ALS OLIFANTEN UIT HUN HUID KRUIPEN
Elk lichaam heeft zijn
centrale verwarming!
w
EEN VERDWENEN KONINKRIJK
Een preparateur is
drie dingen tegelijk
r
K.
Onbewust helpen u/e mee om de
goede temperatuur te handhaven
Spelletjes bedreigen het vaderland
ZATERDAG 8 DECEMBER 1956
DE LEIDSE COURANT
PAGINA
TIMMERMAN,
KUNSTENAAR
EN ANATOOM
„Ik wil u vertellen, dat ik slapeloze nachten heb gehad, toen het kritieke
moment was aangebroken, dat de olifantshuid over het model gespannen
was en wij afwachtten, hoe de huid zou opdrogen", vertelt ons de heer W.
F. van Ee, gepensioneerd preparateur van Artis te Amsterdam, ons uit zijn
5I-jarige loopbaan bij deze dierentuin. „AI dagen van tevoren hadden ver
schillende deskundigen gemeend, dat het model dat ik voor de olifant
maakte, te klein zou zijn en dat het geheel op een mislukking zou uitlopen.
U begrijpt, dat de angst mij in het hart zat, toen de natte huid er als een
geplooide grote zak overheen gelegd werd. Maar gelukkig droogde hij goed
op en het werd een exemplaar waarop ik later steeds met tevredenheid
heb kunnen terugzien. Een knaap van een olifant met slagtanden van 1 me
ter 86. centimeter lang, die met uitstaande oren een breedte van ongeveer
twee meter mat. Bij zulke modellen is steeds de moeilijkheid, dat je vooraf
onmogelijk kunt zeggen of alles goed zal gaan en of je model wel precies
onder de huid zal passen", verzucht hij.
In het land van
de dode dieren
WIJ WAREN op bezoek bij deze
vakman in het land der dode dieren,
omdat wij eigenlijk nieuwsgierig wa
ren naar de wijze waarop men dieren
opzet. We hebben ze allemaal wel
eens gezien, die opgezette vogels, we
zels, marters en bunzings, de een be
ter geslaagd dan de ander en onge
twijfeld hebben we ons wel eens af
gevraagd, hoe dat nu eigenlijk gedaan
wordt. Nu hierover kan de heer Van
Ee ons het fijne vertellen.
Van vlinders naar zoogdieren.
AL HEEL JONG had de toekomsti
ge preparaten een grote voorliefde
voor dieren in het algemeen en voor
vlinders in het bijzonder. Hij ver
vaardigde voor zijn plezier grote bor
den met opgezette vlinders, die de
aandacht trokken van zijn onderwij
zers. Deze begrepen, waar de belang
stelling van de jongen heenging en
toen hij veertien was en de school
banken verliet, zond één van hen hem
met een aanbeveling naar Artis,
waar een vacature was op de afde
ling, waar geprepareerd werd. Hij
werd aangenomen en begon zijn op
leiding onder de heer Steenhuizen,
een voortreffelijk preparateur. Van
af het begin had het beroep hem ge
grepen en de jonge Van Ee liet niets
onbeproefd, om zich verder te bekwa
men. Zo werkte hij zich langzaam
verder op.
Een groot foto-album toonde ons
een aantal geslaagde werkstukken.
Via het prepareren van vogels bleek
de heer Van Ee te zijn gekomen tot
het moeilijke werk van het opzetten
van zoogdieren, reptielen en vissen.
Vyij zagen foto's van zijn werkzaam
heden aan buffels, moeflons, antilo
pen, tijgers, leeuwen, olifanten, apen
doch ook krokodillen, een waraan,
een tijgerhaai "en andere vissen, kort
om te veel om op te noemen.
De methode.
OP DIE FOTO'S zagen we dikwijls
hoe er gewerkt werd aan geweldige
constructies en natuurlijk wilden we
daar het fijne van weten. Hierdoor
kwamen we tot de methode volgens
welke de preparateur werkt. Die komt
neer op het volgende systeem.
Wanneer de preparateur een huid
heeft van een of ander dier, dan zal
hij eerst beginnen met het nemen van
de maten van het gevilde lichaam, al
thans wanneer dit aanwezig is.
Hiervan wordt een werktekening
gemaakt van verticale en horizontale
doorsnede, waarop alle maten ver
meld staan. De preparateur gaat nu
eens bekijken in welke stand hij het
dier het best 1: vereeuwigen. Deze
stand is van groot belang en moet
volkomen natuurlijk zijn. Hiervoor is
het nodig, dat de perparateur een
grondige studie van de dieren heeft
gemaakt, hun houdingen en levens
gewoonten kent, want anders is het
uitgesloten, dat hij het dier weet op
te zetten in een natuurlijke houding,
eventueel typerend voor de soort.
BEIMTII GETROUWD?
de gptrouwdp vrouwpn
wpgen gpm. lOkilo meer
dan dp ongplrouwdp
bij de gehuwden tussen
30 en 45 jaaris de sterfte
ca.de helft minder dan b)j
ca 15% vdNpdprl. echt-
paren is kinderloos
ca 28% v.d. volwassen
^erejdbevolkingis onge-
ca.80%v.d.Nedprl man-
npn bovpn de 30jaar is
gehuwd
ca 70%vd.Nederlandse
vrouwen boven de 30 iaa
is gehuwd
v.d.gphuwde vrouwen irj
Ned. hpefhca.70%voor
haar huwelijk in een
beroep gewerkh
ca.10% v.d. gehuwde
vrouwen in Ned. werkt
nog in een beroep
Aan de hand van de verticale door-
snedetekening wordt een plank ge
zaagd, die rug en buiklij n van het
dier aangeeft. Hierop worden wat de
romp en eventueel de hals betreft
haaks de r-allen op de juiste ma
ten vervaardigd geplaatst, waar
door de steunen van de gehele romp
en hals ontstaan. Men begrijpt wat
dit vooral bij grote zoogdieren een
geweldige constructie wordt. Uit mas
sieve metalen staven worden precies
de poten gebogen, welke staven
nauwkeurig aan de romp worden be
vestigd.
De juiste vormen.
Zonodig worden ook hier mallen
op bevestigd om de dikte van de po
ten aan te geven op verschillende
punten. Als dit houten geraamte klaar
is, wordt er fijn metalen gaas over
heen gespannen. Dit werkje is van
groot belang, want hiermede geeft
men als het ware de juiste vormen
van het lichaam van het dier aan.
Tenslotte wordt over het gaas een
flinke laag papier maché aangebracht,
die als laatste laag van zeer grote be
tekenis is. De preparateur dient de
anatomie van het betrokken dier per
fect te beheersen en in staat te zijn
precies de plaatsen aan te geven
waar zich de spieren zichtbaar span
nen, wanneer het dier in die bepaal
de houding staat. Dit kan hij laten
uitkomen door verhogingen in het
papier maché.
Het naakte dier wordt dan aange
kleed met de huid. Dat hier zeer
nauwkeurig moet worden gewerkt is
begrijpelijk. Zo goed als onzichtbaar
moet de huid genaaid worden en goed
strak zitten. De huid wordt nat opge
bracht en aanvankelijk hangt ze er
slap en los overheen. Later droogt ze
en dan moet alles goed spannen. Be
grijpelijk zit er altijd, een grote risi
cofactor in het werk. Van het ge
maakte .model hangt alles af.
Ook kunstenaar.
De heer van Ee is een idealist. Vrij
wel nooit is hij tevreden over zijn
werk. Altijd vindt hij nog wel iets,
dat beter gekund had, terwijl anderen
geen aanmerking zouden weten te
maken. Zelf zegt hij: „Eigenlijk streef
je naar een ideaal, het levende dier".
De preparateur moet ook een beel
dende kunstenaar zijn. Hij moet zon
der mankeren een prima schets van
het op te zetten dier kunnen maken
in verschillende standen, waaruit hij
dan de aantrekkelijkste kiest. Zono
dig moet hij voor zijn opdrachtgevers
in staat zijn een kleimodel te boetse
ren, dat natuurlijk zo perfect moet
zijn, dat deze zich een goed beeld kan
vormen hoe het worden zal.
Het opzetten van kleine dieren kan
soms nog moeilijker zijn dan van gro
te, omdat men hier steeds bemerkt,
dat de mensenhand te groot en te
grof is. Toch zagen wij voorbeelden
van werkelijk schitterend opgezette
heel kleine tropische vogeltjes, waar
bij ook zeer veel werk was gemaakt
van het voetstukje, zodat het diertje
goed tot zijn recht kwam. Een beroep
met vele facetten, waarbij men zeer
grondig met de dierenwereld wordt
geconfronteerd en er geheel in moet
opgaan om zijn taak naar behoren te
vervullen.
Met respect in het hart voor het
veelomvattende mooie beroep van
onze gastheer verlieten we zijn wo
ning, nog met onze jgedachten in het
land der dode dieren.
OP ZOEK NAAR
ZOALS bekend bewegen de schom
melingen van onze lichaamstem
peratuur zich onder normale ver
houdingen tussen 36,5 en 37,5 gr. O.
De meesten van ons zullen zich waar
schijnlijk nooit afgevraagd hebben
hoe het toch mogelijk is, dat ons
lichaam deze temperatuur weet te be
houden. Waarom worden wij niet
kouder of warmer, behalve bij ziek
ten?
ONS LTOHAAM beschikt over een
eigen systeem van warmte-regeling,
een systeem, dat hoofdzakelijk de
warmte-afgifte regelt. Hoe wijder na
melijk de bloedvaten in de huid zijn,
hoe meer bloed er ook in de gelegen
heid is warmte aan de omgevende
lucht af te staan. De wijdte van de
ze bloedvaten en ook de zweetafschei-
ding staan onder invloed van zenu
wen, die op hun beurt bestuurd wor
den van het warmte-regulatiecentrum
uit van het centrale zenuwstelsel, dat
gelegen is in de hersenen.
Dit warmte-regulatiecentrum mo
gen wij dus enigszins vergelijken met
een thermostaat, een instrument dat
automatisch de warmte regelt. Wan
neer de lichaamstemperatuur oploopt,
bijvoorbeeld door grote inspanning,
die een grotere verbranding tot ge
volg heeft, zorgt het centrum er voor,
dat onze bloedvaten in de huid wijder
worden, waardoor er meer bloed
doorstroomt en dit bloed in staat is
meer warmte af te geven aan de om
ringende lucht, dus zich te koelen,
waardoor de lichaamstamperatuur
weer tot normaal wordt terugge
bracht.
Omgekeerd zien we hoe de bloed
vaten nauwer worden, wanneer er
een geringere verbranding plaats
vindt en de temperatuur dreigt te
dalen.
TEMPERATUUR VAN ONS BLOED
ALS METER.
NIET ALLE DELEN van 't lichaam
hebben dezelfde warmtegraad. Op be
paalde plaatsen wordt de wai-mte ge
produceerd, voornamelijk in de spie
ren en in de. lever, andere organen
hebben speciaal tot taak de warmte
aan de omgeving af te staan en het
is de huid, die hier wel de voornaam
ste taak vervult. Een orgaan als de
lever ligt daarbij nog geheel door an
dere weefsels omsloten, de huid
daarentegen staat in direct contact
met de omgevende lucht. Zodoende
bedoelt men daarom de gemiddelde
warmtegraad van de verschillende
organen, wanneer men over de
lichaamstemperatuur spreekt. Het
bloed stroomt met vrij grote snelheid
door het gehele lichaam en hier
neemt het warmte op van warmtepro-
ducerende organen, maar daar geeft
het warmte af, zodoende is het bloed
bij uitstek als meter voor de gemid
delde temperatuur.
Bij zeer veel verschillende ziekten
veroorzaken de in het bloed circule
rende eiwit-afbraakproducten storin
gen in het warmte-regulatiecentrum.
Dat is de reden, waarom er bij zulke
toestanden een te hoge en soms ook
een te lage lichaamstemperatuur
wordt waargenomen.
Reeds de beide Nederlandse geleer
den, Van Swieten (17001774) en
Anthonie de Haen (17041776) we
zen er op, dat het nuttig is bij het on
derzoek van zieken ook de lichaams
temperatuur te meten. Hc^ duurde
echter nog ongeveer honderd jaar al
vorens deze methode algemeen in
gang vond.
Natuurlijk meet men door middel
van de thermometer de temperatuur
op de plaats waar veel bloed circu
leert, zoals in de mondholte, het rec
tum of in de oksel.
ONBEWUST WERKEN WE MEE.
ONDER DE HUIDIGE omstandig
heden zou ons warmte-regulatiecen
trum niet in staat zijn een constante
lichaamstemperatuur bij de mens te
handhaven. Wij behoeven er maar
aan te denken, dat de Eskimo's in het
hoge noorden geheel naakt zouden
rondlopen. Waarschijnlijk zouden ze
het niet lang maken. Hetzelfde geldt
ook voor de mens in de gematigde
streken, slechts in de tropen kan men
zich geen of e.en minimum aan kle
ding permiteren.
Geheel onbewust werken wij mede
aan de warmte-regeling in ons lichaam
want vrijwel nooit zijn wij er ons
grondig van bewust. Het is langzaam
zo ontstaan en men volgt de traditie.
In tropische streken neemt de mens
koolhydraatvoedsel, bijvoorbeeld in
de vorm van rijst tot zich, omdat dit
bij verbranding betrekkelijk weinig
warmte levert. Naarmate de mens in
koudere streken woont, ziet men het
vetgehalte van zijn voedsel toenemen,
want vetten vormen bij verbranding
een grote bron van warmte.
OOK BINNENSHUIS.
DE WARMTE-AFGIFTE beïnvloe
den wij bovendien kunstmatig door
kleding en dekking. Wanneer wij
gaan slapen en weten dat onze
lichaamstemperatuur door vermin
derde activiteit zal dalen, dekken we
ons met een deken. Zo heeft de mens
kleding en dekking aangepast aan het
klimaat waar hij woont om op die
manier zijn warmteregulatie te hulp
te komen, want slechts bij die nor
male temp tratuür van zijn lichaam
voelt hij zich goed en is tot prestaties
instaat.
Ook de verschillen in huisvesting
werken hieraan mee. In de tropen
witte huizen, die reeds door hun
kleur meewerken de zon te weren. In
koudere streken Ja^rentégen bakste
nen huizen, die zoveel mogelijk zon
binnenlaten en zodanig zijn gecon
strueerd, dat zij de warmte binnens
huis vasthouden door bepaalde isola
tie-systemen.
Zo heeft ieder mens een eigen cen
trale verwarming in zijn lichaam, die
vol-automatisch geregeld wordt en
ëen constante temperatuur hand
haaft, waarbij afhankelijk van het
klimaat de mens zelf meewerkt om
de gemiddelde temperatuur te hand
haven, waardoor hij zich gezond en
fit voelt.
De wetenschap gaat op zoek naar
de geschiedenis van het verdwenen
koninkrijk Benin. Dit rijk is een bij
zonder goed georganiseerde maat
schappij geweest die een grote in
vloed bezat. Aangezien Benin een
van de oudste negerkoninkrijken
moet zijn geweest zal een onderzoek
naar haar geschiedenis van groot nut
zijn voor de wetenschap. De „jacht"
op Benin zal worden geopend door
een onderzoek van de archieven in
Engeland, Portugal, Nederland en
vermoedelijk het Vaticaan. De kos
ten van het onderzoek worden ge
raamd op ca. 450.000 gulden en dit
bedrag wordt gedragen door de Car
negie Stichting in New York, de re
gering van Nigeria en de Colonial
Science Council.
Hopelijk zal dit onderzoek wat
meer licht gaan werpen op de onbe
kendste bladzijde uit de historie, n.l.
de geschiedenis van Afrika. Dit valt
te betreuren omdat Afrika een zeer
boeiende geschiedenis moet hebben
die in veel opzichten zeker niet on
der behoeft te doen voor de rest van
de wereld want lang niet altijd heb
ben de negers alleen maar „stam
men" gekend. Integendeel zij hebben
zeer machtige en beschaafde konink
rijken bezeten toen Europa nog een
warwinkel van kleine graafschappen
en vorstendommetjes was.
Ghana.
Een van de grote negerrijken is
Ghana in West-Afrika geweest. Naar
wat er bekend is werd de macht van
Ghana rond 300 jaar na Chr. geves
tigd door stammen uit het gebied
van de Niger en Senegal. In rijkdom
en barbaarse pracht schijnt deze
staat nauwelijks zijns gelijke gevon
den te hebben. De vrouwen Schijnen
er zeer grote vrijheden bezeten te
hebben en warén allerminst slavin
nen. De koningen van Ghana hadden
„gezantschappen" met vele Arabische
staten. Bij reizen van hun koningen
lieten dezen honderden slaven aan
zich voorafgaan* die ieder gouden
staven droegen om de rijkdom van
de koning aan te geven. Op het
hoogtepunt van zijn macht zou Ghana
beschikt hebben over een leger van
niet minder dan 200.000 man waar
van 40.000 boogschutters. Rond 1500
schijnt het einde van Ghana geko
men te* zijn maar haar roem bleef
bestaan, want de negers van de
Goudkust noemen hun land thans
weer Ghana.
Naast Ghana heeft het rijk Song-
hai gelegen en ook dit koninkrijk
heeft een gouden periode beleefd."
Ongeveer 700 na Chr. is dit rijk tot
een macht geworden. Over geheel
Noord-Afrika heeft het land zijn be
trekkingen gehad waarvan vooral de
banden met Egypte zeer sterk waren
aangehaald. Het welvarendste moet
Songhai geweest zijn in de 15e eeuw
onder de koningen Ali en Ackya.
Hoewel de juiste grenzen niet be
kend zijn schijnt het rijk op een be
paald moment het grootste deel van
de Sahara, die toen nog lang geen
woestijn was, omvat te hebben. Ara
bische berichten uit die tijd doen ons
weten dat Songhai de onderworpen
volken zeer mild en rechtvaardig be
stuurde, men maakte zelfs gebruik
van een wetboek en een soort munt
stelsel. Rond de 16e eeuw voltrok
zich de ondergang van het rijk Song
hai door dè Arabieren.
Bornoe.
Nog heden ten dage bestaat er een
heerser van Bornoe en daarom zijn
de laatste -resten van dit negerrijk
nog steeds niet verdwenen, al staat
het nu dan ook onder Westers gezag.
Het rijk van Bornoe kenmerkte zich
vooral door grote economische macht
daar het de handelswegen beheerste
van geheel midden-Afrika. Op de
markten in de steden van Bornoe
kon men stoffen uit alle delen van
de toen bekende wereld aantreffen.
Dat federaties heus geen moderne
politiek omvatten blijkt wel uit de
geschiedenis van de negers. In het
oosten van Afrika troffen de Portu
gezen het grote gebied van Sang aan
dat een soort federatie was van tal
van kleine koninkrijken. Sang heeft
vooral invloed gehad als handelsland
zodat wij er nu nog invloeden van
buiten Afrika kunnen bespeuren. In
het zuiden van Afrika vinden wij de
.overblijfselen en berichten van het
legendarische Manamatapa. Het be
lang van deze staat komt duidelijk
tot uitdrukking in de verklaring van
de naam, die zoveel betekende als
„Heerser van het goud". De oor
sprong van het rijk ligt nog steeds in
het duister, er is zelfs een theorie
die een verbinding wil leggen tus
sen dit land en de bewoners van de
eilanden in de Stille Oceaan! De
goudhandel van Manamatapa is van
enorme omvang geweest en bij óp-
gravingen heeft men zelfs Chinese
munten gevonden uit 1131 en 1163.
Met grote waarschijnlijkheid meent
men dat dit rijk het beroemde land
Ophir is geweest. Merkwaardig is
het nog wel dat waar de koning een
troonopvolger aanwees het de harem,
van ca. 3000 vrouwen, was die uit
eindelijk besliste! Een oude spreuk
in dit gebied zegt dan ook: wie de
harem en de koninklijke trommen
bemachtigt, is koning.
Misschien is het u door de poli
tieke verwikkelingen ontgaan,
maar het vaderland wordt 'be
dreigd door wolven in een scha
penvacht. Spelletjes heten ze.
Alle radio-uitzendingen vallen
of staan al met spelletjes en als
het zö doorgaat kunnen we over
enkele maanden zelfs niet meer
vergaderen zonder mastklimimen,
hersengymnastiek en 't hangt
aan de naiuiur.
Sommige mensen zien in de
spelletjes lust een afspiegeling
van de vredelievende aard van
ons volk, maar het zij mij ver
gund deze lieden eens onver
bloemd de keerzijde van deze
medaille te tonen.
Drie dagen geleden was ik
jury bij een spelletje in een lief
lijk dorp uit deze omgeving. Het
bestuur van de organiserende
vereniging liet mij met een auto
afhalen en als tegenprestatie
had ik mijn zondagse pak aan
gedaan.
„Wie is die man?", heette het
spelletje.
'n Persoon, van middelbare
leeftijd, die zich bij het opgeven
als deelnemer kennelijk had la
ten leiden door zijn begeerte naar
sigaren, was het eerste slacht-
offer.
Terwijl enkele niet-deelnemers
in de zaal spottend mompelden
„Die Kees, waar haalt die 't lef
vandaan!", ging het schaap ter
slachtbank, 't Was een stoel, die
op een in het oog lopende plaats
was gezet, namelijk 't toneel.
Toen Kees een beetje zweterig
had plaats genomen, galmde de
kapelaan enthousiast: „Wie is
die man? Een reeks vragen over
bekende persoonlijkheden met
als 'hoofdprijs 160 sigaren! Vraag
één
Kees, die eerst nog wat ge
lachen had, bepaalde zich tot een
uitsluitend somber gezweet.
„Wie is", vroeg de kapelaan,
„kapelaan zo en zo?"
Nou, dat was hij zelf.
Kees luchtte er helemaal van
op.
„De geestelijk adviseur", zei
hy.
Dat was vijf punten, vermoe
delijk omdat de kapelaan nou
ook weer niet zo'n bekende per
soonlijkheid was.
De volgende vraag was 10 pun
ten waard en Kees zat al te kij
ken met een air van „Hadden
jullie niet achter me gezocht,
hé?". Hij voelde kennelijk aan-'
komen, dat het nu de pastoor
ging worden.
ju
Benauwenissen
op laag niveau
Maar de kapelaan vroeg in
eens: „Wie is Nasser?"
„Wat blief?", informeerde
Kees verschrikt.
„Nasser!", benadrukte de ka
pelaan.
Op dat moment begonnen het
voorhoofd en de nek van Kees
grote hoeveelheden zout water
af te scheiden.
„Oh, die zei hij. „Hoe
heet hij ook weer precies?"
„Nasser!!!", riep de kapelaan.
Het zweten van Kees 'had in
tussen zulke afmetingen aange
nomen, dat er gauw een eind aan
moest komen, aangezien er an
ders niet veel meer van hem zou
overblijven dan ruim anderhalve
meter huid.
Je mag de watermolen wel
effe aanzetten, Kees", riep een
grapjas uit de zacl, „andei's krij
gen we natte voeten".
„Ssstt", siste de kapelaan ge
biedend, maar er viel niets meer
te redden. De zaal daverde van
het lachen tot er een kittig
vrouwtje opsprong, dat heel
agressief schreeuwde: „Dank je
wel hoor, mijnheer Kees. Zet me
maar weer voor schut".
Daarna verliet ze woedend de
zaal onder de uitroep: „Lollig
om met zo'n vent getrouwd te
zijn".
Kees mompelde nog vergoe
lijkend iets van „Die sigaren
en strompelde gebroken achter
haar aan.
De geestelijk adviseur, die 't
spelletje bedacht had, stond aan
de grond genageld, toen hij zo
plotseling geconfronteerd werd
met de gevolgen van zijn initia
tief.
„Wat moet ik nou?", vroeg
Kees dreinerig bij de deur.
„Je kan bij mij in 't hooi sla
pen", riep de grapjas.
Maar de kapelaan zei niets.
Zelfs met vier jaar wijsbegeerte
kan je zo'n karweitje niet aan.