Leidenaars delen de lakens uit RADIO Nationaal programma over beide zenders omdat een Leidse burgeres jarig is DONDERDAG 31 JANUARI 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA Vanavond een werkstudent, een hoogleraar, iemand van het Prytaneum, de pedel, de studentenkoetsier, de praeses van de VVSL en een sociëteitsbediende voor de radio Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix heeft de reeks Oranje telgen, die aan de Leidse Universiteit kwamen studeren, voortgezet. Deze dag is de eerste verjaardag, die zij als alumna der Universiteit viert. Dat wil dus zeggen: als Leids burgeres en als lid van de univer sitaire gemeenschap, in het bijzonder van de studentenmaatschappij. Het is daarom niet te verwonderen, dat vanavond het nationale pro gramma over de beide zenders vrijwel geheel in het teken van Leiden staat. Van Leiden. Dat wil in dit geval zeggen: van de Universiteit en van de burgerij, die in zo nauwe relatie staat met de hogeschool. Want zeer veel dat „burgerlijk" is, kan de Universiteit niet missen. En ook omgekeerd. Want, om maar wat te noemen, waar zou de student zijn optrekje moe ten zoeken als er geen hospita's waren, en hoe zpuden vele gezinnen moeten rondkomen, als ze geen kamers aan de studenten konden verhuren? En dus Een oude wijze Chinees heeft eens 1 poetsen" en „wegknippen", maar voor gezegd dat verandering voor de mens bijna even nodig is als lucht. Nu weet een journalist, als het goed is, alle fijne en grove kneepjes van zijn eigen beroep, omdat hij daar dag in dag uit mee te maken heeft. Hij heeft alweer: als het goed is weet van taal en stijl, van driekolommers en achttienpunts letters, heeft de (speciale) psychologie van het inter viewen onder de knie, is bij machte een uitslaande brand uit zijn blote hoofd naar zijn krant door te bellen en beheerst nog vele andere zaken meer. Om kort te gaan: als hij 's avonds de krant inkijkt, vindt hij het doodgewoon dat het er allemaal in staat, zoals het erin staat. Maar nu een radioprogramma. En nog wel: een nationaal programma. Hoe doen die lui dat? Natuurlijk, daar komen reportagewagens aan te pas, volgeladen met reporters, tech nici en de nodige opstand. Hij heeft daarbij wel eens horen fluisteren van „terugspoelen", „sterkte vragen",uit- de rest heeft hij er alleen maar een flauw vermoeden van, dat er toch echt wel iets komt kijken om zo'n groot, gevarieerd programma in elkaar te draaien. Welnu, wij waren in de gélukkige gelegenheid om een belangrijk on derdeel van het programma, dat u vanavond hoort, van begin tot eind mee te maken. Dit was dan onze ver andering, die wij zo broodnodig hebben, willen wij jris blijven leven. Wij zullen u geen omstandig ver haal leveren over de keukengeheimen van de opnamen. Die nieuw verwor ven wijsheid moeten wij, om der wille van de ruimte, voor onszelf houden, maar wij willen u wel want uit eindelijk zijn wij journalist een verslag van onze belevenissen geven. Onze persoonlijke indrukken. 40 Jaar in dienst van „de heren" Dirk van Egmond. Lya Steinz dichteres, componiste, zangeres, begeleidster. LAKENS Gedachtig aan het feit, dat de oude Leidse industrie aanvankelijk niet alleen dekens maar ook lakens pro duceerde, heeft men het programma punt als naam gegeven: „Leidenaars delen de lakens uit". Want het zullen een aantal van onze burgers zijn, die u vanavond een door hen gekozen muziekje ten gehore zullen laten brengen. Zij mochten dit verzoek plaat] e opgeven als beloning voor het toegestane interview. BONT PATROON Wie zijn nu de Leidenaars, die u straks zult horen? Wel, Leidenaars, die direct of indirect iets met de universiteit hebben uit te staan: een werkstudent, een hoogleraar, iemand van het Prytaneum, de pedel der Universiteit, de studentenkoetsier, de praeses van de V.V.S.L. en een sociëteitsbediende. U moet van ons niet verwachten, dat wij u nu alvast gaan vertellen, wat de geïnterviewde alzo gezegd heeft. Ook niet welk plaatje op zijn of haar verzoek gedraaid wordt. Wij zouden hiermee het element van ver rassing eruit halen en bovendien on heus handelen ten opzichte van de Nederlandse Radio Unie. Wat ook weer niet wil zeggen, dat wij nu en dan niet even een heel klein tipje van de sluier zullen oplichten. Juist om de spanning te verhogen." En zo kruisten wij maandag j.l. de dag van de opnamen dwars door Leiden met de grote radiowagen, stopten bij de afgesproken adressen, legden kabels uit, die van de wagen door de voordeur geheimzinnig naar binnen liepen en trokken allerwege de aandacht van jeugd, middelbare leeftijd en ouderdom. Want dat de Leidenaars nieuwsgierig zijn, hebben we gemerkt. Ons eerste doel was Louis Sinner. Werkstudent, Hoge Rijndijk 51. Op dit punt aangeland, zouden wij eigenlijk graag onze pen overgedragen hebben aan Hilde- brand, om u het interieur des heren Sinners kamer te beschrij ven. Gekleed in een wijnrode kamerjas „U neemt me niet kwalijk, heren? Maar ik duik net op uit m'n boeken" ont ving hij ons, schoof gastvrijelijk Verdams Middelnederlandsch Handwoordenboek van een stoel, veegde een enorme stapel kran ten uit een fauteuil op de vloer en nodigde ons optimistisch uit het ons gemakkelijk te maken. kerk. Op de grond: boeken, twee be- modderde koffers, acht kilo kranten, een kartonnen kratje cola, een petro leumkachel met een lusteloos uiter lijk, een uiterst labiel opzij gekanteld opklapbed, een paar blocnotes, nog meer boeken, een complete eeuwgang van een zeer veel gebruikt plaatselijk dagblad en een pannetje met iets erin dat Weremeus Buning beslist niet op zijn dagelijkse menu pleegt te hebben. In de vensterbank: Handwörterbuch der Soziologie" van Heller, „Les in stitutions politiques romaines" van Homo, een halve Donald Duck en „The girls of Planet 5" en „Het ont staan van het Graafschap Holland" van Gosses. U ziet, zijn litteraire be langstelling gaat alle kanten uit. Met z'n drieën aan een klein tafel tje, Louis Sinner, de reporter Jan de Troye en de microfoon,werd het vraaggesprek gehouden: wat dat nu eigenlijk inhoudt: geschiedenis stu deren en tegelijk je studiegeld als journalist verdienen. Enfin*-liet-ant woord krijgt u straks. Door uw radio. Prof. Oort en de radioreporter De Troye. stellen, dat het voor de heer Van Britsum niet eenvoudig was om in drie minuten een voor de luis teraars globaal inzicht in het reilen en zeilen van deze nuttige instelling te geven. De heer Van Britsum is evenwel niet voor niets een groot boekhouder en dus zag hij kans in de hem toege meten korte spanne tijds veel duide lijks kwijt te raken. PRAESES V.V.S.L Evenals het Leidsch Studenten Corps, is de Vereniging van Vrouwe lijke Studenten te Leiden, V.V.S.L. een zeer belangrijk facet van de universitaire gemeenschap. Het club gebouw staat eveneens aan het Rapenburg, vlakbij de Academie, en wel pand nummer 65. Zoals bekend, is Prinses Beatrix lid van deze ge zelligheidsvereniging. De Praeses, mej. J. Jesse, verleende haar audiëntie in de ruime bestuurs kamer, die zich aan de a '.erzijde I van het eerbiedwaardige gebouw bevindt. Louis Sinner, student en journalist. Want door het laatste is hij in staat het eerste te zijn. Hieruit moge het u duidelijk worden, dat het woord „luiheid" niet in zijn blazoen voor komt. Trouwens, zijn kamer was daar een stille getuige van. TREFPUNTEN Hoe moet ik u die specifiek stu dentikoze kamer beschrijven? Wel: op een overladen tafel boeken, een wekker die reeds vóór de oorlog met pensioen was gegaan, een melkfles, die echt nodig gespoeld moest wor den, 'n halfvolle en een nadrukkelijk lege sigarettendoos en een stapel kranten. Op de schoorsteenmantel een lusteloze pick-up, boeken, een paar oude pantoffels, kranten en een broodje van zeer gevorderde leeftijd. Daarboven een tennisracket, een wandelstok en een ets van de Mare^ PRYTANEUM Het woord „prytaneum" is Grieks. Het betekent „stadhuis". Wel, op het Rapenburg, nummer 6, hébben de Leidse studenten zo'n stadhuis. Daar zetelt de Stichting Pro Civitate Aca demica Lugduno-Batava, die ten doel heeft de bevordering van de Leidse Academische gemeenschap. Hier was het de heer J. C. van Britsum, de administrateur, die ons in kamer 3, de bestuurskamer, ont ving met de vermaarde prytaneum- koffie en ons iets over het doel en de werkwijze van „het priet" vertelde. Wanneer u nu weet, dat in de almanak van het Leidsch Stu denten Oorps de zojuist genoemde stichting drie volle bladzijden nodig heeft om iets over zichzelf te vertellen, kunt u zich voor- ANDERS Een hoog vertrek, van vloer tot zoldering met donker eiken betim mering, die aan de kamer iets huise lijks en tegelijk voornaams geeft. Er was een roodgloeiende haard en er waren uitstekende sigaretten, die uit zilveren dozen gepresenteerd werden. Wij zouden zeggen: een typische kamer voor vrouwelijke studenten. Niet de chaos, die het kenmerk is van de doorsnee student, maar ook niet de orde en netheid van bijvoorbeeld een onderwijzeres. Een groot bureau met een plezierige vracht van papie ren en boeken, twee sierlijke staande schemerlampen, een huiselijke kanarie in een allersimpelst kooitje, een fles Macon '49 zomaar ergens op een tafeltje en aan de muur het vaandel. „Opgericht 27 januari 1900" vermeldt het trots. Want de vereniging der jonge dames begint al een aardige grijze vrouw te worden, en daar zijn ze allemaal groots op, op Rapen burg 65. 27 januari. En nu begrepen wij ook de bloemen, die wij hier en daar zagen. De 57-ste dies was net achter de rug. Een boeket witte seringen en rode tulpen, met een blauw lint: „Collegium Civitatis Academicae Lugduno-Batavae Supremum", stond er op. Van de meelevende mannelijke collega's van de Breestraat. En een alleraardigst ruikertje „van het dis puut de Palmboom, met de beste wensen"; gladiolen en narcissen. Ge zoudt zo zeggen, dat juffrouw Jesse iedere dag voor de microfoon spreekt. Nervositeit schijnt in haar woordenboek niet voor te komen. En naar woorden zoeken hoeft ze al evenmin. Enfin, ze studeert niet voor niets rechten. (Vervolg op pag. 8). Bij „Johan" thuis, v.I.n.r: de heer Barcndse, de heer Bauer van de Ned. Radio Unie en reporter De Trot e.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 9