De garantieprijs voor het reeds begonnen melkjaar kon nog niet worden vastgesteld Meer belangstelling gevraagd voor „saaie" p.b.o. SANOSTOL Vraag van publiek richt zich meer op de duurdere kleding Nederlands r.k. jeugd begroette de Hongaarse jongeren op instuif Vakgroep tuinders L De uitvoer was tamelijk bevredigend Amsterdam had 'n onrustige nacht MAANDAG 10 DECEMBER 1956 DE LEIDSE COURANT PAGINA 5 KABINETSCRISIS BRACHT VERTRAGING Nieuwe uitgangspunten in studie Het Landschap heeft het laatste jaar bij verschillende gelegenheden de mi nister van Landbouw- Visserij en Voedselvoorziening gewezen op het feit, dat de zogenaamde uitgangspun ten voor de kostprijsberekening ver ouderd zijn. Voor de waardering van bepaalde kostenfactoren zijn in 1953 door de overheid en de stichting voor de landbouw afspraken gemaakt, welke het Landbouw Economisch In stituut zonder meer toepast bij de kostprijsberekening van lanbouw- produkten. Tijdens de bespreking met de mi nister op 25 april 1956 heeft het land bouwschap reeds zijn zienswijze ten aanzien van één van de belangrijkste uitgangspunten, t.w. de waardering van de grond en gebouwen, aan de orde gesteld. In een schrijven d.d. 4 juni j.l. heeft het Landbouwschap er bij de minister op aangedrongen, dat herziening van bovengenoemd uit gangspunt op een zó korte termijn zou dienen te geschieden, dat deze nog in de kostprijscalculatie voor het prijsjaar 19561Ö57 verdisconteerd zou kunnen worden. Aldus zou aan de onbevredigende positie, waarin het grond- en gebouwenkapitaal in de landbouw verkeert, op de kortst mogelijke termijn tegemoet worden gekomen. Standpunt bepaald. Op 3 oktober j.l. heeft het bestuur van het Landbouwschap na voorbe reidende besprekingen in een open bare vergadering zijn wensen ten aanzien van alle primaire uitgangs punten (waardering van de grond en van de gebouwen, vergoeding voor de handenarbeid van de boer en zijn gezinsleden en tenslotte de bedrijfs leidersvergoeding) en de waardering van de landarbeid nader geconcreti seerd. Het standpunt van het Land bouwschap is hierna ter kennis ge bracht van de minister. Waar tengevolge van verschillende omstandigheden met name de moeilijkheden bij het formeren van een kabinet een spoedige herzie ning van de uitgangspunten niet mo gelijk scheen, heeft de hoofdafdeling veehouderij in zijn vergadering van 30 augustus j.l. besloten, stappen te ondernem-en, opdat het LM-rapport inzake de kostprijs van de melk voor het jaar 1'956/1957 eerst zou verschij nen als het standpunt van de rege ring ten aanzien van de uitgangs punten bekend was. Eerst wijziging. Gezien de basis van het melkprijs- voorstel van bet Landbouwschap, t.w. de kostprijsgegevens van het LEI, heeft dit tot gevolg, dat eerst na het verschijnen van het kostprijsrapport voor 1956/1957 het voorstel inzake de nieuwe melkprijsgarantie gedaan kan worden. Het dagelijks bestuur heeft zich met deze zeniswijze verenigd. Hierop is deze aangelegenheid besproken in het bestuur van het LEI, waarin over heid en Landbouwschap beide zitting hebben. Dit achtte het eveneens ge wenst, dat het kostprijsrapport be treffende de melk eerst uitgebracht dient te worden als de verouderde uitgangspunten gewijzigd zullen zijn. Terugwerkende kracht. Hoewel het op zich te betreuren is, dat, waar het nieuwe melkprijsjaar rec.us is begonnen, een beslissing om trent de prijsgarantie nog niet be kend is, meent het Landbouwschap toch onder de gegeven omstandig heden niet anders te kunnen hande- Overigens behoeft het uitblijven van een beslissing inzake de melk prijsgarantie voor de veehouders geen aanwijsbaar nadeel op te leveren, aangezien enerzijds voorlopige voor zieningen zijn getroffen met betrek king tot het zuivelfonds en het sy steem van heffingen en toeslagen, en anderzijds evenals in vorige jaren aangenomen mag worden, dat de beslissing van de regering terugwer kende kracht tor het begin var. hol melkprijsjaar (23 oktocer 1955) zaJ krijgen. Met name dient zulks ook dit jé ar weer te gelden voor een verhoging van de verrekenprijs voor consump- tiemelk, waarbij het prijsverschil in de tussenliggende periode verrekend zal worden door een storting uit het Landbouwegalisatiefonds in het zui velfonds. Afytt xSyrfemóet Mee Ook deze maand - elke dag - Geef Uw kind méér weerstand na deze zon-arme Zomer ■sip het héérlijke levertraanproduct. (met vitamines A, B, C en D) bereid uit heilbot- en kabeljauwlevers Critiek Landbouwschap S£R-advies melkprijs I-Iet SER-advies over de prijs van melk is onjuist, omdat het verloop van de kostencurve en dus het ver band tussen prijs en produktie zelfs niet bü benadering door de SER is vastgesteld en volgens het be stuur van het Landbouwschap omdat geen rekening is gehouden met de typische kenmerken en ver schillen van het bedrijf der melkvee houders. Bovendien is de aanbeveling van de SER om voor een bepaalde hoeveelheid melk een prijsgarantie te geven praktisch onuitvoerbaar. De laatste jaren neemt de belang stelling van het publiek voor duur dere kleding sterk toe. Voor de lagere prijsklasse neemt de vraag af. De Hoilandia Kattenburg Fabrieken heb ben een onderzoek ingesteld naar de effectieve aankopen van het publiek gedurende de jaren 1952 t.m. 1956. Deze enquête heeft uitsluitend betrek king op het prijsverloop van het door genoemd bedrijf gevoerde merkarti kelen. Alg. Veren, voor Bloembollencultuur Het extraatje voor de bejaarden Maandag wordt een begin ge maakt met de uitbetaling van de 50 pet. van de maandelijkse uitkering, die de trekkers van de Noodwet Ouderdomsvoorziening extra zullien vangen. Van heden af gaan de kwitanties aan de Noodwettrekkers in zee en men wil nog vóór de 20ste van deze maand alle gegadigden in het bezit stellen van dit extraatje. Dit besluit is genomen door de mi nister van Sociale .Zaken, in overleg met de Sociale Verzekeringsbank en de Raden van Arbeid. Beteugeling van „na-offertes" De Kon. Alg. Vereniging voor Bloembollencultuur kwam heden morgen in vergadering bijeen m het Concertgebouw te Haarlem. De voorzitter, jhr. mr. dr. O. F. A. M. van Nispen tot Pannerden, her dacht in zijn openingswoord de ge vallenen in Hongarije en de overle den leden Th. L. Jonker, Arie van den Berg, P. van Dijk, C. Thein, Leendert van Dis, F. J. Raatjes, Ger- rit Zandbergen, ir. H. Maarschalk, B. Chr. Vos en Jan Smit Dz. In zijn overwicht zeide spr., dat het jaar 1956, door een late en lang aan houdende strenge vorst, met een grote zorg begon. Velen beschouw den de oogst als verloren of zwaar beschadigd. Op enkele gevallen na, waar onvoldoende voorzorgen waren getroffen, deed de vorst aan de oogst echter geen afbreuk, dank zij een zeer gunstig verlopende dooiperiode. Hoev/el hierop een koude, natte en zorloze zomer volgde, is toch over het tijdvak van januari tot novem ber, in vergelijking met 1955, een grotere afzet van bijna zes miljoen kilogram bereikt en een waardestij ging van ongeveer tien mlijoen gul den. Kemerkend is het, aldus spre ker, dat West-Duitsland de tweede plaats in de. rij van afnemers heeft ingenomen, waardoor de Verenigde Staten op de derde plaats zijn geko men. Het belang van de Duitse af zet verklaart dan ook hoe er in de sierteeltsector een „brandende kwes tie" kon ontstaan toen terwille van een slechts geringe uitvoer van hei bloemen de export van bloembollen in gevaar gebracht dreigde te wor den. Op krachtige, doch naar ik meen tevens waardige wijze heeft onze vereniging middels haar orgaan stel ling genomen in deze voor ons vak zo belangrijke zaak. De „brandende kwestie" bleek tenslotte een kort en hevig oplaaiend strovuur te zijn ge weest, met alle gevaren echter aan zulk een uitslaande brand verbon den, niet het minst voor de goede verhoudingen, zowel in het betrok ken afnemersland als in de ver- trouwenvolle samenwerking binnen de Nederlandse sierteelt. Dat beide zich snel mogen herstellen is een wens, die ik vandaag niet onuitge sproken zou willen laten. Inmiddels heeft deze aangelegen heid wel de vakgenoten vermogen te doordringen van de grote invloed en betekenis van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie. Hoe vele malen hebben anderen en zeker ook ikzelf aldus spreker daarop gewezen vóór dit alles een feit was, doch onvermijdelijk ko- Massale bijeenkomst in Jaarbeursgebouw Ruim vijfduizend katholieke jon geren uit verschillende delen van ons land zijn zondag in de Jaarbeursge bouwen te Utrecht bijeen geweest voor het houden van een nationaal instuif rendez-vous om hun Hon gaarse medebroeders en -zusters te helpen. Vijf Hongaarse meisjes en vijf Hongaarse jongemannen hebben hieraan deelgenomen. Met hun be groeting' wilde men de bereidheid uitdrukken van alle katholieke in- stuifcentra om de Hongaarse jonge ren in hun midden op te nemen. Het programma begon met een H. Mis aan een in de Beatrixhal ge ïmproviseerd altaar, waarboven een groot zeer expressief kruisbeeld hing. Sterke band. Op de galerij had zich het Baarn's jongenskoor opgesteld en bracht de meerstemmige mis van Caplet ten gehore. De H. Mis werd bijgewoond door de aartsbisschop van Utrecht, mgr. dr. B. J. Alfrink. Na afloop richtte de aartsbisschop zich in een toespraak tot de jongelui, waarbij hij er op wees, dat bij ons Christelijk geloof niets beter past dan vreugde en blijheid. Iedere vreugde kan in gebouwd worden in de grote vreugde van het heilig geloof, wanneer wij altijd ons Kind-Gods zijn, onze men selijke persoonlijkheid en onze Chris telijke waardigheid bewust zijn. Mgr. Alfrink had de overtuiging, dat allen voor dit samenzijn niet alleen aan getrokken waren door het amuse ment, maar ook door de Christelijke liefde, die in deze tijd van ellende ons moet binden, en ons de Hongaren in hun leed tegemoet doet komen. Na de H. Mis zong 'het koor het Hongaarse volkslied. Welkom. In de namiddag werden de 10 Hon gaarse jongeren op bijzondere wijze verwelkomd, waarbij aan ieder een pakket en aan de meisjes bovendien bloemen werden aangeboden. De Hongaarse aalmoezenier pater Radanyi S.J. vertelde dat de Hon gaarse jongeren zeer getroffen wa ren door deze spontane opkomst en bereidheid van de katholieke jonge ren om hen in hun midden op te nemen, waardoor zij zich hier thuis zullen gaan voelen. Daarna begon een supershow van bekende radio-artiesten, waarbij de duizenden op enthousiaste wijze van hun genoegen hebben blijk gegeven. Tenslotte volgde een nationaal in- stuifbal. men ging. Het interesseerde de vak genoten maar weinig en vaak had ik de indruk, dat zij het maar een saai en vervelend onderwerp vonden, dat ver buiten hun werkelijke belang stelling om ging. Ik moge mij veroorloven hier de vinger te moeten leggen op een fout. die onder ons te veel wordt gemaakt en dat is, dat men leeft hij het ogen blik, te weinig luistert naar hen, die krachtens hun functie geroepen zijn u tijdig op de komende problemen te wijzen; daardoor zichzelf en de vertegenwoordigers van het vak te weinig voorbereidt en instelt op de taken, die wachten en daarna, als de problemen in werkelijkheid voor ons worden gesteld daarop reageert met een vaak tomeloos wantrouwen en onbegrip, omdat men zich tevoren de gang var» zakenniet zó voldoende eigen heeft gemaakt, dat men deze ook kan begrijpen en kan doorzien. Zo is dit ook weer gebleken bij de vaststelling van de buitenlandse mi nimumprijzen. De golven van onbe hagen en beduchtheid sloegen weer hoog op en vóór zelfs enige prijs be kend was bij hen, die deze hadden te regelen, was de overtuiging al ge zaaid, dat deze zo hoog zouden wor den, dat zij de afzet zouden belem meren. Waar het om gaat is dit, laat men toch nu eens goed gaan begrijpen, dat de Publiekrechtelijke Bedrijfsor ganisatie een „organisatie" is, d.w.z. dat georganiseerd, dus via vertegen woordigde lichamen van werkgevers en werknemers en niet bij volks stemming of in ledenvergaderingen de problemen van het vak in de toe komst zullen worden geregeld. De vakgenoten zullen daarom met grote zorg hun besturen en vertegenwoor digers moeten aanwijzen. De be kwaamste en meest rechtschapen vakgenoten, die het algemeen belang kunnen en willen zien, dienen zij naar voren te brengen, maar dan ook het gehele vak daarachter; als één man achter degenen, die daar, waar de beslissingen valllen, vóór ons en vaak tegen anderen de belangen van ons, van u dus, moeten verdedigen. Zij zullen daar het maximaal bereik bare moeten bereiken, doch vaak zal dit niet méér kunnen zijn dan een wijs compromis tussen velerlei be langen van Velerlei groepen, die nu eenmaal allen gaarne, ieder voor zich, het volle pond zouden willen heb ben. Waar het tevens om gaat is dit, dat als ge niet achter uw vertegenwoor digers staat, ge alléén maar bereikt, dat ge hen, en dus uzelf, zwak stelt tegenover anderen, die maar al te gaarne bereid zullen zijn om ver deeldheid uit te buiten. Ik begrijp volkomen, dat dit een moeilijke omstelling vraagt in de mentaliteit van velen, die al te gaar ne geneigd zijn alleen maar instinc tief te reageren, niet te vertrouwen, wat in bepaalde colleges wordt be slist en zich dan „genomen" voelen, zoals ook thans die term weer is ge bruikt. De taak van de organisaties is vooruit te zien, de meningen uit te wisselen en te vormen in onder ling overleg en daardoor aan de me ningsvorming van onze vertegen woordigers in de diverse colleges een grondslag te geven. Niemand onzer is in staat de toe komst te voorspellen en evenmin de werking van het nieuwe prijzensys teem. Eén ding staat eohter wel voor allen vast: dat het algemeen belang, de toekomst van onze export, de mo gelijkheid tot verdere uitgroei daar van, vereist het beteugelen van de z.g.n. goedkope na-offertes. Laten wij slechts hopen, dat deze poging een gelukkige zal blijken te zijn en dat ook deze onrust, evenals vele in het afgelopen jaar, zal blij ken onnodig te zijn geweest, nu het thans geen zin meer heeft daarop na der in te gaan. Spreker wees er tenslotte op dat Nederland en de gehele Nederlandse tuinbouw zich opmaken om in 1960 de wereld te tonen wat Nederland als belangrijkste tuinbouwexportland van Europa in staat is te presteren. De steekproef is genomen bij meer dan een half miljoen kopers. Gezien de omvang van de enquête mag wor den aangenomen, dat ook bij de an dere aankopen van kleding dezelfde tendens kan worden geconstateerd. In 1956 was de omzet in de prijs klasse, van 100150 verreweg het grootst en beduidend groter dan die in de prijsklasse van 4050. In 1953 was dit juist andersom. Toen waren de omzetten in laatstgenoemde prijs klasse beduidend omvangrijker. De aankopen van het merkartikel in 1956 beliepen in de prijsklassen van 100150, 30.9 pet. van de totale om zet; in de prijsklasse 70100, 27,3 pet. van 50—70, 22.8 pet., en van 4050, 19 pet. Het verschil met 1953 is wel heel groot. Toen bedroeg de omzet in de prijsklasse 100150, 21.9 pet., van 70100, 20.4 pet., van 50—70, 21 pet. en van i 40—50, 36,7 pet. Voor 1954 waren deze cijfers resp. 23,5 pet., 18.3 pet., 22,2 pet. en 36 pet. en voor 1955 23,3 pet., 21.4 pet., 23.5 en 26.8 pet. Uit deze cijfers blijkt dus duidelijk de toenemende belangstel ling voor het duurdere produkt en de sterke afneming voor het goedkoop ste artikel. Voor de laagste prijs klassen is de afzet bijna gehalveerd. Loonsverhoging voorgesteld van 5,6 pet De Stichting van de Arbeid heeft zaterdag berr.adslaagd over een com pensatie voor de op 1 januari te heffen premie voor de Algemene Ouderdomsvoorziening. Zij is gekomen tot een advies aan de regering een voor alle werknemers geldende loonsverhoging van 5.6 pet. boven de rechtens geldende lonen tot een maximum van de salarisgrens, waartoe de A.O.W.-premie zal wor den geheven. Wanneer deze nog niet bekende grens gesteld zal worden op 6900,— (aanvankelijk was door de regering de grens van ƒ6000 gesteld), dan zal dus de loonsverhoging een maxi mum krijgen van 366.40 per jaar. „Tel." Op de algemene vergadering van de vakgroep tuinders van de L.T.B., die vandaag in Haarlem werd gehou den, heeft de voorz., de heer Jac. Groen, een openingsrede gehouden, waarin hij de voornaamste problemen in het tuindersvak aanroerde. Na te hebben gesproken over de tragedie, die zich in Hongarije' af speelt, kwam de heer Groen tot het agrarische deel van zijn betoog. Ondanks ook nu doordraai in som mige perioden, ondanks ook nu sterk variërende prijzen, die soma voor individueele leden de balans ten ongunste en voor anderen weer ten gunste beïnvloeden, ondanks ook de moeilijkheden die het glasbedrijf in de langdurige vorstperiode in de eerste maanden van het jaar onder vond een omstandigheid die weer andere cultures ten goede kwam mogen wij in het algemeen over de uitkomsten niet ontevreden zijn. Ik mag één uitzondering maken, n.l. voor degenen die schade, soms grote schade, hebben geleden door de - - -- - dit jaar uitzonderlijke stormen en i regelen om de tuinbouw te doen de- de laagte slechts beperkt door de bodem in de markt, die de minimum- prij zenfondsen, door de telers zelf privaatrechtelijk bij een gebracht, daarin leggen. De tuinbouw heeft na de bevrijding practisch van de overheid geen steun t.a.v. de prijzen genoten, slechts de bijslag op de koolprijzen in 1954 maakt hierop een uitzondering. Als het dus alleen zou gaan om die garantieprijzen, kan deze zaak ons betrekkelijk koud laten. Maar het gaat er ook om de land- en tuinbouw te behoeden voor toestanden als in de 30-er jaren, of liever land- en tuin bouw gelijkberechtigde te doen zijn in ons economisch leven. Vandaar dat wij van harte met de actie van het Landbouwschap in stemmen en ook als tuinders een steentje willen bijdragen om de landbouwpolitiek in de gewenste zin te doen ombuigen. Concrete maatregelen. Vraagt men naar de concrete maat- regenval. Naar ik vernam hebben ook in ons gebied een aantal tuinders zich aangegeven voor de enquête van het Landbouwschap tot het op nemen van de schade, waarbij wordt verhoopt, dat de regering de behulp zame hand zal bieden, indien dit ge rechtvaardigd en nodig is. Op het gebied van de uitvoer heb ben wij naast het algemeen bevredi gende hiervan enkele vervelende dingen meegemaakt. Met name België, dat weer op sommige niet te recht vaardigen tijdstippen de grens sloot of wat erger is met uitvoersubsidies gaat werken en daardoor in stede van onze economische-unie-partner, onze felle concurrent wordt. Brandende kwestie. Ik zou thans willen overgaan tot de brandende kwestie, die in de agra rische wereld op het hoogste niveau aan de orde is gesteld en die ik zou willen noemen de gelijkberechtigd heid van de land- en tuinbouw in Nederland in ons economisch leven. Wanneer het gaat over de L.E.I.- prijzen, die geen of onvoldoende re kening houden met'de eigenaarslas- ten, waarin een niet voldoende fac tor van ondernemersbeyoning en waarin een naar omstandighe den onvoldoende beloning van de handenarbeid van de bedrijfsleider is verdisconteerd en tegelijk moet wor den vastgesteld, dat de beloning van de landarbeiders achter staat bij die van andere gelijkwaardige bedrijfs takken, dan hebben wij hiermede hei probleem voor ogen. Een probleem, dat tot oplossing dient te worden gebracht door aan passing van de garantieprijzen aan de werkelijke kosten. Oppervlakkig gaat dit alles de tuin bouw voorbij, in zoverre dan dat wij geen garantieprijzen kgnnen. De tuinbouw is aangewezen op de vrije markt en kent alleen vrije prijzen, in len in deze gewenste verbetering dan zijn die weliswaar moeilijk aan te ge ven. Op de vrije markt aangewezen, mogen wij slechts hopen, dat de ex- portnoodzaak voor de tuinbouw door de regering zodanig wordt aange voeld, dat zij niet alleen paraat is op dit gebied, doch ook de nodige eisen op handelspolitiek gebied zal durven stellen, daar waar dit voor de in standhouding van onze tuinbouw no dig en geboden is. Verder menen wij van haar voort durende steun te mogen vragen voor de dingen, die de bedrijven so ciaal-economisch kunnen verstprken. In dit kader wil ik noemen de voor lichting, het waarborginstituut, enz. En ook, dat indien calamiteiten zich voordoen en het bedrijf bedreiger., de bekende memoriepost in het Landbouw Egalisatiefonds effectief zal worden gebruikt. Ik meen verder niet onbesproken te mogen laten het steeds klemmen der wordende probleem der arbeids voorziening. Het is gelukkig, dat vele tuinbouw bedrijven gezinsbedrijven zijn. Waar wij anders vandaag al aan toe zou den zijn, is niet te overzien. Maar ook tal van onze vandaag gezonde en volkomen economisch verantwoorde bedrijven redden het niet met alleen eigen krachten. En toch verlaten steeds meer landarbeiders het oude vak en gaan als ongeschoolden naar de industrie. Is onze nationale economie daar nu mee gediend? Wordt het geen hoog tijd, dat de industrialisatie eerder wordt getem poriseerd dan aangemoedigd? Nie mand zal ontkennen, dat onze agra rische export en met name onze tuir.- bouw-export kwetsbaar is, maar is veel van onze industriële export dit niet? Het is nog steeds zo, dat bij de uit wisseling van goederen onze agrari sche export en daar is een groot stuk tuinbouw bij, 35 pet. van het totaal bedraagt. Het wordt m.i. zeer be denkelijk, als men niet zou willen inzien, dat in het nationaal belang deze verhouding niet sterk gewij zigd dient te worden. Een betere beloning, een minstens gelijkwaardige beloning van de land arbeid, minstens gelijk aan die van ongeschoolde industrie-arbeiders, kat: het laatste voorkomen. Of het dit geheel zal kunnen, be twijfel ik intussen, maar het lijkt mij goed, dat de organisaties het gehele probleem in overleg met de land- arbeidersorganisaties ernstig onder het oog zien. Dreiging in 't westen. Ik geloof, dat ik tekort zou schie ten, als ik de andere bedreiging van het tuinbouwbedrijf in het westen, niet óók zou noemen: de verdrij ving van de tuinbouw ten behoeve van de woningbouw in industrie gebieden en grote gemeenten. Het is nergens zo erg en zo om vangrijk als in onze gewesten. En daarom is er steeds meer teleurstel ling dan voldoening. Ik moge echter twee puntjes releveren, die mischien niet direct, doch op de duur van be lang kunnen zijn. Allereerst het rapport van de dienst Nationale Plan. Eindelijk begint men enigszins beangst te worden voor de steeds toenemende opeenhoping van mensen in de grote steden en indus trie-centra. Een tweede lichtpuntje zie ik ook in de overwegingen in hogere kringen om niet meer tuinbouwbedrijven be schikbaar te stellen in de Zuiderzee polders, althans geen intensieve be drijven, doch te stimuleren, dat het boerenland in de omgeving van de grote centra beschikbaar komt voor tuinbouwbedrijven en als compensa tie bedrijven voor akkerbouw en veehouderij beschikbaar komen voor de landbouwers, wier land voor de tuinbouw is afgestaan. Een punt, dat in tal van onze jaar vergaderingen in de loop der tijd be handeld werd, komt thans niet op de agenda voor. Nog in de laatste vergadering van de Tuinders vakbond is het aan de orde geweest. De vraag of de teelt regeling al dan niet gehandhaafd zal moeten blijven, werd nogal zeer ver schillende beoordeeld. Er ontstaat jn een deel van het land ccn vrij bewust streven om de teeltregeling maar op te doeken, behoudens dan de erken ningsregeling (erkenning A). De voorstanders van behoud- van dc re geling wezen er op, dat er al veel tuinbouwproducten vrij kunnen wor den geteeld en dat voor andere op heffing der regeling een sprong in het duister werd geacht, terwijl de minimumprijzenregeling e.a. met be houd van de regeling samenhangen. De bespreking hierover in deze tijd van het jaar, vlak voor het nieu we seizoen was uiteraard praematuur. Er komt dus behoudens misschien t.a.v. de bijzondere vergunning voor vroege aardappelen in 1957 geen verandering. Het lijkt mij toe, dat de teeltregeling in de loop van dat jaar wel onderwerp van bespreking zal blijven en onze afdelingen en kringen doen er goed aan om dit onderwerp ook op hun vergaderingen onder het oog te blijven zien. Rond 500 hoofdstedelijke meisjes en knapen rond 17 jaar, kregen zater dagnacht de in Europa al weer ouderwetse impuls om al „rock and roll"-end het Leidseplein op stelten te zetten. De Amsterdamse politie, verbaasd over de achterlijkheid van Amster dams jeugd, maande, vlug naar huis en onder de wol te gaan, hetgeen niet 't gewenste resultaat had. Gummistokken moesten er ten slotte aan te pas komen om de hoofd stedelijke „spes patriae" te overtui gen, dat er voor hen geen eer meer te behalen is met iets, wat ieder pro vinciestadje in Nederland als „uit de tijd" beschouwt. Groter karwei. Op het Rembrandtsplein kostte het enkele uren later meer moeite om de orde te herstellen. Hier v/aren twee mannen op uiterst luidruchtige wijze een meningsverschil aan het op lossen. Toen de politie hen van el kaar geplukt had, kreeg zij de toorn van een hunner in al zijn volheid te verwerken. De politie vond, dat de man zijn standpunt beter op het poli tiebureau verder uiteen kon zetten, maar tegen deze tocht naar het bu reau verzette zich niet alleen de vechtersbaas, doch ook een voorbij ganger. Tijdens het nieuwe gevecht, dat ontstond, wist de aanstoker van alle moeilijkheden te ontkomen en om niet helemaal met niets thuis te ko men, nam de politie toen maar de man mee, die zich ongevraagd als tus senpersoon opgeworpen had. MGR. JANSEN CELEBREERDE H. MIS IN „EIGEN" PAROCHIE. Ter sluiting van het eeuwfeest van dc parochie H.II. Nicolaas en Bar bara (De Liefde) te Amsterdam heeft mgr. M. A. Jansen, bisschop van Rot terdam, gistermorgen in deze paro chiekerk een pontificale hoogmis op gedragen, geassisteerd door enige priesterzonen van de parochie, waar. in hij zelf ook is geboren. In deze kerk heeft hij ook zijn eerste plecn- tige H. Mis als priester opgedragen. De bisschop heeft tijdens zijn predi katie de parochie hartelijk gefelici teerd met haar eeuwfeest, en haar geprezen om de grote steun, die zij geeft aan de vele religieuzen, die uit de parochie zijn voortgekomen. In Huize De Liefde heeft de paro chiële jeugd vervolgens de bisschop op zeer hartelijke wijze gehuldigd, die onder andere omringd was door meer dan twintig priesterzonen van deze parochie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1956 | | pagina 5