Restauratie SINT LODEWIJK komt tegen Pinksteren klaar VAN NELLE Kerk vond - na bewogen geschiedenis - opnieuw haar bestemming tot Godshuis FEESTELIJKE PLANNEN BIJ DE INGEBRUIKNEMING Weer klokkenspel in toren Koninklijke onderscheiding voor Mej. Van Brussel Honderdjarige overleden WOENSDAG 9 JANUARI 1957 DE LEIDSE COURANT PAGINA 5 Dit jaar wordt een belangrijk jaar voor de St. Lodewijksparochie, maar voor haar niet alleen, voor geheel Leiden, want een geheel gerestaureerd en verbeterd monument gaat opnieuw een belangrijke functie in het leven van de stad innemen. De restauratie en uitbreiding van de St. Lodewijks- kerk komt in 1957, waarschijnlijk tussen Pasen en Pinksteren, gereed. In ieder geval zal de kerk vóór Pinksteren geconsacreerd worden, opdat de plechtigheden voor dit hoogfeest in een geheel herboren kerk kunnen plaats vinden. Zo heeft de St. Lodewijkskerk na een zeer wisselende en avontuurlijke zelfs wonderbaarlijke loopbaan toch weer haar natuurlijke bestem ming tot Godshuis bereikt. Bewogen geschiedenis. De -fundamenten van dit gebouw reiken tot in 1477, toen op deze plaats een St. Jacobsgodshuis werd ge bouwd. de pelgrimage naar St. Jaco bus van Compostella een bede vaartplaats in Spanje, waar zich het graf van St. Jacobus de Meerdere zou bevinden stond in die dagen in hoog aanzien. Er waren vele St. Ja- cobsbroederschappen en voor de Leidse broederschap v/erd dit Gods huis met kapel gebouwd. Als zodanig floreerde het waarschijnlijk niet en in 1547 kwam het gebouw in handen van het stadsbestuur. Daarna werd het gedegradeerd tot graanpakhuis, later tot Saaihal. Aan het eind van de 16e eeuw werd een spitsje op de toren geplaatst, afkomstig van de oude Raamtoren. In die tijd werd ook een klokkenspel aangebracht, een ca rillon met waarschijnlijk elf klokjes. Er leeft in Leiden thans de wens deze klokjes in een geheel gerestau reerde toren opnieuw aan te brengen; daarover kunt u in een bijgaand ka- kerartikeltje méér lezen. In de 17de eeuw is ook nog een gedeelte van het gebouw ingericht als schilder academie voor Willem van Mieris. Haring en wittebrood. Een andere merkwaardige bijzon derheid in de geschiedenis van dit ge- bouw-mqt-negen-levens is, dat de uitdeling van haring en wittebrood bij het ontzet van Leiden in de Saai- I hal plaatj vond. In 1807 maakt de grote explosie van het buskruitschip op het Ra penburg (waarover u zaterdag j.l. in dit blad heeft kunnen lezen) een begin aan een gelukkiger periode van dit Godshuis. Koning Lodewijk Napoleon stelde vast, dat het ge bouw weer een katholieke kerk moest worden. De katholieke kerk aan de Appel markt (Nieuwe Rijn bij Middelste gracht) had door de uitbarsting ern stig geleden. Men moest naar een nieuwe kerk uitzien. De overblijfselen van de Saaihal werden verkocht voor 7.504 gulden en de architect Guidici, een Italiaan, die in Nederland werkte, kreeg de op dracht de kosten voor een verbou wing te begroten. Met goedkeuring van de koning werd uit het fonds voor de slachtoffers van de ramp een sub sidie van 37.000 verstrekt. Op 17 ok tober 1809 kon pastoor B. Driessen de nieuwe Lodewijkskerk plechtig inzegenen. Na het herstel van de bis schoppelijke hiërarchie werd de kerk bijkerk in de St. Petrusparochie. De restauratie. In de jongste geschiedenis werd de St. Lodewijk dekenale kerk. U her innert zich, dat in 1953 mgr. Jansen thans bisschop van Rotterdam De St. Lodewijkstoren, die straks een zingende zal zijn. (Foto's: „De Leidse Courant"). tot eerste deken en bouwpastoor van de geheel te restaureren St. Lode wijkskerk werd benoemd. Binnenkort is nu de resauratie van de kerk gereed. Links en rechts zijn aan het kerkschip twee zijkapellen toegevoegd, zodat het aantal zitplaat sen van 320 op 560 werd gebracht. De toren werd geheel gerestau reerd; in het gebouw zelf moesten belangrijke herstelwerkzaamheden worden verricht. Naast de kerk is thans de nieuwe pastorie bijna gereed gekomen. Rond 1 februari zal deken Haring zijn nieuwe huis betrekken. We hebben de pastorie onder lei ding van haar toekomstige hoofdbe woner nog even bekeken. Het huis is practisch en goed gebouwd. Hoewel men heeft moeten woeke ren met de ruimte, geeft het geheel toch een indruk van ruimheid en ge zelligheid. De hoofdingang tot de pastorie is op de binnenplaats, die tussen kerk en woonhuis ligt. Om deze binnenplaats (of patio) te be reiken moet men een poortje pas seren. De kerk kan ook via deze binnen plaats worden bereikt. Voorts kan men binnenkomen door de hoofdin gang aan het Steenschuur en aan de achterzijde aan de Boomgaardsteeg. Het zangkoor is verplaatst van de achterzijde naar de rechterkant van de kerk. Ook het orgel met speeltafel on langs geheel gerestaureerd komt aan de zijkant te staan; het oude or- geïfront blijft echter beroofd van alles wat muziek kan maken ach ter in de kerk. Dit geschiedde onder meer op last van monumentenzorg die samen met de gemeente zoveel hart voor de restauratie van dit ge bouw heeft getoond. Doeltreffend. De plannen voor deze restauratie waren zoals bekend van het ar chitectenbureau Van Oerle en Schra- ma te Leiden; de aannemers zijn Bik en Breedeveld. Ook door hun volle medewerking kon dit werk zo doel treffend en snel verlopen. In de kerk moesten de zuilen, die destijds als tegemoetkoming aan de classisistische stijl, die Guidici aan de kerk gege ven had, als ornament werden ge plaatst, opnieuw gefundeerd worden. Het altaar is nog geheel in restau ratie; het prachtig albasten antepen- dium werd verwijderd en de tombe opnieuw gemetseld. Altaaropstand. De restaurateurs hebben nog voor een verrassing gezorgd Men kocht n.l. van De Lakenhal een al taaropstand. Op de zolder van dit Leidse museum ligt nog een altaar opstand, dat afkomstig is van de oud-katholieke kerk te Amersfoort. Deze zal een plaats krijgen in de Maria-kapel links in de kerk. Plannen. Bijzondere plannen houden allen, die direct bij de restauratie en de in gebruikneming van de Lodewijkskerk geïnteresseerd zijn, bezig. Als de kerk klaar is, wordt onder auspiciën van „Oud-Leiden" een avond georgani seerd in de Lodewijkskerk, met cau serieën over de geschiedenis van de kerk. Ook wordt op het gerestaureer de orgel gespeeld; daarnaast houdt men een historische tentoonstelling. Voorts staat op het programma de op voering van een spel van Calderon: „De geheimen van de H. Mis". Anton Sweers heeft de regie over de opvoe ring. e altaar-opstand afkomstig uit de oud-katholieke kerk te Amersfoort. Aan het eind van de 16e eeuw werd de toren van de Saaihal van een klein klokkenspel voorzien. Het omvatte slechts elf klokjes, die allen namen droegen toepasselijk op de lakenindustrie; namen zoals: verver, spinner, kammer etc. met daaraan toegevoegd een bede om welvaart. De ramp van Leiden in 1807 heeft de stem van deze zin gende toren het zwijgen opgelegd. Maar nu men aan een tweede, volledige restauratie toe is, rijpt het idee om de toren zijn stem banden terug te geven. Ook nu weer zou men met elf klokjes kunnen volstaan. Daarbij behoren twee luiklokken, die in de oorlog door de Duitsers ont vreemd zijn. De vernieuwing van deze twee grote klokken kan be kostigd worden uit het landelijk schadefonds voor verdwenen klokken. Voor het carillon heeft men echter op zijn minst tienduizend gul den nodig. Maar dit prachtige monument, dat een lust is voor het oog van Leidens burgers, kan ook een streling voor het oor zijn. Ongetwijfeld zal men met medewerking van de Leidse laken industrie aan het benodigde bedrag toekomen. Het carillon zal in toonsoort worden afgestemd op het klokkenspel van het Stad huis, opdat het zingen der uren muzikaal blijft. Bovendien zullen de beide spelen zó worden afgesteld, dat zij na elkaar hun nummer ten gehore brengen. Een commissie voor het realiseren van dit carillon is in voor bereiding. De twee luikloken zullen in ieder geval vóór de plech tige consecratie van de kerk al in gebruik genomen worden. Jubileum bij Sanders' zeepfabriek Na veertig jaren van hard werken was er gistermiddag een moment, waarop mej. M. C. van Brussel een ogenblik mocht rusten om de erkente lijkheid te oogsten, voor de verdiensten, die zij zich in de afgelopen vier decennia heeft verworven. Die verdiensten bleken ook niet gering. In de foyer van de Stadsgehoorzaal waren de directie en het voltallige personeel er getuige van dat burgemeester jhr. mr. F. H. van Kinschot de jubilaresse mededeelde, dat het H.M. de Koningin Juliana had behaagd, haar om de uitnemende arbeid, als inkoopster van de Koninklijke zeep- en eau de co- lognefabriek Sanders met grote ijver en toewijding verricht, de eremedaille in zilver toe te kennen, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. 40 Jaar voorbeeld van arbeidsvreugde De burgemeester speldde mej. Van Brussel de medaille op, na een toe spraakje waarin aan de hand van haar levensloop alle goede eigen schappen van de jubilaresse waren belicht. Voorbeeld. Tevoren, bij de ontvangst, had de directeur van het bedrijf, de heer J. A. de Jong, mejuffrouw Van Brussel ten voorbeeld gesteld aan de jonge arbeidskrachten, die thans aan de fabriek verbonden zijn. „Het is niet in de moderne jeugd, om zich zodanig aan hun arbeid te wijden, dat de Fabriek iets voor hen gaat betekenen." Er zijn nog slechts weibigen in het bedrijf, die hiertoe wel in staat zijn, en tot die selecte groep behoort mej. Van Brussel. Zij heeft door haar kennis en werkkracht medegewerkt het bedrijf door de moeilijke periodén te helpen. Mevrouw De Jong overhandigde haar hierna, namens de bedrijfslei ding, een enveloppe met inhoud. De eerste spreker, die de jubilaresse kon feliciteren met de hoge onder scheiding, was de adjunct-directeur, de heer C. Verwey. In een geestig toespraakje schilderde hij de zorg, waarmee de jubilaressen hem in de administratie van de fabriek had wegwijs gemaakt. Spreker betrok in zijn hulde ook de moeder van de feestelinge, die in de zaal aanwezig was. Namens het magazijnpersoneel, het administratief- en kantinepersoneel bood hij mej. Van Brussel een haard- fauteuil aan. Als symbool van de grote bewondering en de genegen heid, die het mannelijk personeel haar toedraagt, overhandigde de heer J. A. van Wijk, produktiechef, een ■■lektrisch kacheltje en een fles likeur aan de jubilerende inkoopster. Uit naam van de vertegenwoor digers sprak vervolgens de heer J. C. van Duyn, die de opgewektheid van juffrouw Van Brussel zag als de basis van haar arbeidsvreugde en haar doorzettingsvermogen. Met de wens, dat zij nog lang haar stimulerend werk zal mogen voortzetten, leverde ook hij een bijdrage aan de voort durend groeiende stapel cadeaus. Een verpersoonlijking van het oude spreekwoord: „Goed voorbeeld doet goed volgen" noemde de heer J. Slegtenhorst, die het woord voerde GEM. AANKONDIGING AFSLUITING. Burgemeester en wethouders van Leiden brengen ter openbare kennis, dat de Valkensteeg met ingang van heden tot en met 14 januari 1957 ge sloten is verklaard voor het verkeer met alle voertuigen, rij- en trekdie ren en vee, alsmede voor voetgangers, in beide richtingen. 8850 Aan het museuim van geologie en mineralogie te Leiden is onlangs de schedel van een muskusos aangebo den. Deze schedel is opgebaggerd uit de Maas bij Rossum. Het is de eerste vondst van een fossiele muskusos in ons land. Het dier leefde hier aan het einde van het ijstijdvak, ten min ste 15.000 jaar geleden, tegelijk met de mammoet, de wolharige neushoorn en het reuzen/hert. Tegenwoordig le ven nog muskusossen op Groenland en in het uiterste noorden van Ca nada. namens de vrouwelijke personeels leden, de jubilerende inkoopster. Bloemenzee. De heer J. Christiaanse, oud adjunct-directeur, schetste in een geestig en zeer persoonlijk speechje de opgewektheid en accuratesse, waarmee mej. Van Brussel altijd haar werk had gedaan en wenste hij haar nog lang vreugde in haar werk en in de zorg voor haar moeder. De heer J. van Leeuwen sr., sloot de rij van sprekers en overhandigde, namens de vier gepensioneerden, een geschenk onder couvert. Nadat de feestelinge ontroerd had gedankt voor de overweldigende hulde, die haar ten deel was geval len, kregen de aanwezigen gelegen heid om haar persoonlijk geluk te wensen. De feestelijke bijeenkomst werd gesloten met een gezellig samenzijn, waaronder nog talrijke gelukwensen en bloemstukken binnenkwamen. WARMOND Mevr. M. J. Weytenburg—Kuijper, die in de laatste week van 1956 haar honderdste verjaardag vierde, is van daag in Huize St. Luidina te War mond overleden. De honderdjarige, die nog zo vitaal en helder van geest was, werd kort na haar verjaardag bedlegerig. Zij leed aan een aderverstopping en had de laatste dagen hevige pijnen. Van morgen is zij, na gesterkt te zijn door de H. Sacramenten der Stervenden, ontslapen. Burgemeester Van Kinschot speldt mej. M. C. van Brussel de zilveren ere-medaille, behorende bij de orde van Oranje Nassau op. Geheel links de moeder van de jubilaresse.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1957 | | pagina 5