Wie puzzelt mee Ligt voet V De Ringelingsch Mfc Sarco-globine In de Krantentuin ZATERDAG 23 FEBRUARI 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 Horizontaal: 1. muur, 5. metalen haak, 9. rivier in Engeland, 11. ma nier van klederdracht, 12. gebrek in gegoten ijzer, 13. zeehond, 15. sport- term, 16. losgeraakte draad van een weefsel, 20. doortochtgeld, 22. zyri- vier van de Maas in België, 26. an dere naam van Wodan, 27. gesloten, 29. familielid, 31. stad in Italië, 32. zoon van Jacob, 33. gem. in N.H., 35. laag, gering, 36. emeritus (afk.), 37. lichte bedwelming, 38. vlug, 39. van het teken af te herhalen (afk. in de muziek), 40. boterton, 41. afkorting van titanium, 43. vruchtje, 44. le vensvocht in organische lichamen, 45. ontkenning (Eng.), 46. akelig, 48. staat meestal boven drukwerk, 50. 3e zoon van Jacob en Lea, 52. gem. in N.H., 53. familielid, 55. meisjes- raam, 57. mooi gedeelte in Gelder land behorende onder de gem. Groes- beek (bestaat uit 3 woorden), 60. Nederl. schilder, leerling van Rem brandt, 61. gem. in Drente, 63. zot, 64. water in Utrecht, 65. soort ka beljauw, 66. langzaam, 68. heeft een haan, 70. interest, 71. tam, 73. bedekt bloeiende plant, 74. waterkering, 75. rivier in Nederland, 77. halsjuk van een paard, 78. geneesheer, 79. meis jesnaam. Verticaal: 1. voertuig, 2. wissel borgstelling, 3. zandheuvel, 4. afkor ting van dyne, 5. lengtemaat (afk.), 6. roodachtig, 7. de gezamenlijke edelen, 8. lengtemaat, 10. bedorven, 14. gereedschap om gaten te maken, 16. ontgonnen land, 17. byb. figuur, 18. Europeaan, 19. deel van de on derarm, 21. Limburgse klei, 23. op telling, 24. mannelijk beroep, 25. een maal, 27. gem. zowel in Z.H. als in Utrecht, 28. eerstvolgende (afk.), 30. gem. in Groningen, 33. raamscherm, 34. maand van het jaar, 37. soort, 40. steen, 42. honigbij, 44. jongens naam, 45. spitse bek van een vogel, 47. vis, 48. geweven band, 49. lip- haren, 51. het oude Mesopotamië, 52. lusthof, 53. overzetvaartuig, 54. wier- soort, 56. vogel, 58. gewicht, 59. af korting van neon, 60. mandje, 62. toonladder, 65. devies, 67. genoeg gekookt, 69. insektenetend zoogdier, 70. voorlichting, 72. huisdier, 74. laagvlakte, 76. stoomschip (afk.), 77. uitroep. Alle abonnees, die deze week een goede oplossing inzenden op bij gaand kruiswoordraadsel, dingen weer mee naar een taart, een sie raad of een boek. De oplossingen moeten daartoe vóór donderdagavond in het bezit zijn van de puzzleredaktie van dit blad. OPLOSSING VAN VORIGE WEEK. Horizontaal: 1. overleg, 7. ressort, 13. lakei, 14. oraal, 15. maïs, 17. dreef, 19. Pisa, 21. ert, 23. ook, 25. ets, 26. nietig, 29. bonnet, 31. etui, 32. made, 33. kennel, 37. reseda, 41. are, 42. tas, 44. log, 45. rats, 47. Si mon, 49. sire, 50. tante, 52. lotus, 54. grondel, 55. olifant. Verticaal: 1. Ommen, 2. elite, 3. ras, 4. L.K., 5. eed, 6. giro, 7. roek, 8. erf, 9. sa, 10. sap, 11. oliën, 12. toast, 16. Ari, 18. Eos, 20. sté, 22. li ter, 24. model, 27. ten, 28. gul, 29. bar, 30. Nes, 33. karig, 34. era, 35. netto, 36. ram, 38. Elisa, 39. dor, 40. agent, 42. Tiel, 43. solo, 46. San, 47. sté, 48. nol, 49. suf, 51. n.d., 53. Ti. Er waren weer vele gegadigden voor de beschikbaar gestelde prij zen. De sigarettenkoker werd toebe deeld aan Jac. Vork, v. d. Waals straat 62, Leiden; het sieraad aan: C. v. d. Voort, Miening 5, te Zoeter- woude en het boek kwam terecht by: A. Touw, Geerweg 13 in Langeraar. De prijzen worden de gelukkige winnaars toegezonden. Aetherklanken ZONDAG. TELEVISIE-PROGRAMMA. IKOR: 17.00—17.45 Kerkdienst uit de Doopsgezinde kerk te Westzaan. HILVERSUM I, 402 m. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA. 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00 AVRO. 8.00 Nieuws. 8.18 Voor het platte land. 8.30 Gevar. progr. 9.45 Geeste lijk leven, caus. 10.00 Violen en cel lo. 10.20 Met en zonder omslag. 10.50 Muzikale caus. 11.20 Cabaret. 12.00 Lichte muz. 12.30 Sportspiegel. 12.35 Even afrekenen, Heren! 12.45 Orgel spel. 13.00 Nieuws. 13.10 Meded. of gram. 13.15 Gevar. progr. v. d. stryd- krachtcn. 14.00 Boekbespr. 14.20 Clt- vecim bel recital. 14.30 Het Interna tionale Geophysisch Jaar, caus. 14.50 Strykkwart. 15.40 Meisjeskoor. 15.55 Dansmuz. 16.30 Sportrevue. 17.00 Zi- geunerork. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Nieuws en sportuitsl. 18.05 Sport- journ. 18.30 Remonstrantse kerk dienst. 19.00 Voor de kinderen. 19.30 Radiozondagsblad. 20 00 Nieuws. 20.05 Gevar. muz. 20.45 De man in de schaduw, hoorsp. 21.10 Kamermuz. Voordr. 21.45 Pianorecital. 22.00 Her- sengym. 22.20 Gram. 22.50 Act. 23.00 Nieuws. 23.15 Ga nog niet weg! 23.35 24.00 Gram. HILVERSUM II, 298 m. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 8.25 Hoog mis. 9.30 Nieuws en waterst. 9.45 Geestelijke liederen. 10.00 Leger des Heilssamenkomst. 11.30 Gram. 11.45 Kerkconcert. 12.15 Gram. 12.20 „De wet van ons leven", klankb. 12.40 Lichte muz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en kath. nieuws. 13.10 Dans muziek. 13.45 Boekbespr. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Promenade ork. en solist. 15.15 Fries halfuur. 15.45 Mu zikale caus. met illustr. 16.15 Sport. 16.30 Vespers. 17.00 Jeugddienst. 18.00 De Kerk aan het werk. 18.15 Filmrubriek. 18.25 Muz. caus. 18.30 Overpeinzingen van een Dorpsdomi nee. 18.40 Radioschipperscatechisatie. 19.00 Kerkelijk nieuws. 19.05 Samen zang. 19.25 Zondagsavondgesprek. 19.45 Nieuws. 20.00 Gevar. progr. v. d. strijdkrachten. 20.30 Act. 20.45 De gewone man. 20.50 Cabaret. 21.20 U bent toch ook van de partij?, caus. 21.30 „De Witte Hel", hoorsp. 22.15 Gram. 22.45 Avondgebed en liturg, kal. 23.00 Nieuws. 23.15 Sopr. en piano. 23.4024.00 Gram. MAANDAG. TELEV1SIE-PROGRAMAL.1. AVRO: 20.30 Filmportret van Joe Pasternak. 20.55 Interview. 21.15 Modeshow. 21.4022.00 „Ontmoetin gen in Afrika". HILVERSUM I, 402 m. 7.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.10 Gym. 7.20 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de vrouw. (9.35—9.40 Waterst.). 10.00 Voor de oude dag, caus. 10.05 Mor genwijding. 10.2O Gram. 11.05 Idem. 11.30 Viool en clavecimbeL 12.00 Or gel en zang. 12.30 Land- en tuinb. TELEVISIE GANGETJE 12 Advertentie» meded. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Lichte muz. 13.00 Nieuws. 13.15 Voor de middenstand. 13.20 Piano trio. 13.45 Voor de vrouw. 14.00 Voordr. cn muz. 14.30 Je moet een beetje van de mensen houden, hoor spel. 15.25 Zestig minuten voor boven de zestig. 16.25 Gram. 17.15 Dansmuz. 17.50 Mil. comm. 18.00 Nieuws en comm. 18.20 Lichte muz. 18.40 Par lementair overz. 18.55 Voor de jeugd, 19.05 Cellorecital. 19.35 Act. 19.45 Regeringsuitz.: Landb. rubr.: Ar- beidsproduktiviteit in de landbouw. 20.00 Nieuws. 20.05 De familie Door snee, hoorsp. 20.35 Gevar. muz. 21.15 Gevar. progr. v. d. strijdkrachten. 21.55 De Arabische wereld, caus. 22.10 Radiophilharm. ork. 23.00 Nieuws. 23.15 Lichte muz. 23.40 24.00 Gram. HILVERSUM II, 298 m. 7.00—24.00 NCRV. 7.00 Nieuws cn SOS-ber. 7.10 Ge wijde muz. 7.30 Gram. 7.45 Een I woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Sportuitsl. 8.25 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.25 Voor de vrouw. 9.30 Gram. 9.35 Mastklim-j men. 10.05 Gram. 10.30 Theologische Etherleergang. 11.10 Gram. 11.20 Ge-i var. progr. 12.25 Voor boer en tuin-' der. 12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Vocaal ens. 12.53 Gram. en act. 13.00 Nieuws. 13.15 Metropole ork. 13.45 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Promenade ork. en soliste. 15.50 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Fil harmonisch sextet. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Voor de jeugd. 17.30 Gram. 17.40 Koersen. 17.45 Rege ringsuitz.: Rijksdelen Overzee: ir. KRO en AVRO strijden om zelfde programma De heer SUn Haag heeft een Quii- programma (vraag en antwoordspel) voor de televisie bedacht, dat nu in de hoogste kringen van de AVRO en KRO een ernstig conflict heeft doen ontstaan. Beide omroepen eisen n.l. het alleen-opvoerlngsrecht van dit TV-spel. De heer Stan Haag heeft het n.l. eerst aan de KRO aangeboden. Deze bood echter een te laag bedrag. Daarna is hy met zijn idee naar de AVRO gewandeld en Ger Lugten- burg, het hoofd van de programma- sectie, bood hem een veel hogere som. Vervolgens heeft hij het idee aan de AVRO verkocht. Beide omroepen hebben echter het idee zich al eigen gemaakt en het spel aan hun TV-kUkers aangekon digd. De KRO heeft het idee, dat men bij een advocaat heeft gedeponeerd, al in een reeds eerder opgezette quiz verwerkt. De AVRO wil zich dit idee echter niet meer laten ontnemen. Zij geeft haar rechten niet op. Ook zij zal het programma op de TV brengen. Het plan behelst een soort wed strijd, die de TV-kijkers direct bij het programma interesseert. Zij kun nen een cijfercode insturen, zoals bij de voetbalpool en de uitslag wordt beïnvloed door de loting van de drie quiz-deelnemers. De kykers hebben hierdoor de kans op mooie prijzen. Wanneer II ziek benl |ewee«l.„ en Uw oude krachten nog maar niet willen terugkeren, gebruik dan x" een« Sarco-globina. Dit KRACHT- TONICUM bevat alle Mogen Hm- voor hcntel en versterking nodig A G I UW APOTNIKI* Of DBOCiST ipacioia tomtntltlling (Advertentie). F. A. Langguth Oliviera: Polders in Suriname. 18.00 Orgelspel. 18.30 Sport. 18.40 Engelse les. 19.00 Nieuws. 19.10 Sopr. en gitaar. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Ifoutblazersens. 20.00 Radiokrant. 20.20 Lichte muz. 20.45 „Jacht naar room cn fortuin", hoorsp. 21 45 Koorzang. 22.10 Boek bespr. 22,25 Clavecimbelrecital. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws. 23.15—24.00 Gram. EEN TROUWE VRIEND (Vervolgverhaal) De volgende morgen was Robbie's eerste gang naar het hondehok. Nog leeg! Teneinde raad liep hij voor de zoveelste maal naar het hek en zag buurman bezig met het verzorgen van de planten. Robbie dacht er niet meer aan. dat buurman misschien nog boos zou zijn. „Buurman, heeft u misschien Maxje ook gezien. Hij is gisteren weggelopen", vroeg Robbie met tranen in de ogen. „Nee. jongen, niets gezien. Kom ook maar eens in mijn tuin kijken", deed buurman vriendelijk en hij had pret voor tien. Hoe goed Robbie echter ook zocht, geen spoor van Max te zien. Diep teleur gesteld kwam hij weer thuis en aan tra nen geen gebrek. Of moeder nu al zei: „Jongen, Max komt vast en zeker weer terug", het hielp allemaal niets. De dag ging voorbij en de hond was en bleef weg. MAX OP DE BOERDERIJ Niet zo gauw had buurman de bond met kluif en al in de auto geduwd of de boer zat al achter het stuur, gaf vol gas en spurtte met een flinke vaart het erf af, de hoofdweg op. Ze hadden nog een lange tocht voor de boeg. Af en toe keek de boer eens om. hoe de hond het maakte en dan lachte hij tevreden. De kluif was zó groot, dat Max er voorlopig genoeg aan had. Hij knabbelde er aan, dat het een lieve lust was en voorlopig voelde hij het gemis van zijn baasje niet. Toen de kluif zo goed als afgekloven was. begon het dier eens rond te zien. Hij sprong tegen zijn nieuwe baas aan en begon kwaadaardig te grommen. De boer voelde zich niet prettig, vooral niet toen Max zijn sterke tanden liet zien. Met zoete woordjes probeerde hU het beest kalm te houden en dat lukte won derwel. Bovendien had de hond slaap en een lekker gevulde maag. Na korte tijd sliep hij dan ook op de achterbank in en de boer zuchtte van verlichting. Stel je voor. dat de hond hem had aangevallen, dan had hij hem vast en zeker de vrij heid gegeven. In razende snelheid reed de auto verder. DeJ>oer wilde nog voor donker thuis zijn. Plotseling merkte hij, dat de benzinevoorraad op raakte en hij dus nieuwe zou moeten innemen bij de eerst volgende pomp. Zou Max blijven door slapen? Kun je net denken. Zodra de auto stopte, kwam er beweging in het slapende dier. Hij rekte zich eens uit en toen hij vreemde stemmen hoorde, begon hij vervaarlijk te blaffen. „Nou, dat is ook een kwAje", zei de knecht bij de pomp en hij maakte dub bele haast om maar vlug klaar te komen. De boer betaalde en reed onmiddellijk verder onder groot protest van Max, die er uit wilde. Hij sprong blaffend tegen het raampje op en keerde zich toen tegen de boer, die het echt benauwd kreeg. Hij voelde de hete adem van het beest achter in zijn hals. Daar herinnerde hij zich nog een zakje brood bij zich te hebben. Hij haalde het brood er uit en gooide het Max toe. De hond snuffelde er aan. had blijkbaar nog honger en begon het op te peuzelen. „Ziezo, die is weer even stil", dacht de boer gerustgesteld. Nu zou het niet zo lang meer duren of ze waren thuis. De rest van de weg moest hij nog verschei dene malen zijn best doen om het snuf felende en grommende dier van zich af te houden. Onderweg zat de boer al te verzinnen hoe hij Max uit de auto zou kunnen krijgen, zonder hem de kans te geven om te ontsnappen. Had hij maar een stevig touw bij zich! In de auto was nergens een touw te zien, dus zijn eerste werk zou moeten zijn een touw of lange riem te vragen. De boerin had al geruime tijd naar haar man uitgekeken. Toen ze dan ook de auto hoorde aankomen, kwam ze al naar buiten gelopen. „Hoe kom je aan die hond?" vroeg ze nieuwsgierig, toen ze het blaffende dier hoorde. „Dat vertel ik je dadelijk wel. Haal vlug een stevig touw uit de schuur", riep de boer door een kiertje van het raam. Al gauw kwam de vrouw terug met een lang, stevig touw. Ze reikte het haar man aan en deze bond het snel aan de halsriem van Max. die echter stevig tegenstribbelde. Voor alle zekerheid had de boer ook het touw aan zijn arm ge bonden en dat was maar goed ook, want niet zodra was het deurtje open, of de hond, verlangend naar de vrijheid, sprong wild en luid blaffend naar buiten. Er was geen huis met hem te houden toen hy merkte, dat hij nog vast zat. De boerin had de schuurdeur al wijd open gezet en met een handige beweging wist de boer het dier binnen te krijgen. Hij bond het touw stevig aan een dikke paal en wist toen snel naar buiten te lopen en de deur dicht te gooien. Wat ging de hond te keer. Als een razende begon hU te blaffen en aan het touw te rukken, maar niets baatte. HU was en bleef gevangen en de boer deed of hy doof was. De boer durfde niet aan zyn vrouw te vertellen op welke valse manier hij aan die hond gekomen was en maakte haar wys, dat hU hem van zyn beste vriend gekregen had. „Ik durf hem geen eten te geven", zei de vrouw angstig, toen ze maar steeds het wilde geblaf hoorde. ..O, voorlopig hoeft hU geen eten te hebben. Onderweg heeft hU genoeg gehad." Die nacht sliepen de boer en zUn vrouw niet veel, zó luid drong het blaf fende geluid over het erf heen. En MaxHoe maakte hU het die nacht? Nu pas snapte het dier, dat hU niet by zijn baasje was. Tot elke prijs moest hij zien te ontsnappen. Maar hoe? Het touw was behoorUJk dik en bovendien was het pikdonker in de schuur. Moe van het blaffen begon Max even rustig te worden om met zUn hondenverstand na te den ken en met zUn scherpe tanden begon hy het touw stuk te knagen, 't Ging lang zaam, maar tegen de morgen had hij het door en woest begon hij de schuur op en neer te rennen. Nu was hU bUna vry. Alleen.... hoe kwam hij er uit? Tegen de muur ontdekte hU een hoge ladder en daar zou hU eens op gaan klimmen om een uitgang te ontdekken. (Wordt vervolgd.) Correspondentie Xelleke Pont, Lelden. Knap hoor, Nelleke. om zelf al een briefje te schrij ven. Mama mag gerust een handje helpen. Je postpapier vind ik heel mooi. Dag Nelleke. ook de groetjes aan mama. Stuur je me nog eens een tekening? Piet v. d. Berg, Sassen helm. Ik heb heel wat aan je verhaaltje moeten ver anderen. want de zinnen waren erg on- duidelyk. Wil je voortaan alles eerst goed overlezen? HET IS WINTER Ik ga een sneeuwpop maken. Ik ga eerst een bal maken, dan een hoofd en daarna de armen. Dan zet ik hem een hoed op en geef hem een bezem in de hand. Nu is hy klaar. Ik ga sneeuwballen gooien. Daar komt er een op zijn hoed. De hoed valt op de grond. Nu gooi ik weer op zUn hoofd. Op 't laatst is de sneeuwman weg. Daar komt Kees aan. Hij vraagt of ik mee ga glUden. Jan gaat ook mee en we glijden op een mooie gladde baan. Kees valt en hy bloedt. Nu gaat hy naar huis en Jan en ik gaan ook naar huis want het is tUd om te eten. Tonnie Warnau. Leiden. Wanneer Je geregeld de raadsels oplost, dan win je ook vast en zeker wel eens een boek. De boeken zyn altijd heel mooi. Meestal winnen meisjes een meisjes- en jongens een jongensboek. Je zusje Connie moet ook beslist met ons meedoen. DE KRAAI DIE VALS DEED De kabouters waren allemaal druk bezig om het bos zo mooi mogelyk te maken, want de kabouterkoning was de volgende dag jarig. Het zou een groot feest worden. Ook de vogels zouden meedoen. Alleen de kabouters wisten het programma, maar verder niemand. Ein delijk kwam de bewuste dag. De kabou ters en dieren zaten allemaal te wachten tot de koning zou komen. Eindelijk, daar kwam hU aan in zijn rUtuig. Er werd geklapt zoals nog nooit gedaan was. 's Middags kwamen de wedstrijden. Eerst waren de vogels aan de beurt. Wie er het beste kon fluiten. Verschil lende vogels waren al geweest. Nu was de kraai aan de beurt. HU zat al te wachten op een tak. Toen werd het salvo gegeven en hU begon. Wat floot hU mooi. Het was zó mooi. dat de ko ning hem de eerste prUs toekende. De koning vroeg hem wat hU het liefste wou hebben, maar toen de kraai ant woordde. viel er een fluitje uit zijn bek. Wat was de koning boos! Hij mocht een week niet in het bos komen. Na die week vonden de kabouters hem dood op het bospad liggen. HU was gevallen. Dit was het einde van de kraal, die vals deed MarUke Veen, Leiden maakte voor ona: VACANTIE Het was dinsdagmiddag. Ada kwam uit school. Ze had gelukkig een mooi rap port. Vader en moeder waren echt blij. Vader had gezegd, dat ze een week naar tante Els mocht als het rapport goed was. Wat vond ze dat ttjn. Tante Els woonde in Arnhem. Je moet dan een heel eind met de trein en dat is leuk. Ze ging naar haar kamertje om haar koffertje te pakken. Toen dat klaar was ging ze naar beneden, waar vader en moeder al op haar zaten te wachten. „Heb je goed aan alles gedacht?" vroeg moeder. „Ja, moeder", zei Ada. „Goed, dan gaan we weg." En daar gingen ze. Na een kwartiertje lopen waren ze by bet station. Vader kocht de treinkaartjes. Ze liepen naar het perron en al gauw kwam de trein binnen. Het was een lawaai van je welste. Mensen gingen in en uit. Vader, moeder en Ada troffen een lege coupé. Ada ging meteen bij het raampje zitten. De trein ging langs velden en weiden. Wat was dat prachtig. Daar stond de trein ineens stil en ze moesten uitstappen. En wie stonden daar? Tante Els en oom Bob. Wat een verrassing. Ada heeft een fUne vacantie gehad. Marian Rooyakkers, Leiden. Alles was prima in orde Marian. Rla v. d. Geer, Voorhout. FUn, dat je voortaan met ons meedoet. Vraag of je vriendinnetje ook meedoet, dan kun nen jullie eens samen een verhaaltje maken. Wat zal moeder het druk hebben met die negen jongenfe. JU hebt toch zeker wel een handje? Dag Ria, groeten ook aan je vriendin. Idl Hoogenboom, R'veen, schreef een verhaaltje over: DOOR EIGEN SCHULD Joke, een aardig klein meisje, woonde in een drukke straat. Daar in die drukke straat moest je het verkeer kennen. Maar Joke kende dat niet. En als je het niet kent, gebeuren er meestal onge lukken. Op een dag was ze met haar vrien dinnetje Toosje aan het tollen op het Kerkplein. Haar tol ging de rUweg op en Joke liep de tol achterna. Ze keek verder niet uit. Ze wilde weer terug met haar tol naar het plein en lette weer niet op het verkeer. Ze zag niet eens, dat ze aan de linkerkant liep. Opeens. daar kwam een auto aan cn Joke liep pardoes tegen de auto op. Ze viel en bleef liggen. Er kwam een man aan op de fiets. De meneer uit de auto stapte uit. HU belde een dokter op. De politie stond er al gauw by. De dokter pakte het kind op en zette het ln de auto. Toen reed hy weg, maar de auto. waar Joke tegenaan was gelopen, atond er nog. Die meneer stor.d met de politie te praten. Toen Joke thuis gebracht werd, schrok moeder heel erg, maar toen ze hoorde, dat het niet zo heel erg was, had ze weer een beetje rust. Ze moest gauw in bed en na drie weken was ze weer hele maal beter. Ze kon nu weer lekker tollen. Voortaan was ze toch wel voor zichtiger. Jeanette Ondshoorn, Rijpwrterlng, vertelt ons een verhaaltje dat ze zeker pas gehoord heeft en nu voor ons na vertelt. VAN EEN BOERIN. DIE „MAAR" EEN BOERIN WAS. In een coupé van een trein zat een mUnheer en tegenover hem zat een boerin. In de trein zaten veel reizigers, die uit Lourdes kwamen. „U komt zeker ook uit Lourdes". zei de mynheer spottend en deed alsof hij de wUsheid in pacht had. De boerin voelde, dat die mijnheer een loopje met haar wilde nemen en was dus op haar hoede. „Zeker", antwoordde de boerin. „En heeft u daar veel gezien?" „Ja, mijnheer en nog veel meer dan ik gedacht had" en om te laten zien, dat ze zich voor haar geloof niet schaamde, nam ze haar rozenkrans en begon te bidden. „Hebt u daar ook de bron gezien?" onderbrak de mUnheer onbeschaamd haar gebed, „Ja en ik heb ook van het water ge dronken", zei de boerin. „En hebt u ook de H. Maagd gezien", vroeg hij spottend. „Ja, en de hele H. Familie en ook de herders en de Wijzen uit het oosten, maar één ding ontbrak er." „En dat was?" „Dat was de ezel. maar dat kon niet anders, want die ezel zit nu voor me." De hele coupé schaterde. De mijnheer kleurde en hield verder zUn mond dicht. Annemleke de Groot, Bodegraven. Wat zal je nichtje blij geweest zUn met al die kaarten, die ze met Kerstmis van de kinderen gekregen heeft. Leuk, dat je nog een verhaaltje stuurde. PIEP IN DE VAL Piep was een klein muisje en leefde tevreden met zUn vader en moeder op de zolder bU boer Kielen, 's Nachts ging hU altUd voorzichtig met zUn vader en moeder naar de kelder. Daar lagen heer lijke kazen en daar smulden ze heerlUk van. Maar de boer had het gemerkt en zette een val uit. Op een avonil ging Piep weer naar de kelder. HU was erg ondeugend en liep weg. Hij kwam vlak bU de val. Daar zag hU een lekker brokje spek. HU wou het pakken enhU zat in de klem. 's Morgens ging de boer kUken en hij zag Piep. Hij haalde het muisje er uit en de poes van de buren mocht hem oppeuzelen. Dat was het einde van Piep. Annie van Tol, Sassenheim. Natuur- lUk mag je met ons meedoen. Je aardige verhaaltje komt al meteen In de krant en dat vindt Je zeker wel leuk. VAN EEN ONDEUGEND JONGETJE Er was eens een Jongetje van vUf jaar, dat eens wilde weten hoe de wereld er uit zag. Moeder was even weg en nu kon hij veilig op verkenning uitgaan. Verschillende straten was hU zo al door gewandeld en toen vond hU dat het tUd werd om weer naar moeder te gaan. Maar toen wist hU geen weg meer. Iedere andere jongen zou gaan huilen, maar Bennie niet hoor. dat was een dappere Jongen. HU wilde niet huilen. Toen een heer hem voorbij wandelde, vroeg hij beleefd: „Mijnheer, waar woont Bennie?" Verwonderd keek die mijnheer hem eens aan. „En wie ia Bennie?" vroeg hU vriendelUk. „Bennie, zo heet ik mUnheer, maar waar woont Bennie?" „Zo kleine vent, zeker te ver van huia gegaan en nu weet Je niet meer waar jc woont." Bennie lachte maar eens. Aan de over kant stond een agent. „Kom omar mee", en de mijnheer pakte hem bU zijn handje en bracht hem naar de agent. De agent wist het wel, want Bennie liep wel meer weg. Dit is net weer voor deze weck en de volgende week gaan wc met de briefjaa en verhaaltjes weer verder. Dag kinders TANTE JO EN OOM TOON. (35)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 11