HANDLANGER VAN DE WETENSCHAP 50e mattdie zichzelf, een „óchewenjuttei" noemtweid dooi helang- igke oudheidkundige aondóten in de ftuuiten aan Heiden een dffeiplaato 35 eeuwen oud, kannen, kiuiken en munten .Sun balm Bloembollencultuur te Noordwijk vierde haar 75-jarig bestaansfeest Drukbezochte receptie DONDERDAG 10 JANUARI 1057 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 „Noemt U mij maar een schervenjutter", zegt de heer C. Eggink uit Voor schoten als wij naar de aard van zijn hobby informeren. De heer Eggink is een hartstochtelijk amateur-archeoloog; hij onderzoekt de bodem in de omgeving van zijn woonplaats op alles, wat onze voorouders aan resten van hun dagelijks bestaan hebben achtergelaten. Ook in déze tijd, nietwaar, raakt er wel eens een aardappelschilmesje of een panneborstel in de vuilnisbak en dat zijn juist de sporen, die ons nage-1 slacht over drieduizend jaar van alles moeten leren over de beschaving van deze tijd. Op deze wijze heeft de vaderland se burgerij in de bronstijd zo nu en dan schaaltjes, messen en dergelijke in de beerput laten vallen en indien een hartstochtelijke liefhebber als de heer Eggink na honderden uren graven in de vette, hardnekkige, va- derlandse klei op zulke resten stuit, geeft hij een gil van verrukking. Op zulke momenten is een tijd van hard en intensief werken ten volle beloond. Op zulke momenten ook toont de scherven-amateur zich een gewaardeerd handlanger van de we tenschap. De rijksdienst voor oud heidkundig bodemonderzoek heeft de heer Eggink aangesteld als zijn correspondent en hij onderhoudt steeds contact met het bureau in Amersfoort. Zo ook geschiedde na de prachtige vondst, die de heer Eggink samen met de heer Dekker uit Al phen deed in de Bos- en Gasthuis polder bij Leiden. BEGIN JAARTELLING. Deze beide liefhebber-archeo logen ontdekten tussen de Korte Vliet en het gemeentelijk sport terrein te Leiden belangrijke spo ren van een inheemse nederzet ting uit het begin van de jaartel ling. Scherven aardewerk troffen zij aan en botten van slacht, en jachtdieren. Het aardewerk was op een bijzondere wijze versierd met vingerafdrukken. Dit artistieke vingerwerk frappeer de het Rijksinstituut zo, dat het direct het belang van deze vondst inzag en zelf het verder graafwerk ter hand nam. Later bleek, dat hetzelfde aarde werk ook in andere delen van de kuststreek was gevonden. Dit was één van de successen van de heer Eggink, maar daar waren er meer. Met intens genoegen denkt hij bijvoorbeeld terug aan de vondst van een offerplaats uit de bronstijd, nog geen tien stappen van zijn huis aan het Oranjepleini vandaan. De funda menten vóór een nieuw huis werden gelegd en de aannemer belde op met de mededeling, dat hij op keien van gigantische afmeting was gestuit. Dit zijn boodschappen, die de heer Eggink dadelijk tot koorts achtige activiteit inspireren. Jammer genoeg belette het grond water en het huis-in-aanbouw hem deze offerplaats geheel bloot te leggen. Maar door son- deerwerk met een lange staaf was hij toch in staat een ruwe tekening van het geheel te ma ken. Het waren stenen, afkomstig van de Veluwe, in een cirkel met een middellijn van drie meter rond een kei gelegen. BOTTEN. Merkwaardig is, dat hij in de di recte omgeving van deze offerplaats doormidden gebroken botten vond. Prof. dr. v. d. Vlerk, directeur van het museum voor geologie en mine ralogie te Leiden onderzocht ze en kwam tot de conclusie, dat zij van het paard waren, hét Offerdier' uit het bronstijdperk. De afmeting van dit soort paarden bleek niet groter dan van een jonge pony en ook deze ontdekking koni goed geplaatst wor den in de theorie, dat het hier ging Mijmerend over mensen, die leef den en dachten vele honderden ja ren geleden De heer Eggink met een van zijn vondsten. om een offerplaats uit de bronstijd: het paard heeft immers wat afme tingen betreft in de loop der eeuwen een ontwikkeling doorgemaakt. Onze „schervenjutter" vond hier ook de schedel van een wolf, die prof. v. d. Vlerk enthousiast maakte; de sche del was n.l. vier centimeter langer dan het exemplaar, dat het Leidse museum bezat. METHODISCH WERK. De heer Eggink trekt er bijna da gelijks met zijn proefboor en spade op uit.'Pas de laatste vijf jaar is zijn speurwerk wetenschappelijk-metho- seum de stuifmeelsporen in de grond om het tijdperk te bepalen. VERZAMELING. Na honderden uren graven -r- zo vertelt de heer Eggink met een medelijdende blik op zijn vrouw, die altijd „met de rommel zit" als hij thuiskomt, graaf ik dan wel eens iets op. En hij laat ons zijn uitgebreide verzameling zien, alles gevonden in de omgeving van Voorschoten of Leiden. „Dit noemen wij in onze kringen bazar-spul" en hij wijst op wat kruik jes, die foutief met de naam Jacpba- kruikjes worden aangeduid. Het zijn Siegburger kannetjes van aardewerk, die in de 14e en 15e eeuw in grote hoeveelheden uit Duitsland geïmpor teerd werden. Hij liefkoost een zwprt aardewerk kannetje, een Romeins wijnbekertje, dat hij dicht bij het doofstommeninstituut te Voorburg heeft gevonden. In de zogenaamde KLM-wijk bij Voorschoten heeft hij ook in teressante vondsten gedaan: een Romeinse speerpunt, een kan uit het jaar 1100 met grote hoeveel heden tanden van het wild zwijn in de buurt die tanden vindt je overal in de bodem terug een zeer zeldzaam speelschijfje met een gat erin, waarmede onze verre voorouders een soort dam spel speelden, een munt uit de tijd van keizer Augustus, die door een speciaal waarmerk voor deze streken geldig was gemaakt, een valse Florijn, talloze spinsteentjes en schaatsen van runderbotten. Een prachtige vondst, die voor de heer Eggink weken van graven goed maakte, was ook de wrijfsteen, waar mede de achter-grootvaders van on ze grootvaders het koren maalden. In een kippenhok, waar de heer Eg gink als een mol de bodem omploeg de, vond hij de kop van een stenen hamer. MIJMEREN OVER VERLEDEN. Na het bobby-werk in het veld, dat sterk beïnvloed wordt door zijn liefde voor de polder de heer Eg gink maakt deel uit van de directie van een bloem- en bloembollenbe- drijf zit de amateur-archeoloog mijmerend boven de vondsten, die hij niet aan de wetenschap behoefde af te staan. Hij speelt met de priem, waarmede het Bataafse vrouwtje mopperend de berenhuid van haar man repareerde, met de spelden en de kralen, die haar sierden, met de primitieve instrumenten, waarmede levende en denkende mensen tien tallen eeuwen geleden gewérkt heb ben; juist zoals de atoom burger uit het jaar 5000 na Christus verwon derd met de toets van een schrijf machine of met de knalpijp van een bromfiets in zijn handen zal zitten. Archeologische beschouwingen zijn dikwijls speculatief zo zei ons de heer Eggink. Misschien denkt de oudheidkundi ge in het jaar 5000 wel, dat de toets van de schrijfmachine als sierknop werd gebruikt en dat de mannen van de twintigste eeuw met de knal pijp van hun brommer als blaasroer op leeuwenjacht gingen. 'In -één Uw handen gaaf en zac (Advertentie). Japanse prenten in VolkenkundeLeiden Vanaf 9 januari wordt in het Rijks museum voor Volkenkunde te Leiden in de zaal voor wisseltentoonstellin gen een nieuwe reeks Japanse kleu- ren-houtsneden tentoongesteld. De tentoonstelling van prenten uit de museum-verzameling is ditmaal aan een enkel onderwerp, de winter, gewijd en omvat werk van Eisen, Eizan, Hiroshige, Hokusai, Kunisada, Kuniyoshi en Toyokunl. De tentoonstelling is voor het pu bliek te bezichtigen van 10 uur v.m. tot 4 uur n.m. (na 16 februari tot 5 uur n.m.) De reproductie toont het linker deel van een triptiek, getekend door Eisen. De triptiek is getiteld: „De eerste sneeuw, de kinderen weren zich trouw". WROETEN IN DE TAAIE KLEI disch geworden onder invloed van de gegevens, die de Rijksdienst hem ver strekt. Thans heeft hij een rayon ter onderzoeking aangewezen gekregen. Hij raadpleegt geregeld bij de topo grafische dienst te Delft luchtfoto's van het polderland tussen Leidschen- dam en Leiden, want deze foto's schrijven dikwijls voor de doorkne de archeologen een geheimschrift, dat te ontcijferen is. Lichte strepen bijvoorbeeld in het weiland kunnen er op dui den, dat op deze plaatsen vroe ger nederzettingen zijn geweest. Het- gras heeft door het graven en door de vermenging van de lagen in de aarde een iets andere kleur gekregen. Op deze plaatsen richt onze ama teur-archeoloog op de eerste plaats zijn aandacht. Hij neemt bodemmon sters met zijn grondboor en een spe ciaal zintuig ontwikkeld in de loop van twintig jaar graafactiviteit vertelt hem of het zin heeft de onderzoekingen voort tezetten. Soms ook onderzoekt het geologisch mu- In „Het Hof van Holland", waar de afdeling Noordwijk van Bloem bollencultuur het eerste levenslicht aanschouwde, recipieerde gisteren het huidige bestuur, bestaande uit de heren J. C. v. d. Meer, voorz., Jos de Mooy, secr., P. Lindhout, penningm., Th. G. v. Went, P. C. Steenvoorden, G. B. van Rhijn en H. C. v. d. Loo, ter gelegenheid van het 75-jarig be staan van de afdeling. En hoe kan het anders als Bloem bollencultuur jubileert. Er waren veel bloemstukken ingekomen o.a. van de gemeente Noordwijk, van het H.B. van B.B.C., Veiling West-Fries land, Ned. Mij van Tuinbouw en Plantenkunde en vele andere instan ties. Onder de aanwezigen die het be stuur kwamen complimenteren, merkten wij op: burgemeester G. F. W. v. Berckel, weth. G. Vogelaar, de heer B. Ike, gemeentesecretaris; na mens het hoofdbestuur de heren J. B. W. Roozen, H. C. Voors en H. G. de la Mar; de heer Dekker, redacteur van het weekblad van B.B.C.; afge vaardigden van de plaatselijke afd. van de L.T.B., Kon. Mij v. Tuinbouw, Landarbeidersbond St. Deus Dedit en de Chr. Landarbeidersbond. Verder de directeuren van V.V.V., Twentse Bank, Rott. Bank, bestuur Boeren leenbank, afgevaardigden van de Ka mer van Koophandel Leiden, van de afd. Noordwijkerhout, Voorhout, Warmond, Katwijk, Wassenaar en Voorschoten-Veur. Vermeldenswaar dig is wel de aanwezigheid van één der oud-voorzitters van de afdeling de nog vitale 80-jarige heer G. J. C. v. Parijs. Betekenis voor Noordwijk. Deze receptie werd ingeluid door de voorz. van de feestcommissie de heer Jac. de Groot Jac.zn., die eraan Een klein overzicht van de verza meling van de „scherven-jutter". Op de achtergrond Siegburger kannetjes, in het midden een Romeinse wijnbe ker. De hand wijst een Romeinse slingerkogel aan, die uit klei werd I gebakken. herinnerde wat Noordwijk sinds 1822 heeft betekend voor de bloembollen cultuur. Als pioniers herdacht spr. de heer C. P. Alkemade op het ge bied van de gladiolenteelt en de he ren S. A. van Konijnenburg en De Graaf van de narcissenhybridisatie. Dank bracht deze spr. namens de le den aan het huidige bestuur, met aan het hoofd de heer J. C. v. d. Meer, die in zeer moeilijke tijden het werk der voorvaderen met groot succes heeft voortgezet. Hij sprak hierbij de wens uit, dat de jeugd het werk van het huidige bestuur in de toekomst met eenzelfde ijver en liefde moge voortzetten. De heer Roozen, welke mededeel de dat de voorz. van de algem. ver eniging, de heer Jhr. van Nispen tot Pannerden, verhinderd was aanwezig te zijn, complimenteerde de afd. na mens het H.B. met haar 75-jarig be staan. Het H.B. was gaarne naar Noordwijk gekomen niet alleen, om dat deze afd. één der oudsten is, doch vooral omdat zij één der meest ac tieve is geweest en nog is. Dit getui gen de vele bloemententoonstellin gen en de vele belangrijke voorstel len, die Noordwijk het H.B. heeft voorgelegd. Een merkwaardig feit wilde spr. nog memoreren n.l. hoe Noordwijk ons heeft geleerd van hyacinthen zulke mooie mozaieken te maken en praalwagens samen te stellen. Reeds meer dan 50 jaar geleden werd in deze afd. begonnen met het geven van Tuinbouw- en Boekhoud- cursussen en iets wat speciaal Noord- wijks is, is het winnen van nieuwe gladiolen variëteiten, waardoor Ne derland met succes het hoofd kon bieden aan buitenlandse concurren tie. Dank bracht spr. voor de grote medewerking, welke het H.B. van de afd. heeft ondervonden. Hij ver trouwt ,dat in de toekomst deze me dewerking bestendigd moge blijven tot welvaart van het gehele vak. Welvaart. De heer P. Vink sprak hierna na mens de Kath. Landarbeidersbond St. Deus Dedit zijn dank uit voor de uitnodiging voor deze feestelijke bijeenkomst, welke zij gaarne heb ben aanvaard om buide te brengen aan de afd,, welke door hun werk veel welvaart in Noordwijk hebben tot stand gebracht, een welvaart die ook vruchten heeft afgeworpen voor de arbeiders. Burgemeester van Berckel kon de verzekering geven, dat als hij na mens de gemeente kwam feliciteren het bij deze gelegenheid uit het hart is gegrepen, omdat de jubilerende vereniging niet alleen voor Noord- wijk, doch ook voor het gehele vak pionierswerk heeft verricht. Op bij zondere wijze heeft de afd. Noord wijk gediend, om de kwekersgave zo te ontwikkelen, dat onze mooie bloe- menbadplaats op de voorgrond werd geplaatst, zo zelfs dat het gehele land en zelfs het Koninklijk Huis zich naar Noordwijk voelde getrokken. Het stond bij spr. vast, dat de titel „bloemenbadplaats" zijnde 2 factoren nauwelijks te scheiden zijn en hij verwacht, dat de activiteit voor het bloembollenvak in de toekomst wordt bestendigd, 1 Dankwoord. Nadat de heer Benschop namens de Chr. Landarbeidersbond had gespro ken, nam de heer J. C. v. d. Meer het woord, welke op de eerste plaats darik bracht aan de burgemeester voor zijn waarderende woorden. In de persoon van de heer Roozen bracht hij dank aan het hoofdbestuur van BBC voor de uitgesproken feli citaties en bloemen. Dank aan de voorz. van St. Deus Dedit en de Chr. Landarbeidersbond en spr. stelde er prijs op te verklaren, dat het van groot belang is, dat er mensen zijn, die hun kunde voor het bedrijf beschik baar stellen. Op deze dag gaan on- Het jubilerende bestuur van de afd. Noordwijk van Bloembollencul tuur, v.l.n.r.: Th. G. v. Went, P. Lindhout, J. C. v. d. Meer, Jos de Mooy, G. B. v. Rhijn, P. C. Steen voorden en H. C. v. d. Loo. willekeurig onze gedachten uit naar onze voorouders. Ik denk hierbij aan de geslachten Alkemade, De Groot, v. d. Meer, Lindhout, Konijnenberg, doch ook aan de onvergetelijke heren C. Verweij, J. van Konijnenburg en Maarten Hoek, welke ons in de laat ste jaren door de dood zijn ontvallen. Dank aan de nog levende oud-be stuursleden J. H. Lindhout, C. W. Al kemade, J. v. d. Wilden en G. J. G. v. Parijs voor hun vele werken in het verleden. Dank bracht spr. ook voor de ontvangen attenties en met de wens, dat de afd. in goede welstand het eeuwfeest moge bereiken, spoorde hij de jongere generatie aan, hun beste krachten aan het vak te schen ken. Nadat de heer H. J. Voors nog een kort en geschiedkundig overzicht gegeven had over de contacten, welke hij in het H.B. heeft gehad met de ;ubilerende afdeling, waarbij hij zich niet onthouden kon om namen te noemen en wel de heren G. J. L. v. d. Meer, J. Braun, G. Soeteman, de hui dige voorz. J. C. v. d. Meer, van wie steeds medewerking werd onder vonden. In de avond kwamen bestuur en leden met hun dames in een feeste- ijke bijeenkomst tezamen in het Casino, waar het non-stop cabaret „Een avond in de Malle Molen" van Henk Bukman werd gegeven. Oase aan de Zuidpool Een Russische zuidpoolexpeditie heeft in het barre ijskoude zuidpool gebied een oase ontdekt, waar het klimaat zo zacht is, dat de grond vrij van sneeuw en ijs is. De oase bevindt zich op ongeveer 66 graden zuiderbreedte en 100 gra den oosterlengte. Het gebied wordt zelfs in de antarctische winter niet door ijs bedekt en heeft een groot aantal zoetwatermeren. Het klimaat verschilt aanzienlijk van het omringende gebied. De Rus sen zullen hier een permanent waar nemingsstation bouwen, dat zal wor den bezet door vier mannen, die in geprefabriceerde barakken zullen wonen. Dit is medegedeeld door de Russi sche professor V. Beloessow (de lei der van de Sowj et-delegatie op de derde conferentie over het zuidpool gebied, die dezer dagen in Parijs werd gehouden) in een schrijven aan de Parijse secretaris van de commis sie voor het int. geofysische jaar, Georges Laclevere. Laatstgenoemde heeft verklaard, dat de oase, naar men aanneemt, geen warme bronnen van vulcanische aard heeft, doch waarschijnlijk bij zonder goed is beschermd en zeer toegankelijk voor zonnewarmte. Wel licht is dit een plek die aan alle zij den door gletsjers is omgeven. Aan geruchten, dat is dit gebied uranium zou zijn gevonden, moet volgens Laclavere geen geloof wor den gehecht. Nasser ziek? Volgens berichten uit Cairo, die in Aziatische diplomatieke kringen ont vangen zijn, is president Nasser van Egypte ziek als gevolg van een maag kwaal, de grote spanning waaraan hij sedert verscheidene maanden onder hevig is en de drukke werkzaamhe den, waardoor hij soms tot de och tenduren bezig is. De artsen zouden verontrust zijn. Israëls trage terugtocht. De Aziatisch-Afrikaanse groep in de N.V. heeft woensdag besloten om een spoedige bijeenkomst van de Al gemene Vergadering te verzoeken ter bespreking van „de weigering van Israël om zijn troepen van Egyp tisch grondgebied terug te trekken". Dit is uit gewoonlijk betrouwbare bron vernomen. De groep heeft een commissie van vijf leden gevormd, welke een reso lutie zal opstellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 7