SCHIPBREUKELINGEN OP DE WERELDZEE VONDEN IN NEDERLAND EEN VEILIGE HAVEN ik Helpt de de zieken genezen! BLOEMETJES ZATERDAG 19 JANUARI 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA fZ)e kindeieti zyti ai itadedige ACedeviandettjeó Nu de eerste spontane reactie in Nederland, die een gevolg was van het onmenselijke Russische optreden in Hongarije, weggeëbt is en de nuchtere Nederlander de gevolgen overziet, kan men hier en daar be zorgde geluiden bespeuren. Men herinnert zich de moeilijkheden met de Ambonnezen, men praat over de rechtzaken, die in de na-oorlogse jaren door buitenlanders in ons land veroorzaakt zijn, en als klap op de vuurpijl komen enkele berichten over moeilijkheden in de opvang centra, waar de 3.000 vluchtelingen een tijdelijk onderdak gevonden hebben. Deze week hebben wij een bezoek gebracht aan drie Hongaarse ge- zinnen, die reeds een jaar in Nederland vertoeven, die hier aan het werk zijn gegaan en zich een eigen leven geschapen hebben. Na af loop hadden wij de zekerheid, dat voor overdreven bezorgdheid in Nederland absoluut geen plaats is. Natuurlijk kost iedere emigratie een zekere aanpassing, vooral de emigratie van mensen, die totaal verpauperd over de grens van nun vaderland gevlucht zijn en zich geheel met behulp van anderen een nieuw bestaan moeten scheppen. Dit vinden de Hongaren, die wij spraken, nog het meest onplezierige; ze moesten doorlopend geholpen worden; ze voelden zich zo echt de ontvangers van goede gaven, al deed iedereen nog zo zijn best dit gevoel bij hen weg te nemen. Nu, na een jaar beginnen zij zich op hun gemak te gevoelen, omdat zij geleidelijk aan in staat zijn om het roer van hun levensbootje zelf in handen te houden. De eerste moeilijkheden werden door de burgerzin van buurtbewoners bestreden Een bezwaar heeft mevr. Ilajas en dat is de Hollandse keuken. De Hon gaarse gerechten hebben haar hart gestolen, maar in Nederland zijn die veel te duur. Daarom studeert zij ijve rig in een Nederlands kookboek en zegt 's middags aan tafel, dat deze ge rechten ook heel lekker zijn. Maar 's zondags eten ze nog onvervalst Hongaars en liefst zou ze dit iedere dag willen klaarmaken. Het eerste Hongaarse echtpaar, dat we spraken en waarvan we de naam niet kunnen noemen, omdat dit gevolgen zou kunnen hebben voor achterge bleven familieleden, had een zeer moeilijke start gehad. In Hongarije was de man jurist geweest en dit beroep kan hij na tuurlijk moeilijk ergens anders dan in Hongarije zelf uitoefenen. Maar zeven jaar in een vluchtelingen kamp, waar de toestanden naar Hol landse maatstaf gemeten zeer depri merend zijn, hadden hem koortsach tig naar een beroep doen uitzien, dat meer „internationaal" is en een kans om opgeleid te worden tot schilder greep hij enkele jaren ge leden met beide handen aan. Twee jaren bleef hij nog in Oos tenrijk; zijn toestand werd iets beter, omdat hij nu een inkomen had, maar het „Lager" met zijn een-kamer-wo- ning bleef voor hem, zijn vrouw en zjjn twee kinderen de plaats, waar zij hun leven moesten leiden. Toen dan ook twee jaren geleden de Neder landse commissie in de Oostenrijkse kampen naar bouwvakarbeiders uit zag, was hij de eerste, die zich meld de en 14 maanden geleden kwam hij in Nederland. In Utrecht volgde hij een cursus aan de Rijks werkplaats en een klein jaartje geleden vestigde het gezin zich te Leiden. MOEILIJK BEGIN. De eerste maanden waren erg moei lijk, want de buurt, waar dit gezin kwam te wonen, was praktisch nog in de steigers. De verdiensten waren, in verhouding tot de grote uitgaven, waarvoor men kwam te staan, ge ring, en de ambtelijke wereld, die ondersteuning had kunnen bieden, werkte nogal traag. Toen de buurt echter meer bewoond werd, kwam het Nederlandse burger-initiatief in actie en zowel de man als de vrouw hebben daar slechts woorden van grote dankbaarheid voor. Van alle zijden werden zij geholpen en spoe dig was de ergste nood gelenigd. Toen ging de man naar mogelijkheden uitzien en momenteel heeft hij bijna een schriftelijke cursus „bouwkundig tekenaar" beëindigd. Deze vrij dure cursus is door een Hongaar, die hier al langer in Nederland woont, be taald en hierdoor ziet de toekomst De twee zoontjes van de heer Hajas in I 't Oostenrijkse vluchtelingenkamp er zonniger uit, dan het verleden is geweest. „Als u naar Amerika zou kunnen emigreren, zoudt u dit dan doen?", vroegen we. „Geen sprake van!", antwoordde de man; „wij raken hier nu aardig in geburgerd; we krijgen een leuke ken nissenkring; onze kinderen gaan hier naar school en spreiken naast Hon gaars en Duits nu ook al perfekt Ne derlands. Als we nog eens gaan ver huizen, dan gaat dat maar een rich ting uit: Naar Hongarije, wanneer dit bevrijd zal zijn. TAAL-PROBLEMEN? De heer Lajos Ilajas, Dr. Lelylaan 25, had in Hongarije een timmerv/in- kel, waar hij ook meubels vervaar digde. De communisten hebben zijn zaak vernield en ook hij is veertien maanden geleden uit Oostenrijk in Nederland aangekomen. Om de Hol landse bouwmethoden te leren, heeft hij drie maanden een cursus gevolgd te Eindhoven en thans staat hij op de steigers van Leidse bouwprojekten. De heer Hajas is vo-1 lof over Neder land en de mensen, die hij heeft le ren kennen. Op het werk is iedereen hem zo veel mogelijk ter wille en alleen zijn er taai-moeilijkheden. De heer Hajas spreekt vrij goed Duits, maar onder de bouwers, waarmede hij op de steigers staat, zijn er maar weinigen, die zich in deze taal verstaanbaar kunnen maken: „Nog een jaartje", zo zegt hij, „dan ken iik voldoende Ne derlands, en tot zover maak iik me wel verstaanbaar met armen en be nen". Het is de familie Hajas aan te zien, dat zij zich in Leiden thuis voelt. Hoewel zowel de man als de vrouw veel familie in Amerika heeft wo nen vluchtelingen kunnen niet altijd zo manoeuvreren, dat zij in fa milieverband blijven denkt voor al de man er niet over naar Amerika te gaan. Zelfs aarzelt hij of hij te rug zou gaan naar Hongarije, wan neer dit bevrijd zou worden: „Ik ben geen jonge kerel meer", zo zegt de heer Hajas, „en dank zjj de hulp van vele goede Hollanders heb ik hier weer een eigen leven; i'k geloof niet^ dat ik de moed zou hebben om al dit goede achter te laten en nog eens helemaal opnieuw te beginnen." B UREN - HULP. Als wij vragen over de verschil lende geaardheid van Hongaren en Nederlanders, glimlacht hij: „V/ij Hongaren werken druk, koortsachtig bijna, maar de Nederlanders werken meer bedachtzaam en hun tempo geeft op den duur grotere en betere resultaten". Mevrouw Hajas vertelt geestdriftig over de hulp en hartelijkheid, die .tij van de buren ondervinden: „Als er een familiefeestje is, halen ze ons er bij en als i'k de stad in wil, gaat er onmiddellijk een buurvrouw mee Van de week wilde ik schoenen gaan kopen voor mijn zuster in Hongarije, die bij de laatste gevechten alles ver loren is en een van de dames, die dit hoorde, trok direct haar mantel aan en heeft een hele middag met mij ge zocht, tot we de juist schoenen ge vonden hadden." Ook in dit gezin leveren de twee kleine kinderen geen problemen op. Als ze thuis samen spelen, spreken ze al Nederlands en hun moeder moet dan maar raden, wat ze zeg gen; het kinderuurtje voor de radio, dat voor mevr. Hajas even duidelijk is al voor de gemiddelde Neder lander een Koranlezing, wordt door hen met spanning gevolgd en zij voelen zich al volkomen Neder- landertjes met de Nederlanders. L ff t Lm i-* en als „kleine Nederlandertjes" in de miniatuurstad Madurodam. VIJFMAAL BETER. De heer Halman, Dr. Lelylaan 39, had in Hongarije een textielzaak en een wijngaard. In 1951 vluchtte hjj naar Oostenrijk en na vier eindeloze jaren in een kamp, kwam ook hij veertien maanden geleden n^et het transport Hongaarse bouwers in Ne derland aan. Want de jaren in het kamp had de heer Halman besteed om timmeren te leren en een korte omscholing in Nederland bracht hem op de Leidse bouwwerken. Over het loon is de heer Halman erg enthou siast! „In Oostenrijk konden we met een volledig weekloon amper een paar schoenen kopen en hier kunnen we daarmee wel vijf paar kopen, als we willen." Ook hier klinkt niets dan lof over de wijze, waarop de Nederlanders hen ontvangen en opgenomen hebben; de taal vormt nog wel een probleem, maar, zo zegt de heer Halman opti mistisch, iedere dag leer ik er een paar woorden Nederlands bij en over een jaartje moet u nog maar eens te rugkomen, dan behoeven we geen Duits meer te spreken. De 18-jarige zoon van het echtpaar heeft ook een cursus aan de rij ksftverkplaats ge volgd en weikt momenteel in Am sterdam. Hij heeft al een flinke ver zameling vrienden gevonden en voelt zich volkomen thuis in Neder land. Als we dit echter aan de heer Halman zelf vragen, aarzelt hij even: „Ziet u, we missen hier een ding en dat is voor ons erg belangrijk. Prak tisch nooit schijnt de zon hier in Ne derland en zon heeft altijd een groot deel van ons leven gevuld." We ma ken een machteloos gebaar en ver tellen hem, hoe graag ook de Neder landers de zon zouden zien. De ge moedelijk heer Halman lacht alweer en het gemis ligt hem niet zeer zwaar. GEEN GROTE MOEILIJKHEDEN. Zo hebben we deze drie gezinnen gevonden: Vervuld van dankbaar heid om de nieuwe levenskans, die zij hier in Nederland gekregen heb ben. Natuurlijk hebben zij allen hun kleine problemen, zoals ook iedere Nederlander die heeft, maar geen van hen voelde zich in Nederland niet op zijn gemak. We hebben aan hen allen gevraagd, of zij ernstige moeilijkheden voorza gen voor de '3.000 vluchtelingen, die I de laatste maanden hier aangekomen zijn, maar zij waren allen vrij opti mistisch. „Och ziet u", zo drukte een hun ner zich voorzichtig uit, „overal waar mensen bij elkaar zijn, ontmoet je een klein percentage, dat niet goed wil. Het vervelende is, dat juist dit kleine percentage in de publiciteit komt en over de honderden anderen, die geen moeilijkheden hebben, hoort men nooit iets." Vooral de jongeren zullen zich moe ten aanpassen, sprak een ander. „In Hongarije heersen nu eenmaal andere gewoonten dan in Nederland. De in vloed van het communisme, waaron der zij in hun vormingsjaren geleefd hebben, heeft hen natuurlijk geen goed gedaan, maar als zij dezelfde Nederlanders ontmoeten, die mij ont vangen hebben, dan zal dat allemaal erg pijnloos gaan". Drie gezinnen, die harder door het leven geslagen zijn, dan de gemid delde Nederlander, hebben we ge sproken. Drie gezinnen, die willekeu rig gekozen waren en dus als een pa troon kunnen worden beschouwd van de vele duizenden gezinnen, die de na-oorlogse jaren naar Nederland heeft gebracht. Vol bereidwilligheid zijn deze gezinnen gaan bouwen aan een nieuwe toekomst en na een jaar zy'n ze daar al wonderlijk goed in ge slaagd. Geen bezorgde bedenkingen past Nederland, maar diepe dankbaarheid, dat het in staat is aan deze mensen, die zo tragisch schipbreuk leden in de woelingen van de wereldzee, een veilige haven te geven. VOOR ONS, DIE IN HET MODER NE Westen wonen, is het altijd even vreemd, om je in primitieve toe standen in te leven, terwijl je van jongs af aan met moderne begrippen bent opgegroeid. Het doet tenminste wel onwenning aan te horen, dat in tropische gebieden jaarlijks honderd duizenden sterven, die, als zij in deze streken geleefd hadden, zonder meer gered hadden kunnen worden. Behal ve de z.g. infectieziekten zijn er maar weinig andere te vinden, waarmee de medische wetenschap geen raad weet. In de tropen vallen er jaarlijks onno dig zeer velen ten offer aan allerlei vreselijke soorten ziekten, die hier door een gunstiger klimaat en goede hygiënische voorzorgsmaatregelen al lang niet meer voorkomen. Maar de talloze noodkreten, die telkenjare het bureau van de MEMISA in Rotter dam bereiken, bewijzen, dat zelfs de somberste fantasieën uit missie-alma nakken, missieblaadjes en andere pu- blikaties geen fantasieën zijn, maar berusten op louter waarhèid. Ze zijn echter onnodig waar, omdat de hulp die de „zonen en dochters van Nederland" kunnen verstrekken alleen maar niet te geven is omdat j er geen geld is. „Als U eens wist wat een dikke zorgen het kan meebren gen voor dokter te moeten spelen, het niet te zijn en niets te hebben...." „Onze beste catechist zag ik bin nen enkele dagen sterven; ik had wel de juiste diagnose gesteld, maar had geen medicijnen meer. Anders had ik hem misschien kunnen redden. Het is een slag voor onze missie". Dat zijn enkele willekeurig uitgekozen ver woordingen van een machteloosheid, uitingen, die evenzovele beschrijvin gen zijn van primitieve toestanden, die haast ongelooflijk schijnen voor ons, bewoners van het moderne wes telijke werelddeel met al zijn medi sche en hygiënische voorzieningen. Hollandse melkpoeder doodt de tijd in de Belgische Congo. VERTROUWEN OPENT PERSPECTIEVEN. WERKEN IN DE MISSIE is niet al leen zieken genezen. Natuur lijk, het is de naastenliefde beoefe nen, maar voor de missionaris op.nt het de mogelijkheid om zijn moeilijke bekeringsarbeid te beginnen, of op een succesvolle manier te ondersteu nen. Ja, alleen al door het feit, dat hij dokter is verkondigt hij het Evangelie. Verjaagt de missiezorgen Met uw gift van morgen Een geval van huidpest op de vijfde dag van deze vreselijke ziekte. De eerste voorwaarde om zijn toe komstige geloofsgenoten voor Chris tus te winnen is de schrijnende le vensomstandigheden draaglijker te maken. Hij zal dan waardering en vertrouwen, „goodwill" gewonnen hebben, die hij, als blanke vreemde ling, zo hard nodig heeft. En als de „medicijn-man" of de tovenaar al een welhaast onbeperkt vertrouwen heeft, maar desondanks toch geen raad weet met huidpest, framboesia, lepra, slaapziekte, malaria, dan laat zich al licht raden wat voor een ontzaglijke invloed de missionaris krijgt, als hij die ziekten of kwalen wèl weet te verhelpen. WERK VAN MEMISA. I"\E MEMISA WEL DE ELLENDE, U die het leven in het lan van de zon al zolang met zich meebrengt, verzachten. Zij geeft aan missionaris sen medische voorlichting; zij keurt hen op tropengeschiktheid; zij stuurt hen instrumenten, geneesmiddelen en verband; zij verstrekt aan gerepatri eerde missionarissen medische behan deling en geeft hun medische litera tuur; zij bemiddelt bij uitzending van artsen. En meer. Maar de MEMISA staat machteloos als wij hen niet helpen met geld. Wij, die thuis blijven, moeten de vertrek kende missionaris iets meegeven, waar ze gindjs dringend om verlegen zitten. Vaak doet het lachwekkend aan, dat zelfs de meest elementaire dingen al niet aanwezig zijn: „We hebben totaal geen verband meer. We verbinden vaak met zilver papier uit de lege sigarettendoosjes van de Paters, maar dat is niet ideaal". „Bij gebrek aan verband heb ik de wondbehandeling stopgezet". „Ik heb juist een kies getrokken. Bij gebrek aan verband deed ik er 'n propje watten en een stuk krant op". „Op mijn .laatste tournee had ik al leen nog wat jodium en om te kun nen verbinden moest ik een stuk uit mijn hemd scheuren". Het medische missiewerk is de ba sis voor alle missiewerk. Doeltreffen de medische verzorging is een voor waarde voor alle missiewerk. De grote nood van dit ogenblik dient te verdwijnen. Wat kan de ME MISA dit jaar doen voor hen, die 't zoveel minder dan wij hebben ge- troffen? Het antwoord is aan U! Het flatgebouw aan de Dr. Lelylaan werd voor de familie Hajas een vei lige haven. Na de vlucht uit het va derland en het kampleven in Oosten rijk werd Nederland in 1955 hun tweede en definitieve? vaderland. uit onze taaltuin 'n rattenval C3 spaa F? w~ 5®

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 6