klem. 's Morgens ging de boer
kUken en hij zag Piep. Hij haalde het
muisje er uit en de poes van de buren
mocht hem oppeuzelen. Dat was het
einde van Piep.
Annie van Tol, Sassenheim. Natuur-
lUk mag je met ons meedoen. Je aardige
verhaaltje komt al meteen In de krant
en dat vindt Je zeker wel leuk.
VAN EEN ONDEUGEND JONGETJE
Er was eens een Jongetje van vUf jaar,
dat eens wilde weten hoe de wereld er
uit zag. Moeder was even weg en nu
kon hij veilig op verkenning uitgaan.
Verschillende straten was hU zo al door
gewandeld en toen vond hU dat het tUd
werd om weer naar moeder te gaan.
Maar toen wist hU geen weg meer. Iedere
andere jongen zou gaan huilen, maar
Bennie niet hoor. dat was een dappere
Jongen. HU wilde niet huilen. Toen een
heer hem voorbij wandelde, vroeg hij
beleefd: „Mijnheer, waar woont Bennie?"
Verwonderd keek die mijnheer hem eens
aan. „En wie ia Bennie?" vroeg hU
vriendelUk.
„Bennie, zo heet ik mUnheer, maar
waar woont Bennie?"
„Zo kleine vent, zeker te ver van huia
gegaan en nu weet Je niet meer waar jc
woont."
Bennie lachte maar eens. Aan de over
kant stond een agent. „Kom omar mee",
en de mijnheer pakte hem bU zijn handje
en bracht hem naar de agent. De agent
wist het wel, want Bennie liep wel meer
weg.
Dit is net weer voor deze weck en de
volgende week gaan wc met de briefjaa
en verhaaltjes weer verder.
Dag kinders
TANTE JO EN OOM TOON.
(35)